Paragraaf
2.2
|
Voorfase
|
Artikel 2.4
|
Omgevingsoverleg
|
1.
|
Als de aanvraag betrekking heeft op het houden van omgevingsoverleg over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief:
|
|
a.
|
voor een eerste omgevingsoverleg:
|
€ 308,40
|
b.
|
voor elk volgend omgevingsoverleg zijnde de intaketafel (wenselijkheid initiatief):
|
€ 514,00
|
c.
|
Voor elk volgend omgevingsoverleg zijnde de omgevingstafel (haalbaarheid initiatief):
|
€ 1.542,00
|
d.
|
per in te schakelen adviseur verhoogd met:
|
€ 257,00
|
2.
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk, als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten, wordt, indien in het kader van een omgevingsoverleg een andere in dit hoofdstuk opgenomen dienst dient te worden uitgevoerd, het tarief voor het omgevingsoverleg vermeerderd met de leges zoals vermeld in deze tarieventabel voor die betreffende dienst of diensten.
|
|
3.
|
Archeologische toets in de initiatieffase
|
€ 102,80
|
Paragraaf
2.3
|
Activiteiten met betrekking tot bouwwerken
|
Artikel 2.5
|
Bouwactiviteit
(
bouwtechnische
deel
)
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
a.
|
indien de bouwkosten minder dan € 50.000 bedragen
|
0,950%
|
|
van de bouwkosten, met een minimum van:
|
€ 257,00
|
b.
|
indien de bouwkosten € 50.000 tot € 100.0000 bedragen
|
€ 488,30
|
|
vermeerderd met
|
0,900%
|
|
van het bedrag waarmee de bouwkosten van € 50.000 te boven gaat.
|
|
c.
|
indien de bouwkosten € 100.000 tot € 400.000 bedragen
|
€ 950,90
|
|
vermeerderd met
|
0,850%
|
|
van het bedrag waarmee de bouwkosten van € 100.000 te boven gaat.
|
|
d.
|
indien de bouwkosten € 400.000 tot € 1.000.000 bedragen
|
€ 3.572,30
|
|
vermeerderd met
|
0,800%
|
|
van het bedrag waarmee de bouwkosten van € 400.000 te boven gaat.
|
|
e.
|
indien de bouwkosten € 1.000.000 tot € 2.000.000 bedragen
|
€ 8.506,70
|
|
vermeerderd met
|
0,750%
|
|
van het bedrag waarmee de bouwkosten van € 1.000.000 te boven gaat.
|
|
f.
|
indien de bouwkosten € 2.000.000 tot € 5.000.000 bedragen
|
€ 16.216,70
|
|
vermeerderd met
|
0,700%
|
|
van het bedrag waarmee de bouwkosten van € 2.000.000 te boven gaat.
|
|
g.
|
indien de bouwkosten € 5.000.000 of meer bedragen
|
€ 37.804,70
|
|
vermeerderd met
|
0,650%
|
|
van het bedrag waarmee de bouwkosten van € 5.000.000 te boven gaat.
|
|
|
met een maximum van:
|
€155.000,00
|
Artikel 2.6
|
Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk
(
ruimtelijke
deel
)
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, het in stand houden of gebruiken van het bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
1.
|
voor een omgevingsplanactiviteit waarbij sprake is van een bouwactiviteit
|
|
a.
|
indien de bouwkosten minder dan € 50.000 bedragen
|
1,250%
|
|
van de bouwkosten, met een minimum van:
|
€ 257,00
|
b.
|
indien de bouwkosten € 50.000 tot € 100.0000 bedragen
|
€ 642,50
|
|
vermeerderd met
|
1,150%
|
|
van het bedrag waarmee de bouwkosten van € 50.000 te boven gaat.
|
|
c.
|
indien de bouwkosten € 100.000 tot € 400.000 bedragen
|
€ 1.233,60
|
|
vermeerderd met
|
1,050%
|
|
van het bedrag waarmee de bouwkosten van € 100.000 te boven gaat.
|
|
d.
|
indien de bouwkosten € 400.000 tot € 1.000.000 bedragen
|
€ 4.471,80
|
|
vermeerderd met
|
0,900%
|
|
van het bedrag waarmee de bouwkosten van € 400.000 te boven gaat.
