Artikel
|
Omschrijving
|
Vast tarief
|
Variabel tarief
|
Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen
|
Artikel 2.1 Definities
|
|
|
|
|
1.
|
Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.
|
|
|
2.
|
In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.
|
|
|
3.
|
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder: - makelaarsverzoek: een verzoek tot het verstrekken van inlichtingen omtrent publiekrechtelijke beperkingen, bouw- en woningtoezicht, ruimtelijke ordening- en/of bodeminformatie; - verken uw idee: een overleg en/of schriftelijke beoordeling/indicatie waaruit blijkt of medewerking kan worden verleend aan het voorgenomen project over één of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving danwel over één of meer milieubelastende activiteiten, danwel of deze vergunningvrij kunnen worden uitgevoerd; - conceptverzoek: een controle of de aanvraag compleet is en of de initiatiefnemer de juiste informatie heeft ingevuld voorafgaand aan het indienen van de aanvraag; - binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan; - binnenplanse omgevingsplanactiviteit ‘afwijken van regels in het omgevingsplan’: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met de binnenplanse afwijkingsregels, niet zijnde een wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht; - binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet; - kleine buitenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, of een andere activiteit die in strijd is met het omgevingsplan en die kan worden aangemerkt als een kruimelgeval bedoeld in artikel 4 van bijlage II van het voormalige Besluit omgevingsrecht; - buitenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit die niet voldoet aan de regels van het omgevingsplan en niet vergunningvrij voor het bouwen is.
|
|
|
4.
|
In aanvulling op de in bijlage I bij de Omgevingsregeling opgenomen omschrijving van het begrip ‘bouwkosten’ betreffen de in die omschrijving: - onder a genoemde Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 de voorwaarden die bekendgemaakt zijn in Staatscourant 2012, 1567; - onder b bedoelde bouwkosten de kosten voor de fysieke realisatie (het bouwen) van het bouwwerk; - onder c bedoelde prijs de prijs exclusief omzetbelasting.
|
|
|
5.
|
In afwijking van bijlage I bij de Omgevingsregeling wordt onder bouwkosten verstaan een berekening op basis van de normbouwkosten, als daarin is voorzien in de bij deze tarieventabel behorende door het Nederlands Bouwkosten Instituut (NBI)/Casadata bepaalde basisbedragen bouwkosten voor leges voor de provincie Groningen voor 2025, zoals benoemd in het Onderzoeksrapport Basisbedragen bouwleges voor leges 2025 en de bij de aanvraag opgegeven bouwkosten meer dan 10% afwijken van een berekening op basis van deze basisbedragen bouwkosten.
|
|
|
Artikel 2.2 Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven
|
|
Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:
|
|
|
a.
|
makelaarsverzoek/verken uw idee/conceptverzoek;
|
|
|
b.
|
een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit;
|
|
|
c.
|
een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet;
|
|
|
d.
|
toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet;
|
|
|
e.
|
een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning;
|
|
|
f.
|
intrekking van een omgevingsvergunning;
|
|
|
g.
|
wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d;
|
|
|
h.
|
een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g.
|
|
|
Artikel 2.3 Bepalen tarief
|
|
|
|
|
1.
|
De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk.
|
|
|
2.
|
Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten.
|
|
|
3.
|
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12.
|
|
|
4.
|
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13.
|
|
|
5.
|
Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.
|
|
|
6.
|
In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.
|
|
|
Paragraaf 2.2 Voorfase
|
Artikel 2.4 Verken uw idee en/of conceptverzoek
|
|
|
|
|
1.
|
Voor een aanvraag 'makelaarsverzoek' bedraagt het tarief:
|
€ 103,00
|
|
2.
|
Voor een aanvraag om 'verken uw idee' dat betrekking heeft op één of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, met dien verstande dat de aanvraag maximaal bestaat uit één beoordeling van het initiatief door de gemeente, één aanpassing door initiatiefnemer, en één herbeoordeling door de gemeente, bedraagt het tarief:
|
€ 103,00
|
|
3.
|
Voor een aanvraag 'conceptverzoek' bedraagt het tarief:
|
€ 103,00
|
|
Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken
|
Artikel 2.5 Bouwactiviteit (bouwtechnische deel)
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
a.
|
indien de bouwkosten minder dan € 25.000,00 bedragen:
|
|
0,560%
|
|
van de bouwkosten, met een minimum van:
|
€ 118,00
|
|
b.
