Gemeenteblad van Haaksbergen
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Haaksbergen | Gemeenteblad 2024, 540782 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Haaksbergen | Gemeenteblad 2024, 540782 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Verordening maatschappelijke ondersteuning Haaksbergen
In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
algemeen gebruikelijke voorziening: voorziening die niet specifiek is bedoeld voor mensen met een beperking, die daadwerkelijk beschikbaar is, die een passende bijdrage levert aan het realiseren van een situatie waarin de inwoner in staat is tot zelfredzaamheid en participatie en die financieel gedragen kan worden met een inkomen op minimum niveau;
Hoofdstuk 3: Regels maatwerkvoorziening
Artikel 4 Procedureregels maatschappelijke ondersteuning
Het college bepaalt, met inachtneming van de artikelen 2.3.1 tot en met 2.3.5 van de Wmo 2015, bij nadere regels op welke wijze in samenspraak met de inwoner wordt vastgesteld of de inwoner voor een maatwerkvoorziening voor zelfredzaamheid, participatie, beschermd wonen of opvang in aanmerking komt.
Artikel 5 Voorwaarden voor een maatwerkvoorziening
kan verminderen of wegnemen. De maatwerkvoorziening levert, rekening houdend met de uitkomsten van het onderzoek waarover het college nadere regels vaststelt, een passende bijdrage aan het realiseren van een situatie waarin de inwoner in staat wordt gesteld tot zelfredzaamheid of participatie en zo lang mogelijk in de eigen leefomgeving kan blijven, of
ter compensatie van de problemen bij het zich handhaven in de samenleving van de inwoner met psychische of psychosociale problemen en de inwoner die de thuissituatie heeft verlaten, al dan niet in verband met risico’s voor zijn veiligheid als gevolg van huiselijk geweld, voor zover de inwoner deze problemen naar het oordeel van het college niet:
kan verminderen of wegnemen. De maatwerkvoorziening levert, rekening houdend met de uitkomsten van het onderzoek gebaseerd op de bepalingen van de verordening van de centrum gemeente Enschede, een passende bijdrage aan het voorzien in de behoefte van de inwoner aan beschermd wonen of opvang en aan het realiseren van een situatie waarin de inwoner in staat wordt gesteld zich zo snel mogelijk weer op eigen kracht te handhaven in de samenleving.
Artikel 6 Weigeringsgronden maatwerkvoorziening
Van formele hulp is sprake als de hulp verleend wordt door onderstaande personen, met uitzondering van personen uit het sociaal netwerk van de inwoner:
personen die werkzaam zijn bij een instelling die ten aanzien van de voor het pgb uit te voeren taken/werkzaamheden ingeschreven staat in het Handelsregister (conform artikel 5 Handelsregisterwet 2007) en die beschikken over de relevante diploma’s die nodig zijn voor uitoefening van de desbetreffende taken, of;
personen die aangemerkt zijn als Zelfstandige Zonder Personeel. Daarnaast moeten ze ten aanzien van de voor het pgb uit te voeren taken/werkzaamheden ingeschreven staan in het Handelsregister (conform artikel 5 Handelsregisterwet 2007) en beschikken over de relevante diploma’s die nodig zijn voor uitoefening van de desbetreffende taken.
wordt berekend op basis van een prijs of tarief waarmee redelijkerwijs is verzekerd dat het pgb toereikend is om veilige, doeltreffende en kwalitatief goede diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen die tot de maatwerkvoorziening behoren, van derden te betrekken, en wordt indien nodig aangevuld met een vergoeding voor onderhoud en verzekering, en
Hoofdstuk 4: Bijdrage in de kosten
Artikel 12 Hoogte bijdrage in de kosten
Voor de algemene voorzieningen en maatwerkvoorzieningen die niet genoemd worden in het tweede tot en met zesde lid van dit artikel, bedraagt de hoogte van de bijdrage voor een of meerdere voorzieningen tezamen het bedrag zoals bedoeld in artikel 3.8 van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 voor de ongehuwde inwoner of de gehuwde inwoner tezamen.
De hoogte van de bijdrage voor de maatwerkvoorziening collectief vervoer is per rit gelijk aan het in de regio voor het reguliere openbaar vervoer geldende basistarief plus het kilometertarief vermenigvuldigd met het aantal gereisde kilometers, indien van toepassing verhoogd met een reserveringstoeslag.
