Hoofdstuk 2
|
Dienstverlening en besluiten in het kader van de Omgevingswet
|
|
Paragraaf 2.1
|
Algemene bepalingen
|
|
Artikel 2.1
|
Definities
|
|
1.
|
Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.
|
|
2.
|
In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.
|
|
3.
|
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
|
|
|
binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het verboden is deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan;
|
|
|
binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het verboden is deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet;
|
|
4.
|
aanlegkosten: de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk, OF het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen (de aannemingssom), de omzetbelasting niet inbegrepen, en indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden de prijs die aan een derde in het economische verkeer zou moeten worden betaald voor het voor het tot stand brengen van de werken of de werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de opgave of raming niet deugdelijk wordt geacht, dient een gespecificeerde begroting te worden overgelegd. Blijft de aanvrager in gebreke de aannemingssom in de aanvraag te vermelden of de gevraagde gespecificeerde begroting te overleggen, of kunnen burgemeester en wethouders zich met de opgegeven aanlegkosten niet verenigen, dan stellen zij het bedrag van de aanlegkosten vast;
|
|
5.
|
bouwkosten: de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in hoofdstuk 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012(UAV 2012, Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een gespecificeerde raming van de bouwkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft;
|
|
6.
|
aanvraag, melding, of informatieplicht opstellen: als de initiatiefnemer een aanvraag, melding of informatieplicht moet indienen, wordt deze digitaal opgesteld. In het digitaal stelsel heet dit een verzoek. Het verzoek bestaat uit één of meer wettelijk vastgelegde activiteiten.
|
|
Artikel 2.2
|
Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven
|
|
|
Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:
|
|
a.
|
conceptverzoek;
|
|
b.
|
een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit;
|
|
c.
|
een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet;
|
|
d.
|
toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet;
|
|
e.
|
een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning;
|
|
f.
|
intrekking van een omgevingsvergunning;
|
|
g.
|
wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d;
|
|
h.
|
een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g.
|
|
Artikel 2.3
|
Bepalen tarief
|
|
1.
|
De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk.
|
|
2.
|
Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten.
|
|
3.
|
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12.
|
|
4.
|
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13.
|
|
5.
|
Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.
|
|
6.
|
In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.
|
|
Paragraaf 2.2
|
Voorfase
|
|
Artikel 2.4
|
Conceptverzoek
|
|
1.
|
Voordat een formele aanvraag om een besluit als bedoeld in de overige paragrafen van deze titel wordt ingediend en betrekking heeft op een conceptverzoek over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief:
|
|
a.
|
voor een informatievraag (een korte telefonische check op de vergunning om te bepalen of deze nodig is, en zo ja, welke informatie is benodigd om de aanvraag in te dienen)
|
€ 0,00
|
b.
|
toetsing aan het omgevingsplan inclusief eenmalige toets aan welstand. De leges als opgenomen onder artikel 2.50 lid 1 onder b worden niet in rekening gebracht
|
€ 155,00
|
c.
|
toetsing aan het omgevingsplan waarbij een strijdigheid wordt geconstateerd niet zijnde een strijdigheid rondom gebruik. Eenmalige toetsing globaal aan stedenbouwkundige en/of landschappelijke eisen en eenmalige welstandtoets. De leges als opgenomen onder artikel 2.50 lid 1 onder b worden niet in rekening gebracht
|
€ 210,00
|
d.
|
toetsing aan het omgevingsplan waarbij een strijdigheid wordt geconstateerd rond bouwen en/ of gebruik. Eenmalige toetsing aan stedenbouwkundige en/of landschappelijke eisen en eenmalige welstandtoets en 1 extra toetsing. De leges als opgenomen onder artikel 2.50 lid 1 onder b worden niet in rekening gebracht
|
€ 600,00
|
e.
|
In geval dat de behandeling/ beoordeling van uw concept verzoek bovenstaande handelingen (toetsingen) overstijgt door aard en/ of omvang van uw concept verzoek, of uw concept verzoek een wijziging omgevingsplan betreft, bedraagt het tarief: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
2.
|
Het op grond van het eerste lid, onderdeel e verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
Artikel 2.4a
|
Nadere beoordeling plan, beoordeling rapporten
|
|
|
Nadat uit de beoordeling van het in een concept verzoek voorgelegde plan ambtelijk als kansrijk is beoordeeld, bedraagt het tarief voor een nadere beoordeling van het plan:
|
|
a.
