Gemeenteblad van Pijnacker-Nootdorp
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Pijnacker-Nootdorp | Gemeenteblad 2024, 542664 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Pijnacker-Nootdorp | Gemeenteblad 2024, 542664 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Verordening jeugdhulp gemeente Pijnacker-Nootdorp 2025
De raad van de gemeente Pijnacker-Nootdorp;
gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 5 november 2024;
gelet op de artikelen 2.9, 2.10, 2.11 en 8.1.1, derde lid, van de Jeugdwet en artikel 149 van de Gemeentewet;
vast te stellen de Verordening jeugdhulp gemeente Pijnacker-Nootdorp 2025.
HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN
In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
gebruikelijke hulp: normale dagelijkse hulp en zorg die ouders geacht worden te bieden aan hun kind. Hierbij geldt dat ouders verplicht zijn de tot hun gezin behorende minderjarige kinderen te verzorgen, op te voeden en toezicht op hen te houden, ook als het kind een ziekte, aandoening of beperking heeft;
overige voorziening: voorziening als bedoeld in artikel 2.9, onder a, van de Jeugdwet die rechtstreeks toegankelijk is zonder voorafgaand onderzoek naar de behoeften en persoonskenmerken van de jeugdige of ouder, die voorgaat op een individuele voorziening en waarvoor het college geen beschikking afgeeft;
richtlijn gebruikelijke hulp voor kinderen met een normaal ontwikkelingsprofiel: deze richtlijn is gebaseerd op de CIZ-indicatiewijzer versie 7.0 januari 2014 en de hierin opgenomen richtlijnen voor gebruikelijke hulp van ouders voor kinderen met een normaal ontwikkelingsprofiel. De richtlijn bevat een omschrijving van de hulp en ondersteuning die elk kind bij het opgroeien van zijn ouders nodig heeft tijdens de verschillende ontwikkelfasen;
HOOFDSTUK 2. VORMEN VAN JEUGDHULP
Artikel 2.2 Individuele voorzieningen
De volgende individuele voorzieningen zijn beschikbaar:
gezinsbegeleiding: hulp in de thuissituatie aan ouder(s) en/of de jeugdige gericht op het bieden van een veilig opvoedklimaat voor de jeugdige, waarbij ouder(s) inzicht en hulp krijgen in de beperking of problematiek van hun kind of zichzelf, in de interactie tussen gezinsleden en de invloed daarvan op hun kind(eren);
Het Servicebureau Jeugdhulp Haaglanden maakt op Externe link: www.sbjh.nl bekend welke aanbieders individuele voorzieningen in welke categorie uitvoeren.
Het college bevestigt de ontvangst van een melding schriftelijk en wijst de jeugdige en zijn ouders voor het onderzoek, als bedoeld in artikel 3.3, eerste lid, op de mogelijkheid gebruik te maken van gratis cliëntondersteuning en op de mogelijkheid om een persoonlijk plan op te stellen en stelt hen gedurende zeven dagen na de melding in de gelegenheid dit plan te overhandigen.
Artikel 3.2 Cliëntondersteuning
Het college zorgt ervoor dat jeugdigen en ouders een beroep kunnen doen op gratis cliëntondersteuning, waarbij het belang van de jeugdigen en ouders het uitgangspunt is.
Het college onderzoekt in samenspraak met de jeugdige en/of zijn ouders zo spoedig mogelijk en voor zover nodig in het kader van de hulpvraag:
of sprake is van opgroeiproblemen, psychische problemen en stoornissen, psychosociale problemen, gedragsproblemen of een verstandelijke beperking van de jeugdige, opvoedingsproblemen van de ouders of adoptie gerelateerde problemen, en zo ja:
voor zover de eigen kracht van ouders of de jeugdige ontoereikend is, de mogelijkheden om met inzet van hulp van personen uit het sociaal netwerk van de jeugdige en zijn ouders, de inzet van een andere voorziening, overige voorziening of individuele voorziening te voorzien in de nodige ondersteuning, hulp en zorg;
Het onderzoek als bedoeld in het vorige lid wordt uitgevoerd door medewerkers van het Kernteam van de gemeente Pijnacker-Nootdorp. Deze medewerkers:
staan ingeschreven in het register van de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd (SKJ-register), het register van de Nederlandse Vereniging van Pedagogen en Onderwijskundigen (NVO-register) of het register van de Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg (BIG-register) voor het uitoefenen van een beroep voor het verlenen van jeugdhulp, of
De jeugdige, ouders en de relevante huisgenoten in het kader van gebruikelijke hulp verschaffen het college de gegevens en bescheiden die voor het onderzoek nodig zijn en waarover zij redelijkerwijs de beschikking kunnen krijgen. Daarnaast verlenen zij medewerking aan het uitvoeren van het onderzoek.
