Gemeenteblad van Achtkarspelen
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Achtkarspelen | Gemeenteblad 2024, 542940 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Achtkarspelen | Gemeenteblad 2024, 542940 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Verordening commissie bezwaarschriften en klachten gemeente Achtkarspelen 2025
Algemene bepalingen t.a.v. bezwaarschriften en klachten
Artikel 7 Niet-deelneming aan de behandeling hoorzitting
De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaar- of klaagschrift als daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.
Bijzondere bepalingen t.a.v. bezwaarschriften
De leden van de commissie, het verwerend orgaan, de indiener van het bezwaarschrift en de belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de nadere informatie aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist op zo'n verzoek.
Artikel 20 Intrekking oude regelingen
De ‘Verordening commissie bezwaarschriften en klachten 8KTD 2015’ vastgesteld door de gemeenteraad van Tytsjerksteradiel op 23 april 2015, door de gemeenteraad van Achtkarspelen op 16 april 2015 en door het Algemeen Bestuur van de werkmaatschappij op 7 april 2015, wordt ingetrokken met ingang van de dag waarop deze verordening in werking treedt.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Achtkarspelen van 19 december 2024
De griffier
Dhr. mr. G.J. Andringa
de voorzitter
Dhr. mr. O.F. Brouwer
Deze verordening geeft een uitwerking van de behandeling van bezwaarschriften en klachten door een adviescommissie. De verordening bestaat uit een algemeen gedeelte voor bezwaarschriften en klachten en een gedeelte specifiek voor bezwaarschriften. De klachtenprocedure is verder uitgewerkt in de klachtenregelingen.
Dit artikel behoeft geen toelichting.
Artikel 2 Inleidende bepalingen
De commissie heeft niet alleen als taak om de beslissing op bezwaren voor te bereiden, maar is in bepaalde gevallen ook belast met het onderzoek naar en de advisering over klachten. In de klachtenregelingen is de klachtenprocedure verder uitgewerkt.
In het derde lid is bepaald dat de commissie niet bevoegd is ten aanzien van bezwaarschriften op het gebied van gemeentelijke belasting- en WOZ-zaken. Daarnaast is nog een aantal soorten bezwaarschriften toegevoegd waarin de commissie niet bevoegd is (bezwaarschriften met betrekking tot beschikkingen over bestuursrechtelijke geldschulden en inzake de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen). Voor deze oplossing is gekozen in verband met de grote aantallen bezwaarschriften, die bovendien meestal eenvoudig van aard zijn. Het horen en adviseren door tussenkomst van een commissie zou in dergelijke gevallen niet praktisch zijn en een te grote administratieve belasting met zich meebrengen. Verder speelt een rol dat de Algemene wet inzake rijksbelastingen en de WOZ afwijkende of aanvullende bepalingen bevatten over beslistermijnen, het horen en de geheimhouding.
Het vierde en vijfde lid zijn bedoeld voor die gevallen waarin vooraf al zonder enige twijfel kan worden vastgesteld dat het bezwaar kennelijk niet-ontvankelijk of kennelijk ongegrond is, dan wel aan het bezwaar volledig tegemoet kan worden gekomen zonder de belangen van andere belanghebbenden te schaden. Deze gevallen doen zich vooral voor op het gebied van sociale zaken. Tussenkomst van de commissie brengt dan een onnodige administratieve belasting met zich mee, die bovendien vertragend werkt. Het spreekt vanzelf dat van deze bepaling terughoudend gebruik zal worden gemaakt.
Artikel 3 Samenstelling van de commissie
De commissie is onderverdeeld in twee kamers die als zodanig zelfstandig opereren. Voor deze oplossing is gekozen om voor de advisering specifieke deskundigheid te kunnen aantrekken.
Met het oog op de onafhankelijkheid mogen de voorzitter en de leden van een kamer geen deel uitmaken van en niet werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan van de gemeente. Wettelijk gezien (artikel 7:13 lid 1 Awb) gelden deze eisen alleen voor de voorzitter, maar het is toegestaan deze eisen ook voor de leden te laten gelden. Gezien het uitgangspunt dat de commissie een onafhankelijk advies uitbrengt, is er uitdrukkelijk gekozen om deze benoemingseisen ook voor de leden te laten gelden.
Het benoemen, schorsen en ontslaan wordt opgedragen aan het college van de gemeente, in overeenstemming met de dualistische verhoudingen.
Dit artikel behoeft geen toelichting.
