Gemeenteblad van Arnhem
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Arnhem | Gemeenteblad 2024, 541297 | gemeenschappelijke regeling |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Arnhem | Gemeenteblad 2024, 541297 | gemeenschappelijke regeling |
Wijziging van de gemeenschappelijke regeling Veiligheids-en Gezondheidsregio Gelderland-Midden
De colleges van de gemeenten Arnhem, Barneveld, Doesburg, Duiven, Ede, Lingewaard, Nijkerk, Overbetuwe, Renkum, Rheden, Rozendaal, Scherpenzeel, Wageningen, Westervoort en Zevenaar,
gelet op de inwerkingtreding van de nieuwe Wet gemeenschappelijke regelingen op 1 juli 2022;
gelet op het voorstel van het algemeen bestuur Veiligheids-en Gezondheidsregio.
Het besluit tot wijziging van de gemeenschappelijke regeling Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden;
De gemeenschappelijke regeling Veiligheids-en Gezondheidsregio Gelderland-Midden wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:
Het eerste lid komt te luiden:
“1. De inhoud van het basistakenpakket van de Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden wordt bepaald door de taken en bevoegdheden, genoemd in artikel 10 van de Wet veiligheidsregio’s ten aanzien van brandweerzorg, rampenbestrijding, crisisbestrijding en geneeskundige hulpverlening en wat bij of krachtens de vigerende wetgeving aan de gemeenten is opgedragen.”
Het tweede lid komt, onder vernummering van artikel 5, derde lid tot artikel 4, tweede lid te luiden:
“2. De taken die geen onderdeel uitmaken van het basistakenpakket, zijn ondergebracht in een plustakenpakket, mits de uitvoering daarvan valt onder de in artikel 3 benoemde belangen. Indien afname van producten en diensten uit dit pakket plaatsvindt, geschiedt zulks op basis van een daartoe tussen de gemeente(n) en de Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden te sluiten overeenkomst waarin de rechten en verplichtingen van beide partijen zijn opgenomen, waaronder ook de financiering. Het dagelijks bestuur stelt een modelovereenkomst vast.”
Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:
Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
“1. De colleges van de deelnemende gemeenten dragen de wettelijke taken en bevoegdheden ter behartiging van de in artikel 3 onder a, d, e en f genoemde belangen over aan VGGM, met inachtneming van het hierover gestelde in de Wet veiligheidsregio's en op die wet gebaseerde nadere regelgeving.”
Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:
Onder vernummering van het vierde en vijfde lid tot derde en vierde lid wordt in het vierde lid “zijn overeenkomstig van toepassing.” gewijzigd in “zijn van overeenkomstige toepassing.” en wordt de tekst daarop volgend verplaatst naar een nieuw vijfde lid dat komt te luiden: “5. Stukken die van het algemeen bestuur uitgaan worden ondertekend door de voorzitter en, ingevolge artikel 32a Gemeentewet, medeondertekend door een lid van de directie in de hoedanigheid als secretaris.”
Na artikel 11a wordt een artikel ingevoegd, luidende:
”Artikel 11b Toezicht Ambulancezorg
Het algemeen bestuur houdt toezicht op de uitvoering van de Regionale Ambulancevoorziening met publiekrechtelijke rechtspersoonlijkheid als bedoeld in artikel 16 juncto artikel 15, tweede lid, van de Wet ambulancezorgvoorzieningen.”
Besluiten betreffende de (meerjaren-) begroting en de jaarrekening, alsmede de aan de begrotingen ten grondslag liggende (meerjaren-) beleidsplannen worden genomen op basis van gewogen stemrecht. Het stemgewicht voor elke gemeente wordt jaarlijks bepaald op basis van het inwonertal op 1 januari van het voorafgaande jaar, zoals dit is opgenomen in de bevolkingsstatistiek van het Centraal Bureau voor de Statistiek, waarbij de volgende verdeling geldt:
Artikel 13 wordt als volgt gewijzigd:
Met inachtneming van wijziging N vervalt de tekst uit dit artikel. Het nieuwe artikel 13 komt te luiden:
“Artikel 13 Zienswijze op besluiten van het algemeen bestuur
Het algemeen bestuur besluit, voorafgaand aan het nemen ervan, welke besluiten ter zienswijze, als bedoeld in artikel 10, vijfde en zesde lid van de Wet gemeenschappelijke regelingen, aan de raden worden voorgelegd, naast de besluiten waarvan bij of krachtens de wet is bepaald dat deze verplicht aan de raden ter zienswijze worden voorgelegd en de overige in deze regeling genoemde gevallen.
