Verordening op de heffing en de invordering van leges 2024 (Legesverordening 2024)

De raad van de gemeente Olst-Wijhe;

 

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 14 november 2023

 

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet, de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet en artikel 13.1a van de Omgevingswet;

 

BESLUIT

 

Vast te stellen de volgende verordening:

 

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2024

(Legesverordening 2024)

Artikel 1 Definities

Deze verordening verstaat onder:

  • -

    dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • -

    jaar: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • -

    kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december;

  • -

    maand: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;

  • -

    week: een aaneengesloten periode van zeven dagen.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

  • a.

    het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit;

  • b.

    het verlenen van een dienst op aanvraag; of

  • c.

    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een document;

  • d.

    het gebruik overeenkomstig de bestemming van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen of van voor de openbare dienst bestemde werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn;

een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager of degene voor wie de aanvraag is gedaan of de gebruiker van de voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen of van voor de openbare dienst bestemde werken of inrichtingen

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • a.

    stukken en legalisaties van handtekeningen op stukken betreffende militaire zaken;

  • b.

    diensten die ingevolge wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend;

  • c.

    het raadplegen van de bij de gemeente berustende registers, leggers en plankaarten van de Dienst van het kadaster en de openbare registers door ambtenaren in de uitoefening van hun functie van het rijk, de provincie, een gemeente of waterschap;

  • d.

    het afgeven van stukken, nodig voor de ontvangst van pensioenen, lijfrenten, wachtgelden, loon, bezoldiging of andere periodieke uitkeringen;

  • e.

    het afgeven van beschikkingen op verzoekschriften en bezwaarschriften ter zake van plaatselijke belastingen;

  • f.

    de aan belanghebbende uit te reiken stukken, beschikkingen, afschriften daarvan houdende aanstelling, benoeming, bevordering, ontslag, toekenning van bezoldiging, vergoeding of toelage, dan wel verhoging hiervan met betrekking tot enige gemeentelijke functie of dienstverrichting jegens de gemeente;

  • g.

    de aan belanghebbende uit te reiken stukken, beschikkingen of afschriften daarvan houdende beslissing op een verzoek om subsidie uit de gemeentekas;

  • h.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 13.6 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald;

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1.

    De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, een zegel, een nota of andere schriftuur, of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

    • c.

      langs elektronische weg in het aanvraagproces wordt gedaan onverwijld, dan wel als die mogelijkheid wordt geboden binnen 30 dagen na het indienen van de aanvraag langs elektronische weg;

    • d.

      langs elektronische weg na indiening van de aanvraag wordt gedaan, binnen 30 dagen na dagtekening van kennisgeving.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst, besluit of handeling wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst, besluit of handeling in die tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van hoofdstuk 1 van de tarieventabel betreft:

    • 1.

      artikel 1.18 (schriftelijke verstrekking uit basisregistratie personen);

    • 2.

      artikel 1.30 (Wet op de kansspelen);

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11 Overgangsrecht

  • 1.

    De ‘Legesverordening 2023’ vastgesteld door de gemeenteraad op 12 december 2022 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 12, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Legesverordening 2024’.

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering d.d. 18 december 2023.

De raad voornoemd,

de griffier,

J.T.J.J. van Zwam

de voorzitter,

Y. van Mastrigt

Tarieventabel

 

Behorende bij de “Verordening op de heffing en de invordering van leges 2024”, door de gemeenteraad vastgesteld op 18 december 2023

 

Inhoudsopgave

 

Hoofdstuk 1 Algemene dienstverlening

Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand

Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

Paragraaf 1.3 Rijbewijzen

Paragraaf 1.4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens

Paragraaf 1.5 Bestuursstukken

Paragraaf 1.6 Vastgoedinformatie

Paragraaf 1.7 Overige publiekszaken

Paragraaf 1.8 Gemeentearchief

Paragraaf 1.9 Bijzondere wetten

Paragraaf 1.10 Diversen

 

HOOFDSTUK 2 DIENSTVERLENING EN BESLUITEN IN HET KADER VAN DE OMGEVINGSWET

Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen

Paragraaf 2.2 Voorfase

Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken

Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed

Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten

Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten

Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten

Paragraaf 2.8 Overige activiteiten

Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschriften

Paragraaf 2.10 Gelijkwaardigheid

Paragraaf 2.11 Overige tarieven

Paragraaf 2.12 Modaliteiten

Paragraaf 2.13 Vermindering

Paragraaf 2.14 Teruggaaf

 

HOOFDSTUK 3 DIENSTVERLENING VALLEND ONDER DE DIENSTENRICHTLIJN EN NIET VALLEND ONDER HOOFDSTUK 2

Paragraaf 3.1 Horeca

Paragraaf 3.2 Seksbedrijven

Paragraaf 3.3 Winkeltijdenwet

Paragraaf 3.4 Organiseren evenement of markt

Paragraaf 3.5 Standplaatsen

Paragraaf 3.6 Huisvestingswet 2014

Paragraaf 3.7 Kinderopvang

Paragraaf 3.8 In dit hoofdstuk niet benoemd besluit

 

Hoofdstuk 1 Algemene dienstverlening

 

Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand

 

Artikel 1.1 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap:

  • a.

    voor een reguliere ceremonie op grond van het Reglement Burgerlijke stand op reguliere werkdagen tussen 9:00 en 16:00

€ 369,70

  • b.

    voor een reguliere ceremonie op grond van het Reglement Burgerlijke stand buiten de in het vorige artikel genoemde dagen en tijden

€ 554,70

  • c.

    voor een verkorte ceremonie op grond van het Reglement Burgerlijke stand

€ 170,05

  • d.

    voor een gratis huwelijkssluiting op grond van het Reglement Burgerlijke Stand

€ 0,00

Artikel 1.2 Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk

Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk indien daarbij gebruik gemaakt wordt van de trouwzaal of een andere door de gemeente hiertoe aangewezen ruimte:

  • a.

    voor een reguliere ceremonie op grond van het Reglement Burgerlijke stand op reguliere werkdagen tussen 9:00 en 16:00

€ 369,70

  • b.

    voor een reguliere ceremonie op grond van het Reglement Burgerlijke stand buiten de in het vorige artikel genoemde dagen en tijden

€ 554,70

  • c.

    voor een verkorte ceremonie op grond van het Reglement Burgerlijke stand

€ 170,05

  • d.

