Artikel 1 Definities
Deze verordening verstaat onder:
- a.
‘dag’: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;
- b.
‘week’: een aaneengesloten periode van zeven dagen;
- c.
‘maand’: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;
- d.
‘jaar’: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;
- e.
‘kalenderjaar’: de periode van 1 januari tot en met 31 december.
Artikel 2. Belastbaar feit
Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:
- a.
het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit;
- b.
het verlenen van een dienst op aanvraag; of
- c.
het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een document; een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
Artikel 3. Belastingplicht
Belastingplichtig is de aanvrager of degene voor wie de aanvraag is gedaan.
Artikel 4. Vrijstellingen
Leges worden niet geheven voor:
- a.
diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 13.6 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald;
- b.
diensten die ingevolge wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend;
Artikel 5. Maatstaven van heffing en tarieven
- 1.
De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
- 2.
Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
Artikel 6. Wijze van heffing
- 1.
De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur, of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
- 2.
Indien de leges, op het moment van het in behandeling nemen van een aanvraag om een dienst, niet tot het definitieve bedrag kunnen worden vastgesteld, kan een voorlopige vordering worden opgelegd tot ten hoogste het bedrag waarop de vordering vermoedelijk zal worden vastgesteld.
Artikel 7. Termijnen van betaling
- 1.
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 6:
- a.
mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;
- b.
schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen zes weken ná de dagtekening van de kennisgeving;
- c.
langs elektronische weg in het aanvraagproces wordt gedaan onverwijld, dan wel als die mogelijkheid wordt geboden binnen zes weken na het indienen van de aanvraag langs elektronische weg;
- d.
langs elektronische weg na indiening van de aanvraag wordt gedaan, binnen zes weken ná dagtekening van de kennisgeDe Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
- 2.
De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
Artikel 8. Kwijtschelding
Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 9. Vermindering of teruggaaf
Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst, besluit of handeling wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst, besluit of handeling in die tarieventabel opgenomen bepaling.
Artikel 10. Overdracht van bevoegdheden
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:
- a.
van zuiver redactionele aard zijn;
- b.
een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende paragrafen of artikelen van hoofdstuk 1 van de tarieventabel betreft:
- 1.
paragraaf 1.2 (reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart);
- 2.
paragraaf 1.3 (rijbewijzen);
- 3.
artikel 1.17 (schriftelijke verstrekking uit de basisregistratie personen);
- 4.
artikel 1.25, onder a (verklaring omtrent het gedrag);
- 5.
artikel 1.31 (Wet op de kansspelen);
een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.
Artikel 11. Overgangsrecht
- 1.
De ‘Legesverordening Rucphen 2024’, zoals laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 13 december 2023, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
- 2.
Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 12, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.
Artikel 12. Inwerkingtreding
- 1.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
- 2.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2025.
Artikel 13. Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: Legesverordening Rucphen 2025.
Aldus vastgesteld door
de raad van de gemeente Rucphen
in zijn openbare vergadering van 11 december 2024,
|
|
de griffier,
|
de voorzitter,
|
|
|
|
J.J.H. Lahaije.
|
mr. M. van der Meer Mohr.
|
Tarieventabel behorende bij de "Legesverordening Rucphen 2025"
Indeling tarieventabel
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE DIENSTVERLENING
Paragraaf
1.1 Burgerlijke stand
1.2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart
1.3 Rijbewijzen
1.4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens
1.5 [leeg]
1.6 Vastgoedinformatie
1.7 Overige publiekszaken
1.8 [leeg]
1.9 Bijzondere wetten
1.10 Diversen
HOOFDSTUK 2 DIENSTVERLENING EN BESLUITEN IN HET KADER VAN DE OMGEVINGSWET
Paragraaf
2.1 Algemene bepalingen
2.2 Voorfase
2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken
2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed
2.5 Milieubelastende activiteiten
2.6 Lozingsactiviteiten
2.7 Aanlegactiviteiten
2.8 Overige activiteiten
2.9 Maatwerkvoorschriften
2.10 Gelijkwaardigheid
2.11 Overige tarieven
2.12 Modaliteiten
2.13 Vermindering
2.14 Teruggaaf
HOOFDSTUK 3 DIENSTVERLENING VALLEND ONDER DE DIENSTENRICHTLIJN EN NIET VALLEND ONDER HOOFDSTUK 2
Paragraaf
3.1 Horeca
3.2 Seksbedrijven
3.3 Winkeltijdenwet
3.4 Organiseren evenement of markt
3.5 Standplaatsen
3.6 [leeg]
3.7 In dit hoofdstuk niet benoemd besluit
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE DIENSTVERLENING
Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand
1.1
|
Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap
|
|
1.
|
Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap waarbij gebruik wordt gemaakt van de trouwzaal of een andere door de gemeente aangewezen ruimte op:
|
|
a.
|
maandag en woensdag om 9.00 uur:
|
€ 0,00
|
b.
|
maandag tot en met vrijdag, met uitzondering van de onder a. genoemde tijdstippen, tussen 9.00 uur en 16.00 uur:
|
€ 425,30
|
c.
|
zaterdag of op een door het college van burgemeester en wethouders aangewezen brugdag tussen 10.00 uur en 16.00 uur:
|
€ 952,35
|
d.
|
zon- en feestdagen en buiten de onder b. en c. genoemde tijdstippen, worden géén huwelijken voltrokken of partnerschappen geregistreerd. Bij toepassing van artikel 6. lid 5 van het Reglement op de burgerlijke stand gemeente Rucphen wordt het tarief onder c. gehanteerd.
|
|
2.
|
Het bedrag dat op grond van het eerste lid verschuldigd is wordt
|
|
1.
|
voor de voltrekking van een huwelijk, registratie van een partnerschap op een externe trouwlocatie vermeerderd met:
|
€ 198,55
|
1.2
|
Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk
|
|
1.
|
Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk als daarbij gebruik gemaakt wordt van de trouwzaal of een andere door de gemeente hiertoe aangewezen ruimte op:
|
|
a.
|
maandag en woensdag om 9.00 uur:
|
€ 0,00
|
b.
|
maandag tot en met vrijdag, met uitzondering van de onder a. genoemde tijdstippen, tussen 9.00 uur en 16.00 uur:
|
€ 425,30
|
c.