Artikel 3.4 Deskundig oordeel en advies
Het college wint een specifiek deskundig oordeel en advies in, als het onderzoek of de beoordeling van een aanvraag dit vereist.
Artikel 3.7 Inhoud beschikking
Het college kan -mits sprake is van een door de jeugdige en/of zijn ouders ondertekend gezinsplan- beslissen dat dit gezinsplan wordt aangemerkt als een beschikking als bedoeld in de Algemene wet bestuursrecht. In dat geval zendt het college het gezinsplan toe onder vermelding van de mogelijkheid tot bezwaar.
HOOFDSTUK 4. TOEGANG JEUGDHULP VIA DE GEMEENTE
Artikel 4.2 Gebruikelijke hulp
Bij de beoordeling of sprake is van gebruikelijke hulp wordt de ‘Richtlijn gebruikelijke hulp voor kinderen met een normaal ontwikkelingsprofiel’ gehanteerd, welke opgenomen is als bijlage van de verordening. De richtlijn bevat een omschrijving van de hulp en zorg die elk kind bij het opgroeien van zijn ouder(s) nodig heeft tijdens de verschillende ontwikkelfasen. Bij de beoordeling welke hulp hier substantieel bovenuit gaat, betrekt het college de volgende 4 factoren:
leeftijd van de jeugdige. Bij de beoordeling van gebruikelijke hulp wordt rekening gehouden met verschillen die tussen jeugdigen in dezelfde leeftijdscategorie bestaan. Het bieden van hulp is eerder bovengebruikelijk wanneer de kalenderleeftijd en de ontwikkelingsfase van de jeugdige meer dan gemiddeld van elkaar afwijken;
aard van de hulp. Gebruikelijke hulp bij jeugdigen kan ook handelingen omvatten die niet standaard bij alle jeugdigen voorkomen. Het gaat dan om handelingen die een gebruikelijke hulphandeling vervangen of om handelingen die in samenhang met reguliere zorgmomenten kunnen worden geboden. Als de benodigde hulp uitzonderlijk is en bovenop (niet in plaats van) andere zorghandelingen komt, dan kan sprake zijn van bovengebruikelijke hulp. Voor zorghandelingen die de jeugdige zelfstandig kan uitvoeren, wordt geen hulp toegekend;
frequentie en patroon van de hulp. Zorghandelingen die meelopen in het normale patroon van dagelijkse zorg voor een jeugdige worden als gebruikelijke hulp aangemerkt. Als de zorghandelingen in frequentie en patroon afwijken van het ‘normale patroon’ van dagelijkse zorg voor een jeugdige, dan kan sprake zijn van bovengebruikelijke hulp, en
Artikel 4.3 Bovengebruikelijke hulp
Ook als sprake is van bovengebruikelijke hulp voor een jeugdige met een ziekte, aandoening of beperking zijn ouders verplicht de tot hun gezin behorende minderjarige kinderen te verzorgen, op te voeden en toezicht op hen te houden. Bij bovengebruikelijke hulp wordt van ouders verwacht dat zij vergaande aanpassingen doen om hun kind gezond en veilig te laten opgroeien.