|
toets stedenbouwkundig plan (1 beoordeling en 1 herhaalde beoordeling)
|
€ 351,15
|
b.
|
voor de beoordeling van een milieukundig of archeologisch bodemrapport, een vooronderzoek naar het historische gebruik en naar de bodemgesteldheid en een verkennend onderzoek naar de bodemgesteldheid(1 beoordeling en 1 herhaalde beoordeling)
|
€ 351,15
|
c.
|
voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport
|
€ 351,15
|
Artikel 2.4b
|
Principeverzoek
|
|
|
Nadat uit de beoordeling van het in een concept verzoek voorgelegde plan ambtelijk als kansrijk is beoordeeld en door initiatief nemer verzocht wordt om een besluit op het ingediende principeverzoek bedraagt het tarief:
|
|
a.
|
Voorbereiding Principe besluit college op ingediend principe verzoek
|
€ 600,00
|
Paragraaf 2.3
|
Activiteiten met betrekking tot bouwwerken
|
|
Artikel 2.5
|
Bouwactiviteit (bouwtechnische deel)
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
1.
|
met een woonfunctie
|
€ 3,10
|
|
per m³, met een minimumtarief van
|
€ 102,27
|
2.
|
met een agrarische of industrie-functie
|
€ 3,23
|
|
per m² vloeroppervlak, met een minimumtarief van
|
€ 102,27
|
3.
|
met een overige functie, per m³
|
€ 3,26
|
|
per m³, met een minimumtarief van
|
€ 102,27
|
4.
|
voor bouwwerken geen gebouw zijnde, civiel technische bouwwerken, voor tijdelijke bouwwerken met een instandhoudingstermijn van minder dan tien jaar, voor onderhoudswerkzaamheden aan gebouwen, functiewijzigingen in bestaande gebouwen, woningtoevoeging en woningonttrekking
|
0,75%
|
|
van de bouwkosten, met een minimumtarief van
|
€ 102,27
|
Artikel 2.6
|
Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit (ruimtelijke deel)
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, het in stand houden of gebruiken van het te bouwen bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
1.
|
met een woonfunctie:
|
|
a.
|
tot en met 50 m³
|
€ 6,62
|
|
per m³, met een minimumtarief van
|
€ 238,63
|
b.
|
vanaf 50,01 m³ tot en met 650 m³
|
€ 331,10
|
|
vermeerderd met
|
€ 7,22
|
|
per m³, waarmee de 50m³ te boven gaat;
|
|
c.
|
vanaf 650,01 m³
|
€ 4.695,60
|
|
vermeerderd met
|
€ 7,83
|
|
per m³, boven de 650 m³;
|
|
2.
|
met een agrarische of industrie-functie:
|
|
a.
|
tot en met 50 m²
|
€ 6,91
|
|
per m², met een minimumtarief van
|
€ 238,63
|
b.
|
vanaf 50,01 m² tot en met 650 m²
|
€ 345,54
|
|
vermeerderd met
|
€ 7,54
|
|
per m², waarmee de 50 m² te boven gaat;
|
|
c.
|
vanaf 650,01 m²
|
€ 4.900,35
|
|
vermeerderd met
|
€ 8,17
|
|
per m², boven de 650 m²;
|
|
3.
|
met een overige functie:
|
|
a.
|
tot en met 50 m³
|
€ 6,97
|
|
per m³, met een minimumtarief van
|
€ 238,63
|
b.
|
vanaf 50,01 m³ tot en met 650 m³
|
€ 380,10
|
|
vermeerderd met
|
€ 7,60
|
|
per m³, waarmee de 50 m³ te boven gaat;
|
|
c.
|
vanaf 650,01 m³
|
€ 5.353,08
|
|
vermeerderd met
|
€ 8,24
|
|
per m³, boven de 650 m³;
|
|
4.
|
voor bouwwerken geen gebouw zijnde, civiel technische bouwwerken, voor tijdelijke bouwwerken met een instandhoudingstermijn van minder dan tien jaar, voor onderhoudswerkzaamheden aan gebouwen, functiewijzigingen in bestaande gebouwen, woningtoevoeging en woningonttrekking
|
1,75%
|
|
van de bouwkosten, met een minimumtarief van
|
€ 238,63
|
Artikel 2.7
|
Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten
|
€ 359,20
|
Paragraaf 2.4
|
Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed
|
|
Artikel 2.8
|
Omgevingsplanactiviteit: monumenten
|
|
1.