    voor een gratis huwelijkssluiting op grond van het Reglement Burgerlijke Stand

€ 0,00

Artikel 1.3 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap in bijzonder huis

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek:

  • a.

    voor een reguliere ceremonie op grond van het Reglement Burgerlijke stand op reguliere werkdagen tussen 9:00 en 16:00

€ 369,70

  • b.

    voor een reguliere ceremonie op grond van het Reglement Burgerlijke stand buiten de in het vorige artikel genoemde dagen en tijden

€ 554,70

Artikel 1.4 Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk in bijzonder huis

Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek:

  • a.

    voor een reguliere ceremonie op grond van het Reglement Burgerlijke stand op reguliere werkdagen tussen 9:00 en 16:00

€ 369,70

  • b.

    voor een reguliere ceremonie op grond van het Reglement Burgerlijke stand buiten de in het vorige artikel genoemde dagen en tijden

€ 554,70

Artikel 1.5 Aanwijzing buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor één dag

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot aanwijzing van een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand (babs) voor de voltrekking van een enkel huwelijk of geregistreerd partnerschap bedraagt:

€ 170,05

Artikel 1.6 Beschikbaar stellen getuige door gemeente

Het tarief voor ambtelijk laten getuigen bij een huwelijk of geregistreerd partnerschap bedraagt per ambtenaar

€ 24,10

Artikel 1.7 Trouwboekje of partnerschapsboekje

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van:

  • a.

    een trouwboekje of partnerschapboekje zonder omslag

€ 6,80

  • b.

    een trouwboekje of partnerschapboekje in een luxe uitvoering

€ 13,65

  • c.

    Een trouwboekje in een leren uitvoering

€ 33,40

Artikel 1.8 Naspeuringen in de burgerlijke stand

Het tarief bedraagt voor het doen van nasporingen in de registers van de burgerlijke stand, voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 17,95

Artikel 1.9 Verstrekken stukken vermeld in de Wet rechten burgerlijke stand

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand.

 

Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

 

Artikel 1.10 Paspoorten of andere reisdocumenten

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van:

  • a.

    een nationaal paspoort:

  • 1.

    voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: het maximale tarief zoals dat op dat moment is opgenomen in het Besluit Paspoortgelden, afgerond op € 0,05 naar beneden

Wettelijk maximumtarief

  • 2.

    voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt: het maximale tarief zoals dat op dat moment is opgenomen in het Besluit Paspoortgelden, afgerond op € 0,05 naar beneden

Wettelijk maximumtarief

  • b.

    een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel a (zakenpaspoort):

  • 1.

    voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: het maximale tarief zoals dat op dat moment is opgenomen in het Besluit Paspoortgelden, afgerond op € 0,05 naar beneden

Wettelijk maximumtarief

  • 2.

    voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt: het maximale tarief zoals dat op dat moment is opgenomen in het Besluit Paspoortgelden, afgerond op € 0,05 naar beneden

Wettelijk maximumtarief

  • c.

    van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):

  • 1.

    voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: het maximale tarief zoals dat op dat moment is opgenomen in het Besluit Paspoortgelden, afgerond op € 0,05 naar beneden

Wettelijk maximumtarief

  • 1.

    voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt: het maximale tarief zoals dat op dat moment is opgenomen in het Besluit Paspoortgelden, afgerond op € 0,05 naar beneden

Wettelijk maximumtarief

  • d.

    van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen: het maximale tarief zoals dat op dat moment is opgenomen in het Besluit Paspoortgelden, afgerond op € 0,05 naar beneden

Wettelijk maximumtarief

Artikel 1.11 Nederlandse identiteitskaart

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:

  • a.

    van een Nederlandse identiteitskaart:

  • 1.

    voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: het maximale tarief zoals dat op dat moment is opgenomen in het Besluit Paspoortgelden, afgerond op € 0,05 naar beneden  

Wettelijk maximumtarief

  • 2.

    voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt: het maximale tarief zoals dat op dat moment is opgenomen in het Besluit Paspoortgelden, afgerond op € 0,05 naar beneden

Wettelijk maximumtarief

  • b.

    van een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon: het maximale tarief zoals dat op dat moment is opgenomen in het Besluit Paspoortgelden, afgerond op € 0,05 naar beneden

Wettelijk maximumtarief

Artikel 1.11 Modaliteiten

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:

  • 1.

    voor de versnelde uitreiking van een in de artikel 1.10 of 1.11 genoemd document, zijnde een toeslag op de in die artikelen genoemde bedragen: het maximale tarief zoals dat op dat moment is opgenomen in het Besluit Paspoortgelden, afgerond op € 0,05 naar beneden

Wettelijk maximumtarief

  • 2.

    voor het bezorgen van een in de artikelen 1.10 of 1.11 genoemd document, zijnde een toeslag op de in die artikelen genoemde bedragen: het maximale tarief zoals dat op dat moment is opgenomen in het Besluit Paspoortgelden, afgerond op € 0,05 naar beneden

Wettelijk maximumtarief

 

Paragraaf 1.3 Rijbewijzen

 

Artikel 1.12 Rijbewijzen

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs: het maximale tarief zoals dat op het moment van de aanvraag door het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat is vastgesteld, afgerond op € 0,05 naar beneden

Wettelijk maximumtarief

Artikel 1.13 Modaliteiten

  • 1.

    Het tarief genoemd in artikel 1.12 wordt

  • a.

    bij een spoedlevering vermeerderd met een bedrag van: het maximale tarief zoals dat op het moment van de aanvraag door het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat is vastgesteld, afgerond op € 0,05 naar beneden

Wettelijk maximumtarief

  • b.

    indien de aanvrager bij aanvraag het reeds eerder verstrekte rijbewijs, anders dan door overmacht, niet kan overleggen vermeerderd met een bedrag van

€ 26,30

  • 2.

    De verhogingen genoemd in het eerste lid zijn in voorkomend geval cumulatief verschuldigd.

Artikel 1.14 Formulier voor een gezondheidsverklaring

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een formulier voor een gezondheidsverklaring, betreffende lichamelijke en geestelijke geschiktheid tot het besturen van motorvoertuigen

€ 45,75

 

Paragraaf 1.4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie personen

 

Artikel 1.15 Definities

  • 1.