|
zaterdag of op een door het college van burgemeester en wethouders aangewezen brugdag tussen 10.00 uur en 16.00 uur:
|
€ 952,35
|
d.
|
zon- en feestdagen en buiten de onder b. en c. genoemde tijdstippen, worden géén huwelijken voltrokken of partnerschappen geregistreerd. Bij toepassing van artikel 6. lid 5 van het Reglement op de burgerlijke stand gemeente Rucphen wordt het tarief onder 1.2.c. gehanteerd.
|
|
2.
|
Het bedrag dat op grond van het eerste lid verschuldigd is wordt
|
|
1.
|
voor de voltrekking van een huwelijk, registratie van een partnerschap op een externe trouwlocatie vermeerderd met:
|
€ 198,55
|
1.3
|
Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap in bijzonder huis
|
|
|
Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek:
|
€ 50,00
|
1.4
|
Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk in bijzonder huis
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek:
|
€ 50,00
|
1.5
|
Aanwijzing buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor één dag
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om bij besluit een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand aan te wijzen voor één dag:
|
|
a.
|
als beëdiging bij de rechtbank al heeft plaatsgevonden:
|
€ 80,70
|
b.
|
als beëdiging bij de rechtbank nog niet heeft plaatsgevonden:
|
€ 430,30
|
1.6
|
Beschikbaar stellen getuige door gemeente
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het door de gemeente beschikbaar stellen van een getuige voor de huwelijksvoltrekking of de registratie van een partnerschap, per getuige:
|
€ 42,45
|
|
Deze toeslag wordt ook in rekening gebracht bij het kosteloos voltrekken van een huwelijk of registreren van een partnerschap, als bedoeld in artikelen 1.1.1.a en 1.2.1.a.
|
|
1.7
|
Annuleren of wijzigen datum
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een gereserveerde datum voor de huwelijksvoltrekking, registratie van het partnerschap of omzetting van het geregistreerd partnerschap in een huwelijk te wijzigen binnen een periode van veertien dagen voorafgaand aan die gereserveerde datum:
|
€ 107,55
|
|
Bij annulering van een gereserveerde datum voor de huwelijksvoltrekking, registratie van het partnerschap of omzetting van het geregistreerd partnerschap in een huwelijk wordt
|
50,00%
|
|
van de verschuldigde leges gerestitueerd.
|
|
|
Deze toeslag wordt ook in rekening gebracht bij het kosteloos voltrekken van een huwelijk of registreren van een partnerschap, als bedoeld in artikelen 1.1.1.a en 1.2.1.a.
|
|
1.8
|
Trouwboekje of partnerschapsboekje
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het verstrekken van een trouwboekje of partnerschapsboekje in een normale uitvoering:
|
€ 30,55
|
Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart
1.9
|
Paspoorten of andere reisdocumenten
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van:
|
|
a.
|
een nationaal paspoort:
|
|
1.
|
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:
|
€ 86,85
|
2.
|
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:
|
€ 65,70
|
b.
|
een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel a (zakenpaspoort):
|
|
1.
|
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:
|
€ 86,85
|
2.
|
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:
|
€ 65,70
|
c.
|
een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):
|
|
1.
|
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:
|
€ 86,85
|
2.
|
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:
|
€ 65,70
|
d.
|
een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen:
|
€ 65,70
|
1.10
|
Nederlandse identiteitskaart
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van:
|
|
a.
|
een Nederlandse identiteitskaart:
|
|
1.
|
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:
|
€ 78,50
|
2.
|
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:
|
€ 42,35
|
b.
|
een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon:
|
€ 38,25
|
1.11
|
Modaliteiten
|
|
1.
|
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:
|
|
a.
|
voor de versnelde uitreiking van een in de artikelen 1.9 en 1.10, onder a, genoemd document, zijnde een toeslag op de in die artikelen genoemde bedragen:
|
€ 59,10
|
|
|
|
Paragraaf 1.3 Rijbewijzen
1.12
|
Rijbewijzen
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs:
|
€ 52,10
|
1.13
|
Modaliteiten
|
|
1.
|
Het tarief genoemd in artikel 1.12 wordt:
|
|
a.
|
bij een spoedlevering vermeerderd met:
|
€ 39,65
|
b.
|
bij een aanvraag in verband met vermissing van een eerder afgegeven rijbewijs vermeerderd met:
|
€ 27,00
|
2.
|
De verhogingen genoemd in het eerste lid zijn in voorkomend geval cumulatief verschuldigd.
|
|
Paragraaf 1.4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens
1.14
|
Definities
|
|
|
Voor de toepassing van artikel 1.15 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.
|
|
1.15
|
Verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
|
|
a.
|
tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking:
|
€ 9,00
|
1.16
|
[leeg]
|
|
1.17
|
Schriftelijke verstrekking
|
|
|
In afwijking van artikel 1.15 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen:
|
€ 9,00
|
1.18
|
Op aanvraag doornemen basisregistratie personen
|
|
1.
|
Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doornemen van de basisregistratie personen, voor ieder daaraan te besteden kwartier:
|
€ 26,90
|
2.
|
Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
Paragraaf 1.5 [leeg]
Paragraaf 1.6 Vastgoedinformatie
1.21
|
Plan- of kaartinformatie
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:
|
|
a.
|
informatie van de gemeentelijke kadastrale balie (Kadaster online):
|
€ 18,95
|
b.
|
informatie over de bodemgesteldheid, per kadastraal perceelnummer:
|
€ 59,60
|
|
met een maximum tarief per aanvraag van:
|
€ 596,00
|
1.22
|
[leeg]
|
|
1.23
|
[leeg]
|
|
Paragraaf 1.7 Overige publiekszaken
1.24
|
[leeg]
|
|
1.25
|
Overige publiekszaken
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
|
|
a.
|
tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag:
|
€ 41,35
|
b.
|
tot het legaliseren van een handtekening:
|
€ 10,70
|
Paragraaf 1.8 [leeg]
1.26
|
[leeg]
|
|
1.27
|
[leeg]
|
|
1.28
|
[leeg]
|
|
Paragraaf 1.9 Bijzondere wetten
1.29
|
[leeg]
|
|
1.30
|
Leegstandwet
|
|
1.