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in de Erfgoedverordening 2017 Gemeente Rheden dan wel het geldende omgevingsplan zodra in een nieuw omgevingsplan opgenomen regels ten behoeve van Erfgoed in de plaats komen van de Erfgoedverordening en in samenhang met artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a of b, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, rijksmonument, voorbeschermd gemeentelijk monument, voorbeschermd provinciaal monument of voorbeschermd rijksmonument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
a.
|
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen
|
€ 358,05
|
b.
|
voor het herstellen of gebruiken op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht
|
€ 358,05
|
Artikel 2.9
|
Rijksmonumentenactiviteit (gereserveerd)
|
|
Artikel 2.10
|
Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in de Erfgoedverordening 2017 Gemeente Rheden dan wel het geldende omgevingsplan zodra in een nieuw omgevingsplan opgenomen regels ten behoeve van Erfgoed in de plaats komen van de Erfgoedverordening en in samenhang met artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit in een rijksbeschermd, provinciaal beschermd of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten
|
€ 358,05
|
Artikel 2.11
|
Omgevingsplanactiviteit: overig cultureel erfgoed en werelderfgoed
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een andere activiteit dan die genoemd in de artikelen 2.8, 2.9 en 2.10 en cultureel erfgoed of werelderfgoed betreft, waarvoor in het omgevingsplan met het oog op het behoud van cultureel erfgoed of van de uitzonderlijke universele waarde van werelderfgoed een verbod is opgenomen om zonder omgevingsvergunning deze activiteit te verrichten, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten
|
€ 358,05
|
Paragraaf 2.5
|
Milieubelastende activiteiten
|
|
Artikel 2.12
|
Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteiten
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer milieubelastende activiteiten:
|
|
a.
|
voor een aanvraag van een omgevingsvergunning die betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit bestaande uit een of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet (milieubelastende activiteit bruidsschat)
|
€ 2.084,72
|
b.
|
voor een milieubelastende activiteit zoals bedoeld in voorgaand onderdeel, waar tevens afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is (uitgebreide procedure)
|
€ 3.692,26
|
Artikel 2.12a
|
Besluit activiteiten leefomgeving (BAL): milieubelastende activiteiten
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer milieubelastende activiteiten:
|
|
a.
|
voor een of meer activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving waarbij de reguliere procedure wordt gevolgd
|
€ 2.084,72
|
b.
|
voor een of meer activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, waar tevens afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is (uitgebreide procedure)
|
€ 3.692,26
|
Artikel 2.13 t/m 2.20
|
(Gereserveerd)
|
|
Paragraaf 2.6
|
Lozingsactiviteiten
|
|
Artikel 2.21
|
Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, en het gaat niet om het lozen van water of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten
|
€ 351,15
|
Artikel 2.22
|
Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, bestaande uit het lozen van afvalwater, koelwater of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten
|
€ 315,15
|
Paragraaf 2.7
|
Aanlegactiviteiten
|
|
Artikel 2.23
|
Omgevingsplanactiviteit: opbreken en graven [gereserveerd]
|
|
Artikel 2.24
|
Omgevingsplanactiviteit: overige activiteiten beperkingengebied leidingen, landschapselement en aardkundige waarde (gereserveerd)
|
|
Artikel 2.25
|
Omgevingsplanactiviteit: geluid weg (gereserveerd)
|
|
Artikel 2.26
|
Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg
|
|
|
Als het verzoek om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 2:11 van de Algemene plaatselijke verordening Rheden, dan wel het geldende omgevingsplan zodra dit artikel wordt omgezet naar een nieuw omgevingsplan, in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten. Het genoemde tarief is exclusief de aanlegkosten. De kosten van de feitelijke aanleg worden doorberekend aan de aanvrager van de omgevingsvergunning
|
€ 565,40
|
Artikel 2.27
|
Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit
|
|
|
Als het verzoek om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening Rheden, dan wel het geldende omgevingsplan zodra dit artikel wordt omgezet naar een nieuw omgevingsplan, in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten. Het genoemde tarief is exclusief de aanlegkosten. De kosten van de feitelijke aanleg worden doorberekend aan de aanvrager van de omgevingsvergunning
|
€ 565,40
|
Artikel 2.28
|
Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten
|
|
a.
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten
|
€ 565,40
|
b.
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet -niet zijnde een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 4:11 van de Algemene Plaatselijke Verordening Rheden, dan wel het geldende omgevingsplan zodra dit artikel wordt omgezet naar een nieuw omgevingsplan, in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bestaande uit het kappen van een boom of het vellen van een houtopstand, bedraagt het tarief
|
€ 351,15
|
c.