    Voor de toepassing van artikel 1.16 wordt onder één verstrekking verstaan: verstrekking van één of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd

  • 2.

    Voor de toepassing van artikel 1.16 wordt onder één verstrekking verstaan: verstrekking van één of meer gegevens over één persoon die niet zijn opgenomen in de basisregistratie personen.

Artikel 1.16 Verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

  • a.

    tot het verstrekken van gegevens uit de basisregistratie personen, per verstrekking

€ 12,25

  • b.

    tot het verstrekken van een meertalig modelformulier woon- en/of verblijfplaats als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van verordening (EU) nr. 2016/1191 van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 2016 betreffende de bevordering van het vrije verkeer van burgers door vereenvoudigde overlegging van bepaalde openbare documenten in de Europese Unie en tot wijziging van Verordening nr. 1024/2012 (PbEU 2016, L 200)

€ 12,25

Artikel 1.17 Verstrekking van aangehaakte gegevens

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van aangehaakte gegevens, per verstrekking

€ 12,25

Artikel 1.18 Schriftelijk verstrekking artikel 17, tweede lid Bbp

In afwijking van de artikelen 1.16 en 1.17 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen

€ 7,50

Artikel 1.19 Op aanvraag doornemen basisregistratie personen

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van de basisregistratie personen, voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 17,95

Artikel 1.20 Selectie uit basisregistratie personen

Het tarief bedraagt voor het op verzoek vervaardigen van een selectie (steekproef) uit de basisregistratie personen, per selectie

€ 543,05

 

Paragraaf 1.5 Bestuursstukken

 

Artikel 1.21 Afschriften van bestuursstukken

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

  • a.

    een afschrift van de gemeentebegroting

€ 21,20

  • b.

    een afschrift van de productenraming

€ 31,85

  • c.

    een afschrift van de jaarstukken

€ 21,20

 

Paragraaf 1.6 Vastgoedinformatie

 

Artikel 1.22 Plan- of kaartinformatie

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een kopie van een plan, zoals bestemmingsplan, omgegevingsplan, voorbereidingsbesluit, streekplan, wegenkaart, structuurplan of stadsvernieuwingsplan:

  • a.

    in formaat A4 of kleiner, per bladzijde in zwart-wit

€ 0,46

  • b.

    in formaat A4 of kleiner, per bladzijde in kleur

€ 0,70

  • c.

    In formaat A3 per bladzijde in zwart/wit

€ 0,70

  • d.

    In formaat A3 per bladzijde in kleur

€ 1,25

Artikel 1.23 Lichtdruk van plan

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een lichtdruk van een plan, zoals bestemmingsplan, omgevingsplan, voorbereidingsbesluit, streekplan, wegenkaart, structuurplan of stadsvernieuwingsplan, per dm² lichtdruk

€ 16,80

Artikel 1.24 Informatie uit registers

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of uittreksel uit:

  • a.

    de gemeentelijke basisregistratie adressen of de gemeentelijke basisregistratie gebouwen, bedoeld in artikel 2 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen, per adres of object

€ 6,25

  • b.

    de legger bedoeld in artikel 27 van de Wegenwet

€ 3,31

  • c.

    perceelsgebonden informatie omtrent bestemmingsplannen, omgevingsplan, voorbereidingsbesluiten, monumenten, beschermde stads- en dorpsgezichten, aanschrijvingen, bodemonderzoeken en onder- en bovengrondse tanks, per adres of object

€ 52,25

  • d.

    het gemeentelijke beperkingenregister of de gemeentelijke beperkingenregistratie, bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen, dan wel tot het verstrekken van een aan die registratie ontleende verklaring, als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder c, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen, per adres of object

€ 17,95

Artikel 1.25 Informatie uit adressenbestanden

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van kopieën van:

  • a.

    het gemeentelijke adressenbestand of delen daarvan, per adres:

€ 6,25

  • b.

    het gemeentelijk relatiebestand adres-kadastraal perceel of delen daarvan, per gelegde relatie

€ 6,25

  • c.

    het gemeentelijke adrescoördinatenbestand of dele daarvan, per adrescoördinaat

€ 6,25

 

Paragraaf 1.7 Overige Publiekszaken

 

Artikel 1.26 VOG, legaliseren handtekening, bewijs van Nederlanderschap

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

  • a.

    tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag: het maximum bedrag zoals dat op het moment van de aanvraag is vastgesteld in de "Regeling vergoeding verklaring omtrent het gedrag en gedragsverklaring aanbesteden", afgerond op € 0,05 naar beneden

Wettelijk maximum tarief

  • b.

    tot het legaliseren van een handtekening

€ 12,25

  • c.

    Tot het verkrijgen van een bewijs van Nederlanderschap, niet bestemd tot reisdocument

€ 12,25

 

Paragraaf 1.8 Gemeentearchief

 

Artikel 1.27 Naspeuringen in het gemeentearchief

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 17,95

Artikel 1.28 Verstrekkingen uit het gemeentearchief

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraagt tot het verstrekken van een uittreksel, afschrift of fotokopie van een in het gemeentearchief berustend stuk, per pagina:

  • a.

    in formaat A4 of kleiner, per bladzijde in zwart-wit

€ 0,46

  • b.

    in formaat A4 of kleiner, per bladzijde in kleur

€ 0,70

  • c.

    In formaat A3 per bladzijde in zwart/wit

€ 0,70

  • d.

    In formaat A3 per bladzijde in kleur

€ 1,25

 

Paragraaf 1.9 Bijzondere wetten

 

Artikel 1.29 Leegstandwet

  • 1.

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

  • a.

    tot het verlenen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet

€ 95,65

  • b.

    tot het verlengen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, negende lid, van de Leegstandwet

€ 95,65

  • 2.

    Indien aanvragen als bedoeld in het eerste lid, onderdelen a en b, gelijktijdig worden ingediend en woonruimten in hetzelfde gebouw, zoals een flat, een school of een kantoor betreffen, worden de in die subonderdelen bedoelde leges slechts eenmaal geheven. Dit geldt ook als het gaat om een geheel van huurwoningen bestemd voor sloop of renovatie waarvoor gelijktijdig aanvragen worden ingediend.

Artikel 1.30 Wet op de kansspelen

  • 1.