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:
|
|
a.
|
een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet:
|
€ 119,20
|
b.
|
verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, negende lid, van de Leegstandwet:
|
€ 59,60
|
2.
|
Als aanvragen als bedoeld in het eerste lid, onderdelen a en b, gelijktijdig worden ingediend en woonruimten in hetzelfde gebouw, zoals een flat, een school of een kantoor betreffen, worden de in die onderdelen bedoelde leges slechts eenmaal geheven.
|
|
1.31
|
Wet op de kansspelen
|
|
1.
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:
|
|
a.
|
voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat:
|
€ 56,50
|
b.
|
voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten, voor de eerste kansspelautomaat:
|
€ 56,50
|
|
en voor iedere volgende kansspelautomaat:
|
€ 34,00
|
c.
|
voor één kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd:
|
€ 226,50
|
d.
|
voor twee of meer kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd, voor de eerste kansspelautomaat:
|
€ 226,50
|
|
en voor iedere volgende kansspelautomaat:
|
€ 136,00
|
2.
|
Het eerste lid, onderdelen a en b, is van overeenkomstige toepassing als de vergunning geldt voor een tijdvak korter dan twaalf maanden of langer dan twaalf maanden maar ten hoogste vier jaar, met dien verstande dat de daar genoemde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagd respectievelijk verhoogd worden.
|
|
3.
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning):
|
€ 0,00
|
1.32
|
Telecommunicatiewet
|
|
1.
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, van de Telecommunicatiewet en artikel 5, eerste lid van de ‘Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuur Gemeente Rucphen 2016’:
|
|
a.
|
indien de melding betrekking heeft op een tracé vanaf 0 tot 10 strekkende meter:
|
€ 78,25
|
b.
|
indien de melding betrekking heeft op een tracé vanaf 10 tot 500 strekkende meter:
|
€ 460,70
|
d.
|
indien het betreft projecten met graafwerkzaamheden over een tracélengte vanaf 500 meter tot 1.000 meter, wordt het tarief per strekkende meter verhoogd met:
|
€ 0,92
|
e.
|
indien het betreft projecten met graafwerkzaamheden over een tracélengte vanaf 1.000 meter, verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de melding aan de melder meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
f.
|
indien met betrekking tot een melding onderzoek naar de status van de kabel plaatsvindt, verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de melding aan de melder meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
2.
|
Indien een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel c en d, is uitgebracht, wordt een melding in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de melder ter kennis is gebracht, tenzij de melding voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
3.
|
Het tarief bedraagt voor het op aanvraag houden van vooroverleg, eventueel gecombineerd met de afhandeling van een verzoek tot bezichtiging, om een indicatie te krijgen van de mogelijkheden voor medegebruik van publieke infrastructuur van de gemeente voor de plaatsing van small cells als bedoeld in artikel 5c.2, eerste lid, van de Telecommunicatiewet:
|
50,00%
|
|
van de leges zoals deze bij een daadwerkelijke verzoek tot medegebruik overeenkomstig het vierde lid zouden worden vastgesteld.
|
|
4.
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek tot medegebruik van publieke infrastructuur van de gemeente voor de plaatsing van small cells als bedoeld in artikel 5c.2, eerste lid, van de Telecommunicatiewet:
|
|
a.
|
voor medegebruik van 1 tot en met 20 gemeentelijke objecten:
|
€ 460,70
|
b.
|
voor medegebruik van 21 tot en met 40 gemeentelijke objecten:
|
€ 556,40
|
c.
|
voor medegebruik van 41 tot en met 60 gemeentelijke objecten:
|
€ 652,05
|
d.
|
voor medegebruik van 61 tot en met 80 gemeentelijke objecten:
|
€ 747,75
|
e.
|
voor medegebruik van 81 tot en met 100 gemeentelijke objecten:
|
€ 843,45
|
f.
|
voor medegebruik van 101 tot en met 120 gemeentelijke objecten:
|
€ 939,10
|
g.
|
voor medegebruik van 121 tot en met 140 gemeentelijke objecten:
|
€ 1.034,80
|
h.
|
voor medegebruik van 141 tot en met 160 gemeentelijke objecten:
|
€ 1.130,50
|
i.
|
voor medegebruik van 161 tot en met 180 gemeentelijke objecten:
|
€ 1.226,15
|
j.
|
voor medegebruik van 181 of meer gemeentelijke objecten:
|
€ 1.321,85
|
5.
|
Als het verzoek bedoeld in het vierde lid is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg als bedoeld in het derde lid, bestaat aanspraak op teruggaaf van
|
50,00%
|
|
van de voor het vooroverleg geheven leges als het verzoek:
|
|
a.
|
hetzelfde medegebruik betreft als waarop het vooroverleg betrekking had;
|
|
b.
|
in overeenstemming is met de uitkomsten van het vooroverleg; en
|
|
c.
|
is gedaan binnen twaalf weken na het laatste vooroverleg.
|
|
1.33
|
Wegenverkeerswetgeving
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:
|
|
a.
|
een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990:
|
€ 71,75
|
b.
|
een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen:
|
€ 71,75
|
c.
|
verstrekking van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW):
|
|
1.
|
indien een medisch advies wél noodzakelijk is:
|
€ 210,20
|
2.
|
indien een medisch advies niet noodzakelijk is:
|
€ 95,70
|
d.
|
tot het verstrekken van een duplicaat of het doorvoeren van een wijziging van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW):
|
€ 47,85
|
e.
|
tot het verstrekken van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW), indien er sprake is van een herhalingsaanvraag:
|
€ 95,70
|
f.
|
tot het beschikbaar stellen van een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats op kenteken:
|
€ 432,25
|
Paragraaf 1.10 Diversen
1.34
|
Gewaarmerkte afschriften, kopieën, stukken of uittreksels
|
|
1.
