Gedragscode integriteit gemeenteraad Opmeer 2025

Inleiding

 

Volgens de Gemeentewet stelt de gemeenteraad een eigen gedragscode vast. Een gedragscode bevat belangrijke regels en afspraken over hoe volksvertegenwoordigers zich dienen te gedragen. Een gedragscode geeft duidelijkheid over wat de wet vraagt van raadsleden en wat we verstaan onder integer gedrag. Deze gedragscode stelt een norm en stimuleert morele oordeelsvorming.

 

De vorige gedragscode van de gemeenteraad is vastgesteld in 2019. Het is van belang om regelmatig het beleid rondom integriteit en de daarbij behorende gedragscodes te evalueren en indien nodig te herzien. In december 2023 heeft de driehoek burgemeester-gemeentesecretaris-griffier besloten om de evaluatie van de verschillende protocollen en documenten in gang te zetten. In februari 2024 is de stuurgroep integriteit bij elkaar gekomen om te bepalen hoe het proces vormgegeven moet worden. Tijdens dit overleg is bepaald dat afdeling HR en de griffie gezamenlijk optrekken in deze evaluatie, omdat de documenten die zijn vastgesteld in 2019 op zowel gemeenteraad, college als ambtelijke organisatie van toepassing zijn.

 

Begin april heeft de driehoek de opdracht gegeven aan bureau BING om een evaluatie uit te voeren. Op 1 mei 2024 heeft BING haar rapport opgeleverd. Naar aanleiding van de verschillende aanbevelingen die zijn gedaan heeft de griffie een procesvoorstel gedaan voor de aanpassing van de verschillende documenten en beleidsstukken. Op 10 juni 2024 heeft het presidium de opdracht gegeven de aanbevelingen uit te werken en nieuwe stukken op te stellen die uiteindelijk door de gemeenteraad vastgesteld kunnen worden.

 

De gedragscode die nu voor u ligt is gericht op de raadsleden en is gedeeltelijk van toepassing op fractiemedewerkers. Voor het college is er een aparte gedragscode. Dit omdat beide bestuursorganen andere verantwoordelijkheden hebben en daarbij horen ook andere accenten. Naast deze gedragscode is er integriteitsbeleid voor politieke ambtsdragers. In dit beleidsplan wordt beschreven welke preventieve maatregelen genomen worden om niet-integer handelen te voorkomen en welke stappen worden ondernomen op het moment dat er sprake is van een vermeende integriteitsschending.

 

Deze gedragscode bevat: de 6 gouden regels van Opmeer, de gedragscode en de toelichting op de gedragscode.

 

De 6 gouden regels van Opmeer

 

De 6 gouden regels vormen de basis voor het integer handelen van de raadsleden en fractiemedewerkers van de gemeente Opmeer. De regels krijgen betekenis als ons gedrag ze weerspiegelt.

 

  • 1.

    We zijn open

    We handelen in alle openheid, zodat optimale verantwoording mogelijk is en zodat collega’s in het college, de gemeenteraad, ambtenaren en burgers optimaal inzicht hebben in ons handelen en onze beweegredenen daarbij.

 

  • 2.

    We zijn betrouwbaar

    Betrouwbaarheid staat voor openheid, eerlijkheid en duidelijkheid. Het is de basis voor het vertrouwen dat burgers in ons hebben. We doen wat we zeggen en zeggen wat we doen. We zijn loyaal aan de gemeente en dragen dit uit. Kennis en informatie waarover we vanwege ons ambt beschikken, gebruiken we alleen voor het doel waarvoor die informatie is gegeven.

 

  • 3.

    We zijn onafhankelijk

    We werken in het belang van de gemeente en van de organisaties en burgers die daar deel van uitmaken. Persoonlijk voordeel kan en mag niet het oogmerk zijn. We waken ervoor dat vermenging optreedt met ons eigenbelang of het belang van individuen in onze directe persoonlijke omgeving. Ook de schijn van belangenverstrengeling wordt vermeden.

 

  • 4.