De hoogte van de bijdrage voor de algemene voorziening was- en strijkservice bedraagt voor 2024:
voor die inwoner die vanwege beperkingen zelf niet kan wassen en strijken bedraagt € 5,00 per waszak, te betalen aan de aanbieder. Dit bedrag komt overeen met de door het Nibud berekende gemiddelde kosten voor wassen en strijken. Jaarlijks wordt de bijdrage per waszak geïndexeerd met maximaal het percentage zoals vastgesteld in de prijsindex CPI Huishoudens van het CBS.
In het algemeen wordt geen bijdrage in de kosten gerekend voor gebruikmaking van een algemene voorziening dagbesteding. Uitgangspunt van het gemeentelijk beleid is dat het gebruik van algemene voorzieningen zoveel mogelijk wordt gestimuleerd. Het is echter mogelijk dat de instelling een kleine vergoeding vraagt voor de kosten van materialen die worden gebruikt voor de activiteiten. Ook de kosten voor eten en drinken komen voor rekening van de deelnemer, tenzij door de instelling anders is bepaald.
Hoofdstuk 5: Bestrijding misbruik
Artikel 13 Voorkoming en bestrijding ten onrechte ontvangen maatwerkvoorzieningen in natura en pgb’s en misbruik of oneigenlijk gebruik van de Wmo 2015
Als het college een beslissing op grond van het tweede lid, onder a, heeft ingetrokken en de verstrekking van de onjuiste of onvolledige gegevens door de inwoner opzettelijk heeft plaatsgevonden, kan het college van de inwoner en degene die daaraan opzettelijk zijn medewerking heeft verleend, geheel of gedeeltelijk de geldswaarde vorderen van de ten onrechte genoten maatwerkvoorziening of het ten onrechte genoten pgb.
Artikel 14 Opschorting betaling uit pgb
Het college kan de Sociale verzekeringsbank gemotiveerd verzoeken te beslissen tot een geheel of gedeeltelijke opschorting voor ten hoogste dertien weken van betalingen uit het pgb als er ten aanzien van een inwoner een ernstig vermoeden is gerezen dat er sprake is van een omstandigheid als bedoeld in artikel 2.3.10, eerste lid, onder a, d of e, van de Wmo 2015.
Artikel 15 Onderzoek naar kwaliteit en recht- en doelmatigheid maatwerkvoorzieningen in natura en pgb’s
Het college onderzoekt periodiek, al dan niet steekproefsgewijs, het gebruik van maatwerkvoorzieningen in natura en pgb’s met het oog op de beoordeling van de kwaliteit en recht- en doelmatigheid daarvan.
Hoofdstuk 6: Kwaliteit en veiligheid
Artikel 19 Verhouding prijs en kwaliteit levering dienst door derden
Hoofdstuk 9: Overgangsrecht en slotbepalingen
Het college kan in bijzondere gevallen in het voordeel van de inwoner afwijken van de bepalingen in deze verordening als door toepassing ervan de inwoner duidelijk onrecht wordt aangedaan.
Aanvragen die zijn ingediend onder de Verordening maatschappelijke ondersteuning van 27 maart 2024 en waarop nog niet is beslist bij het in werking treden van de Verordening maatschappelijke ondersteuning van 18 december 2024 worden afgehandeld krachtens de Verordening maatschappelijke ondersteuning van 18 december 2024.
Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 18 december 2024
R. Meinen
griffier
mr. drs. R.G. Welten
burgemeester
Bijlage 1 Kwaliteitseisen voor pgb aanbieders
In aanvulling op artikel 17 van de verordening en hoofdstuk 3 van de wet, gelden de volgende kwaliteitseisen. Daar waar gesproken wordt over personeel worden tevens ZZP’ers of personen anders werkend dan in dienstverband bedoeld.
Kwaliteitseisen met betrekking tot de doelmatigheid/deskundigheid
Aanbieder zet personeel in dat over ervaring en kwalificaties beschikt die passend zijn bij de te verrichte activiteiten en bij de persoonlijke kenmerken en omstandigheden, complexiteit en aard van de problematiek van de inwoner. Personeel dat cliëntgebonden zorg levert, moet een door de overheid erkende, afgeronde zorggerelateerde opleiding hebben afgerond. Op verzoek van het college toont de aanbieder dit aan;
Aanbieder draagt zorg voor deskundigheidsbevordering, een verantwoorde werktoedeling, een goede werksfeer, de aanwezigheid van een ziekteverzuimbeleid, ontwikkelgesprekken en een veilige werkomgeving. De aanbieder handelt daarin conform de landelijke richtlijnen zoals door brancheorganisaties ontwikkeld.
