Wijzigingsverordening subsidies onderwijs en opvang 2025

Burgemeester en wethouders van gemeente Nunspeet;

overwegende dat het gewenst is activiteiten te stimuleren die bijdragen aan het realiseren van de afgesproken maatschappelijke effecten uit de Onderwijsagenda 2017-2021

gelet op artikel 4 van de Algemene subsidieverordening gemeente Nunspeet 2019, artikel 6 van de Wet op het primair onderwijs en titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht

b e s l u i t :

de deelverordening onderwijs en opvang als volgt te wijzigen:

 

A

Artikel 1 Begripsomschrijvingen komt te vervallen en wordt vervangen door:

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • ASV Algemene subsidieverordening gemeente Nunspeet;

  • borgingsdocument een door het college van burgemeester en wethouders vastgesteld format waaruit de samenwerking tussen voor- en vroegschool in het bieden van passende peuter- en kleuterondersteuning blijkt;

  • brede voorschoolse voorziening een voorschoolse voorziening waar houder en tenminste één basisschool verantwoordelijk zijn voor de kwaliteit van de doorgaande lijn;

  • college het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nunspeet;

  • CJG Centrum voor Jeugd en Gezin;

  • doelgroeppeuters peuters in de leeftijd van 2,5 jaar tot de start van de basisschool met een indicatie VVE en die tenminste (gemiddeld) 16 uur per week gebruik maken van het VE-aanbod; deze 16 uur bestaan uit vier dagdelen van 4 uur per dag of 3 dagdelen van 5⅓ uur per dag;

  • format tussenrapportage/

  • format eindrapportage door het college van burgemeester en wethouders vastgestelde formats voor het verrekenen van de kosten van gesubsidieerde peuterplaatsen;

  • formele opvang peuteropvang en gastouderopvang dat in het LRK geregistreerd staat;

  • houder een houder als bedoeld in artikel 1 van de Wet kinderopvang;

  • kortdurend maximaal 1 maand;

  • LRK Landelijk Register Kinderopvang;

  • Nunspeetse standaard een beschrijving van de lokale kwaliteitseisen voor VE en de afspraken die gelden voor de samenwerking met het onderwijs;

  • ouderbetrokkenheid elke vorm van betrokkenheid van ouders bij de begeleiding van hun kind thuis, op (voor- en vroeg-) school en in een taalinterventie met als doel om ouders (meer) in positie te brengen als partner in de schoolloopbaan van hun kind;

  • oudereducatie gecombineerd aanbod van Nederlandse taal- en opvoedondersteuning voor ouders, dat als doel heeft om ouders te ondersteunen bij hun rol als partner in de schoolloopbaan van hun kind;

  • peuteropvang kinderopvang voor kinderen van 2 tot de start van de basisschool in de vorm van dagdelen van maximaal 4 uur en 40 weken per jaar;

  • SMI Sociaal-medische indicatie;

  • taalinterventies elke vorm van extra leertijd of intensieve leertijd, bestemd voor leerlingen op basisscholen die aantoonbaar onder hun cognitieve niveau presteren omdat ze een grote achterstand in de Nederlandse taal hebben;

  • thuisprogramma een erkend Stapprogramma of VVE-Thuisprogramma van het Nederlands Jeugdinstituut dat dient als toeleiding of als instrument om de ouderbetrokkenheid in de doorgaande lijn van opvang en onderwijs te vergroten;

  • voorschool een voorziening voor peuteropvang waar voorschoolse educatie wordt aangeboden conform de Nunspeetse standaard behorende bij deze regeling;

  • VE/voorschoolse educatie voorschoolse educatie als bedoeld in de artikel 1.1van de Wet kinderopvang;

  • vroegschoolse educatie vroegschoolse educatie als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs;

  • VE-toeslag één gebundelde geldstroom voor het verzorgen van extra peuterstimulering, scholing en het regisseren en coördineren van de afspraken in het borgingsdocument;

  • VVE voor- en vroegschoolse educatie;

  • VVE-indicatie een indicatie voor het volgen van VVE, afgegeven door het CJG aan kinderen met (een risico op) een ontwikkelingsachterstand, met name een taalachterstand.