Bij de beoordeling of ouders in staat zijn tot het bieden van bovengebruikelijke stelt het college vast of:
ouders niet overbelast zijn of dreigen te raken door het bieden van de noodzakelijke hulp, hiervoor geldt het volgende:
bij het onderzoek wordt de draaglast en draagkracht van de ouders beoordeeld. Hierbij wordt ook gekeken naar de gezinssituatie. Onderzocht wordt of ouders naast hun werk en de te verlenen gebruikelijke hulp fysiek en psychisch nog in staat zijn de bovengebruikelijke hulp te verlenen. Hiervoor kan het college extern medisch advies inwinnen;
Artikel 4.4 Afbakening Jeugdwet met andere wetten
Het college treft geen individuele voorziening als naar het oordeel van het college met betrekking tot de problematiek van de jeugdige en/of ouders een recht of een aanspraak bestaat op een voorziening op grond van een andere wettelijke bepaling, zoals de Wet passend onderwijs, de Wet langdurige zorg, de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen, de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en de Zorgverzekeringswet. Deze wetten gaan in rangorde vóór op de Jeugdwet.
Artikel 4.6 Afbakening Jeugdwet en Wet langdurige zorg (Wlz)
Als de jeugdige een Wlz-indicatie heeft en daarnaast een behandeling nodig heeft voor een psychische stoornis, valt deze behandeling, voor zover aan de voorwaarden voor toekenning wordt voldaan, onder de jeugdhulpplicht van de Jeugdwet, tenzij de behandeling integraal onderdeel uitmaakt van de geboden behandeling vanuit de Wlz.
Artikel 4.9 Criteria voor behandeling scheidingsproblematiek
Het college zorgt voor de inzet van een behandeling van echtscheidingsproblematiek als sprake is van complexe scheidingsproblematiek, met als gevolg dat de ontwikkeling van de tot de gezin behorende minderjarige kind(eren) dusdanig belemmerd wordt dat er sprake is van psychische problematiek bij de kind(eren) of een aanmerkelijke kans daarop.
De behandeling scheidingsproblematiek is niet bedoeld als omgangsbemiddeling tussen de ouders, maar is gericht op het oplossen of verminderen van de ontwikkelingsproblematiek van het kind die primair ontstaan is door de complexe scheidingsproblematiek. Het verbeteren van de omgang tussen ouders kan hier onderdeel van zijn, maar mag niet het hoofddoel zijn van de behandeling.
De rechtbank kan, in afstemming met en met toestemming van ouders of jeugdigen en betrokken zorgaanbieders, het college middels een proces-verbaal verzoeken tot de inzet van een behandeling van echtscheidingsproblematiek. Alleen wanneer ouders en/of de jeugdigen hiermee instemmen en als het college van oordeel is dat het een passende voorziening betreft, dan verstrekt het college een individuele voorziening voor de behandeling van echtscheidingsproblematiek.
4.10 Criteria voor diagnostiek en behandeling van ernstige dyslexie
Er is sprake van ernstige dyslexie als volgens het meest actuele Protocol Dyslexie Diagnostiek en Behandeling een diagnose is gesteld en er geen andere oorzaken zijn gevonden die een ernstige stagnatie in de lees- en eventueel in de spellingsontwikkeling en ernstige woordleesproblemen kunnen verklaren.
Vervoer van en naar de locatie van de jeugdhulpaanbieder is alleen mogelijk als de afstand van een enkele reis tussen het woon- of verblijfadres van de jeugdige en de locatie van de jeugdhulpaanbieder meer dan zes kilometer bedraagt. De route wordt berekend volgens de ANWB-routeplanner voor de kortste, veilige route, ongeacht het vervoersmiddel of de route die feitelijk wordt gebruikt.
HOOFDSTUK 5. TOEGANG JEUGDHULP VIA HUISARTS, MEDISCH SPECIALIST OF JEUGDARTS
Artikel 5.1 Doorverwijzing naar een gecontracteerde aanbieder
Het college zorgt voor de inzet van jeugdhulp na een verwijzing door de huisarts, medisch specialist of jeugdarts naar een door het college gecontracteerde jeugdhulpaanbieder, als en voor zover de jeugdhulpaanbieder van oordeel is dat inzet van jeugdhulp nodig is. De jeugdhulpaanbieder dient zich bij het beoordelen van de jeugdhulpvraag na een verwijzing te houden aan de afspraken die hij daarover met de gemeente heeft gemaakt in het kader van de contract- of subsidierelatie en met de regels die daarover zijn neergelegd in deze verordening.