|
|
e.
|
indien de bouwkosten € 1.000.000 tot € 2.000.000 bedragen
|
€ 10.023,00
|
|
vermeerderd met
|
0,800%
|
|
van het bedrag waarmee de bouwkosten van € 1.000.000 te boven gaat.
|
|
f.
|
indien de bouwkosten € 2.000.000 tot € 5.000.000 bedragen
|
€ 18.247,00
|
|
vermeerderd met
|
0,700%
|
|
van het bedrag waarmee de bouwkosten van € 2.000.000 te boven gaat.
|
|
g.
|
indien de bouwkosten € 5.000.000 of meer bedragen
|
€ 39.835,00
|
|
vermeerderd met
|
0,650%
|
|
van het bedrag waarmee de bouwkosten van € 5.000.000 te boven gaat.
|
|
|
met een maximum van:
|
€ 155.000,00
|
2.
|
De tarieven genoemd onder lid 1 worden in voorkomende gevallen verhoogd als volgt:
|
|
a.
|
als de bouwactiviteit plaatsvindt op een bodemgevoelige locatie en de toelaatbare kwaliteit van de bodem moet worden beoordeeld, verhoogd met:
|
€ 190,60
|
b.
|
als moet worden beoordeeld of de activiteit niet in strijd is met het in voorbereiding zijnde omgevingsplan respectievelijk het in voorbereiding zijnde omgevingsplan dat voorziet in de bescherming van het stads- en dorpsgezicht, verhoogd met:
|
€ 190,60
|
c.
|
als sprake is van toepassing van de wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht, zoals bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, verhoogd met:
|
€ 569,20
|
3.
|
voor een omgevingsplanactiviteit die uitsluitend bestaat uit het in stand houden of gebruiken van een bouwwerk en waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit:
|
€ 948,70
|
4.
|
Onverminderd de voorgaande onderdelen van dit artikel wordt indien sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit het tarief verhoogd met, indien deze is voorafgegaan aan een omgevingsoverleg (omgevingstafel) zoals bedoeld in artikel 2.4 :
|
|
a.
|
en het betreft een eenvoudig initiatief
|
€ 529,40
|
b.
|
en het betreft een gemiddeld initiatief
|
€ 9.039,80
|
c.
|
en het betreft een complex initiatief
|
€ 14.915,75
|
5.
|
Indien de aanvraag niet is voorafgegaan door een omgevingsoverleg zoals bedoeld in artikel 2.4 worden de tarieven genoemd in het voorgaande lid vermeerderd met:
|
€ 1.162,25
|
Artikel 2.7
|
Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
a.
|
voor een omgevingsplanactiviteit danwel een buitenplanse omgevingsplanactiviteit
|
€ 264,70
|
Paragraaf
2.4
|
Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed
|
Artikel 2.8
|
Omgevingsplanactiviteit
:
monumenten
|
1.
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, rijksmonument, voorbeschermd gemeentelijk monument, voorbeschermd provinciaal monument of voorbeschermd rijksmonument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
a.
|
voor een omgevingsplanactiviteit, een buitenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van de gemeentelijke erfgoedverordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit:
|
|
|
voor het slopen, verstoren, verplaatsen, het herstellen of gebruiken van een monument of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht
|
€ 183,55
|
2.
|
Als de in het eerste lid bedoelde aanvraag een archeologisch monument betreft, worden de in het eerste lid genoemde tarieven verhoogd met:
|
€ 158,80
|
3.
|
Het eerste lid, aanhef en onder a, en tweede lid, is van overeenkomstige toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning met betrekking tot een monument of archeologisch monument dat op grond van de gemeentelijke Erfgoedverordening is aangewezen respectievelijk waarop, voordat het is aangewezen, die verordening van overeenkomstige toepassing is. De vorige volzin is van toepassing:
|
|
a.
|
als het gaat om een aangewezen monument of archeologisch monument: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven; en
|
|
b.
|
als het gaat om een monument of archeologisch monument waarop voordat het is aangewezen de verordening van overeenkomstige toepassing is: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven of het omgevingsplan nog geen voorbeschermingsregel bevat vanwege het voornemen om die functie-aanduiding te geven.
|
|
Artikel 2.9
|
Rijksmonumentenactiviteit
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met uitzondering van een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
a.
|
voor het slopen, verstoren, verplaatsen, het herstellen of gebruiken van een monument of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht
|
€ 183,55
|
Artikel 2.10
|
Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht
|
1.
