Artikel I
De Algemene Plaatselijke Verordening van de gemeente Aalsmeer 2017 wordt als volgt gewijzigd:
A.
Artikel 1:1 Begripsbepalingen lid 6 w
ordt als volgt gewijzigd:
6. gebouw: hetgeen daaronder wordt verstaan in de bijlage, onder A, bij de Omgevingswet;
B.
artikel 2:10 lid 2
, sub a,
wordt als volgt gewijzigd:
- a.
wanneer niet tenminste een vrije doorgang van 1,50 m wordt gelaten op voetpaden;
C.
Artikel 2.71 wordt als volgt gewijzigd:
In deze afdeling wordt onder consumentenvuurwerk verstaan vuurwerk dat op grond van artikel 2.1.1. van het vuurwerkbesluit is aangewezen als vuurwerk dat ter beschikking mag worden gesteld voor particulier gebruik.
D.
Artikel 2.78
wordt als volgt gewijzigd:
- 1.
De burgemeester kan in het belang van de openbare orde, het voorkomen of beperken van overlast, het voorkomen of beperken van aantastingen van het woon- of leefklimaat, de veiligheid van personen of goederen, de gezondheid en zedelijkheid aan een persoon die strafbare feiten of openbare orde verstorende handelingen verricht een tijdelijk verbod opleggen om gedurende ten hoogste 48 uur in een of meer bepaalde delen van de gemeente op een openbare plaats aanwezig te zijn.
- 2.
Met het oog op de in het eerste lid genoemde belangen kan de burgemeester aan een persoon aan wie ten minste eenmaal een tijdelijk verbod is opgelegd als bedoeld in dat lid en die opnieuw strafbare feiten of openbare orde verstorende handelingen verricht, een tijdelijk verbod opleggen om gedurende ten hoogste 8 weken in een of meer bepaalde delen van de gemeente op een openbare plaats aanwezig te zijn.
- 3.
De burgemeester beperkt het krachtens het eerste of tweede lid opgelegde verbod, als hij dat in verband met de persoonlijke omstandigheden van betrokkene oordeelt. De burgemeester kan op aanvraag tijdelijk ontheffing verlenen van een tijdelijk verbod.
- 4.
Indien de officier van justitie een persoon een gedragsaanwijzing heeft gedaan als bedoeld in artikel 509hh, tweede lid, onderdeel a, van het wetboek van Strafvordering, legt de burgemeester aan deze persoon voor hetzelfde gebied niet een tijdelijk verbod op als bedoeld in het eerste of tweede lid.
E.
Artikel 4:15
lid 2
komt
te vervallen, het artikel wordt als volgt:
Het is verboden op of aan een onroerende zaak handelsreclame te maken of te voeren door middel van een opschrift, aankondiging of afbeelding waardoor het verkeer in gevaar wordt gebracht of ernstige hinder ontstaat voor de omgeving.
F.
Artikel 5:6
lid 4,
wordt als volgt gewijzigd:
4. Op de aanvraag om een ontheffing is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.