Gemeenteblad van Westerkwartier
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Westerkwartier | Gemeenteblad 2024, 535566 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Westerkwartier | Gemeenteblad 2024, 535566 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Verordening op de heffing invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten Westerkwartier 2025
De raad van de gemeente Westerkwartier;
Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 12 november 2024;
Gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;
Vast te stellen de verordening op de heffing invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten Westerkwartier 2025”.
Hoofdstuk 1 Afvalstoffenheffing
Artikel 5. Aard van de belasting en belastbaar feit
De afvalstoffenheffing bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
Artikel 7. Maatstaven en tarieven afvalstoffenheffing
Voor de berekening van de in hoofdstuk 1.1, onderdelen 1.1.2.1 en 1.1.2.2 van de tarieventabel genoemde belasting worden de geregistreerde hoeveelheden van zowel groente- fruit- en tuinafval als van de overige afvalstoffen na de totaaltelling ten behoeve van de aanslag naar beneden op hele kilogrammen afgerond.
De vaststelling van het totale gewicht van het in het belastingjaar ingezamelde groente, fruit en tuinafval van een perceel, dan wel groep van percelen vindt plaats door optelling van de gewichten van het periodiek ingezamelde groente-, fruit- en tuinafval van dit perceel, dan wel groep van percelen in het belastingjaar. Het gewicht van het periodiek ingezamelde groente-, fruit- en tuinafval per inzamelbeurt per perceel, dan wel groep van percelen wordt vastgesteld als het verschil van het gewicht van de betreffende container vóór lediging en het gewicht na lediging.
De vaststelling van het totale gewicht van de in het belastingjaar ingezamelde overige afvalstoffen van een perceel, dan wel groep van percelen vindt plaats door optelling van de gewichten van de periodiek ingezamelde overige afvalstoffen van dit perceel, dan wel groep van percelen in het belastingjaar. Het gewicht van de periodiek ingezamelde overige afvalstoffen per inzamelbeurt per perceel wordt vastgesteld als het verschil van het gewicht van de betreffende container vóór lediging en het gewicht na lediging.
In afwijking van het vijfde en zesde lid wordt het gewicht van de periodiek ingezamelde afvalstoffen per inzamelbeurt per perceel dat behoort tot een groep van percelen vastgesteld als een naar het aantal geregistreerde percelen van de betrokken groep van percelen evenredig gedeelte van het totale gewicht van de periodiek ingezamelde afvalstoffen per inzamelbeurt van de betrokken groep van percelen.
In afwijking van lid 1 kan de belasting als bedoeld in hoofdstuk 1.2 van bij de verordening behorende tarieventabel eveneens geheven worden door middel van een mondelinge dan wel een schriftelijke gedagtekende kennisgeving. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 9. Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting bedoeld in hoofdstuk 1, onderdeel 1.1.1, verschuldigd over zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op vermindering voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als bedoeld in hoofdstuk 1, onderdeel 1.1.1, als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 10. Termijnen van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in drie gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de volgende termijnen telkens een maand later.
In afwijking van het eerste en tweede lid geldt dat, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het kalenderjaar waarin de aanslagen worden opgelegd overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen ten minste drie en ten hoogste tien bedraagt. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
In afwijking van het derde lid geldt, dat aanslagen tot € 30,00 moeten worden betaald in één termijn. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt het totaal van op een aanslagbiljet verenigde verschuldigde bedragen afvalstoffenheffing of andere heffingen aangemerkt als één belastingbedrag. In afwijking van het bepaalde in de vorige leden, worden de aanslagen minder dan € 5,00 niet geheven.
Onder de naam 'reinigingsrechten' worden rechten geheven zowel voor het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten als voor het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn.
De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.
Artikel 13. Maatstaf van heffing en belastingtarief
Voor de berekening van de in hoofdstuk 2.1, onderdelen 2.1.2.1 en 2.1.2.2 van de tarieventabel genoemde belasting worden de geregistreerde hoeveelheden van zowel groente- fruit- en tuinafval als van de overige afvalstoffen na de totaaltelling ten behoeve van de aanslag naar beneden op hele afgerond.
De vaststelling van het totale gewicht van het in het belastingjaar ingezamelde groente , fruit en tuinafval van een perceel, dan wel groep van percelen vindt plaats door optelling van de gewichten van het periodiek ingezamelde groente , fruit en tuinafval van dit perceel, dan wel groep van percelen in het belastingjaar. Het gewicht van het periodiek ingezamelde groente-, fruit en tuin¬afval per inzamelbeurt per perceel, dan wel groep van percelen wordt vastgesteld als het verschil van het gewicht van de betreffende container vóór lediging en het gewicht na lediging.
Indien tijdens enige inzamelbeurt door een calamiteit of door technische storing van de wegende inzamelauto, of van de op de inzamelauto geplaatste containerweeg-of container-herkennings- of containerregistratieapparatuur of van de middelen waarmee de gegevens van de geledigde containers worden opgeslagen, van een aangeboden container geen of een onjuiste automatische weging of herkenning of registratie of gegevensverwerking plaatsvindt, wordt, in afwijking van voorgaande leden van dit artikel, voor de betreffende inzamelbeurt van het desbetreffende perceel bij de berekening van het verschuldigde gedeelte van de belasting als bedoeld in de in hoofdstuk 2.1, de onderdelen2.1.2.1 en 2.1.2.2 van de bij de verordening behorende tarieventabel ervan uitgegaan dat geen kilogrammen zijn aangeboden.
Artikel 15. Ontstaan van de belastingschuld en de heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting bedoeld in hoofdstuk 2, onderdeel 2.1.1, verschuldigd over zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op vermindering voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als bedoeld in hoofdstuk 2, onderdeel 2.1.1, als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 16. Tijdstip van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in drie gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de volgende termijnen telkens een maand later.
In afwijking van het eerste en tweede lid geldt dat, zolang de verschuldigde bedragen door middel van auto¬matische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het kalenderjaar waarin de aanslagen worden opgelegd overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen ten minste drie en ten hoogste tien bedraagt. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
In afwijking van het tweede lid geldt, dat aanslagen tot € 30,00 moeten worden betaald in één termijn. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt het totaal van op een aanslagbiljet verenigde verschuldigde bedragen afvalstoffenheffing of andere heffingen aangemerkt als één belastingbedrag. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.
Hoofdstuk 3: Aanvullende bepalingen
Artikel 17. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de reinigingsheffingen.
De Verordening reinigingsheffingen gemeente Westerkwartier 2024, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 19, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Westerkwartier
In de openbare vergadering 11 december 2024,
A. van der Tuuk, voorzitter
O. de Vries, griffier
Tarieventabel behorende bij de Verordening reinigingsheffingen gemeente Westerkwartier 2025
De bedragen genoemd in deze tabel zijn inclusief omzetbelasting indien deze verschuldigd is.
Hoofdstuk 1 Maatstaven en tarieven afvalstoffenheffing
Hoofdstuk 1.1. Maatstaven en tarieven afvalstoffenheffing
Hoofdstuk 1.2 Maatstaven en overige tarieven afvalstoffenheffing
Hoofdstuk 2. Maatstaven en tarieven reinigingsrechten
Behorende bij het raadsbesluit van 11 december 2024.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-535566.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.