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit in een rijksbeschermd, provinciaal beschermd of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
a.
|
voor een omgevingsplanactiviteit danwel buitenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van de gemeentelijke erfgoedverordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit:
|
€ 183,55
|
2.
|
Het eerste lid, aanhef en onder a, is van overeenkomstige toepassing op een sloopactiviteit die wordt verricht op een locatie waarvoor een op grond van artikel 4.35, eerste lid, van de Invoeringswet Omgevingswet als instructie geldende aanwijzing als beschermd stads- of dorpsgezicht als bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de Monumentenwet 1988 zoals die wet luidde voor de inwerkingtreding van de Erfgoedwet van kracht is, zolang in het omgevingsplan aan die locatie nog niet de functie-aanduiding rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht is gegeven.
|
|
Paragraaf
2.5
|
Milieubelastende
activiteiten
|
Artikel 2.12
|
Omgevingsplanactiviteit
:
milieubelastende
activiteit
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in het omgevingsplan of paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 2.287,10
|
Artikel 2.13
|
Overige milieubelastende activiteiten (afdeling 3.2 tot en met 3.9 Besluit activiteiten leefomgeving)
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
a.
|
voor één milieubelastende activiteit:
|
€ 3.257,30
|
b.
|
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:
|
€ 2.161,35
|
c.
|
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:
|
€ 2.161,35
|
Paragraaf
2.6
|
Lozingsactiviteiten
|
Artikel 2.21
|
Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, en het gaat niet om het lozen van water of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 762,40
|
Artikel 2.22
|
Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktelichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, bestaande uit het lozen van afvalwater, koelwater of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 762,40
|
Paragraaf
2.7
|
Aanlegactiviteiten
|
Artikel 2.25
|
Omgevingsplanactiviteit
:
geluid
weg
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen of wijzigen van een weg als op grond van het omgevingsplan of bij omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit een geluidgevoelig gebouw is toegelaten binnen het aandachtsgebied van die weg, als bedoeld in artikel 22.272 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
a.
|
voor een omgevingsplanactiviteit danwel buitenplanse omgevingsplanactiviteit
|
€ 1.524,70
|
Artikel 2.26
|
Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 116,45
|
Artikel 2.27
|
Omgevingsplanactiviteit
:
uitweg
/
uitrit
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 224,35
|
Artikel 2.28
|
Omgevingsplanactiviteit
:
aanlegactiviteiten
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
a.
|
voor een omgevingsplanactiviteit dan wel buitenplanse omgevingsplanactiviteit:
|
€ 205,75
|
b.
|
voor een omgevingsplanactiviteit dan wel buitenplanse omgevingsplanactiviteit die wordt gecombineerd met een aanvraag zoals bedoeld in paragraaf 2.4 en/of artikel 2.30 zijn voor deze activiteit geen leges verschuldigd.
|
|
Artikel 2.29
|
Gereserveerd
|
Artikel 2.30
|
Gereserveerd
|
Paragraaf
2.8
|
Overige
activiteiten
|
Artikel 2.30
|
Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 132,10
|
Artikel 2.31
|
Omgevingsplanactiviteit
:
reclame
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats, als bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, en als niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
a.
|
als de activiteit bestaat uit het op of aan een onroerende zaak maken of voeren van die handelsreclame:
|
€ 180,10
|
Artikel 2.32
|
Omgevingsplanactiviteit
:
Geluidwaarde
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit betreffende het vaststellen van een hogere geluidwaarde als bedoeld in het Besluit kwaliteit leefomgeving
|
€ 1.422,95
|
Artikel 2.33
|
Gereserveerd
|
Artikel 2.34
|
Andere
activiteiten
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit:
|
|
a.
|
betreft een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen vergunningplichtige activiteit, uitgezonderd de activiteit bedoeld in onderdeel b, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 529,40
|
b.
|
betreft een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
1.
|
voor een omgevingsplanactiviteit dan wel buitenplanse omgevingsplanactiviteit:
|
€ 1.058,80
|
2.