    We wegen belangen zuiver en zorgvuldig af

    We doen wat nodig is om te komen tot een correcte en zorgvuldige afweging van belangen. Dat betekent dat we eerst alle informatie tot ons nemen om een kwestie te begrijpen en te beoordelen. Vervolgens reflecteren en discussiëren we met elkaar, binnen het college en/of met de gemeenteraad en/of met onze ambtenaren, waarbij we van elkaar leren en bereid zijn van oordeel te veranderen. Pas daarna kunnen we overgaan tot zuivere en zorgvuldige besluitvorming.

 

  • 5.

    We gaan op professionele en gepaste wijze met elkaar om

    Binnen de gemeente werken we met elkaar, niet tegen elkaar. We behandelen elkaar met respect en op gelijke wijze. We intimideren elkaar niet. We doen geen uitspraken over personen die beledigend zijn vanwege hun ras, godsdienst, geslacht, levensovertuiging en/of seksuele geaardheid. We zoeken geen ongewenste seksuele toenadering in de vorm van verzoeken om seksuele gunsten of ander verbaal, non-verbaal of fysiek gedrag. We spreken elkaar erop aan wanneer dit gebeurt.

     

    We erkennen en bevestigen de ander in zijn rol als collegelid, ambtenaar of raadslid en hebben het basisvertrouwen dat ieder vanuit zijn eigen opvatting het algemeen belang oprecht dient. We spreken met elkaar en niet over elkaar. Bij aantijgingen in de openbaarheid komen we op voor elkaar en voor het ambt. Mensen maken fouten. We zijn eerlijk over onze gemaakte fouten en accepteren de consequenties daarvan. We schuiven de schuld niet af.

 

  • 6.

    Bij verdenkingen gaan we zorgvuldig te werk

    Binnen de gemeente proberen we elkaar te behoeden voor integriteitsschendingen door elkaar van tevoren te waarschuwen wanneer dat kan. Bij een verdenking van een integriteitsschending gaan we hier zorgvuldig mee om. We handelen naar de afspraken die gemaakt zijn het integriteitsbeleidsplan en het onderzoeksprotocol. We trachten de groep die bij de kwestie wordt betrokken in alle stadia van de afhandeling zo klein mogelijk te houden en we zoeken bij voorkeur niet de publiciteit.

Artikel 1 Algemene bepalingen

  • 1.

    Deze gedragscode geldt voor raadsleden en ten dele voor fractiemedewerkers.

  • 2.

    Waar ‘hij’ staat kan ook ‘zij’ gelezen worden.

  • 3.

    Met het begrip ‘griffier’ wordt bedoeld de griffier van de raad of diens plaatsvervanger.

  • 4.

    De gedragscode is openbaar en via internet beschikbaar.

  • 5.

    Deze gedragscode wordt vastgesteld door de gemeenteraad.

Artikel 2 Nevenfuncties

  • 1.

    De gemeenteraad levert de griffier de informatie aan over de nevenfuncties bij aanvang van het raadslidmaatschap.

  • 2.

    De openbaarmaking van nevenfuncties vindt plaats terstond na benoeming tot raadslid of direct na aanvaarding van een nieuwe nevenfunctie en geschiedt zowel op elektronische wijze als door terinzagelegging op het gemeentehuis in een register. Dit register wordt beheert door de griffier.

  • 3.

    Over de nevenfuncties in het register wordt aangegeven:

    • a.

      de omschrijving van de nevenfunctie;

    • b.

      de organisatie waarvoor de nevenfunctie wordt verricht;

    • c.

      of het al dan niet een nevenfunctie betreft uit hoofde van het raadslidmaatschap;

    • d.

      of de nevenfunctie bezoldigd of onbezoldigd is.

Artikel 3 Onthouden deelname beraadslaging en stemming

  • 1.

    Een lid van de raad neemt niet deel aan de beraadslaging en stemming over:

    • a.

      een aangelegenheid die hem rechtstreeks of middellijk persoonlijk aangaat of waarbij hij als vertegenwoordiger is betrokken;

    • b.

      de vaststelling of goedkeuring der rekening van een lichaam waaraan hij rekenplichtig is of tot welks bestuur hij behoort.

  • 2.