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

  • a.

    voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat

€ 56,50

  • b.

    voor een periode van twaalf maanden voor twee kansspelautomaten

€ 90,50

  • c.

    voor een periode van drie jaar voor één kansspelautomaat

€ 169,50

  • d.

    voor een periode van drie jaar voor twee kansspelautomaten

€ 271,50

  • 2.

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning)

€ 52,05

Artikel 1.31 AVOI

  • 1.

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag als bedoeld in artikel 2.2 van de geldende Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuur van de gemeente Olst-Wijhe:

€ 251,40

  • a.

    bij een kabellengte tot 50.000 meter, indien het betreft werkzaamheden in tegel-, klinker- en sierbestratingen, alsmede gesloten verhardingen en voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond, per strekkende meter sleuf verhoogd met

€ 3,35

  • b.

    bij een kabellengte tot 50.000 meter, indien het betreft werkzaamheden in bermen, groenstroken en dergelijke en voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond, per strekkende meter sleuf verhoogd met

€ 2,10

  • c.

    als met betrekking tot een melding overleg moet plaatsvinden tussen gemeente, andere beheerders van openbare grond en de aanbieder van het netwerk, verhoogd met

€ 245,50

  • d.

    als de melder verzoekt om een inhoudelijke afstemming bij de beoordeling van aanvragen, vooroverleg, verhoogd met

€ 242,95

  • e.

    bij een kabellengte van 50.000 meter of meer, verhoogd met het bedrag als opgenomen in een ter zake opgestelde projectbegroting, waarin de geraamde kosten voor de behandeling van de melding worden vastgesteld.

  • f.

    indien met betrekking tot een melding onderzoek naar de status van de kabel plaatsvindt, verhoogd met het bedrag als opgenomen in een ter zake opgestelde projectbegroting, waarin de geraamde kosten voor de behandeling van de melding worden vastgesteld.

  • 2.

    Indien een begroting als bedoeld in lid 1 onderdeel e en f is uitgebracht, wordt een melding in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de melder ter kennis is gebracht, tenzij de melding voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Artikel 1.32 Wegenverkeerswetgeving

  • 1.

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

  • a.

    tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990

€ 42,45

  • b.

    tot het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 22 Wet vervoer gevaarlijke stoffen

€ 84,90

  • c.

    tot het verstrekken van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW)

€ 99,55

  • 2.

    indien bij de herbeoordeling (of iemand nog steeds in aanmerking komt voor een gehandicaptenparkeerkaart) op grond van de in lid 1 onderdeel c. bedoelde aanvraag blijkt dat er geen extern medisch advies hoeft te gevraagd, bestaat er aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De leges bedragen in dit geval: 

€ 13,35

  • 3.

    indien de in lid 1 onderdeel c. bedoelde aanvraag na medisch onderzoek wordt afgewezen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De leges bedragen in dit geval:

€ 86,20

 

Paragraaf 1.10 Diversen

 

Artikel 1.33 Gemeentegarantie

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het instemmen met het wijzigen of omzetten van een door de gemeente gegarandeerde hypothecaire geldlening

€ 32,30

 

Artikel 1.34 Passantenhaven Wijhe

  • 1.

    Voor een seizoenligplaats in de passantenhaven van Wijhe bedraagt het tarief voor een seizoen

€ 389,35

  • 2.

    Voor een passanten-overnachtingsplaats in de passantenhaven van Wijhe bedraagt het tarief per nacht per vaartuig

€ 10,55

  • 3.

    Voor vaartuigen langer dan 10 meter geldt aanvullend op het tarief 1.20.2 een toeslag per meter (naar boven afgerond op hele meters) per nacht per vaartuig van

€ 0,55

  • 4.

    Voor een camper-overnachtingsplaats bij de passantenhaven van Wijhe bedraagt het tarief per nacht per camper

€ 9,45

 

Artikel 1.35 Uitgifte woningbouwkavels

Het tarief bedraagt voor de inschrijving met betrekking tot de uitgifte van woningbouwkavels

€ 53,10

 

Artikel 1.36 (Gewaarmerkte) afschriften, kopieën, stukken of uittreksels

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

  • 1.

    gewaarmerkte afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

€ 3,26

  • a.

    afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

  • b.

    per pagina op papier van A4 formaat zwart/wit

€ 0,46

  • c.

    per pagina op papier van A4 formaat kleur

€ 0,70

  • d.

    per pagina op papier van A3 formaat zwart/wit

€ 0,70

  • e.

    per pagina op papier van A3 formaat kleur

€ 1,25

  • 2.

    kaarten, tekeningen en lichtdrukken, al dan niet behorend bij de in onderdelen 1.19.2.1 en 1.19.2.2 genoemde stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per kaart, tekening of lichtdruk van:

  • a.

    A-2 formaat

€ 1,34

  • b.

    A-1 formaat

€ 2,55

  • c.

    A-0 formaat

€ 5,15

  • d.

    voor het formaat groter dan A-0

€ 16,20

  • 3.

    een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen

€ 53,55

  • 4.

    stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

€ 6,10

 

Artikel 1.37 Vergunning inzamelen kleding / collecteren

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:

  • a.

    het verstrekken van een vergunning voor het inzamelen van kleding in de gemeente:

€ 0,00

  • b.

    het verstrekken van een vergunning voor collecteren in de gemeente:

€ 0,00

Artikel 1.38 Ontheffing sluitingsuur

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:

1. een ontheffing van het vastgestelde sluitingsuur en/of verblijfsperiode:

a. voor 1 dag, per keer

€ 64,05

b.1 vaste dag in de week, per maand

€ 134,10

c.1 vaste dag in de week, per jaar

€ 204,55

Artikel 1.36 Gedoogbesluit permanent wonen

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een gedoogbesluit voor het permanent wonen in een recreatiewoning voor bepaalde tijd (met een maximum van zes maanden)

€ 83,25

Artikel 1.39 Diverse vergunningen of beschikkingen

  • 1.

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:

  • a.

    het plaatsen van voorwerpen op de weg als bedoeld in artikel 2:10, van de Algemene plaatselijke verordening

€ 53,55

  • b.