|
voor een in een gemeentelijke verordening als bedoeld in artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit aangewezen vergunningplichtige activiteit:
|
€ 529,40
|
Paragraaf
2.9
|
Maatwerkvoorschriften
|
Artikel 2.35
|
Maatwerkvoorschriften
bij
bouwactiviteiten
|
|
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouw- of sloopactiviteit, bedraagt het tarief:
|
|
a.
|
voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeft op:
|
1.
|
het in stand houden van een bestaand bouwwerk, bedoeld in artikel 3.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;
|
2.
|
bouwactiviteiten die het bouwen van nieuwe bouwwerken betreffen als bedoeld in artikel 4.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;
|
3.
|
het gebruik van een bouwwerk, bedoeld in artikel 6.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; of
|
4.
|
het verrichten van bouw- of sloopwerkzaamheden als bedoeld in artikel 7.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;
|
|
per maatwerkvoorschrift:
|
€ 1.524,70
|
b.
|
in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel a, per maatwerkvoorschrift:
|
€ 1.524,70
|
Artikel 2.36
|
Maatwerkvoorschriften
bij
milieubelastende
activiteiten
|
1.
|
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving betrekking heeft op:
|
|
a.
|
één milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief:
|
€ 1.905,90
|
b.
|
twee tot vijf milieubelastende activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, per milieubelastende activiteit:
|
€ 1.191,20
|
c.
|
vijf of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, per milieubelastende activiteit
|
€ 952,95
|
2.
|
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere milieubelastende activiteit dan bedoeld in het eerste lid, bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit
|
€ 529,40
|
Artikel 2.37
|
Maatwerkvoorschriften
bij
overige
activiteiten
|
|
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.35 en 2.36, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:
|
€ 1.524,70
|
Paragraaf
2.10
|
Gelijkwaardigheid
|
Artikel 2.38
|
Gelijkwaardige
maatregel
|
1.
|
Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op:
|
|
a.
|
een bouwactiviteit, bedraagt het tarief:
|
€ 1.067,25
|
b.
|
een activiteit met betrekking tot cultureel erfgoed, bedraagt het tarief:
|
€ 1.095,90
|
c.
|
een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief:
|
€ 1.905,90
|
d.
|
een andere activiteit dan bedoeld in de onderdelen a, b of c, bedraagt het tarief:
|
€ 1.095,90
|
2.
|
Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
Paragraaf
2.11
|
Overige
tarieven
|
Artikel 2.39
|
Verlengen
tijdelijke
omgevingsvergunning
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een activiteit gestelde termijn
|
€ 758,95
|
Artikel 2.40
|
Wijzigen
omgevingsvergunning
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project:
|
€ 230,50
|
Artikel 2.41
|
Wijzigen
voorschriften
omgevingsvergunning
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning:
|
€ 1.524,70
|
Artikel 2.42
|
Gereserveerd
|
Artikel 2.43
|
Gereserveerd
|
Artikel 2.44
|
Beoordeling
onderzoeksrapporten
|
|
De in artikel 2.49 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning of van het nemen van een ander besluit.
|
|
Artikel 2.45
|
Wijzigen
van het
omgevingsplan
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan:
|
|
a.
|
en het betreft een eenvoudig initiatief
|
€ 5.695,10
|
b.
|
en het betreft een gemiddeld initiatief
|
€ 7.115,05
|
c.
|
en het betreft een complex initiatief
|
€ 14.514,70
|
Artikel 2.46
|
Niet genoemd besluit op aanvraag
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan:
|
€ 529,40
|
Paragraaf
2.12
|
Modaliteiten
|
Artikel 2.47
|
Achteraf
ingediende
aanvraag
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met:
|
10%
|
|
waarbij een minimumbedrag verschuldigd is van € 257,- met een maximumbedrag van € 1.028,-
|
|
Artikel 2.48
|
Uitgebreide
voorbereidingsprocedure
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit:
|
|
a.
|
als sprake is van een milieubelastende activiteit:
|
€ 2.383,40
|
b.
|
als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:
|
€ 759,00
|
c.
|
als sprake is van andere activiteiten dan bedoeld in de onderdelen a en b:
|
€ 4.553,00
|
Artikel 2.49
|
Beoordeling
onderzoeksrapporten
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld:
|
|
a.