    Indien er sprake is van een situatie zoals genoemd in het eerste lid, dan meldt het raadslid dit voorafgaand aan de raadsvergadering bij de griffier en de burgemeester. Bij aanvang van het betreffende agendapunt kan de voorzitter van de raad hier een mededeling over doen dat het betreffende raadslid niet deelneemt aan de beraadslaging en aan de stemming. Dit wordt vastgelegd in de besluitenlijst.

  • 3.

    Als de situatie in het eerste lid aan de orde is, beïnvloeden raadsleden ook niet op andere manieren de besluitvorming

  • 4.

    Raadsleden die in vergadering aanwezig zijn, kunnen zich niet om een andere reden dan als bedoeld in artikel 28 Gemeentewet onthouden van stemming.

  • 5.

    Indien raadsleden twijfelen of er sprake is van artikel 28 Gemeentewet of andere vragen hebben rondom integriteit of (de schijn van) belangenverstrengeling, dan kunnen zij dit bespreken met de griffier. De griffier kan in dit soort gevallen raadsleden van advies voorzien.

Artikel 4 Financiële belangen

  • 1.

    Financiële belangen kunnen gaan om het bezit van onroerend goed en financiële deelnemingen in ondernemingen of organisaties die in relatie tot de gemeente staan.

  • 2.

    Raadsleden informeren de griffier en de burgemeester over hun financiële belangen voor zover die relevant zijn voor besluitvorming die in de gemeenteraad aan de orde is. De informatie bevat in elk geval:

    • a.

      een omschrijving van het belang (aard en omvang);

    • b.

      indien aan de orde: de organisatie waarin het financiële belang bestaat;

    • c.

      de aanvangsdatum van het financiële belang.

  • 3.

    Indien er bij besluitvorming sprake is van een financieel belang van een raadslid, waar geen sprake is van artikel 28 van de Gemeentewet, dan bespreekt het raadslid dit met de griffier en burgemeester. Als er wel sprake is van artikel 28 Gemeentewet, dan is artikel 3, lid 2 van deze gedragscode van toepassing.

Artikel 5 Verboden handelingen

  • 1.

    Een raadslid mag niet:

    • a.

      als advocaat of adviseur in geschillen optreden ten behoeve van de gemeente of het gemeentebestuur dan wel ten behoeve van de wederpartij van de gemeente of het gemeentebestuur;

    • b.

      als gemachtigde in geschillen optreden ten behoeve van de wederpartij van de gemeente of het gemeentebestuur;

    • c.

      als vertegenwoordiger of adviseur optreden ten behoeve van derden tot het met de gemeente aangaan van:

      • 1e.

        overeenkomsten als bedoeld in onderdeel d;

      • 2e.

        overeenkomsten tot het leveren van onroerende zaken aan de gemeente;

    • d.

      rechtstreeks of middellijk een overeenkomst aangaan betreffende:

      • 1e.

        het aannemen van werk ten behoeve van de gemeente;

      • 2e.

        het buiten dienstbetrekking tegen beloning verrichten van werkzaamheden ten behoeve van de gemeente;

      • 3e.

        het leveren van roerende zaken anders dan om niet aan de gemeente;

      • 4e.

        het verhuren van roerende zaken aan de gemeente;

      • 5e.

        het verwerven van betwiste vorderingen ten laste van de gemeente;

      • 6e.

        het van de gemeente onderhands verwerven van onroerende zaken of beperkte rechten waaraan deze zijn onderworpen;

      • 7e.

        het onderhands huren of pachten van de gemeente.

  • 2.

    Van het eerste lid, aanhef en onder d, kunnen Gedeputeerde Staten ontheffing verlenen.

  • 3.

    Raadsleden die van plan zijn een handeling te verrichten of een overeenkomst aan te gaan zoals genoemd in het eerste lid, kunnen daarover advies vragen aan de griffier en/of burgemeester.

  • 4.

    Als het raadslid de ontheffing wil aanvragen zoals bedoeld in het tweede lid, dan ondersteunt de griffier het raadslid bij het aanvragen van deze ontheffing.

Artikel 6 Omgaan met informatie

  • 1.