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:
|
|
a.
|
gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina:
|
€ 10,70
|
b.
|
een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:
|
€ 53,80
|
c.
|
stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina:
|
€ 10,70
|
d.
|
kopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:
|
|
1.
|
per pagina op papier van A4-formaat:
|
€ 0,10
|
2.
|
per pagina op papier van een ander formaat:
|
€ 0,20
|
e.
|
kaarten en tekeningen voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per kaart of tekening:
|
€ 15,00
|
f.
|
een kleurenkopie van een luchtfoto voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:
|
|
1.
|
op papier van A4-formaat:
|
€ 15,00
|
2.
|
op papier van A3-formaat:
|
€ 20,00
|
3.
|
op papier van A2-formaat:
|
€ 25,00
|
4.
|
op papier van A1-formaat:
|
€ 40,00
|
5.
|
op papier van A0-formaat:
|
€ 50,00
|
g.
|
boekwerken van gemeentelijke uitgaven. voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:
|
|
1.
|
van maximaal 25 pagina’s:
|
€ 2,50
|
2.
|
van meer dan 25, en maximaal 50 pagina’s:
|
€ 5,00
|
3.
|
van meer dan 50, en maximaal 100 pagina’s:
|
€ 10,00
|
4.
|
boven 100 pagina’s, wordt het tarief verhoogd met een bedrag per pagina van:
|
€ 0,10
|
h.
|
De tarieven voor verstrekking in digitale vorm zijn gelijk aan de tarieven in de subonderdelen d tot en met g.
|
|
2.
|
Het tarief bedraagt, indien voor de behandeling van een aanvraag extra ambtelijke ondersteuning/inzet nodig is, voor ieder kwartier of gedeelte daarvan na voorafgaande prijsopgave:
|
€ 26,90
|
3.
|
Bij verzending van producten of stukken per post, wordt het verschuldigde tarief verhoogd met een bedrag voor administratie- en portokosten:
|
|
a.
|
voor binnenlandse bestellingen:
|
€ 6,20
|
b.
|
voor bestellingen uit het buitenland:
|
€ 7,50
|
1.35
|
Diverse vergunningen of beschikkingen
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
|
|
a.
|
voor het faciliteren van leerlingenvervoer, waarbij uit de medische keuring blijkt dat er géén sprake is van een handicap:
|
€ 114,50
|
b.
|
tot het verlenen van ontheffing/vergunning op grond van de Algemeen plaatselijke verordening (APV) voor het plaatsen van oplaadpalen/-infrastructuur in de openbare ruimte en het nemen van verkeersbesluiten tot het aanwijzen van parkeerplaatsen voor het opladen van elektrische voertuigen:
|
€ 412,55
|
c.
|
tot het in exploitatie nemen van een kindercentrum, gastouderbureau, peuterspeelzaal of voorziening voor gastouderopvang:
|
€ 169,80
|
d.
|
tot het verkrijgen van een vergunning voor het collecteren:
|
€ 0,00
|
HOOFDSTUK 2 DIENSTVERLENING EN BESLUITEN IN HET KADER VAN DE OMGEVINGSWET
Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen
2.1
|
Definities
|
|
1.
|
Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.
|
|
2.
|
In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.
|
|
3.
|
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
|
|
|
binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan;
|
|
|
binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet;
|
|
4.
|
In aanvulling op de in bijlage I bij de Omgevingsregeling opgenomen omschrijving van het begrip ‘bouwkosten’ betreffen de in die omschrijving:
- onder a genoemde Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 de voorwaarden die bekendgemaakt zijn in Staatscourant 2012, 1567;
- onder b bedoelde bouwkosten de kosten voor de fysieke realisatie (het bouwen) van het bouwwerk;
- onder c bedoelde prijs de prijs exclusief omzetbelasting.
|
|
5.
|
In afwijking van bijlage I bij de Omgevingsregeling wordt onder bouwkosten verstaan de normbouwkosten voor de bouwactiviteit, als daarin is voorzien in de bij deze tarieventabel behorende “Beleidsregel berekening bouwkosten leges gemeente Rucphen 2021” en de bij de aanvraag opgegeven bouwkosten meer dan 20% afwijken van de normbouwkosten bij bouwkosten tot € 25.000,00 en 10% bij bouwkosten vanaf € 25.000,00.
|
|
2.2
|
Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven
|
|
|
Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:
|
|
a.
|
een conceptaanvraag;
|
|
b.
|
een principebesluit;
|
|
c.
|
een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit;
|
|
d.
|
een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet;
|
|
e.
|
toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet;
|
|
f.
|
een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning;
|
|
g.
|
intrekking van een omgevingsvergunning;
|
|
h.
|
wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen c, d en e;
|
|
i.
|
een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen c tot en met h.
|
|
2.3
|
Bepalen tarief
|
|
1.
|
De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk
|
|
2.
|
Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten.
|
|
3.
|
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12.
|
|
4.
|
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13.
|
|
5.
|
Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.
|
|
6.
|
In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.
|
|
Paragraaf 2.2 Voorfase
2.4.1
|
Conceptverzoek
|
|
|
Als de aanvraag betrekking heeft op een concept(vergunning)verzoek over één of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen 25% van de leges zoals deze bij een daadwerkelijke aanvraag om een omgevingsvergunning voor het project zouden worden vastgesteld.
|
|
2.4.2
|
Principeverzoek
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een principe-aanvraag die leidt tot een standpunt van het college met betrekking tot een ruimtelijke ontwikkeling die niet past in het omgevingsplan:
|
|
a.
|
per behandeling op de intaketafel:
|
€ 953,55
|
b.
|
per behandeling op de omgevingstafel:
|
€ 4.767,65
|
2.4.3
|
Verklaring vergunningsvrij bouwen
|
|
|
Een schriftelijke verklaring dat een bouwactiviteit vergunningsvrij kan worden uitgevoerd bedraagt het tarief:
|
€ 119,20
|
Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken
2.5
|
Bouwactiviteit (bouwtechnische deel)
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
a.
|
over het deel van de bouwkosten vanaf € 0 tot € 100.000:
|
1,00 %
|
|
van de bouwkosten, met een minimum van:
|
€ 187,55
|
b.
|
over het deel van de bouwkosten vanaf € 100.000: van de bouwkosten:
|
0,80 %
|
|
van de bouwkosten, met een maximum van:
|
€ 220.500,00
|
2.6
|
Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel)
|
|
2.6.1
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, het in stand houden of gebruiken van het te bouwen bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
a.
|
over het deel van de bouwkosten vanaf € 0 tot € 100.000:
|
1,45%
|
|
van de bouwkosten, met een minimum van:
|
€ 187,55
|
b.
|
over het deel van de bouwkosten vanaf € 100.000: van de bouwkosten:
|
0,67%
|
|
van de bouwkosten, met een maximum van:
|
€ 220.500,00
|
c.
|
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht wordt het tarief onder 2.6.1 onder a en onder b verhoogd met:
|
€ 900,00
|
2.6.2
|
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit wordt het tarief onder 2.6.1 onder a en b verhoogd met:
|
|
a.
|
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit vermeld op bijlage I bij deze tabel:
|
€ 476,75
|
b.
|
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit vermeld op bijlage II bij deze tabel:
|
€ 1.311,10
|
c.
|
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit waarvoor advies nodig is van de gemeenteraad:
|
€ 9.813,10
|
2.7
|
Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 119,20
|
Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed
2.8
|
Omgevingsplanactiviteit: monumenten
|
|
1.