B

In de artikelen 3, 4 en 8 en in de titel van Paragraaf 1 worden de begrippen VVE en VVE-toeslag vervangen door VE en VE-toeslag.

C

Artikel 5 Doelgroep peuteropvang, VE en SMI komt te vervallen en wordt vervangen door:

Artikel 5 Doelgroep peuteropvang en VE

  • 1.

    De subsidie, die via de houder aan ouders/wettelijk verzorgers wordt verstrekt, is bedoeld voor:

    • a.

      Peuters woonachtig in Nunspeet waarvan de ouders/wettelijk verzorgers een contract hebben met een LRK-houder voor peuteropvang en aantoonbaar geen recht hebben op kinderopvangtoeslag;

    • b.

      Doelgroeppeuters woonachtig in Nunspeet waarvan de ouders/wettelijk verzorgers een contract hebben met een LRK-houder voor peuteropvang en voorschoolse educatie en aantoonbaar geen recht hebben op kinderopvangtoeslag;

    • c.

      Doelgroeppeuters woonachtig in Nunspeet waarvan de ouders/wettelijk verzorgers een contract hebben met een LRK-houder voor peuteropvang en voorschoolse educatie en recht hebben op kinderopvangtoeslag;

  • 2.

    Doelgroeppeuters, zoals bedoeld onder b. en c. worden geïndiceerd door jeugdverpleegkundigen van het consultatiebureau (onderdeel van het CJG).

D

Artikel 6 Hoogte van de subsidie komt te vervallen en wordt vervangen door:

 

Artikel 6 Hoogte van de subsidie

  • 1.

    Het college indexeert de subsidietarieven jaarlijks met de index die het ministerie van SZW hanteert voor het maximum uurtarief voor de kinderopvangtoeslag, tenzij er gegronde redenen zijn om hiervan af te wijken.

  • 2.

    Het college subsidieert per maand per bezette peuterplek. Voor de in artikel 5 genoemde doelgroepen gelden de volgende maximale subsidiebedragen:

    • a.

      voor de in artikel 5 lid 1 onder a genoemde doelgroep bedraagt de subsidie per bezette peuterplek per maand: (7 uur per week of 8 uur per week) x € 11,50 per uur (prijspeil 2025) x 40 weken / 12 maanden minus de geldende maandelijkse ouderbijdrage op basis van de VNG adviestabel ouderbijdrage peuteropvang .

    • b.

      voor de in artikel 5 lid 1 onder b genoemde doelgroep bedraagt de subsidie per bezette peuterplek per maand: 16 uur per week x € 11,50 per uur (prijspeil 2025) x 40 weken/ 12 maanden minus de geldende maandelijkse ouderbijdrage op basis van de VNG adviestabel ouderbijdrage peuteropvang.

    • c.

      voor de in artikel 5 lid 1 onder c genoemde doelgroep bedraagt de subsidie per bezette peuterplek per maand: 8 uur per week x € 11,50 per uur (prijspeil 2025) x 40 weken/ 12 maanden.

  • 3.

    Naast de in het tweede lid genoemde subsidiebedragen stelt het college de volgende twee aanvullende subsidiebedragen beschikbaar:

    • a.

      een VE-toeslag voor doelgroepkinderen tot het moment waarop zij naar groep 1 van de basisschool gaan. De VE-toeslag bedraagt per doelgroepkind € 790,00 per jaar (prijspeil 2025) en wordt berekend naar rato van de periode van plaatsing en

    • b.

      een subsidiebedrag voor de inzet van de pedagogisch beleidsmedewerker VE. Deze subsidie bedraagt € 488,00 per doelgroeppeuter per jaar (prijspeil 2025) en wordt berekend op basis van het aantal geplaatste doelgroeppeuters op 1 januari van het subsidie-jaar.

  • 4.

    Voor organisaties voor peuteropvang en VE is het toegestaan om de invulling van peuterplek-ken ten opzichte van de aantallen genoemd in de subsidieaanvraag, gedurende de subsidieperi-ode, aan te passen aan de vraag van ouders/wettelijk verzorgers en de daaruit voortvloeiende mutaties op te nemen in het format tussenrapportage zoals bedoeld in artikel 10, lid 1, van deze regeling.