    Het raadslid zorgt ervoor dat geheime informatie waarover hij beschikt veilig wordt bewaard.

  • 2.

    Het raadslid maakt niet ten eigen bate of ten bate van derden gebruik van, in de uitoefening van het ambt verkregen, geheime informatie.

  • 3.

    Fractiemedewerkers wordt geen geheime informatie verstrekt, niet mondeling en ook niet schriftelijk.

Artikel 7 Omgaan met geschenken en uitnodigingen

  • 1.

    Een raadslid accepteert geen geschenken, faciliteiten en diensten als zijn onafhankelijke positie hierdoor kan worden beïnvloed.

  • 2.

    Onverminderd het eerste lid kan het raadslid incidentele geschenken die een geschatte waarde van ten hoogste € 50 vertegenwoordigen behouden.

  • 3.

    Geschenken die het raadslid uit hoofde van zijn ambt ontvangt en die een geschatte waarde van meer dan € 50 vertegenwoordigen, worden, als zij niet worden teruggestuurd, eigendom van de gemeente.

  • 4.

    De griffier legt een register aan van de geschenken met een geschatte waarde van meer dan € 50. In het register is aangegeven welke bestemming de gemeente hieraan heeft gegeven.

  • 5.

    Geschenken worden niet op het huisadres ontvangen.

  • 6.

    Deelname aan excursies en evenementen voor rekening van anderen dan de gemeente maakt het raadslid openbaar binnen één week nadat de excursie, dan wel het evenement heeft plaatsgevonden. Hij maakt daarbij in ieder geval openbaar wie deze kosten voor zijn rekening heeft genomen. Dit geschiedt zowel op elektronische wijze als door terinzagelegging op het gemeentehuis in een register. Dit register wordt beheert door de griffier.

Artikel 8 Gebruik van voorzieningen van de gemeente

  • 8.1.

    Voorzieningen

    • 1.

      Raadsleden en fractiemedewerkers verantwoorden zich over zijn gebruik van de voorzieningen volgens de vastgelegde regels en procedures.

    • 2.

      Gebruik van voorzieningen en eigendommen ten eigen bate of ten bate van derden is niet toegestaan, tenzij hier andere afspraken over gemaakt zijn.

  • 8.2.

    Declaraties

    • 1.

      Het raadslid declareert geen kosten die reeds op andere wijze (bijvoorbeeld uit het fractiebudget) worden vergoed.

    • 2.

      Declaraties worden afgewikkeld volgens een daartoe vastgestelde administratieve procedure door de griffier.

    • 3.

      Een declaratie wordt ingediend door middel van een daartoe beschikbaar gesteld (digitaal) formulier. Bij het formulier wordt een betalingsbewijs gevoegd en op het formulier wordt het doel van de uitgave vermeld.

    • 4.

      Raadsleden dienen ervoor te zorgen dat zij hun administratie op een zodanige wijze uitvoeren dat er steeds een volledig en juist inzicht kan worden geboden en dat op aanvraag van de raad nadere informatie kan worden gegeven en/of bewijsstukken kunnen worden overlegd.

    • 5.

      In het geval dat de griffier twijfelt over de rechtmatigheid van een declaratie, wordt de declaratie ter besluitvorming voorgelegd aan het presidium.

Artikel 9 Omgangsvormen

  • 1.

    Raadsleden en fractiemedewerkers gaan binnen en buiten de vergaderzaal op respectvolle wijze om met elkaar, collegeleden, ambtenaren en inwoners, waarbij te allen tijde artikel 1 van de Grondwet in acht wordt genomen.

  • 2.

    Raadsleden en fractiemedewerkers maken zich niet schuldig aan pestgedrag, (seksuele) intimidatie, agressie en geweld. Grof taalgebruik en ongefundeerde beschuldigingen van strafbaar gedrag worden niet geaccepteerd.

  • 3.

    De gemeenteraad draagt een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het bewaken van elkaars sociale veiligheid. Dat betekent dat raadsleden het goede voorbeeld geven en elkaar aan spreken op ongewenst gedrag.

  • 4.

