Besluit van de raad van de gemeente Bergen (L) tot wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Bergen (L) 2021

De raad van de gemeente Bergen (L);

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 september 2024;

 

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet, de Wet van 16 december 2020 tot wijziging van de Drank- en Horecawet in verband met het Nationaal Preventieakkoord en evaluatie van de wet (Stb. 2021, 26);

 

Besluit

Artikel I  

De Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Bergen (L) 2021 wordt als volgt gewijzigd:

 

A

In artikel 1:1 wordt ‘- gebouw’ en de bijbehorende definitie vervangen door:

  • -

    gebouw: hetgeen daaronder wordt verstaan in de bijlage, onder A, bij de Omgevingswet;

B

In de artikelen 2:24, eerste lid, onder d, 2:48, tweede lid, onder a, 2:48, tweede lid, onder b, en 3:5, tweede lid, onder c, eerste onderdeel, wordt ‘Drank- en Horecawet’ vervangen door ‘Alcoholwet’.

 

C

In het opschrift van Hoofdstuk 2, Afdeling 5, wordt ‘Drank- en Horecawet’ vervangen door ‘Alcoholwet’.

 

D

Artikel 2:28, derde lid, komt te luiden:

  • 3.

    De burgemeester weigert de vergunning als:

    • a.

      de exploitatie van de openbare inrichting in strijd is met het omgevingsplan;

    • b.

      de exploitant of leidinggevende van een openbare inrichting niet voldoet aan de eis, zoals gesteld in het tweede lid;

    • c.

      indien de aanvrager geen verklaring omtrent het gedrag overlegt die uiterlijk drie maanden voor de datum waarop de vergunningsaanvraag is ingediend, is afgegeven.

E

Artikel 2:28a, eerste lid, komt te luiden:

  • 1.

    Onverminderd het bepaalde in artikel 1:6 kan het bevoegd gezag de vergunning intrekken indien:

    • a.

      er sprake is van het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 van de Wet Bibob;

    • b.

      de exploitant of leidinggevende in enig opzicht van slecht levensgedrag is.

F

Artikel 2:47a vervalt.

 

G

Na artikel 2:50a wordt een artikel ingevoegd, luidende:

 

Artikel 2:50b Messen en andere voorwerpen als steekwapen

  • 1.

    Het is verboden op door het college aangewezen openbare plaatsen of in daaraan grenzende voor het publiek openstaande gebouwen of op bij die gebouwen behorende erven messen of andere voorwerpen die als steekwapen kunnen worden gebruikt, bij zich te hebben.

  • 2.

    Het verbod geldt niet voor messen of voorwerpen die zodanig zijn ingepakt dat zij niet voor onmiddellijk gebruik gereed zijn.

  • 3.

    Dit artikel is niet van toepassing voor zover het wapens betreft als bedoeld in artikel 2 van de Wet wapens en munitie.

H

Artikel 2:71 komt te luiden:

 

Artikel 2:71 Definitie

In deze afdeling wordt onder consumentenvuurwerk verstaan vuurwerk dat op grond van artikel 2.1.1 van het Vuurwerkbesluit is aangewezen als vuurwerk dat ter beschikking mag worden gesteld voor particulier gebruik.

 

I

Artikel 2:78 komt te luiden:

 

Artikel 2:78 Gebiedsontzeggingen

  • 1.

    De burgemeester kan in het belang van de openbare orde, het voorkomen of beperken van overlast, het voorkomen of beperken van aantastingen van het woon- of leefklimaat, de veiligheid van personen of goederen, de gezondheid of de zedelijkheid aan een persoon die strafbare feiten of openbare orde verstorende handelingen verricht een tijdelijk verbod opleggen om gedurende ten minste 24 uur in een of meer bepaalde delen van de gemeente op een openbare plaats aanwezig te zijn.

  • 2.

    Met het oog op de in het eerste lid genoemde belangen kan de burgemeester aan een persoon aan wie ten minste eenmaal een tijdelijk verbod is opgelegd als bedoeld in dat lid en die binnen zes maanden na een eerder tijdelijk verbod opnieuw strafbare feiten of openbare orde verstorende handelingen verricht, een tijdelijk verbod opleggen om gedurende ten hoogste acht weken in een of meer bepaalde delen van de gemeente op een openbare plaats aanwezig te zijn.

  • 3.

    De burgemeester beperkt het krachtens het eerste of tweede lid opgelegde verbod, als hij dat in verband met de persoonlijke omstandigheden van betrokkene noodzakelijk oordeelt. De burgemeester kan op aanvraag tijdelijk ontheffing verlenen van een tijdelijk verbod.

  • 4.

    Het is verboden te handelen in strijd met een krachtens het eerste of tweede lid opgelegd verbod.

  • 5.

    Indien de officier van justitie een persoon een gedragsaanwijzing heeft gegeven als bedoeld in artikel 509hh, tweede lid, onderdeel a, van het Wetboek van Strafvordering, legt de burgemeester aan deze persoon voor hetzelfde gebied niet een tijdelijk verbod op als bedoeld in het eerste of tweede lid.

J

Aan artikel 2:79 wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende:

  • 3.

    De last kan een verbod inhouden om aanwezig te zijn in of bij de woning of op of bij het erf als bedoeld in artikel 151d, derde lid, van de Gemeentewet.

K

Na artikel 2:79 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

 

Artikel 2:79a Sluiting voor publiek openstaand gebouw of bijbehorend erf

  • 1.

    De burgemeester kan in het belang van de openbare orde of ter voorkoming of beperking van overlast of nadelige beïnvloeding van het woon- of leefklimaat besluiten tot de gehele of gedeeltelijke sluiting van een voor het publiek openstaand gebouw of een bij dat gebouw behorend erf.

  • 2.

    Het eerste lid is niet van toepassing op situaties waarin artikel 2:30, eerste lid, of artikel 13b van de Opiumwet voorziet.

  • 3.

    De burgemeester brengt een afschrift van zijn besluit aan op of nabij de toegang van het voor het publiek openstaande gebouw of het bij dat gebouw behorende erf.

  • 4.

    Eenieder is verplicht toe te laten dat het afschrift wordt aangebracht en aangebracht blijft, zolang de sluiting van kracht is.

  • 5.

    Het is verboden een gesloten gebouw of erf te bezoeken, als bezoeker daarin of daarop te verblijven of een bezoeker daarin of daarop te laten verblijven zonder toestemming van de burgemeester.

  • 6.

    De burgemeester kan een sluiting opheffen als later bekend geworden feiten en omstandigheden hiertoe aanleiding geven en voldoende garanties aanwezig zijn dat geen herhaling van de feiten of gedragingen die tot sluiting hebben geleid, zal plaatsvinden.

L

In artikel 6:2 wordt ‘Politie Limburg’ vervangen door ‘Politie Eenheid Limburg’.

Artikel II  

Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2025.

Aldus vastgesteld in de openbare raadvergadering van 17 december 2024.

Bergen (L), 17 december 2024

I.C. van ’t Hof

De griffier

M.H.D. Rauner

De voorzitter

Naar boven