    Het tarief bedraagt voor het indienen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing geluidshinder op grond van de APV:

€ 53,55

  • c.

    een ontheffing voor wedstrijden op de weg, georganiseerd door een commerciële organisatie (Wegenverkeerswet 1994)

€ 49,70

  • d.

    een ontheffing voor wedstrijden op de weg, georganiseerd door een niet-commerciële organisatie (Wegenverkeerswet 1994)

€ 0,00

  • e.

    het aanwijzen van verkeersregelaars bij evenementen via de groslijst (regeling verkeersregelaars 2009)

€ 0,00

  • f.

    het aanwijzen van een verkeersregelaar voor de periode van een jaar met een aanstellingspas (regeling verkeersregelaars 2009)

€ 0,00

  • g.

    een ontheffing voor het verbranden van afvalstoffen als bedoeld in artikel 5:34 van de Algemene plaatselijke verordening

€ 0,00

  • 2.

    Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder:

     

    Commerciële organisatie:

    • een individueel, persoonlijk of groepswinstoogmerk

    • bedrijfsmatig van aard

  • Niet-commerciële organisatie:

    • geen individueel, persoonlijk of groepswinstoogmerk.

    • niet bedrijfsmatig van aard.

    • een beoogde doelstelling van kerkelijke, levensbeschouwelijke, sociale, pedagogische, sportieve, charitatieve, informatieve, wetenschappelijke of culturele aard.

    • georganiseerd door stichtingen en verenigingen, waarvan de inkomsten worden aangewend om de continuïteit van de eigen activiteiten te waarborgen of worden ingezet voor een goed doel.

 

HOOFDSTUK 2 DIENSTVERLENING EN BESLUITEN IN HET KADER VAN DE OMGEVINGSWET

Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen

 

Artikel 2.1 Definities

 

  • 1.

    Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

  • 2.

    In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

  • 3.

    In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

  • -

    binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan;

  • -

    binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet;

  • 4.

    In aanvulling op de in bijlage I bij de Omgevingsregeling opgenomen omschrijving van het begrip ‘bouwkosten’ betreffen de in die omschrijving:

    • -

      onder a genoemde Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 de voorwaarden die bekendgemaakt zijn in Staatscourant 2012, 1567;

    • -

      onder b bedoelde bouwkosten de kosten voor de fysieke realisatie (het bouwen) van het bouwwerk; 

    • -

      onder c bedoelde prijs de prijs exclusief omzetbelasting.

  • 5.

    In dit hoofdstuk wordt onder een conceptverzoek verstaan: Een verzoek aan de gemeente om een indicatie af te geven over de wenselijkheid/mogelijkheid van een initiatief met betrekking tot een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving.

  • 6.

    In dit hoofdstuk wordt verstaan onder een kleine buitenplanse omgevingsplanactiviteit: een buitenplanse omgevingsplanactiviteitdie betrekking heeft op de volgende categorieën bouwplannen:

    • 1.

      een bijbehorend bouwwerk of uitbreiding daarvan, mits, voor zover gelegen buiten de bebouwde kom, wordt voldaan aan de volgende eisen:

      • a.

        niet hoger dan 5 m, tenzij sprake is van een kas of bedrijfsgebouw van lichte constructie ten dienste van een agrarisch bedrijf,

      • b.

        de oppervlakte niet meer dan 150 m²;

    • 2.

      een gebouw ten behoeve van een infrastructurele of openbare voorziening mits wordt voldaan aan de volgende eisen:

      • a.

        niet hoger dan 5 m, en

      • b.

        de oppervlakte niet meer dan 50 m²;

    • 3.

      een bouwwerk, geen gebouw zijnde, of een gedeelte van een dergelijk bouwwerk, mits wordt voldaan aan de volgende eisen:

      • a.

        niet hoger dan 10 m, en

      • b.

        de oppervlakte niet meer dan 50 m²;

    • 4.

      een dakterras, balkon of andere niet op de grond gelegen buitenruimte aan of op een gebouw, een dakkapel, dakopbouw of gelijksoortige uitbreiding van een gebouw, de uitbreiding van een bouwwerk met een bouwdeel van ondergeschikte aard dan wel voorzieningen gericht op het isoleren van een gebouw;

    • 5.

      het gebruiken van gronden voor een niet-ingrijpende herinrichting van openbaar gebied;

    • 6.

      het gebruiken van bouwwerken, eventueel in samenhang met bouwactiviteiten die de bebouwde oppervlakte of het bouwvolume niet vergroten, en van bij die bouwwerken aansluitend terrein, mits het aantal woningen gelijk blijft en de gebruikswijziging van bouwwerken maximaal 1.500 m² vloeroppervlakte bedraagt (het bij de bouwwerken aansluitend terrein blijft hierbij buiten beschouwing);

    • 7.

      ander gebruik van gronden of bouwwerken dan bedoeld in de onderdelen 1 t/m 6, voor een termijn van ten hoogste tien jaar.

Artikel 2.2 Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven

Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

  • a.

    het behandelen van een conceptverzoek;

  • b.

    een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit;

  • c.

    een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet;

  • d.

    toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet

  • e.

    een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning;

  • f.

    intrekking van een omgevingsvergunning;

  • g.

    wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d;

  • h.

    een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g.

 

Artikel 2.3 Bepalen tarief

 

  • 1.

    De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk.

  • 2.

    Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten.

  • 3.

    Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12.

  • 4.

    Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13.

  • 5.

    Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.

  • 6.

    In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

 

Paragraaf 2.2 Voorfase (conceptverzoek)

 

Artikel 2.4 Conceptverzoek

Als de aanvraag betrekking heeft het behandelen van een conceptverzoek over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief:

  • a.

    voor het beoordelen van een conceptverzoek in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project of ontwikkeling vergunbaar is

€ 300,00

  • b.

    voor een richtinggevende uitspraak van het gemeentebestuur (principebesluit) of zij wil meewerken aan het planologisch faciliteren van een conceptverzoek dat niet past in het omgevingsplan en alleen vergund kan worden na een herziening of wijziging van het omgevingsplan of met een omgevingsvergunning

€ 1.200,00

 

Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken

 

Artikel 2.5 Bouwactiviteit (bouwtechnische deel)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

  • a.

    indien de bouwkosten niet meer dan € 1.000,-- bedragen

€ 115,00

  • b.

    bij bouwkosten van € 1.000,- of meer, doch minder dan € 10.000,-, van de bouwkosten

4,0%

met een minimum van

€ 115,00

  • c.

    bij bouwkosten van € 10.000,- of meer, doch minder dan € 50.000,-, van de bouwkosten

2,5%

met een minimum van

€ 425,00

  • d.