Kwaliteitseisen met betrekking tot de veiligheid
Aanbieder zorgt dat afspraken en de wijze van vervoer, niet zijnde vervoer behorend tot een maatwerkvoorziening op grond van de wet, zijn vastgelegd en dat deze duidelijk zijn voor personeel en cliënten, daarbij in acht genomen dat is bepaald hoe en waarmee een inwoner zich verplaatst en de daarbij behorende risico’s;
Aanbieder legt op het eerste verzoek van het college een verklaring omtrent het gedrag over als bedoeld in artikel 28 van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens voor beroepskrachten en andere personen die beroepsmatig met zijn cliënten in contact kunnen komen. Deze verklaring mag niet eerder zijn afgegeven dan 3 maanden voor het tijdstip waarop betrokkene voor de aanbieder ging werken. Deze verklaring moet dan binnen 9 weken na verzoek van het college worden overlegd. De eis van de VOG is van toepassing op natuurlijke personen.
Kwaliteitseisen met betrekking tot het leefklimaat en de fysieke omgeving
Kwaliteitseisen met betrekking tot de bedrijfsvoering
Bijlage 2 Normenkader Huishoudelijke Ondersteuning
Deze bijlage bevat het kader voor het beoordelen van de omvang en noodzakelijke activiteiten voor huishoudelijke ondersteuning. Het kader is gebaseerd op het Normenkader Huishoudelijke Ondersteuning 2019 van bureau HHM en de aanvullende instructie voor toepassing van dit normenkader d.d. september 2022. Dit normenkader is gebaseerd op onderzoeken in verschillende gemeenten, waarbij gekeken is naar o.a. de tijdsbesteding, professionele ervaringen, onafhankelijk experts en cliëntinterviews.
Daar waar gemeente Haaksbergen voorliggende voorzieningen heeft ingeregeld, gaan deze voor op een maatwerkvoorziening en wordt geen gebruik gemaakt van dit normenkader.
1. Begrenzing van de maatwerkvoorziening huishoudelijke ondersteuning
De maatwerkvoorziening huishoudelijke ondersteuning gaat over een schoon en leefbaar huis en het beschikken over schone en draagbare kleding. Daarbij geldt de volgende afbakening:
De ondersteuning ziet op de binnenkant van het huis
Het gaat altijd om de binnenzijde van de woning. Onderhoud van de tuin, opruimen van een schuur, de stoep vegen en ramen zemen aan de buitenkant vallen daarmee per definitie niet onder de maatwerkvoorziening Huishoudelijke ondersteuning.
Het gaat om activiteiten die gebruikelijk zijn in een standaardhuishouden
Huishoudelijke ondersteuning omvat activiteiten die naar algemeen aanvaarde opvattingen tot de dagelijkse dan wel periodieke huishoudelijke activiteiten behoren. Het strijken van onderkleding of beddengoed rekenen we hier bijvoorbeeld niet toe, omdat dit niet gebeurt in een standaard huishouden. Verder wordt strijkvrije kleding inmiddels als algemeen gebruikelijk beschouwd. Deze activiteit valt daarom niet binnen de maatwerkvoorziening. Kan een schoonmaakactiviteit door inwoner uitgevoerd worden met aan algemeen gebruikelijk technisch hulpmiddel, dan valt deze evenmin onder de maatwerkvoorziening Huishoudelijke ondersteuning. Voorbeelden van algemeen gebruikelijke technische hulpmiddelen zijn een wasmachine/droger en een vaatwasser. Als algemeen gebruikelijke hulpmiddelen niet aanwezig zijn maar wel een adequate oplossing kunnen zijn voor een probleem, moet de inwoner dergelijke apparatuur aanschaffen. Hierbij geldt dat het technische hulpmiddel voor de inwoner ook daadwerkelijk beschikbaar is, adequate compensatie biedt en financieel gedragen kan worden met een inkomen op minimumniveau. Zie daarvoor ook Beleidsregels artikel 2 lid 4.
Het gaat om ‘schoon’ en ‘leefbaar’
Schoon betekent dat de leef vertrekken schoon moeten zijn. De woning dient zodanig schoon te zijn dat deze niet vervuilt. Het gaat om een basisniveau van schoon houden. Wat minimaal nodig is wordt gedaan. Leefbaar staat voor opgeruimd en functioneel, bijvoorbeeld om vallen te voorkomen.
