Wijziging Verordening op de heffing en de invordering van leges 2025

 

De raad van de gemeente Raalte,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 19 november 2024

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet; 

 

Besluit:

 

vast te stellen de volgende verordening

 

Verordening tot 1e wijziging van de Verordening op de heffing en de invordering van leges 2025

 

Artikel I  

Artikel 2.1 (algemene bepalingen) van de tarieventabel behorende bij de Legesverordening wordt vervangen door:

 

Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen

Definities

 

Artikel 2.1.1

Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

Artikel 2.1.2

In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

Artikel 2.1.3

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

- binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan;

- binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet;

Artikel 2.1.4

In aanvulling op de in bijlage I bij de Omgevingsregeling opgenomen omschrijving van het begrip ‘bouwkosten’ betreffen de in die omschrijving:

- onder a genoemde Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 de voorwaarden die bekendgemaakt zijn in Staatscourant 2012, 1567;

- onder b bedoelde bouwkosten de kosten voor de fysieke realisatie (het bouwen) van het bouwwerk;

- onder c bedoelde prijs de prijs exclusief omzetbelasting.

Artikel 2.1.5

In het kader van de toetsing van de door een aanvrager opgegeven bouwkosten wordt gebruik gemaakt van de normkosten zoals die staan vermeld in de bij deze tarieventabel bijgevoegde ROEB-lijst "Overzicht bouwkosten ten behoeve van berekeningen voor de bouwleges-toets".

Artikel 2.1.6

Van een kleine buitenplanse omgevingsplanactiviteit is sprake in de volgende categorieën bouwplannen:

1. een bijbehorend bouwwerk of uitbreiding daarvan, mits, voor zover gelegen buiten de bebouwde kom, wordt voldaan aan de volgende eis:

a. de oppervlakte niet meer dan 150 m²;

2. een gebouw ten behoeve van een infrastructurele of openbare voorziening, mits wordt voldaan aan de volgende eisen:

a. niet hoger dan 5 m, en

b. de oppervlakte niet meer dan 50 m²;

3. een bouwwerk, geen gebouw zijnde, of een gedeelte van een dergelijk bouwwerk, mits wordt voldaan aan de volgende eisen:

a. niet hoger dan 10 m, en

b. de oppervlakte niet meer dan 50 m²;

4. een dakterras, balkon of andere niet op de grond gelegen buitenruimte aan of op een gebouw, een dakkapel, dakopbouw of gelijksoortige uitbreiding van een gebouw, de uitbreiding van een bouwwerk met een bouwdeel van ondergeschikte aard dan wel voorzieningen gericht op het isoleren van een gebouw;

5. het gebruiken van gronden voor een niet-ingrijpende herinrichting van openbaar gebied;

6. het gebruiken van bouwwerken, eventueel in samenhang met bouwactiviteiten die de bebouwde oppervlakte of het bouwvolume niet vergroten, en van bij die bouwwerken aansluitend terrein, mits het aantal woningen gelijk blijft en de gebruikswijziging van bouwwerken maximaal 1.500 m² vloeroppervlakte bedraagt (het bij de bouwwerken aansluitend terrein blijft hierbij buiten beschouwing);

7. ander gebruik van gronden of bouwwerken dan bedoeld in de onderdelen 1 t/m 6, voor een termijn van ten hoogste tien jaar.

Artikel 2.1.7

In dit hoofdstuk wordt onder conceptverzoek / "verken uw idee" verstaan:

Een verzoek aan de gemeente om een indicatie af te geven over de wenselijkheid/mogelijkheid van een initiatief met betrekking tot een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving.

 

Artikel II  

Artikel 2.5 van de tarieventabel behorende bij de Legesverordening 2025 wordt vervangen door:

 

Bouwactiviteit (Technisch) 

 

Artikel 2.5

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

Artikel 2.5.1

a. over het deel van de bouwkosten vanaf € 0 tot € 1.000.000:

2,50%

 

van de bouwkosten, met een minimum van:

€ 153,75

Artikel 2.5.2

b. over het deel van de bouwkosten vanaf € 1.000.000 tot € 20.000.000:

1,80%

 

van de bouwkosten

 

Artikel 2.5.3

c. over het deel van de bouwkosten vanaf € 20.000.000,-

0,80%

 

van de bouwkosten, met een maximum van:

€ 615.000,00

 

Artikel III  

Artikel 2.6 van de tarieventabel behorende bij de Legesverordening 2025 wordt vervangen door:

 

Bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (Omgevingsplan) 

 

Artikel 2.6

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, het in stand houden of gebruiken van het te bouwen bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

Artikel 2.6.1

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit (geen wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht), van de bouwkosten:

1,00%

 

met een minimum van:

€ 153,75

 

en een maximum van:

€ 3.075,00

Artikel 2.6.2

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht wordt uitgaan van het tarief op basis van artikel 2.6.1, waarbij dat tarief wordt verhoogd met

€ 517,65

Artikel 2.6.3

voor een kleine buitenplanse omgevingsplanactiviteit wordt uitgaan van het tarief op basis van artikel 2.6.1, waarbij dat tarief wordt verhoogd met:

€ 517,65

Artikel 2.6.4

Voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit, niet zijnde een kleine buitenplanse omgevingsplanactiviteit, waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, waarbij er een (beoordeling van een) ruimtelijke motivering nodig is

€ 6.590,75

Artikel 2.6.5

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit, niet zijnde een kleine buitenplanse omgevingsplanactiviteit, waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, waarbij er geen (beoordeling van een) ruimtelijke motivering nodig is

€ 3.592,60

Artikel 2.6.6

In geval de aanvraag betrekking heeft een buitenplanse omgevingsplanactiviteit, zijnde de plaatsing van grondgebonden zonnepanelen achter de eigen elektriciteitsaansluiting, welke op eigen terrein worden geplaatst en waarbij de ingenomen totale grond oppervlakte niet meer dan 50 m² bedraagt, zijn de artikelen 2.6.3, 2.6.4 en 2.6.5 niet van toepassing en wordt het op basis van artikel 2.6.1 genoemde tarief in rekening gebracht.

 

 

Artikel IV  

Artikel 2.13 van de tarieventabel behorende bij de Legesverordening 2025 wordt vervangen door:

 

Uitweg/uitrit - geregeld in omgevingsplan

 

Artikel 2.13

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een

omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

 

Artikel 2.13.1

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 84,05

Artikel 2.13.2

voor een buitenplanse omgevingsactiviteit:

€ 517,65

 

Artikel V  

Artikel 2.23 van de Tarieventabel behorende bij de Legesverordening 2025 wordt vervangen door:

 

Wijzigen van het omgevingsplan

 

Artikel 2.23

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan, waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit:

€ 7.118,60

 

Artikel VI Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2025.

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 19 december 2024.

De raad voornoemd,

de griffier,

Karin Zomer

de voorzitter,

Rob Zuidema

Naar boven