    bij bouwkosten van € 50.000,- of meer, doch minder dan € 100.000,-, van de bouwkosten:

2,1%

met een minimum van

€ 1.325,00

  • e.

    bij bouwkosten van € 100.000,- of meer, doch minder dan € 1.000.000,-, van de bouwkosten:

1,60%

met een minimum van

€ 2.230,00

  • f.

    bij bouwkosten van € 1.000.000,- of meer, van de bouwkosten:

1,40%

met een minimum van

€ 17.000,00

en een maximum van

€ 250.000,00

Artikel 2.6 Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, het in stand houden of gebruiken van het te bouwen bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

  • a.

    voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit (geen wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht), van de bouwkosten

1,0%

met een minimum van

€ 150,00

en een maximum van

€ 3.000,00

  • b.

    voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht, van de bouwkosten

1,0%

vermeerderd met een vast bedrag van

€ 505,00

met een totaal minimum van

€ 600,00

en een totaal maximum van

€ 3.505,00

  • c.

    voor een kleine buitenplanse omgevingsplanactiviteit, van de bouwkosten

1,0%

met een minimum van

€ 600,00

en een maximum van

€ 3.505,00

  • d.

    voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit, niet zijnde een kleine buitenplanse omgevingsplanactiviteit

€ 8.500,00

Artikel 2.7 Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

  • a.

    voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit

€ 295,20

  • b.

    voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 495,00

 

Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en wereld erfgoed

Artikel 2.8 Omgevingsplanactiviteit: monumenten

  • 1.

    Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a of b, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, rijksmonument, voorbeschermd gemeentelijk monument of voorbeschermd provinciaal monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

  • a.

    voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

1° voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 577,10

2° voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 577,10

  • b.

    voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

1° voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 577,10

2° voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 577,10

  • c.

    voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

1° voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 577,10

2° voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 577,10

  • 2.

    Als de in het eerste lid bedoelde aanvraag een archeologisch monument betreft, worden de in het eerste lid genoemde tarieven verhoogd met:

€ 150,00

  • 3.

    Het eerste lid, aanhef en onder a, en tweede lid, is van overeenkomstige toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning met betrekking tot een monument of archeologisch monument dat op grond van de Erfgoedverordening Olst-Wijhe 2023 is aangewezen respectievelijk waarop, voordat het is aangewezen, die verordening van overeenkomstige toepassing is. De vorige volzin is van toepassing:

    • a.

      als het gaat om een aangewezen monument of archeologisch monument: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven; en

    • b.

      als het gaat om een monument of archeologisch monument waarop voordat het is aangewezen de verordening van overeenkomstige toepassing is: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven of het omgevingsplan nog geen voorbeschermingsregel bevat vanwege het voornemen om die functie-aanduiding te geven.

 

Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten

 

Artikel 2.9 Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op:

  • a.

    een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten

€ 4.144,00

  • b.

    een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten die bedrijfstakken overstijgen als bedoeld in de paragrafen 3.2.1, 3.2.3 tot en met 3.2.15, 3.2.17 tot en met 3.2.19 en 3.2.24 van afdeling 3.2 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten

€ 4.144,00

 

Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten

 

n.v.t.

 

Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten

 

Artikel 2.10 Aanlegactiviteiten

  • 1.

    Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden (aanlegactiviteit), bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

  • a.

    voor een aanlegvergunning voor werken met een oppervlakte tot 1.000 m2

€ 274,85

  • b.

    voor een aanlegvergunning voor werken met een oppervlakte van 1.000 m2 en meer

€ 972,65

  • 2.

    De in het eerste lid, onder a en b, genoemde tarieven zijn van toepassing als de aanvraag een binnenplanse omgevingsplanactiviteit betreft. Deze zijn van overeenkomstige toepassing als de aanvraag een buitenplanse omgevingsplanactiviteit betreft en worden in dat geval verhoogd met:

€ 500,00

Artikel 2.11 Aanleggen of veranderen weg en uitweg

  • 1.

    Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg in de zin van artikel 2:11 van de Algemene Plaatselijke Verordening Olst-Wijhe, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 75,00

  • 2.

    Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 75,00

 

Paragraaf 2.8 Overige activiteiten

 

Artikel 2.12 Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden

  • 1.

    Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 58,05

Artikel 2.13 Andere activiteiten

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit:

  • a.

    betreft een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen vergunningsplichtige activiteit, uitgezonderd de activiteit bedoeld in onderdeel b, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 34,40

  • b.

    betreft een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

1° voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 34,40

2° voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 34,40

3° voor een in een gemeentelijke verordening als bedoeld in artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit aangewezen vergunningplichtige activiteit:

€ 34,40

 

Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschriften

 

Artikel 2.14 Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouw- of sloopactiviteit, bedraagt het tarief:

  • a.

    voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeft op:

    • 1.

      het in stand houden van een bestaand bouwwerk, bedoeld in artikel 3.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

    • 2.

      bouwactiviteiten die het bouwen van nieuwe bouwwerken betreffen als bedoeld in artikel 4.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

    • 3.

      het gebruik van een bouwwerk, bedoeld in artikel 6.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; of

    • 4.

      het verrichten van bouw- of sloopwerkzaamheden als bedoeld in artikel 7.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; per maatwerkvoorschrift:

€ 469,00

  • b.

    in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel a, per maatwerkvoorschrift:

€ 469,00

Artikel 2.15 Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten

  • 1.

    Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving betrekking heeft op:

  • -

    één milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief:

€ 2.240,00

  • 2.

    Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere milieubelastende activiteit dan bedoeld in het eerste lid, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:

€ 2.240,00

 

Paragraaf 2.10 Gelijkwaardigheid

 

Artikel 2.16 Gelijkwaardige maatregel

  • 1.

    Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op:

a. een bouwactiviteit, bedraagt het tarief, per uur:

volgens begroting

b. een activiteit met betrekking tot cultureel erfgoed, bedraagt het tarief, per uur:

volgens begroting

c. een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief, per uur:

volgens begroting

d. een andere activiteit dan bedoeld in de onderdelen a, b of c, bedraagt het tarief, per uur:

volgens begroting

  • 2.

    Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Paragraaf 2.11 Overige tarieven

 

Artikel 2.17 Wijzigen omgevingsvergunning

  • 1.

    Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft.

  • 2.

    In afwijking van het 1e lid is voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project, het volgende tarief van toepassing.

€ 329,55

Artikel 2.18 Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning:

€ 37,60

Artikel 2.19 Intrekken omgevingsvergunning

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning, tenzij artikel 2.33 van toepassing is:

€ 37,60

Artikel 2.20 Beoordeling aanvullende gegevens

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, in behandeling is genomen:

€ 0,00

Artikel 2.21 Beoordeling onderzoeksrapporten

De in artikel 2.26 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ander besluit.

Artikel 2.22 Wijzigen van het omgevingsplan

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan:

€ 8.500,00

Artikel 2.23 Niet genoemd besluit op aanvraag

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan:

€ 94,25

 

Paragraaf 2.12 Modaliteiten

 

Artikel 2.24 Achteraf ingediende aanvraag

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met:

10%

met een maximum van:

€ 1.000,00

Artikel 2.25 Uitgebreide voorbereidingsprocedure

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit:

  • a.

    als sprake is van een milieubelastende activiteit:

€ 2.576,00

  • b.

    als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 1.056,00

  • c.

    als sprake is van andere activiteiten dan bedoeld in de onderdelen a en b:

€ 1.056,00

Artikel 2.26 Beoordeling onderzoeksrapporten

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld:

  • a.

    voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport:

€ 379,70

  • b.

    voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport:

€ 379,70

  • c.

    voor de beoordeling van een landschappelijk inpassingsplan

€ 379,70

  • d.

    voor de beoordeling van een stedenbouwkundig plan

€ 379,70

  • e.

    voor de beoordeling van een milieu-effect rapportage

€ 500,00

  • f.

    voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport:

€ 379,70

Artikel 2.27 Advies

  • 1.

    Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet:

  • a.

    voor een advies van de gemeenteraad (adviesrecht raad):

€ 500,00

  • b.

    voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in het tweede lid: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

volgens begroting

  • 2.

    Indien een begroting als bedoeld in het eerste lid onderdeel b. is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

Artikel 2.28 Instemming

  • 1.

    Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan:

  • a.

    als de gemeenteraad moet besluiten over de instemming:

€ 308,30

  • b.

    als een ander bestuursorgaan moet besluiten over de instemming: het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn

  • 2.

    Het bedrag bedoeld in het eerste lid, onder b, wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Paragraaf 2.13 Vermindering

 

Artikel 2.29 Vermindering na conceptverzoek

  • 1.

    Als de aanvraag om een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een behandeld conceptverzoek als bedoeld in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag betrekking heeft, bestaat onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges.

De vermindering bedraagt:

50%

van de voor het conceptverzoek geheven leges.

  • 2.

    Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning gedaan:

    • a.

      voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop het conceptverzoek betrekking had;

    • b.

      in overeenstemming met de uitkomsten van het conceptverzoek; en

    • c.

      binnen 12 maanden na het laatste conceptverzoek of, als het conceptverzoek volgens afspraak leidt tot een kennisgeving aan de aanvrager, na de dagtekening van de kennisgeving.

Artikel 2.30 Vermindering bij meervoudige aanvraag

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op vijf of meer activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van leges voor de milieubelastende activiteiten als bedoeld in paragraaf 2.5 en het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12. De vermindering bedraagt:

  • a.

    bij 5 tot 10 activiteiten:

2%

van de voor die activiteiten verschuldigde leges.

  • b.

    bij 10 tot 15 activiteiten:

3%

van de voor die activiteiten verschuldigde leges.

  • c.

    bij 15 of meer activiteiten:

5%

van de voor die activiteiten verschuldigde leges.

 

Paragraaf 2.14 Teruggaaf

 

Artikel 2.31 Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig

Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges.

De teruggaaf bedraagt:

100%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.

Artikel 2.32 Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten

Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt:

50%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.

Artikel 2.33 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

De teruggaaf bedraagt:

60%

Artikel 2.34 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure

  • a.

    Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges.

De teruggaaf bedraagt:

50%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

  • b.

    Als op advies van de gemeente de aanvraag wordt ingetrokken, worden de legeskosten hiervan in mindering gebracht op de legeskosten van de nieuwe aanvraag voor hetzelfde bouwwerk dat binnen 12 maanden na intrekking of op een later tijdstip ten gevolge van een procedure, echter binnen 6 maanden na afloop van die procedure wordt ingediend.

Artikel 2.35 Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten

  • a.

    Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 12 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt.

De teruggaaf bedraagt:

50%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

  • b.

    Als op advies van de gemeente de aanvraag wordt ingetrokken, worden de legeskosten hiervan in mindering gebracht op de legeskosten van de nieuwe aanvraag voor hetzelfde bouwwerk dat binnen 12 maanden na intrekking of op een later tijdstip ten gevolge van een procedure, echter binnen 6 maanden na afloop van die procedure wordt ingediend.

Artikel 2.36 Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten

  • a.

    Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges.

De teruggaaf bedraagt:

25%

van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges.

  • b.

    Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak

Artikel 2.37 Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten

In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12.

 

HOOFDSTUK 3 DIENSTVERLENING VALLEND ONDER DE DIENSTENRICHTLIJN EN NIET VALLEND ONDER HOOFDSTUK 2

 

Paragraaf 3.1 Horeca

 

Artikel 3.1 Exploitatie openbare inrichting

  • 1.

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling van een aanvraag om een vergunning tot het exploiteren van een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening

€ 326,85

  • 2.

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van de lokaliteiten en/of terras

€ 64,10

  • 3.

    Het tarief bedraag voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het laten bijschrijven van een persoon tot leidinggevende

€ 72,80

  • 4.

    als de aanvraag als bedoeld in lid 1 tezamen met een aanvraag als bedoeld in artikel 3.2 onderdeel a. wordt ingediend, wordt voor de aanvraag tot het verlenen van de exploitatievergunning 50% van de genoemde leges in rekening gebracht.

  • 5.

    als de aanvraag als bedoeld in lid 2 tezamen met een aanvraag als bedoeld in artikel 3.2 onderdeel c. wordt ingediend, wordt voor de aanvraag tot het wijzigen van de exploitatievergunning 50% van de genoemde leges in rekening gebracht.

  • 6.