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het kappen van een beschermde boom of het vellen van een beschermde houtopstand zoals gedefinieerd in de Beschermde Bomenlijst van de gemeente Rheden welke tevens is een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 4:11 van de Algemene Plaatselijke Verordening Rheden,, dan wel het geldende omgevingsplan zodra dit artikel wordt omgezet naar een nieuw omgevingsplan, in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten
|
€ 0,00
|
Paragraaf 2.8
|
Overige activiteiten
|
|
Artikel 2.29
|
Omgevingsplanactiviteit: alarminstallatie (gereserveerd)
|
|
Artikel 2.30
|
Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bestaande uit het kappen van een beschermde boom of het vellen van een beschermde houtopstand zoals gedefinieerd in de Beschermde Bomenlijst van de gemeente Rheden als bedoeld in artikel 4:11 van de Algemene Plaatselijke Verordening Rheden, dan wel het geldende omgevingsplan zodra dit artikel wordt omgezet naar een nieuw omgevingsplan, in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten
|
€ 0,00
|
Artikel 2.31
|
Omgevingsplanactiviteit: reclame
|
|
|
Als het verzoek om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken of voeren van handelsreclame op of aan een onroerende zaak met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats, waarbij artikel 2.5 of artikel 2.6 niet van toepassing is, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 4:15 van de Algemene Plaatselijke Verordening Rheden, dan wel het geldende omgevingsplan zodra dit artikel wordt omgezet naar een nieuw omgevingsplan, een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief
|
€ 180,25
|
Artikel 2.32
|
Omgevingsplanactiviteit: objecten plaatsen op de weg
|
|
|
Als het verzoek om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit de opslag van roerende zaken in een aangewezen gedeelte van de gemeente, bedoeld in artikel 2:10A van de Algemene plaatselijke verordening Rheden, dan wel het geldende omgevingsplan zodra dit artikel wordt omgezet naar een nieuw omgevingsplan, in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten
|
€ 102,30
|
Artikel 2.33
|
Omgevingsplanactiviteit: standplaatsen (gereserveerd)
|
|
Artikel 2.34
|
Andere activiteiten
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere omgevingsplanactiviteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk
|
€ 348,70
|
Paragraaf 2.9
|
Maatwerkvoorschriften
|
|
Artikel 2.35
|
Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten (gereserveerd)
|
|
Artikel 2.36
|
Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten
|
|
|
Als het verzoek om een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief
|
€ 1.326,64
|
Artikel 2.37
|
Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten (gereserveerd)
|
|
Paragraaf 2.10
|
Gelijkwaardigheid
|
|
Artikel 2.38
|
Gelijkwaardige maatregel
|
|
1.
|
Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op:
|
|
a.
|
een bouwactiviteit, bedraagt het tarief: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld;
|
|
b.
|
een activiteit met betrekking tot cultureel erfgoed, bedraagt het tarief: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld;
|
|
c.
|
een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld;
|
|
d.
|
een andere activiteit dan bedoeld in de onderdelen a, b of c, bedraagt het tarief: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
2.
|
Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
Paragraaf 2.11
|
Overige tarieven
|
|
Artikel 2.39
|
Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit
|
€ 359,20
|
Artikel 2.40
|
Wijzigen omgevingsvergunning
|
|
|
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft.
|
|
Artikel 2.41
|
Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning
|
|
1.
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning
|
€ 359,20
|
2.
|
In afwijking van het eerste lid, indien er naar de omstandigheden beoordeeld sprake is van een, geringe wijziging in het project bedraagt het tarief
|
€ 181,50
|
Artikel 2.42
|
Intrekken omgevingsvergunning
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning, tenzij artikel 2.58 van toepassing is
|
€ 0,00
|
Artikel 2.43
|
Beoordeling aanvullende gegevens
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, in behandeling is genomen
|
€ 0,00
|
Artikel 2.44
|
Beoordeling onderzoeksrapporten
|
|
|
De in artikel 2.49 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ander besluit.
|
|
Artikel 2.45
|
Wijzigen van het omgevingsplan
|
|
1.
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
2.
|
Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
3.
|
Tenzij kostenverhaal op andere wijze met elkaar is overeengekomen.
|
|
Artikel 2.46
|
Niet genoemd besluit op aanvraag
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan
|
€ 180,25
|
Paragraaf 2.12
|
Modaliteiten
|
|
Artikel 2.47a
|
Planologische strijdigheid met het omgevingsplan (waarbij tevens of geen sprake is van een bouwactiviteit)
|
|
1.