Als na verwijzing naar een gecontracteerde jeugdhulpaanbieder als bedoeld in het eerste lid blijkt dat de casusregie bij een gecertificeerde instelling of het college ligt, dan is de gecontracteerde jeugdhulpaanbieder verplicht contact op te nemen met de betreffende casusregisseur voor afstemming over de inzet van jeugdhulp.
Artikel 5.2 Doorverwijzing naar niet-gecontracteerde aanbieder
Als verwijzing plaatsvindt naar een niet-gecontracteerde aanbieder onder wie begrepen een aanbieder die weliswaar is gecontracteerd maar niet voor de individuele voorziening waarvoor verwijzing plaatsvindt, is deze aanbieder gehouden om onverwijld, in ieder geval voor de start van de zorginzet contact te leggen met het college middels een verzoek tot toewijzing.
HOOFDSTUK 6 PERSOONSGEBONDEN BUDGET
Conform artikel 8.1.1, tweede lid, van de wet verstrekt het college de jeugdige of zijn ouders een pgb, als:
de jeugdige of zijn ouders pgb-vaardig is. Dat wil zeggen dat de jeugdige of zijn ouders naar het oordeel van het college op eigen kracht voldoende in staat zijn tot een redelijke waardering van de belangen ter zake dan wel met hulp uit hun sociale netwerk dan wel een curator, bewindvoerder, mentor of gemachtigde, gecertificeerde instelling of aanbieder van gesloten jeugdhulp, in staat zijn de aan een pgb verbonden taken op verantwoorde wijze uit te voeren;
Artikel 6.2 Onderscheid professionele en niet-professionele jeugdhulp
Van professionele jeugdhulp is sprake als de hulp verleend wordt door onderstaande personen:
personen die werkzaam zijn bij een instelling die ten aanzien van de voor het pgb uit te voeren taken/werkzaamheden ingeschreven staat in het Handelsregister (conform artikel 5 Handelsregisterwet 2007), en die beschikken over de relevante diploma’s die nodig zijn voor uitoefening van de desbetreffende taken en staan ingeschreven in het SKJ-register of BIG-register voor het uitoefenen van een beroep voor het verlenen van jeugdhulp, of
personen die aangemerkt zijn als zelfstandige zonder personeel. Daarnaast moeten ze ten aanzien van de voor het pgb uit te voeren taken/werkzaamheden ingeschreven staan in het Handelsregister (conform artikel 5 Handelsregisterwet 2007) en beschikken over de relevante diploma’s die nodig zijn voor uitoefening van de desbetreffende taken en staan ingeschreven in het SKJ-register of BIG-register voor het uitoefenen van een beroep voor het verlenen van jeugdhulp.
De hoogte van het pgb voor niet-professionele jeugdhulp bij kortdurend verblijf en dagbesteding wordt per individueel geval vastgesteld op basis van het daarvoor geldende tarief als bedoeld in het derde lid. Hierbij wordt uitgegaan van het aantal uren individuele begeleiding en/of persoonlijke verzorging dat per etmaal kortdurend verblijf of per dagdeel dagbesteding noodzakelijk is. Het pgb bedraagt ten hoogste het pgb voor professionele jeugdhulp als bedoeld in het eerste lid.
Bij jeugdhulp die wordt verleend op grond van een verklaring wordt de hoogte van het pgb vastgesteld op basis van een symbolische tegemoetkoming per kalendermaand voor een hulp uit het sociaal netwerk zoals opgenomen in artikel 8ab, eerste lid, van de Regeling Jeugdwet. De hoogte van deze tegemoetkoming bedraagt maximaal 6 uur per kalendermaand niet-professionele jeugdhulp op basis van een uurtarief dat gelijk is aan het wettelijk minimum bruto uurloon voor een persoon van 21 jaar of ouder met een 36-urige werkweek, tenzij op grond van de verklaring kan worden volstaan met een lagere tegemoetkoming.