    Als de aanvraag als bedoeld in lid 3 tezamen met een aanvraag als bedoeld in artikel 3.2 onderdeel f. wordt ingediend, wordt voor de aanvraag tot het wijzigingen van de exploitatievergunning 50% van de genoemde leges in rekening gebracht.

Artikel 3.2 Uitoefenen horeca- of slijtersbedrijf

  • 1.

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

  • a.

    een aanvraag tot het verlenen van een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet

€ 326,85

  • b.

    een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 4, vierde lid, van de Alcoholwet

€ 64,10

  • c.

    een melding als bedoeld in artikel 30 van de Alcoholwet

€ 64,10

  • d.

    een aanvraag tot het wijzigen van het aanhangsel als bedoeld in artikel 30a, tweede lid, van de Alcoholwet

€ 72,80

  • e.

    een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet

€ 70,70

 

Paragraaf 3.2 Seksbedrijven

 

Artikel 3.3 Vergunning seksbedrijf

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

  • 1.

    tot het verlenen van een exploitatievergunning of wijziging van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 3:4, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening, anders dan een wijziging bedoeld in artikel 3.3.2:

  • a.

    voor een seksinrichting

€ 338,05

  • b.

    voor een escortbedrijf

€ 338,05

  • 2.

    tot het wijzigen van een exploitatievergunning in verband met uitsluitend een wijziging van het beheer in een seksinrichting of escortbedrijf, als bedoeld in artikel 3.15, tweede lid, van de Algemene plaatselijke verordening:

  • a.

    voor een seksinrichting

€ 89,70

  • b.

    voor een escortbedrijf

€ 89,70

 

Paragraaf 3.3 Winkeltijdenwet

 

Artikel 3.4 Ontheffing winkeltijden

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

  • a.

    tot het verlenen van een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet of het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet

€ 114,15

  • b.

    tot het wijzigen van een in onderdeel a. bedoelde ontheffing

€ 28,50

 

Paragraaf 3.4 Organiseren evenement of markt

 

Artikel 3.5 Organiseren evenement

  • 1.

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement op/aan de weg of op een voor publiek toegankelij­ke plaats als bedoeld in artikel 2.25, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening

  • a.

    voor het houden of organiseren van een commercieel A-evenement

€ 50,85

  • b.

    voor het houden of organiseren van een commercieel B-evenement

€ 113,85

  • c.

    voor het houden of organiseren van een commercieel C evenement

€ 219,60

  • d.

    voor het houden of organiseren van een niet-commercieel A-evenement

€ 0,00

  • e.

    voor het houden of organiseren van een niet-commercieel B-evenement

€ 0,00

  • f.

    voor het houden of organiseren van een niet-commercieel C-evenement

€ 0,00

  • 2.

    Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder:

    A-evenement:

    Laag risico. Een evenement waarbij sprake is van een beperkte impact op de omgeving en/of beperkte gevolgen voor het verkeer en tevens een geringe extra capaciteit van de hulpdiensten is vereist.

    B-Evenement:

    Verhoogd risico. Een evenement waarbij sprake is van een verhoogde impact op de omgeving en/of gevolgen voor verkeer en tevens extra capaciteit van de hulpdiensten is vereist.

    C-Evenement:

    Risicovol evenement. Een evenement waarbij sprake is van een grote impact op de omgeving /regio en/of verkeer en tevens extra capaciteit van de hulpdiensten is vereist. 

  • 3.

    Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder:

    Commercieel evenement:

    Evenement georganiseerd door een commerciële organisatie:

    • een individueel, persoonlijk of groepswinstoogmerk

    • bedrijfsmatig van aard

Niet-Commercieel evenement:

Evenement georganiseerd door een niet-commerciële organisatie:

    • geen individueel, persoonlijk of groepswinstoogmerk.

    • niet bedrijfsmatig van aard.

    • een beoogde doelstelling van kerkelijke, levensbeschouwelijke, sociale, pedagogische, sportieve, charitatieve, informatieve, wetenschappelijke of culturele aard.

    • georganiseerd door stichtingen en verenigingen, waarvan de inkomsten worden aangewend om de continuïteit van de eigen activiteiten te waarborgen of worden ingezet voor een goed doel.

 

Paragraaf 3.5 Standplaatsen

 

Artikel 3.6 Marktstandplaats vergunningen en andere vergunningen op markt

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een vergunning voor het innemen van een standplaats geldig voor:

  • a.

    een incidentele standplaats voor een dag in verband met een actie voor een liefdadig of ideëel doel

€ 0,00

  • b.

    een incidentele standplaats voor een dag

€ 57,10

  • c.

    een incidentele standplaats voor meer dan één dag

€ 103,35

  • d.

    een standplaats voor een product dat gebonden is aan een bepaalde periode per jaar

€ 142,60

  • e.

    een vaste standplaats per jaar

€ 182,40

 

Paragraaf 3.6 Huisvestingswet 2014

 

Niet van toepassing

 

Paragraaf 3.7 Kinderopvang

 

A rtikel 3.7 Kinderopvang, BSO en gasthouderopvang

  • 1.

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot:

  • a.

    het in exploitatie nemen van een kindercentrum (kinderdagopvang en/of buitenschoolse opvang) als bedoeld in artikel 1.45, eerste lid en artikel 1.46 eerste lid van de Wet kinderopvang

€ 561,95

  • b.

    tot het in exploitatie nemen van een gastouderbureau als bedoeld in artikel 1.45, eerste lid en artikel 1.46 eerste lid van de Wet kinderopvang

€ 561,95

  • c.

    het bieden van gastouderopvang als bedoeld in artikel 1.45, tweede lid en artikel 1.46 eerste lid van de Wet Kinderopvang

€ 169,50

  • 2.

    indien een aanvraag op grond van onderdeel 3.7.1 onderdeel a., b., of c. wordt ingetrokken voordat een inspectie door de GGD heeft plaatsgevonden, bestaat er aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De leges bedragen in dit geval:

€ 84,75

 

Paragraaf 3.8 In dit hoofdstuk niet benoemd besluit

 

Artikel 3.8 Niet benoemd besluit op aanvraag

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een andere, in deze titel niet benoemde vergunning of ontheffing of tot het nemen van een andere beschikking

€ 53,60

 

Behorende bij raadsbesluit van 18 december 2023

De griffier van de gemeente Olst-Wijhe,

 

J.T.J.J. van Zwam

Naar boven