Na artikel 13 wordt een nieuw artikel 14 ingevoegd dat komt te luiden:
Ingezetenen van de gemeenten en belanghebbenden worden bij de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van beleid op grond van deze regeling betrokken voor zover dat bij of krachtens de wet is vereist, of voor zover door het algemeen bestuur is bepaald, of ingeval van delegatie van bevoegdheden vanuit het algemeen bestuur aan de bestuurscommissie, door de bestuurscommissie is bepaald. De participatie vindt plaats op de in de betreffende gemeente gebruikelijke wijze of een door het algemeen bestuur bepaalde wijze, vastgelegd in een participatieregeling.
Onder vernummering van artikel 14 naar artikel 15 komt artikel 15 te luiden:
De leden van het dagelijks bestuur, niet zijnde de voorzitter, worden benoemd door het algemeen bestuur. Het algemeen bestuur benoemt de leden van het dagelijks bestuur voor bepaalde tijd. Na afloop van deze zittingsperiode kunnen de leden van het dagelijks bestuur maximaal één keer worden herbenoemd. De leden van het dagelijks bestuur blijven hun functie waarnemen totdat in hun opvolging is voorzien.
Na artikel 18 wordt een nieuw artikel ingevoegd wat komt te luiden:
“Artikel 19 Zienswijze op besluiten
Er zijn geen besluiten van het dagelijks bestuur waarvoor aan de raden van de deelnemende gemeenten vooraf een zienswijze wordt gevraagd, als bedoeld in artikel 10, vijfde en zesde lid van de Wet gemeenschappelijke regelingen, buiten de in deze regeling of bij of krachtens wet bepaalde gevallen.”
Na artikel 21 een nieuw artikel ingevoegd wat komt te luiden:
“Artikel 22 Zienswijze op besluiten
Er zijn geen besluiten van de voorzitter waarvoor aan de raden van de deelnemende gemeenten vooraf een zienswijze wordt gevraagd, als bedoeld in artikel 10, vijfde en zesde lid van de Wet gemeenschappelijke regelingen, buiten de in deze regeling of bij of krachtens wet bepaalde gevallen.”
Onder vernummering van artikel 25 naar 26 wordt dit artikel als volgt gewijzigd:
Het eerste lid komt te luiden:
“1. Het algemeen bestuur stelt een informatieprotocol vast waarin staat beschreven op welke wijze raden actief worden voorzien van informatie van het bestuur die nodig is voor het vervullen van hun taak en die voor een juiste beoordeling van het door het bestuur gevoerde en te voeren beleid nodig is.”
Onder vernummering van artikel 31 naar artikel 32 wordt dit artikel als volgt gewijzigd:
Het eerste lid onder b komt te luiden:
“b. geeft het dagelijks bestuur de raden van de deelnemende gemeenten acht weken na toezending gelegenheid om bij het dagelijks bestuur hun zienswijze over de algemene financiële en beleidsmatige kaders , bedoeld onder lid 1 onder a, naar voren te brengen. Het dagelijks bestuur betrekt de commentaren, waarin deze zienswijzen zijn vervat, bij de totstandkoming van de ontwerpbegroting en de meerjarenraming. De in artikel 13, vierde lid vermeldde reactietermijn van 10 weken is van overeenkomstige toepassing;”
Het eerste lid onder e komt te luiden:
“e. Stelt het dagelijks bestuur voorafgaande aan het vaststellen van de begroting door het algemeen bestuur de raden van de deelnemende gemeenten schriftelijk en gemotiveerd in kennis van zijn oordeel over de zienswijze, bedoeld onder d, alsmede van de eventuele conclusies die het daaraan verbindt;”
Onder vernummering van artikel 32 naar artikel 33 komt dit artikel te luiden:
“Artikel 33 Bijdragen van de gemeenten
Het algemeen bestuur van de VGGM stelt in een bijdrageregeling vast op welke wijze berekend wordt welke bijdrage de colleges verschuldigd zijn voor de uitvoering van de basistaken. Voordat het algemeen bestuur de bijdrageregeling bij unaniem besluit vaststelt, wordt deze ter zienswijze aan de raden voorgelegd.”