Dit kan heel praktisch betekenen dat de uitvoering niet helemaal voldoet aan de persoonlijke standaard en verwachtingen van inwoners.
2. Activiteiten en frequentie huishoudelijke ondersteuning
2.1 Een schoon en leefbaar huis
Samen met de inwoner wordt besproken welke werkzaamheden worden ingezet om een schoon en leefbaar huis te realiseren.
Het kan zo zijn dat een inwoner niet meer zelf (volledig) de regie kan voeren over het huishouden en de hulpverlener daardoor aantoonbaar extra werkzaamheden moet doen of extra tijd nodig heeft. Er kan dan extra ondersteuning worden ingezet bij de organisatie van het huishouden. Onder organisatie van het huishouden wordt verstaan het (over)nemen van verantwoordelijkheid en initiatief. De verantwoordelijkheid om bijvoorbeeld een blik in de koelkast te werpen om te controleren of producten staan te bederven. Regievoering gaat over prioriteiten (kunnen) stellen inzake hetgeen schoongemaakt moet worden of het instructie geven over de huishoudelijke taken die de inwoner zelf kan verrichten.
Als vanwege organisatie en regie extra tijd nodig is, kan hiervoor éénmaal per week 30 minuten extra ondersteuning worden ingezet.
2.3 Advies, instructie en voorlichting (AIV)
AIV heeft betrekking op het, op tijdelijke basis, aanleren van praktische vaardigheden in het huishouden aan een inwoner. Bijvoorbeeld als een partner of gezinslid net is weggevallen en de inwoner nooit de huishoudelijke taken heeft aangeleerd. Het gaat bij deze activiteit om het aanleren en samen uitvoeren van activiteiten gericht op een schoon en leefbaar huis en zo nodig de was-verzorging.
Hiervoor kan tijdelijk (uitgangspunt is maximaal 6 weken) éénmaal per week ondersteuning worden ingezet.
3. Omvang huishoudelijke ondersteuning
In onderstaande overzichten is de tijd opgenomen die nodig is per week en per jaar voor de inzet van de verschillende vormen van huishoudelijke ondersteuning. Soms kan er minder of juist meer nodig zijn dan de basisnorm. De toelichting voor die situaties komt aan de orde in onderdeel 4 (minder inzet) en onderdeel 5 (meer inzet) van deze bijlage.
|
Tabel 1. Overzicht in minuten per week en uren per jaar voor het realiseren van een schoon en leefbaar huis |
|||||
|
Tabel 4. Overzicht in minuten per week en uren per jaar voor advies, instructie en voorlichting (AIV) |
|||||
4. Minder inzet nodig dan de basisnorm
De in het normenkader opgenomen omvang van ondersteuning is gebaseerd op volledige professionele overname van alle activiteiten. Als er geen volledige overname van taken nodig is omdat een inwoner of het netwerk van de inwoner bepaalde activiteiten zelf kan uitvoeren, kan minder ondersteuning worden ingezet. Als de inwoner of een huisgenoot bepaalde activiteiten kan uitvoeren, spreken we van gebruikelijke hulp. Naast gebruikelijke hulp mag ook rekening gehouden worden met de inzet van (andere) personen uit het sociale netwerk of mantelzorgers, mits zij die ondersteuning inderdaad (blijven) bieden.
Uit onderzoek van HHM is gebleken dat inwoners die géén volledige overname nodig hebben omdat zij zelf of het netwerk bepaalde activiteiten uitvoeren, gemiddeld 15 minuten per week minder ondersteuning nodig hebben voor het schoon en leefbaar huis. Veelal gaat het dan om situaties waarin de inwoner of het netwerk zelf kan schoonmaken op middenniveau (afstoffen en nat afnemen) en algemeen opruimen. Het verminderen van de in te zetten ondersteuning kan alleen als een substantieel aantal activiteiten zelf wordt uitgevoerd. Kan de inwoner of een huisgenoot meer activiteiten uitvoeren dan schoonmaken op middenniveau, dan kan op basis van de aanwezigheid van gebruikelijke hulp nog één of zelfs tweemaal extra mindering met 15 minuten plaatsvinden. Dat geldt ook als het sociale netwerk meer activiteiten uitvoert.