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, voorbeschermd gemeentelijk monument of voorbeschermd provinciaal monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
a.
|
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van artikel 13 van de 'Erfgoedverordening gemeente Rucphen 2019' in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit:
|
|
1.
|
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:
|
€ 238,40
|
2.
|
voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:
|
€ 238,40
|
b.
|
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:
|
|
1.
|
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:
|
€ 238,40
|
2.
|
voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:
|
€ 238,40
|
c.
|
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:
|
|
1.
|
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:
|
€ 238,40
|
2.
|
voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:
|
€ 238,40
|
2.
|
Als de in het eerste lid bedoelde aanvraag een archeologisch monument betreft, worden de in het eerste lid genoemde tarieven verhoogd met:
|
€ 238,40
|
3.
|
Het eerste lid, aanhef en onder a, en tweede lid, is van overeenkomstige toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning met betrekking tot een monument of archeologisch monument dat op grond van de 'Erfgoedverordening gemeente Rucphen 2019' is aangewezen respectievelijk waarop, voordat het is aangewezen, die verordening van overeenkomstige toepassing is. De vorige volzin is van toepassing:
a. als het gaat om een aangewezen monument of archeologisch monument: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven; en
b. als het gaat om een monument of archeologisch monument waarop voordat het is aangewezen de verordening van overeenkomstige toepassing is: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven of het omgevingsplan nog geen voorbeschermingsregel bevat vanwege het voornemen om die functie-aanduiding te geven.
|
|
2.9
|
Rijksmonumentenactiviteit
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met uitzondering van een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
a.
|
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:
|
€ 238,40
|
b.
|
voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:
|
€ 238,40
|
2.10
|
[leeg]
|
|
2.11
|
Omgevingsplanactiviteit: overig cultureel erfgoed en werelderfgoed
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een andere activiteit dan die genoemd in de artikelen 2.8, 2.9 en 2.10 en cultureel erfgoed of werelderfgoed betreft, waarvoor in het omgevingsplan met het oog op het behoud van cultureel erfgoed of van de uitzonderlijke universele waarde van werelderfgoed een verbod is opgenomen om zonder omgevingsvergunning deze activiteit te verrichten, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 238,40
|
Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten
2.12
|
Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
a.
|
voor de activiteit verwerken polyesterhars:
|
€ 2.693,00
|
b.
|
voor de activiteit installeren gesloten bodemenergiesysteem:
|
€ 4.039,50
|
c.
|
voor de activiteit kweken maden van vliegende insecten:
|
€ 2.693,00
|
d.
|
voor de activiteit opslaan propaan of propeen:
|
€ 2.693,00
|
e.
|
voor de activiteit tanken met LPG:
|
€ 2.693,00
|
f.
|
voor de activiteit antihagelkanonnen:
|
€ 2.693,00
|
g.
|
voor de activiteit biologische agens:
|
€ 2.693,00
|
h.
|
voor de activiteit genetisch gemodificeerde organismen:
|
€ 2.693,00
|
i.
|
voor de activiteit opslaan dierlijke meststoffen:
|
€ 2.693,00
|
j.
|
voor de activiteit lozen in de bodem (vangnetvergunning):
|
€ 2.693,00
|
k.
|
voor de activiteit lozen in schoonwaterriool (vangnetvergunning):
|
€ 2.693,00
|
l.
|
voor een andere activiteit dan genoemd in de onderdelen a tot en met k:
|
€ 2.693,00
|
2.13
|
Activiteiten die bedrijfstakken overstijgen (afdeling 3.2 Besluit activiteiten leefomgeving)
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten die bedrijfstakken overstijgen als bedoeld in de paragrafen 3.2.1, 3.2.3 tot en met 3.2.15, 3.2.17 tot en met 3.2.19 en 3.2.24 van afdeling 3.2 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
a.
|
voor één milieubelastende activiteit:
|
€ 4.039,50
|
b.
|
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid:
|
€ 7.405,75
|
c.
|
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid:
|
€ 10.098,75
|
2.14
|
Nutssector en industrie (afdeling 3.4 Besluit activiteiten leefomgeving)
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de categorie nutssector en industrie als bedoeld in de paragrafen 3.4.2, 3.4.4 tot en met 3.4.9 en 3.4.11 van afdeling 3.4 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
a.
|
voor één milieubelastende activiteit:
|
€ 4.039,50
|
b.
|
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid:
|
€ 7.405,75
|
c.
|
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid:
|
€ 10.098,75
|
2.15
|
Afvalbeheer (afdeling 3.5 Besluit activiteiten leefomgeving)
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector afvalbeheer als bedoeld in de paragrafen 3.5.1, 3.5.4, 3.5.7, 3.5.8 en 3.5.11 van afdeling 3.5 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
a.
|
voor één milieubelastende activiteit:
|
€ 4.039,50
|
b.
|
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid:
|
€ 7.405,75
|
c.
|
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid:
|
€ 10.098,75
|
2.16
|
Agrarische sector (afdeling 3.6 Besluit activiteiten leefomgeving)
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de agrarische sector als bedoeld in de paragrafen 3.6.1, 3.6.7 en 3.6.8 van afdeling 3.6 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
a.
|
voor één milieubelastende activiteit:
|
€ 4.039,50
|
b.
|
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid:
|
€ 7.405,75
|
c.