E

Artikel 7 Verdeling van het subsidieplafond komt te vervallen en wordt vervangen door:

Artikel 7 Verdeling van het subsidieplafond

Voor peuteropvang en VE stelt de gemeenteraad in de begroting jaarlijks een subsidieplafond vast. Subsidieaanvragen voor peuteropvang worden in zijn geheel gehonoreerd. Aanvragen voor toeslagen VE worden geprioriteerd op basis van het aantal doelgroepleerlingen op de basisschool of basisscholen waarmee wordt samengewerkt blijkens het borgingsdocument. Het percentage doelgroepleerlingen wordt vastgesteld op basis van de meest actuele beschikbare gegevens van de basisscholen. Daarbij geldt: hoe hoger het percentage doelgroepleerlingen, hoe hoger de prioriteit. De subsidie wordt toegekend op volgorde van prioriteit tot het subsidieplafond is bereikt.

 

F

Artikel 11 Indienen van de aanvraag komt te vervallen.

G

Artikel 12 Doelgroep komt te vervallen en wordt vervangen door:

Artikel 12 Doelgroep

De doelgroep bestaat uit kinderen in de leeftijd van 2 tot en met 8 jaar. Deze kinderen hebben moeite met de Nederlandse taal en groeien op in een taalarme thuisomgeving. De kinderen en hun gezin worden toegeleid door de kinderopvangorganisatie, het consultatiebureau of de school.

H

Artikel 13 Hoogte van de subsidie komt te vervallen.

I

Artikel 14 Verdeling van de subsidie komt te vervallen en wordt vervangen door:

Artikel 14 Subsidieplafond

  • 1.

    Het subsidieplafond wordt jaarlijks vastgesteld door de gemeenteraad in de gemeentebegroting voor de uitvoering van de VoorleesExpress.

  • 2.

    Verdeelsleutel: bijvoorbeeld: Aanvragen worden behandeld op volgorde van binnenkomst. Wanneer de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de datum waarop de aanvraag is aangevuld.

J

Artikel 15 Voorwaarden komt te vervallen komt te vervallen en wordt vervangen door:

Artikel 15 Voorwaarden

1. Aanvrager werkt conform de erkende jeugdinterventie VoorleesExpress.

K

Artikel 16 Verantwoording komt te vervallen en wordt vervangen door:

Artikel 16 Verantwoording

In aanvulling op het bepaalde in de ASV verstrekt de subsidieaanvrager na afloop van het subsidiejaar een inhoudelijk verslag voorzien van een overzicht van alle peuters en kleuters aan de hand van hun geboortedatum die in het subsidiejaar hebben deelgenomen aan de VoorleesExpress met een begin- en einddatum en weergegeven of het consultatiebureau (CJG) ene VVE-indicatie heeft verstrekt.

L

Artikel 24 Overgangsrecht voor het subsidiejaar 2018 komt te vervallen en wordt vervangen door:

Artikel 24 Overgangsrecht voor het subsidiejaar 2025

  • 1.

    Voor doelgroeppeuters die een contract voor 14 of 17,5 uur per week hebben met een startdatum voor 1 januari 2025, blijft de ouderbijdrage over 7 uur per week gehandhaafd voor de resterende plaatsingsperiode en

  • 2.

    voor reguliere peuters die in de periode tussen 1 januari 2025 en de voorjaarsvakantie 4 jaar worden, blijft de ouderbijdrage over 7 uur per week gehandhaafd voor de resterende plaatsingsperiode, ook als het aanbod naar 8 uur per week gaat.

Slotbepalingen

  • 1.

    Deze wijzigingsverordening treedt in werking op 1 januari 2025 en vervangt de wijzigingsverordening subsidies onderwijs en opvang 2019.

  • 2.

    Aanvragen die zijn ingediend onder de Verordening Subsidies onderwijs en opvang 2019 en waarop nog niet is beslist bij het in werking treden van deze verordening, worden afgehandeld krachtens deze verordening.

  • 3.

    Deze verordening kan worden aangehaald als “Wijzigingsverordening subsidies onderwijs en opvang 2025”

 

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van 26 november 2024,

Burgemeester en wethouders van Nunspeet,

de secretaris, de burgemeester,

A. Heijkamp C.W.J. Blom

Naar boven