    Indien een raadslid te maken krijgt met ongewenst gedrag in welke vorm dan ook, meldt het raadslid dit bij de griffier en/of de burgemeester. Indien een fractiemedewerker te maken krijgt met ongewenst gedrag in welke vorm dan ook, meldt de fractiemedewerker dit bij zijn fractievoorzitter.

Artikel 10 Sociale media

  • 1.

    Raadsleden zijn 24 uur per dag raadslid. De buitenwereld maakt geen onderscheid tussen privé-uitingen via sociale media en raadslid-gerelateerde uitingen via sociale media. Het raadslid houdt er rekening mee dat berichtgeving op sociale media van invloed kan zijn op de gemeente, het raadslidmaatschap en het aanzien hiervan.

  • 2.

    Raadsleden en fractiemedewerkers houden zich aan de volgende regels:

    • a.

      de norm, zoals vastgelegd in het ‘Agressieprotocol Politieke ambtsdragers’, geldt net zo goed voor raadsleden en fractiemedewerkers als dat die voor burgers geldt: emotie uiten mag, maar normoverschrijdend gedrag wordt niet geaccepteerd. Raadsleden worden aangesproken door de voorzitter van de gemeenteraad als zij normoverschrijdend gedrag vertonen op sociale media. Fractiemedewerkers worden door hun fractievoorzitter aangesproken op normoverschrijdend gedrag op sociale media. Wees voorzichtig met het reageren uit emotie.

    • b.

      Raadsleden en fractiemedewerkers gaan op gepaste wijze met mensen om: met respect en beleefdheid;

    • c.

      op sociale media wordt geen kritiek geuit op collega-raadsleden, fractiemedewerkers, wethouders, de voorzitter van de raad en/of bij de gemeente werkzame ambtenaren. Indien een raadslid of fractiemedewerker kritiek heeft, kan dit gemeld worden bij de voorzitter van de raad, de griffier of bij de fractievoorzitter.

    • d.

      Raadsleden en fractiemedewerkers delen geen geheime informatie of privé-gegevens van personen. Ook plaatsen ze geen foto’s van collega’s op sociale media, tenzij zij daar toestemming voor hebben gegeven.

    • e.

      Raadsleden en fractiemedewerkers zijn zich ervan bewust dat een boodschap anders geïnterpreteerd kan worden dan zij bedoelen: vermijd ironie, ingewikkelde discussies die nuance vragen en conflicten.

  • 3.

    Voor alles wat het raadslid of de fractiemedewerker plaatst op sociale media, is hij verantwoordelijk en kan hij op aangesproken worden. Dit geldt zowel voor berichten via privé-kanalen als berichten via kanalen van de fractie/politieke partij.

Artikel 11 Uitvoering gedragscode

  • 1.

    De gemeenteraad bevordert de eenduidige interpretatie van de gedragscode. In geval van leemtes en onduidelijkheden in de gedragscode voorziet de gemeenteraad daarin.

  • 2.

    Op voorstel van de burgemeester maakt de gemeenteraad in ieder geval afspraken over:

    • a.

      de periodieke bespreking van het onderwerp integriteit in het algemeen en van de gedragscode in het bijzonder;

    • b.

      de aanwijzing van contactpersonen of aanspreekpunten integriteit;

    • c.

      de processtappen die worden gevolgd ingeval van een vermoeden van een integriteitschending van een politieke ambtsdrager van de gemeente.

  • 3.

    De afspraken, bedoeld in het tweede lid, worden opgenomen in het integriteitsbeleid voor politieke ambtsdragers.

  • 4.

    De processtappen als bedoeld in lid 2c staan beschreven in bijlage 2 ‘Onderzoeksprotocol voor vermeende integriteitsschendingen door politieke ambtsdragers’ van het integriteitsbeleid voor politieke ambtsdragers.

Aldus besloten in de raadsvergadering van 12 december 2024.

G.J. van den Hengel

Voorzitter

L. Gijben

griffier

Toelichting per artikel

Artikel 1

De gemeenteraad stelt een gedragscode vast voor de gemeenteraad (Gemeentewet, artikel 15, lid 3).