Dit artikel voorziet in een zittingsduur van vier jaar met de mogelijkheid van een verlenging met nog één periode van vier jaar. De termijn van een eerste periode start bij de aanvang van een nieuwe gemeenteraad. Praktisch gezien wordt daarbij de datum 1 maart van het betreffende jaar gehanteerd. Dit betekent dat wanneer een commissielid tussentijds wordt vervangen als gevolg van vertrek, de eerste termijn van het nieuwe commissielid formeel pas start bij de eerstvolgende nieuwe gemeenteraad. Het kan dus voorkomen dat de zittingsduur in totaal langer dan acht jaar kan worden.
Er is geen wettelijk bezwaar tegen het horen in het kader van de bezwaarprocedure door de voorzitter en één lid van de commissie, terwijl advisering door de voltallige commissie heeft plaatsgevonden (ABRvS 2 maart 2000, GS 2000/7119, 3).
Deze artikelen spreken voor zich.
Artikel 10. Vooronderzoek en informele behandeling
Na het eerste contact met de bezwaarmaker, zal vaak nadere informatie moeten worden ingewonnen over de achtergronden van het besluit en de reden waarom bezwaar is gemaakt. Hierbij wordt met de bezwaarmaker en eventueel ook met de voorbereider van het bestreden besluit contact opgenomen en wordt de mogelijkheid van een minnelijke oplossing van het bezwaar (verder) verkend. Het is van belang dat dit contact kort na binnenkomst van het bezwaarschrift wordt gelegd. Als al bij het eerste contact een oplossing op het bezwaarschrift is gevonden dan hoeft (uiteraard) niet nog een keer contact te worden gezocht met de bezwaarmaker. Als een oplossing kan worden gevonden voor het probleem dat aanleiding was voor het bezwaarschrift dan hoeft het bezwaarschrift niet verder in behandeling te worden genomen en kan het informeel worden afgedaan. Indien er eventuele andere belanghebbenden zijn, dan wordt ook met hen icontact opgenomen als dit gewenst is voor de informele afhandeling. Omdat de heroverweging van het bestreden besluit in bezwaar onbevooroordeeld moet gebeuren, is het wenselijk dat dit (ambtelijke) contact niet wordt gelegd door iemand die direct bij de voorbereiding van het bestreden besluit betrokken is geweest.
Als tijdens het informele contact blijkt dat een nieuw besluit wenselijk is, dan worden hierbij de belangen van derde belanghebbenden in acht genomen.
Deze artikelen spreken voor zich.
Artikel 15 Uitnodiging hoorzitting
Tussen de uitnodiging en de zitting zelf ligt een termijn van ten minste twee weken. Bezwaarmaker en overige belanghebbenden krijgen daarmee voldoende gelegenheid om zich behoorlijk op de zitting voor te bereiden. De termijn van twee weken houdt mede verband met de termijn van twaalf weken waarbinnen, behoudens verdaging, op het bezwaar moet zijn beslist (zie artikel 7:10 Awb) en het bepaalde in artikel 7:4 Awb.
Voorts is een regeling opgenomen over het desgevraagd wijzigen van het tijdstip van de zitting. Uitstel hoeft overigens niet altijd verleend te worden. Betrokkene dient wel tijdig uitsluitsel over zijn verzoek om uitstel te krijgen. Een verzoek om uitstel wordt niet automatisch gehonoreerd. Een gemotiveerd verzoek om uitstel kan ingewilligd worden, maar dient dan wel te worden beperkt tot een eenmalig uitstel omdat anders de afwikkeling van het bezwaarschrift teveel kan worden vertraagd.
Deze artikelen spreken voor zich.
Artikel 18 Raadkamer en advies
Het horen kan plaatsvinden door een niet-voltallige commissie (zie ook artikel 6); de advisering dient plaats te vinden door een commissie die voldoet aan de eisen van 7:13, eerste lid, onder a Awb. Hoe het advies tot stand komt is niet voorgeschreven. Schriftelijke consultatie is mogelijk (CRvB 21 oktober 1999, AB 2000/42 en Rb. Haarlem 5 januari 2001, ongepubliceerd, zaaknummer Awb 00/8620 en 00/8621).
Advisering door de voorzitter en één lid van de hoorcommissie is in strijd met artikel 7:13, eerste lid, onder a, Awb (ABRvS 19 oktober 1998, JB 1998/257). Uit het derde lid van dit artikel (mogelijkheid voor de commissie om het horen op te dragen aan de voorzitter of een lid dat geen deel uitmaakt van en niet werkzaam is onder verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan) volgt niet dat de gehele advisering kan worden opgedragen aan de voorzitter en één lid. Een adviescommissie mag alleen adviseren, ze kan geen (gedelegeerde) beslissingsbevoegdheid krijgen (ABRvS 6 januari 1997).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-542940.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.