Onder vernummering van artikel 34 naar artikel 35 wordt dit artikel als volgt gewijzigd:
Onder vernummering van het tweede, derde en vierde lid naar het derde, vierde en vijfde lid wordt na het eerste lid een nieuw lid toegevoegd dat komt te luiden:
“2. De zorg voor de archiefbescheiden die ontstaan uit hoofde van de door de deelnemers gemandateerde taken berusten bij deze deelnemers. De deelnemers en het dagelijks bestuur maken hierover nadere afspraken in een dienstverleningsovereenkomst, onder meer over de verrekening van kosten van beheer van de archiefbescheiden voor zover daar sprake van is. “
“Artikel 39 Procedure voor vaststelling uittredingsplan
Elk van de colleges kan, na zienswijze daarop door en met verkregen toestemming van de raad, besluiten uit deze regeling te treden met ingang van een begrotingsjaar, mits het opzeggende college het voorgenomen besluit daartoe tenminste 2 jaar voordien ter kennis heeft gebracht van de overige colleges.
Het algemeen bestuur stelt een voorstel op voor financiële, personele en overige gevolgen van de uittreding. Het college dat voornemens is uit te treden neemt op basis van het voorstel een definitief besluit, onverminderd het bepaalde in artikel 1, tweede en derde lid van de Wet gemeenschappelijke regelingen. De kosten voor het maken van het voorstel komen voor rekening van het college dat voornemens is uit te treden.
Ten behoeve van het voorstel voor de financiële, personele en overige gevolgen, bedoeld in het vorige lid, wordt een in overleg met de uittredende deelnemer aan te wijzen onafhankelijke registeraccountant opdracht verleend de genoemde gevolgen in kaart te brengen. De opdracht wordt verstrekt door het dagelijks bestuur. Voorafgaand aan de opdrachtverstrekking wordt de uittredende deelnemer in de gelegenheid gesteld een reactie te geven op de opdracht.
Het voorstel bedoeld in het tweede lid wordt definitief vastgesteld door het algemeen bestuur nadat de uittredende deelnemer in de gelegenheid is gesteld een zienswijze te geven. Alsdan zijn de daarin voor de uittredende deelnemer omschreven financiële verplichtingen bindend. Het definitieve voorstel wordt vastgesteld uiterlijk acht kalendermaanden nadat de deelnemer zijn voornemen tot uittreding, als bedoeld in het eerste lid, bekend heeft gemaakt.
Het voorstel bedoeld in het derde en vierde lid vermeldt de verdeling van desintegratieskosten en frictiekosten. Financieel uitgangspunt voor de bepaling van kosten en prijzen vormt de meest recente vastgestelde jaarrekening op dat moment. Bij de verdeling komen in ieder geval, maar niet uitsluitend, de volgende aspecten aan de orde:
Nadat het voorstel overeenkomstig het vierde lid is vastgesteld is de uittredende deelnemer gehouden om binnen zes maanden de daarin voor de uittredende deelnemer omschreven financiële verplichtingen te voldoen. Het algemeen bestuur stelt de uittredende deelnemer desgewenst in de gelegenheid door overname van personeel, materieel, activa en passiva de hoogte van de desintegratiekosten te verminderen.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-541297.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.