 

Artikel 2

Een raadslid vervult geen nevenfuncties waarvan de uitoefening ongewenst is met het oog op een goede vervulling van het raadslidmaatschap.

 

De bepalingen betreffen een uitwerking van de wettelijke verplichting om nevenfuncties openbaar te maken. De informatie wordt neergelegd in een openbaar register. Het raadslid is zelf verantwoordelijk voor de tijdige aanlevering van de informatie en voor de actualiteit daarvan. Hoewel aan het raadslidmaatschap gerelateerde nevenfuncties wettelijk niet openbaar gemaakt hoeven te worden, worden deze wel opgenomen in het overzicht van nevenfuncties.

 

Artikel 3

Dit artikel vloeit voort uit artikel 28 van de Gemeentewet. Het artikel gaat in op de procesmatige afspraken die de raad heeft over hoe de raad omgaat met belangenverstrengeling.

 

Artikel 4

Het hebben van bepaalde financiële belangen of het verrichten van bepaalde financiële transacties kan (de schijn van) belangenverstrengeling veroorzaken. Dergelijke financiële belangen kunnen een rol gaan spelen bij besluiten over bijvoorbeeld bestemmingsplannen of grondverkopen. Bij belangenverstrengeling betreft het niet alleen mogelijk persoonlijk voordeel voor het raadslid zelf. Het kan ook gaan om bevoordeling van bijvoorbeeld goede vrienden en familieleden of van bedrijven en instellingen waarmee het raadslid als privépersoon banden heeft. De bevoordeling kan naast het verlenen van overheidsgunsten ook bestaan uit het doorgeven van geheime overheidsinformatie.

 

Artikel 5

Dit artikel vloeit rechtstreeks voort uit artikel 15 van de Gemeentewet.

 

Artikel 6

Sinds 1 april 2023 zijn er nieuwe regels voor de geheimhouding van informatie in verband met de Wet bevorderen integriteit en functioneren decentraal bestuur. Geheimhouding is geregeld in artikel 23 en hoofdstuk Va van de Gemeentewet.

 

De Gemeentewet kent het begrip ‘vertrouwelijk’ niet, maar spreekt alleen over ‘geheim(houding)’. Alleen voor de term ‘geheim’ zijn in de wet regels opgenomen over het opleggen en opheffen van geheimhouding en over de schending van geheimhouding. Voor stukken die als ‘vertrouwelijk’ of ‘niet openbaar’ zijn aangeduid, gelden die regels in beginsel niet. Om juridische risico’s te beperken, is het verstandiger om de term ‘geheim’ te gebruiken.

 

Geheimhouding kan in principe op alle informatie worden opgelegd, waarbij de vorm (papier of digitaal) niet uitmaakt. Het moet expliciet worden vermeld en het orgaan moet de geheimhouding kunnen beargumenteren (hoofdstuk 5 van de Woo). Het college van B en W kan alleen op eigen stukken geheimhouding opleggen en deze moet worden opgelegd in dezelfde vergadering als waar het is besproken. Als stukken niet naar de raad gaan, is het college van B en W zelf bevoegd de geheimhouding op te heffen.

 

Als de stukken wel naar de raad gaan, hoeft de raad deze geheimhouding niet langer te bekrachtigen. Van alle stukken die naar de raad gaan onder geheimhouding, is alleen de raad bevoegd de geheimhouding op te heffen. In het Reglement van orde van de gemeenteraad is opgenomen dat het college, na het verstrekken van geheime informatie aan de raad, alleen deze informatie onder geheimhouding mag delen met anderen als dit voor het dagelijks bestuur van de gemeente noodzakelijk is.

 

Artikel 7

In de gedragscode is uitgangspunt dat geschenken, faciliteiten en diensten niet worden geaccepteerd als hiermee de onafhankelijke positie van het raadslid kan worden beïnvloed. Is daarvan geen sprake dan kunnen om praktische redenen incidentele kleine geschenken (met een geschatte waarde van € 50 of minder) door het raadslid worden aanvaard, echter nooit op het huisadres.

