Besluit tot wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening Zoeterwoude 2020

De raad van de gemeente Zoeterwoude,

gelezen het initiatiefvoorstel van raadslid W.J.C. Klein van 31 oktober 2024,

gelet op de bepalingen van de Gemeentewet,

Besluit:

• In te trekken het besluit van 26 september 2024 onder nummer 24/37 tot wijziging van artikel 5.34 van de Algemene Plaatselijke Verordening;

• Het artikel 5.34, tweede lid van de Algemene Plaatselijke Verordening Zoeterwoude 2020 gewijzigd vast te stellen als volgt:

  Artikel 5:34 Verbod afvalstoffen te verbranden buiten inrichtingen of anderszins vuur te stoken.

  • 1. Het is verboden in de openlucht afvalstoffen te verbranden buiten inrichtingen in de zin van de Wet milieubeheer of anderszins vuur aan te leggen, te stoken of te hebben.

  • 2. Voorts is het verboden ruimteverwarming met behulp van houtstook in de dorpskernen gedurende de periode dat code rood geldt, afgegeven door Stookwijzer, dan wel wanneer de RIVM een stookalert afgeeft.

  • 3. Mits geen sprake is van gevaar, overlast en hinder voor de omgeving is het verbod van lid 1 niet van toepassing op:

    • a. verlichting door middel van kaarsen, fakkels en dergelijke;

    • b. sfeervuren zoals terrashaarden en vuurkorven, voor zover geen afvalstoffen worden verbrand.

    • c. voedselbereiding op gas, briketten of houtskool;

  • 4. Het college kan ontheffing verlenen van het verbod;

  • 5. Onverminderd het bepaalde in artikel 1:8 kan de ontheffing worden geweigerd ter bescherming van de flora en fauna;

  • 6. Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door artikel 429, aanhef en onder 1˚ of 3˚, van het Wetboek van Strafrecht of de Provinciale milieuverordening.

• Deze wijziging van artikel 5:34 van de Algemene Plaatselijke Verordening na behoorlijke bekendmaking in werking te laten treden op 1 januari 2025.

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 12 december 2024

de griffier,

G.J. Buijs

de voorzitter,

F.Q.A. van Trigt

Bijlage bij Raadsbesluitnummer 24/55-‘was-wordt tabel’ initiatiefvoorstel van raadslid W.J.C. Klein van 31 oktober 2024, behorende bij Artikel 5.34 van de Algemene Plaatselijke Verordening Zoeterwoude 2020.

Was	Wordt
Huidige artikel 5.34 APV Zoeterwoude 2020	Nieuw artikel 5.34 APV Zoeterwoude 2020
Artikel 5:34 Verbod afvalstoffen te verbranden buiten inrichtingen of anderszins vuur te stoken 1. Het is verboden in de openlucht afvalstoffen te verbranden buiten inrichtingen in de zin van de Wet milieubeheer of anderszins vuur aan te leggen, te stoken of te hebben. 2. Voorts is het verboden ruimteverwarming met behulp van houtstook in de dorpskernen wanneer de RIVM een stookalert afgeeft; 3. Mits geen sprake is van gevaar, overlast en hinder voor de omgeving is het verbod van lid 1 niet van toepassing op: a. verlichting door middel van kaarsen, fakkels en dergelijke; b. sfeervuren zoals terrashaarden en vuurkorven, voor zover geen afvalstoffen worden verbrand. c. voedselbereiding op gas, briketten of houtskool; 4. Het college kan ontheffing verlenen van het verbod; 5. Onverminderd het bepaalde in artikel 1:8 kan de ontheffing worden geweigerd ter bescherming van de flora en fauna; 6. Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door artikel 429, aanhef en onder 1˚ of 3˚, van het Wetboek van Strafrecht of de Provinciale milieuverordening.	Artikel 5:34 Verbod afvalstoffen te verbranden buiten inrichtingen of anderszins vuur te stoken. 1. Het is verboden in de openlucht afvalstoffen te verbranden buiten inrichtingen in de zin van de Wet milieubeheer of anderszins vuur aan te leggen, te stoken of te hebben. 2. Voorts is het verboden ruimteverwarming met behulp van houtstook in de dorpskernen gedurende de periode dat code rood geldt, afgegeven door Stookwijzer, dan wel wanneer de RIVM een stookalert afgeeft. 3. Mits geen sprake is van gevaar, overlast en hinder voor de omgeving is het verbod van lid 1 niet van toepassing op: a. verlichting door middel van kaarsen, fakkels en dergelijke; b. sfeervuren zoals terrashaarden en vuurkorven, voor zover geen afvalstoffen worden verbrand. c. voedselbereiding op gas, briketten of houtskool; 4. Het college kan ontheffing verlenen van het verbod; 5. Onverminderd het bepaalde in artikel 1:8 kan de ontheffing worden geweigerd ter bescherming van de flora en fauna; 6. Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door artikel 429, aanhef en onder 1˚ of 3˚, van het Wetboek van Strafrecht of de Provinciale milieuverordening.