|
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport (historische toets)
|
€ 317,65
|
b.
|
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport (niet zijnde een historische toets)
|
€ 317,65
|
c.
|
voor de opstelling van een archeologisch Programma van Eisen:
|
€ 514,00
|
d.
|
voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport
|
€ 380,35
|
e.
|
voor de beoordeling van een geluid- of luchtrapport betreffende de geluid- of luchtbelasting:
|
€ 317,65
|
f.
|
voor de beoordeling van een Aerius-rapport
|
€ 317,65
|
h.
|
voor de beoordeling van een akoestisch rapport betreffende de interne en externe geluidwering of nagalm van een bouwwerk:
|
€ 1.992,15
|
i.
|
voor de beoordeling van een ecologisch onderzoeksrapport:
|
€ 1.138,45
|
j.
|
voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER):
|
€ 3.794,65
|
k.
|
voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport:
|
€ 1.517,80
|
Artikel 2.50
|
Advies
|
1.
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet:
|
|
a.
|
voor een advies van de gemeenteraad:
|
€ 1.058,80
|
b.
|
voor het uitgebrachte advies van de agrarische adviescommissie met inbegrip van de beoordeling
|
€ 900,00
|
c.
|
Voor het uitgebrachte advies van natuur en landschap met inbegrip van de beoordeling
|
€ 1.593,75
|
d.
|
voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in de onderdelen a tot en met c: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
2.
|
Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
Artikel 2.51
|
Instemming
|
1.
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan:
|
|
a.
|
als de gemeenteraad moet besluiten over de instemming:
|
€ 1.058,80
|
b.
|
als een ander bestuursorgaan moet besluiten over de instemming:
|
|
|
het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn.
|
|
2.
|
Het bedrag bedoeld in het eerste lid, onder b, wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
Paragraaf
2.13
|
Vermindering
|
Artikel 2.52
|
Vermindering
na
omgevingsoverleg
|
1.
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.8, is voorafgegaan door een aanvraag om omgevingsoverleg als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel a, en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. De vermindering bedraagt:
|
100%
|
|
van de voor het omgevingsoverleg geheven leges.
|
|
2.
|
Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning gedaan:
|
|
|
a. voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop het omgevingsoverleg betrekking had;
|
|
|
b. in overeenstemming met de uitkomsten van het omgevingsoverleg; en
|
|
|
c. binnen zes maanden na het laatste omgevingsoverleg of, als het omgevingsoverleg volgens afspraak leidt tot een kennisgeving aan de aanvrager, na de dagtekening van de kennisgeving.
|
|
Artikel 2.53
|
Gereserveerd
|
Paragraaf
2.14
|
Teruggaaf
|
Artikel 2.54
|
Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig
|
|
Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
75%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.
|
|
Artikel 2.55
|
Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten
|
|
Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt:
|
50%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.
|
|
Artikel 2.56
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure
|
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
|
a.
|
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op verzoek van het bevoegd gezag na de indiening van de aanvraag:
|
100%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;
|
|
b.
|
bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen vier weken na de indiening van de aanvraag:
|
75%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;
|
|
c.
|
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf vier weken tot zes weken na de indiening van de aanvraag:
|
50%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;
|
|
d.
|
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken na de indiening van de aanvraag:
|
25%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.
|
|
Artikel 2.57
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure
|
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
|
a.
|
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op verzoek van het bevoegd na de indiening van de aanvraag:
|
100%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;
|
|
b.
|
bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen zes weken na de indiening van de aanvraag:
|
75%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;
|
|
c.
|
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zesweken tot achttien weken na de indiening van de aanvraag:
|
50%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;
|
|
d.
|
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf achttien weken na de indiening van de aanvraag:
|
25%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.
|
|
Artikel 2.58
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten
|
|
Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 12 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:
|
25%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.
|
|
Artikel 2.59
|
Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten
|
a.
|
Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
10%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges.
|
|
b.
|
Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij onherroepelijke rechterlijke uitspraak.
|
|
Artikel 2.60
|
Geen
teruggaaf
legesdeel
modaliteiten
|
|
In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12.
|
|
Artikel 2.61
|
Minimumbedrag
voor
teruggaaf
|
|
Een bedrag minder dan € 257,- wordt niet teruggegeven.
|
|