 

Er zijn omstandigheden denkbaar waar elk geschenk, ongeacht de waarde, onacceptabel is. Denk hierbij aan het aannemen van illegale goederen of dieren. Duurdere geschenken worden in elk geval niet aanvaard. Zij worden teruggestuurd of worden eigendom van de gemeente die zorgt voor een goede bestemming van het geschenk. In een openbaar register wordt opgenomen welke geschenken van meer dan € 50 de gemeente heeft aanvaard en welke bestemming daaraan is gegeven. Dit geldt ook voor werkbezoeken. Het gaat hier om excursies en evenementen die betrokkene als raadslid aanvaardt, niet zijnde een door de gemeente georganiseerd werkbezoek. Excursies en evenementen in de hoedanigheid van lid van een politieke partij vallen hier niet onder.

 

Artikel 8

Aan raadsleden worden de voorzieningen, vergoedingen en andere verstrekkingen in bruikleen geboden die een goed functioneren van de raadsleden mogelijk maken. Uitgangspunt is hier dat zo weinig mogelijk uitgaven door het raadslid zelf worden gedaan via zijn of haar privérekening. Geldstromen tussen de rekening van het bestuursorgaan en de persoonlijke rekening van de bestuurder maken een zwaardere controle op de uitgaven noodzakelijk. Het raadslid zal zich nauwgezet moeten houden aan de regels en procedures die er met het oog hierop voor hem gelden.

 

Artikel 9

Dit artikel beschrijft welke omgangsvormen en gedragsregels de raad voor zichzelf hanteert. Als volksvertegenwoordigingsorgaan zijn raadsleden meer dan alleen raadslid, maar vormen zij ook een belangrijke schakel tussen de samenleving en de ambtelijke organisatie. Raadsleden dienen zich te gedragen als goede ambassadeur van de gemeente en dragen bij aan het hoog houden van het aanzien van de gemeente. Dit geldt ook voor fractiemedewerkers, die het fractiewerk ondersteunen. Fractiemedewerkers vallen onder de verantwoordelijkheid van de fractie. De fractievoorzitter kan dus worden aangesproken op het gedrag en uitingen van een fractiemedewerker.

 

Indien raadsleden te maken krijgen met (sociaal) onveilige situaties, dan kunnen zij daarvoor altijd terecht bij de griffier en de burgemeester. Het agressieprotocol politieke ambtsdragers (vastgesteld op 20 juni 2024) is van toepassing in dit soort situaties.

 

Artikel 10

Sociale media kunnen voor een raadslid en/of fractie handige platforms zijn om zich politiek te uiten, voeling met de maatschappij te houden en benaderbaar te zijn. Sociale media kennen echter grote valkuilen. In de optiek van een inwoner is er namelijk geen verschil tussen zakelijk en privé: je bent 24 uur per dag, 7 dagen per week raadslid. Ook op sociale media is er geen onderscheid tussen zakelijk en privé. Uitlatingen op sociale media die niet passen bij hetgeen van een goed raadslid verwacht mag worden, roepen al snel vragen op rond integriteit. Er dient dan ook een continu besef te zijn dat de berichtgeving op sociale media van invloed kan zijn op de gemeente, de gemeenteraad, het raadslidmaatschap, of het aanzien hiervan. Bovendien geldt dat politieke debatten plaats dienen te vinden in de raadsvergaderingen en niet via sociale media.

 

Artikel 11

De gemeenteraad bevordert de eenduidige interpretatie van de gedragscode. In de praktijk zullen zaken omtrent integriteit in eerste instantie worden besproken met het presidium. Als het noodzakelijk is, worden zaken besproken met de gehele gemeenteraad. Als er wijzigingen nodig zijn in de gedragscode, zullen deze altijd door de gemeenteraad vastgesteld moeten worden.

 

Naast de gedragscode voor burgemeester en wethouders en de gedragscode voor gemeenteraadsleden, is er een integriteitsbeleid voor politieke ambtsdragers met een nadere uitwerking van afspraken die samenhangen met het bevorderen van integriteit en het voorkomen van belangenverstrengeling. Ook de aanpak van hoe om te gaan met een vermoeden van een integriteitsschending maakt hier onderdeel van uit.

Naar boven