5. Meer inzet nodig dan de basisnorm
Er kunnen verschillende omstandigheden zijn die maken dat méér inzet van huishoudelijke ondersteuning nodig is dan de basisnorm. Deze omstandigheden worden hierna toegelicht.
Beperkingen en belemmeringen inwoner
Bij de inwoner kan sprake zijn van beperkingen waardoor het huis vaker of intensiever schoongemaakt moet worden. Dit kan veroorzaakt worden door medische beperkingen, bijvoorbeeld ernstige incontinentie of COPD. In dat geval kan extra ondersteuning worden ingezet. De noodzaak voor meer inzet is daarbij leidend, niet de aanwezigheid van de aandoening op zich.
Bij de beoordeling van (enige) extra inzet wordt nadrukkelijk het begrip eigen kracht betrokken. In alle redelijkheid mag van mensen worden verlangd dat zij bepaalde acties ondernemen of juist nalaten om hun beroep op de Wmo zoveel als mogelijk te beperken waardoor extra inzet vanwege extra vervuiling niet aan de orde behoeft te zijn. Denk hierbij bijvoorbeeld aan:
Samenstelling van het huishouden
Als in het huishouden kinderen aanwezig zijn, kan het zo zijn dat het huis sneller vervuilt en vaker of intensiever schoongemaakt moet worden. Als dit noodzakelijk is, kan hiervoor extra ondersteuning worden ingezet. Dit is maatwerk. De professionele inschatting van het college is hierin leidend. Aanwezigheid in het huishouden van meerderjarige kinderen (van 18 jaar of ouder) alleen leidt niet tot toekenning van extra ondersteuning. Deze kinderen kunnen weliswaar zorgen voor extra vervuiling, maar zij kunnen ook een bijdrage leveren in het schoonhouden van de woning. Dit is uiteraard anders indien meerderjarige kinderen door stoornis en/ of gebrek deze activiteit niet kunnen vervullen.
Naast de woonkamer, slaapkamer, keuken, het sanitair en de hal, kan de inwoner nog een of meerdere extra kamer(s) in gebruik hebben die wekelijks moet worden schoon gemaakt, zoals een intensief gebruikte hobbykamer en/of een extra slaapkamer die permanent in gebruik is.
Een kamer betreft een afsluitbare inpandige verblijfsruimte. Een uitbouw van een woonkamer betreft in die zin geen extra kamer tenzij de woonkamer wordt afgescheiden van de aanbouw (serre) middels een deur of schuifpui. Een woonkamer die uiteenvalt in 2 delen (en suite) telt als één (woon-)kamer.
Als sprake is van een extra kamer die in gebruik is als slaapkamer (naast de hoofdslaapkamer van de inwoner), dan wordt hier 18 minuten extra ondersteuning per week voor ingezet. Denk bijvoorbeeld aan een stel dat altijd apart slaapt of de slaapkamer van een (minderjarig) kind, mits dit kind de slaapkamer niet zelf kan schoonhouden en op dit punt dus geen gebruikelijke hulp kan bieden. Voor een andere extra kamer, niet zijnde een slaapkamer, kan 5 minuten per week extra ingezet worden.
Andere omstandigheid, zoals omvang/staat van de woning en bewerkelijkheid
Er kunnen andere - hierboven niet genoemde – redenen zijn waardoor het huis sneller vervuilt en vaker of intensiever schoongemaakt moet worden, bijvoorbeeld vanwege de staat van onderhoud en inrichting/bewerkelijkheid van de woning (wat niet beïnvloed kan worden door aanpassing/eigen kracht). In dat geval wordt 15 minuten per week extra ondersteuning ingezet.
In Haaksbergen bestaat een algemene voorziening voor de wasverzorging: WasT. Het uitgangspunt is dat dit in eerste instantie wordt ingezet. Als deze in een individueel geval niet toereikend is, kan hiervoor de maatwerkvoorziening huishoudelijke ondersteuning worden ingezet. De daarvoor gehanteerde basistijd is weergegeven in tabel 2 van deze bijlage.
Als de inwoner of het netwerk zelf activiteiten kan uitvoeren op het gebied van de wasverzorging, kan de in te zetten ondersteuning op dit punt met 17 minuten per week worden verminderd. Dit speelt veelal als de inwoner zware/grote wasstukken niet meer kan hanteren, maar de kleine stukken zoals kleding en ondergoed e.d., nog wel.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-540782.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.