HOOFDSTUK 7. NIEUWE FEITEN EN OMSTANDIGHEDEN, HERZIENING, INTREKKING OF TERUGVORDERING
Artikel 7.1 Nieuwe feiten en omstandigheden
Onverminderd artikel 8.1.2 van de wet doen de jeugdige en zijn ouders aan het college op verzoek of onmiddellijk uit eigen beweging mededeling van alle feiten en omstandigheden, waarvan hen redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze aanleiding kunnen zijn tot heroverweging van een beslissing over een individuele voorziening.
Artikel 7.2 Opschorting betaling pgb
Het college kan de Sociale verzekeringsbank gemotiveerd verzoeken te beslissen tot een gehele of gedeeltelijke opschorting van betalingen uit het pgb voor ten hoogste dertien weken als er ten aanzien van een jeugdige of zijn ouders een ernstig vermoeden is gerezen dat er sprake is van een omstandigheid als bedoeld in artikel 7.1 tweede lid, onderdeel a, d en e van deze verordening.
Artikel 8.1 Verhouding prijs en kwaliteit van voorzieningen geleverd door derden
Het college houdt in het belang van een goede prijs-kwaliteitverhouding bij de vaststelling van de tarieven die het hanteert voor door derden te leveren jeugdhulp of uit te voeren kinderbeschermingsmaatregelen of jeugdreclassering, in ieder geval rekening met:
HOOFDSTUK 9. AFSTEMMING MET ANDERE VOORZIENINGEN
Artikel 9.1 Afstemming met gezondheidszorg
Het college maakt afspraken met de zorgverzekeraars en het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) over hoe de continuïteit van zorg te garanderen voor jeugdigen die jeugdhulp ontvangen en de leeftijd van 18 jaar bereiken en daarmee onder de Zvw of Wlz komen te vallen, en hoe te voorkomen dat jeugdigen tussen wal en schip vallen wanneer er discussie is over het wettelijke kader.
Artikel 9.3 Afstemming met het justitiedomein
Het college maakt afspraken met de gecertificeerde instellingen, de Raad voor de Kinderbescherming en Justitiële Jeugdinrichtingen over het overleg over de inzet van jeugdhulp bij de uitvoering van een strafrechtelijke beslissing en jeugdreclassering als bedoeld in artikel 2.4, tweede lid, onderdeel b van de wet.
Artikel 9.5 Afstemming met Veilig Thuis
Het college maakt afspraken met Veilig Thuis over de toegang naar overige en individuele voorzieningen.
Artikel 9.7 Afstemming met voorzieningen werk en inkomen
Het college draagt zorg dat het Kernteam, jeugdhulpaanbieders en de gecertificeerde instellingen financiële belemmeringen voor het slagen van preventie en jeugdhulp vroegtijdig signaleren en waar nodig jeugdigen en hun ouders helpen de juiste ondersteuning vanuit de gemeentelijke voorzieningen – zoals schuldhulpverlening, inkomensvoorzieningen, re-integratievoorzieningen en armoedevoorzieningen – te krijgen om deze belemmeringen weg te nemen.
HOOFDSTUK 10. OVERIGE BEPALINGEN
De klachtregeling van de gemeente is van toepassing op de afhandeling van klachten van jeugdigen of ouders die betrekking hebben op de wijze van afhandeling van meldingen en aanvragen als bedoeld in deze verordening.
Artikel 10.3 Betrekken ingezetenen bij ontwikkelen beleid
Het college stelt jeugdigen, ouders en vertegenwoordigers van cliëntgroepen vroegtijdig in de gelegenheid voorstellen voor het beleid betreffende jeugdhulp te doen, advies uit te brengen bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen betreffende jeugdhulp, en voorziet hen van ondersteuning om hun rol effectief te kunnen vervullen.
Artikel 11.1 Hardheidsclausule
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van jeugdigen en ouders afwijken van de bepalingen van deze verordening indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Artikel 11.2 Intrekking oude verordening
De Verordening jeugdhulp gemeente Pijnacker-Nootdorp 2020 wordt ingetrokken per 1 januari 2025.
Vastgesteld in de openbare vergadering van 19 december 2024.
Arjen van der Lugt
griffier
Bjorn Lugthart
voorzitter
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-542664.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.