|
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid:
|
€ 10.098,75
|
2.17
|
Dienstverlening, onderwijs en zorg (afdeling 3.7 Besluit activiteiten leefomgeving)
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector dienstverlening, onderwijs en zorg als bedoeld in de paragrafen 3.7.6 en 3.7.10 van afdeling 3.7 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 4.039,50
|
2.18
|
Transport, logistiek en ondersteuning daarvan (afdeling 3.8 Besluit activiteiten leefomgeving)
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector transport, logistiek en ondersteuning daarvan als bedoeld in de paragrafen 3.8.2, 3.8.3, 3.8.5, 3.8.6, 3.8.8 tot en met 3.8.11 van afdeling 3.8 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
a.
|
voor één milieubelastende activiteit:
|
€ 4.039,50
|
b.
|
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid:
|
€ 7.405,75
|
c.
|
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid:
|
€ 10.098,75
|
2.19
|
Sport en recreatie (afdeling 3.9 Besluit activiteiten leefomgeving)
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector sport en recreatie als bedoeld in paragraaf 3.9.1 van afdeling 3.9 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 4.039,50
|
2.20
|
Samenloop van milieubelastende activiteiten
|
|
1.
|
Als bij de toepassing van de artikelen 2.13 tot en met 2.19 dezelfde milieubelastende activiteit onder meer dan één artikel valt, wordt die milieubelastende activiteit slechts eenmaal in de heffing betrokken, waarbij het voor de belastingplichtige meest gunstige van toepassing zijnde tarief wordt toegepast.
|
|
2.
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een kernactiviteit in een bedrijfstak gecombineerd met functioneel ondersteunende activiteiten uit andere bedrijfstakken, dan is, in afwijking van het bepaalde in deze paragraaf, op al deze activiteiten het artikel van toepassing waaronder de bedrijfstak die bepalend is voor de kernactiviteit valt.
|
|
Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten
2.21
|
Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, en het gaat niet om het lozen van water of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 238,40
|
2.22
|
Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktelichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, bestaande uit het lozen van afvalwater, koelwater of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 238,40
|
Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten
2.23
|
Omgevingsplanactiviteit: opbreken en graven
|
|
1.
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het opbreken van de verharding in openbaar gebied of het graven in openbaar gebied, anders dan voor het aanleggen, in stand houden of verwijderen van een kabel of leiding, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 298,00
|
2.
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen, in stand houden of verwijderen van een kabel of leiding in openbaar gebied, niet zijnde kabels als bedoeld in artikel 1.1 van de Telecommunicatiewet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 298,00
|
3.
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet bestaande uit het graven in het gebied met archeologische verwachtingen, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 298,00
|
4.
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het graven in het beperkingengebied leidingen, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 298,00
|
5.
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het graven in een bijzonder landschapselement of gebied met aardkundige waarde, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 298,00
|
6.
|
De in het eerste tot en met vijfde lid genoemde tarieven zijn van toepassing als de aanvraag een binnenplanse omgevingsplanactiviteit betreft. Deze zijn van overeenkomstige toepassing als de aanvraag een buitenplanse omgevingsplanactiviteit betreft en worden in dat geval verhoogd met:
|
€ 298,00
|
2.24
|
Omgevingsplanactiviteit: overige activiteiten beperkingengebied leidingen, landschapselement en aardkundige waarde
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, in het beperkingengebied leidingen, in een bijzonder landschapselement of in een gebied met aardkundige waarde, bestaande uit het:
a. aanbrengen of verwijderen van diepwortelende beplanting,
b. indrijven van voorwerpen,
c. ophogen van de grond, of
d. verharden van de grond,
bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
a.
|
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:
|
€ 298,00
|
b.
|
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:
|
€ 298,00
|
2.25
|
Omgevingsplanactiviteit: geluid weg
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen of wijzigen van een weg als op grond van het omgevingsplan of bij omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit een geluidgevoelig gebouw is toegelaten binnen het aandachtsgebied van die weg, als bedoeld in artikel 22.272 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
a.
|
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:
|
€ 119,20
|
b.
|
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:
|
€ 119,20
|
2.26
|
Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 191,35
|
2.27
|
Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 191,35
|
2.28
|
Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
a.
|
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:
|
€ 298,00
|
b.
|
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:
|
€ 298,00
|
c.
|
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:
|
€ 298,00
|
Paragraaf 2.8 Overige activiteiten
2.29
|
[leeg]
|
|
2.30
|
Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in artikel 4:11 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 197,30
|
2.31
|
[leeg]
|
|
2.32
|
Omgevingsplanactiviteit: objecten plaatsen op de weg
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit de opslag van roerende zaken in een aangewezen gedeelte van de gemeente, bedoeld in artikel 2:10 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
a.
|
als de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken,:
|
€ 238,40
|
b.
|
als de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen:
|
€ 238,40
|
2.33
|
Omgevingsplanactiviteit: standplaatsen
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het innemen of hebben van een standplaats, bedoeld in artikel 5:18 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 146,05
|
2.34
|
Andere activiteiten
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit:
|
|
a.
|
betreft een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen vergunningplichtige activiteit, uitgezonderd de activiteit bedoeld in onderdeel b, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 71,75
|
b.
|
betreft een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
1.
|
voor een in een gemeentelijke verordening als bedoeld in artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit aangewezen vergunningplichtige activiteit:
|
€ 71,75
|
Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschriften
2.35
|
Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten
|
|
|
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouw- of sloopactiviteit, bedraagt het tarief:
|
|
a.
|
voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeft op:
- 1.
het in stand houden van een bestaand bouwwerk, bedoeld in artikel 3.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;
- 2.
bouwactiviteiten die het bouwen van nieuwe bouwwerken betreffen als bedoeld in artikel 4.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;
- 3.
het gebruik van een bouwwerk, bedoeld in artikel 6.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; of
- 4.
het verrichten van bouw- of sloopwerkzaamheden als bedoeld in artikel 7.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;
per maatwerkvoorschrift:
|
€ 238,40
|
b.
|
in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel a, per maatwerkvoorschrift:
|
€ 238,40
|
2.36
|
Maatwerkvoorschriften of vergunningvoorschriften bij milieubelastende activiteiten
|
|
1.