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief:
|
|
a.
|
als moet worden beoordeeld of de omgevingsplanactiviteit in overeenstemming is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, onder a, van de Omgevingswet
|
€ 301,00
|
b.
|
voor een omgevingsplanactiviteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan (kleine buitenplanse omgevingsplanactiviteit, conform bijlage B)
|
€ 583,10
|
c.
|
voor een omgevingsplanactiviteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan (buitenplanse omgevingsplanactiviteit, niet zijnde de gevallen zoals opgenomen in bijlage B): de kosten die voor de te voeren procedure zoals voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager schriftelijk is medegedeeld en blijkt uit een begroting die vanwege het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
2.
|
Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
3.
|
Tenzij kostenverhaal op andere wijze met elkaar is overeengekomen.
|
|
Artikel 2.47
|
Achteraf ingediende aanvraag
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met
|
10%
|
Artikel 2.48
|
Uitgebreide voorbereidingsprocedure (gereserveerd)
|
|
Artikel 2.49
|
Beoordeling onderzoeksrapporten
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld:
|
|
a.
|
voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER)
|
€ 359,20
|
b.
|
voor de beoordeling van een milieukundig of archeologisch bodemrapport, een vooronderzoek naar het historische gebruik en naar de bodemgesteldheid en een verkennend onderzoek naar de bodemgesteldheid
|
€ 359,20
|
c.
|
voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport
|
€ 359,20
|
Artikel 2.50
|
Advies
|
|
1.
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet:
|
|
a.
|
voor een advies van de gemeenteraad
|
€ 348,70
|
b.
|
voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie dat uitsluitend betrekking heeft op redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet verhoogd met het tarief zoals vastgesteld volgens de in deze tarieventabel als bijlage A opgenomen tariefregeling van het Gelders Genootschap;
|
|
c.
|
voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in het eerste lid, onderdeel a: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
2.
|
Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
Artikel 2.51
|
Instemming
|
|
1.
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan:
|
|
|
het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn.
|
|
2.
|
Het bedrag bedoeld in het eerste lid wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
Paragraaf 2.13
|
Vermindering
|
|
Artikel 2.52
|
Vermindering na conceptverzoek
|
|
1.
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.8, is voorafgegaan door een aanvraag voor een conceptverzoek als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel a, en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. De vermindering bedraagt
|
50%
|
|
van de voor het conceptverzoek geheven leges.
|
|
2.
|
Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om een conceptverzoek gedaan:
|
|
a.
|
voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop het conceptverzoek betrekking had;
|
|
b.
|
in overeenstemming met de uitkomsten van het conceptverzoek; en
|
|
c.
|
binnen 6 maanden na het laatste conceptverzoek of, als het conceptverzoek volgens afspraak leidt tot een kennisgeving aan de aanvrager, na de dagtekening van de kennisgeving.
|
|
Artikel 2.53
|
Vermindering bij meervoudige aanvraag (gereserveerd)
|
|
Paragraaf 2.14
|
Teruggaaf
|
|
Artikel 2.54
|
Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig
|
|
|
Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt
|
85%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.
|
|
Artikel 2.55
|
Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten
|
|
|
Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt
|
85%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.
|
|
Artikel 2.56
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure
|
|
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat:
|
|
a.
|
bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen vier weken na de indiening van de aanvraag
|
75%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;
|
|
b.
|
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf vier weken tot zes weken na de indiening van de aanvraag
|
50%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;
|
|
c.
|
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken na de indiening van de aanvraag
|
25%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.
|
|
Artikel 2.57
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure
|
|
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat:
|
|
a.
|
bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen zes weken na de indiening van de aanvraag
|
50%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;
|
|
b.
|
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken tot achttien weken na de indiening van de aanvraag
|
25%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;
|
|
c.
|
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf achttien weken na de indiening van de aanvraag
|
12,5%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.
|
|
Artikel 2.58
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten
|
|
|
Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 6 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt
|
25%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.
|
|
Artikel 2.59
|
Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten
|
|
a.
|
Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt
|
25%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges.
|
|
b.
|
Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.
|
|
Artikel 2.60
|
Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten
|
|
|
In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12.
|
|
Artikel 2.61
|
Minimumbedrag voor teruggaaf
|
|
|
Een bedrag minder dan € 150,00 wordt niet teruggegeven.
|
|