|
Bij een aanvraag om maatwerkvoorschrift(-en) of een vergunningvoorschrift krachtens artikel 4.5 van de Omgevingswet bedraagt het tarief bij
|
|
a.
|
één maatwerkvoorschrift:
|
€ 2.693,00
|
b.
|
twee of meer maatwerkvoorschriften, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid, de som van het tarief onder a en per extra maatwerkvoorschrift:
|
€ 1.346,50
|
c.
|
maatwerkvoorschrift om afvalwater afkomstig van niet-industriële voedselbereiding te lozen zonder vetafscheider en slibvangput:
|
€ 150,00
|
2.
|
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van maatwerkvoorschriften of vergunningvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 Omgevingswet:
|
€ 2.693,00
|
2.37
|
Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten
|
|
|
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.35 en 2.36, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:
|
€ 238,40
|
Paragraaf 2.10 Gelijkwaardigheid
2.38
|
Gelijkwaardige maatregel
|
|
1.
|
Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op:
|
|
a.
|
een bouwactiviteit, bedraagt het tarief, per uur:
|
€ 119,20
|
b.
|
een activiteit met betrekking tot cultureel erfgoed, bedraagt het tarief, per uur:
|
€ 119,20
|
c.
|
een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief:
|
€ 2.693,00
|
d.
|
een andere activiteit dan bedoeld in de onderdelen a, b of c, bedraagt het tarief, per uur:
|
€ 119,20
|
2.
|
Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
Paragraaf 2.11 Overige tarieven
2.39
|
Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit:
|
€ 238,40
|
2.40
|
Wijzigen omgevingsvergunning
|
|
|
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft.
|
|
2.41
|
Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning:
|
€ 2.693,00
|
2.42
|
Intrekken omgevingsvergunning
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning, tenzij artikel 2.58 van toepassing is:
|
€ 238,40
|
2.43
|
Beoordeling aanvullende gegevens
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b,
in behandeling is genomen:
|
€ 119,20
|
2.44
|
Beoordeling onderzoeksrapporten
|
|
|
De in artikel 2.49 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ander besluit.
|
|
2.45
|
Wijzigen van het omgevingsplan
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan:
|
€ 7.985,80
|
2.46
|
Niet genoemd besluit op aanvraag
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan:
|
€ 238,40
|
Paragraaf 2.12 Modaliteiten
2.47
|
Achteraf ingediende aanvraag
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met:
|
25,00 %
|
|
met een maximum van:
|
€ 10.000,00
|
2.48
|
Voorbereidingsprocedure
|
|
a.
|
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag omgevingsvergunning waarbij de reguliere procedure wordt gevolgd, wordt, ongeacht de aard van de activiteit waarvoor vergunning wordt aangevraagd met uitzondering van de activiteit ‘bouwen’, een basistarief gerekend van:
|
€ 277,85
|
b.
|
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag omgevingsvergunning waarbij de uitgebreide procedure wordt gevolgd, wordt, ongeacht de aard van de activiteit waarvoor vergunning wordt aangevraagd met uitzondering van de activiteit ‘bouwen’, een basistarief gerekend van:
|
€ 754,60
|
c.
|
als sprake is van een milieubelastende activiteit uit de Afdeling 3.2, 3.4 tot en met 3.8 van het Besluit activiteiten leefomgeving én Algemene wet bestuursrecht is van toepassing bedraagt – onverminderd het bepaalde in de andere tarieven van dit hoofdstuk - het tarief op de voorbereiding van dit besluit:
|
€ 3.366,25
|
d.
|
als sprake is van andere activiteiten dan bedoeld in de onderdelen a, b en c:
|
€ 238,40
|
2.49
|
Beoordeling onderzoeksrapporten
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld:
|
|
a.
|
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport:
|
€ 119,20
|
b.
|
voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport:
|
€ 119,20
|
c.
|
voor de beoordeling van een geluid- of luchtrapport betreffende de geluid- of luchtbelasting:
|
€ 119,20
|
d.
|
voor de beoordeling van een akoestisch rapport betreffende de interne en externe geluidwering of nagalm van een bouwwerk:
|
€ 119,20
|
e.
|
voor de beoordeling van een ecologisch onderzoeksrapport:
|
€ 119,20
|
f.
|
voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER):
|
€ 8.079,00
|
g.
|
voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport:
|
€ 238,40
|
2.50
|
Advies
|
|
1.
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet:
|
|
a.
|
voor een advies van de gemeenteraad:
|
€ 953,55
|
b.
|
voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de Verordening gemeentelijke adviescommissie fysieke leefomgeving dat uitsluitend betrekking heeft op redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
c.
|
voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de Verordening gemeentelijke adviescommissie fysieke leefomgeving in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel b: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
d.
|
voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in de onderdelen a tot en met c: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
2.
|
Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdelen b tot en met d, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
3.
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van deze paragraaf bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet, voor een advies van de Commissie voor de milieueffectrapportage: het bedrag dat deze commissie in rekening brengt op grond van de door de minister van Infrastructuur en Waterstaat goedgekeurde tariefstelling.
|
|
2.51
|
Instemming
|
|
1.
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan:
|
|
a.
|
als de gemeenteraad moet besluiten over de instemming:
|
€ 953,55
|
b.
|
als een ander bestuursorgaan moet besluiten over de instemming:
het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn.
|
|
2.
|
Het bedrag bedoeld in het eerste lid, onder b, wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
Paragraaf 2.13 Vermindering
2.52
|
Vermindering na conceptaanvraag
|
|
1.
|
Indien de aanvraag om omgevingsvergunning is voorafgegaan door een conceptaanvraag als bedoeld in hoofdstuk 2 van deze verordening, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van de beoordeling van de conceptaanvraag geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag omgevingsvergunning mits deze aanvraag heeft geleid tot een door het bevoegd gezag genomen besluit.
|
|
2.
|
Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning gedaan:
- 1.
voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop de conceptaanvraag betrekking had;
- 2.
in overeenstemming met de uitkomsten van de beoordeling van de conceptaanvraag; en
- 3.
binnen 12 maanden na ontvangst van de beoordeling.
|
|
2.53
|
Vermindering bij principeverzoek
|
|
1.
|
Als een aanvraag tot wijziging van het omgevingsplan is voorafgegaan door een principeverzoek als bedoeld in hoofdstuk 2 van deze verordening, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van de beoordeling van het principeverzoek geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot wijziging van het omgevingsplan mits het principeverzoek heeft geleid tot een door het bevoegd gezag genomen besluit.
|
|
2.
|
Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan gedaan:
- 1.
voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop het principebesluit betrekking had;
- 2.
in overeenstemming is met het principebesluit; en
- 3.
binnen 12 maanden na ontvangst van het principebesluit.
|
|
Paragraaf 2.14 Teruggaaf
2.54
|
Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig
|
|
|
Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
50,00 %
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.
|
|
2.55
|
Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten
|
|
|
Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt:
|
25,00 %
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.
|
|
2.56
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure
|
|
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
|
a.
|
bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen vier weken na de indiening van de aanvraag:
|
60,00 %
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;
|
|
b.
|
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf vier weken tot zes weken na de indiening van de aanvraag:
|
40,00 %
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;
|
|
c.
|
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken na de indiening van de aanvraag:
|
0,00 %
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.
|
|
2.57
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure
|
|
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
|
a.
|
bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen zes weken na de indiening van de aanvraag:
|
60,00 %
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;
|
|
b.
|
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip tot aan publicatie ontwerpbeschikking:
|
25,00 %
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;
|
|
c.
|
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf publicatie van de ontwerpbeschikking:
|
0,00 %
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.
|
|
2.58
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten
|
|
|
Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 6 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:
|
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.
|
0,00 %
|
2.59
|
Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten
|
|
a.
|
Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
0,00 %
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges.
|
|
b.
|
Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.
|
|
2.60
|
Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten
|
|
|
In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12.
|
|
2.61
|
Minimumbedrag voor teruggaaf
|
|
|
Een bedrag minder dan € 100,00 wordt niet teruggegeven.
|
|
HOOFDSTUK 3 DIENSTVERLENING VALLEND ONDER DE DIENSTENRICHTLIJN EN NIET VALLEND ONDER HOOFDSTUK 2
Paragraaf 3.1 Horeca
3.1
|
Exploitatie openbare inrichting
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:
|
|
a.
|
een aanvraag om een vergunning tot het exploiteren van een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening:
|
€ 382,75
|
3.2
|
Uitoefenen horeca- of slijtersbedrijf
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:
|
|
a.
|
een aanvraag om een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet:
|
€ 382,75
|
b.
|
een melding als bedoeld in artikel 30 van de Alcoholwet:
|
€ 191,35
|
c.
|
een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet:
|
€ 95,70
|
d.
|
een aanvraag om wijziging van het aanhangsel als bedoeld in artikel 30a, tweede lid, van de Alcoholwet:
|
€ 143,50
|
Paragraaf 3.2 Seksbedrijven
3.3
|
Vergunning seksbedrijf
|
|
1.
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 3:3, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening, anders dan een wijziging bedoeld in onderdeel 3.4:
|
|
a.
|
voor een seksinrichting:
|
€ 574,10
|
b.
|
voor een escortbedrijf:
|
€ 287,05
|
c.
|
voor andere seksbedrijven dan bedoeld in de onderdelen a en b:
|
€ 574,10
|
3.4
|
Wijzigen vergunning seksbedrijf
|
|
|
Voor het wijzigen van een verleende exploitatievergunning bij een wijziging van het beheer in een seksinrichting of escortbedrijf, als bedoeld in artikel 3:8, van de Algemene plaatselijke verordening, bedraagt het tarief
|
50,00 %
|
|
van het onder 3.3.1 genoemde tarief.
|
|
Paragraaf 3.3 Winkeltijdenwet
3.5
|
Ontheffing winkeltijden
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:
|
|
a.
|
een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet of het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet:
|
€ 143,50
|
b.
|
wijziging van een in onderdeel a bedoelde ontheffing:
|
€ 71,75
|
Paragraaf 3.4 Organiseren evenement of markt
3.6
|
Organiseren evenement
|
|
1.
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning voor het organiseren van een groot evenement als bedoeld in artikel 2:25, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening (evenementen-vergunning) en de nota evenementen en festiviteiten gemeente Rucphen:
|
€ 436,85
|
2.
|
Voor het verkrijgen van een meerjarige vergunning voor het organiseren van een groot evenement als bedoeld in artikel 2:25, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening (evenementen-vergunning) en de nota evenementen en festiviteiten gemeente Rucphen wordt het onder 3.6.1 vermelde tarief verhoogd met
|
€ 145,60
|
|
voor het eerstvolgende jaar –tot een maximum van 5 jaar-.
|
|
3.7
|
Wijzigen vergunning evenement
|
|
1.
|
Voor het op verzoek wijzigen van een verleende evenementenvergunning bedraagt het tarief
|
50,00 %
|
|
van het onder 3.6.1 vermelde tarief.
|
|
2.
|
Voor het op verzoek wijzigen van een verleende meerjarige evenementenvergunning bedraagt het tarief
|
50,00 %
|
|
van het onder 3.6.2 verschuldigde tarief, met dien verstande dat bij de berekening wordt uitgegaan van de resterende looptijd van de verleende meerjarige vergunning.
|
|
Paragraaf 3.5 Standplaatsen
3.8
|
[leeg]
|
|
3.9
|
[leeg]
|
|
3.10
|
Losse standplaatsen
|
|
1.
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het innemen of hebben van een standplaats, bedoeld in artikel 5:18 van de Algemene plaatselijke verordening:
|
€ 127,60
|
2.
|
Onverminderd het bepaalde in 3.10.1 bedraagt het tarief, indien voor de in dat subonderdeel bedoelde aanvraag een beoordeling door de brandweer nodig is en wordt beoordeeld:
|
€ 50,35
|
Paragraaf 3.6 [leeg]
3.11
|
[leeg]
|
|
3.12
|
[leeg]
|
|
3.13
|
[leeg]
|
|
3.14
|
[leeg]
|
|
3.15
|
[leeg]
|
|
3.16
|
[leeg]
|
|
3.17
|
[leeg]
|
|
Paragraaf 3.7 In dit hoofdstuk niet benoemd besluit
3.18
|
Niet benoemd besluit op aanvraag
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in dit hoofdstuk niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking:
|
€ 95,70
|