|
indien de bouwkosten € 25.000,00 of meer, doch minder dan € 50.000,00 bedragen:
|
€ 140,00
|
|
|
vermeerderd met:
|
|
0,490%
|
|
van het bedrag waarmee die bouwkosten € 25.000,00 te boven gaan;
|
|
|
c.
|
indien de bouwkosten € 50.000,00 of meer, doch minder dan € 200.000,00 bedragen:
|
€ 263,00
|
|
|
vermeerderd met:
|
|
0,450%
|
|
van het bedrag waarmee die bouwkosten € 50.000,00 te boven gaan;
|
|
|
d.
|
indien de bouwkosten € 200.000,00 of meer, doch minder dan € 750.000,00 bedragen:
|
€ 938,00
|
|
|
vermeerderd met:
|
|
0,410%
|
|
van het bedrag waarmee die bouwkosten € 200.000,00 te boven gaan;
|
|
|
e.
|
indien de bouwkosten € 750.000,00 of meer, doch minder dan € 2.500.000,00 bedragen:
|
€ 3.193,00
|
|
|
vermeerderd met:
|
|
0,370%
|
|
van het bedrag waarmee die bouwkosten € 750.000,00 te boven gaan;
|
|
|
f.
|
indien de bouwkosten € 2.500.000,00 of meer bedragen:
|
€ 9.668,00
|
|
|
vermeerderd met:
|
|
0,300%
|
|
van het bedrag waarmee de bouwkosten € 2.500.000,00 te boven gaan.
|
|
|
Artikel 2.6 Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel)
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
1.
|
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:
|
|
|
a.
|
indien de bouwkosten minder dan € 25.000,00 bedragen:
|
|
2,220%
|
|
van de bouwkosten, met een minimum van:
|
€ 118,00
|
|
b.
|
indien de bouwkosten € 25.000,00 of meer, doch minder dan € 50.000,00 bedragen:
|
€ 555,00
|
|
|
vermeerderd met:
|
|
1,970%
|
|
van het bedrag waarmee die bouwkosten € 25.000,00 te boven gaan;
|
|
|
c.
|
indien de bouwkosten € 50.000,00 of meer, doch minder dan € 200.000,00 bedragen:
|
€ 1.048,00
|
|
|
vermeerderd met:
|
|
1,810%
|
|
van het bedrag waarmee die bouwkosten € 50.000,00 te boven gaan;
|
|
|
d.
|
indien de bouwkosten € 200.000,00 of meer, doch minder dan € 750.000,00 bedragen:
|
€ 3.763,00
|
|
|
vermeerderd met:
|
|
1,640%
|
|
van het bedrag waarmee die bouwkosten € 200.000,00 te boven gaan;
|
|
|
e.
|
indien de bouwkosten € 750.000,00 of meer, doch minder dan € 2.500.000,00 bedragen:
|
€ 12.783,00
|
|
|
vermeerderd met:
|
|
1,480%
|
|
van het bedrag waarmee die bouwkosten € 750.000,00 te boven gaan;
|
|
|
f.
|
indien de bouwkosten € 2.500.000,00 of meer bedragen:
|
€ 38.683,00
|
|
|
vermeerderd met:
|
|
1,190%
|
|
van het bedrag waarmee de bouwkosten € 2.500.000,00 te boven gaan.
|
|
|
2.
|
onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk wordt het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag:
|
|
|
a.
|
als sprake is van een binnenplanse omgevingsplanactiviteit 'afwijken van regels in het omgevingsplan’, verhoogd met:
|
€ 214,00
|
|
b.
|
als sprake is van een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht, verhoogd met:
|
€ 3.084,00
|
|
c.
|
als sprake is van een kleine buitenplanse omgevingsplanactiviteit, verhoogd met:
|
€ 214,00
|
|
d.
|
als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit, verhoogd met:
|
€ 3.084,00
|
|
Artikel 2.7 Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
1.
|
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:
|
€ 375,00
|
|
2.
|
onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk wordt het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag:
|
|
|
a.
|
als sprake is van een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht, verhoogd met:
|
€ 3.084,00
|
|
b.
|
als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit, verhoogd met:
|
€ 3.084,00
|
|
Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed
|
Artikel 2.8 Omgevingsplanactiviteit: monumenten
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, voorbeschermd gemeentelijk monument of voorbeschermd provinciaal monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
1.
|
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van artikel 14 van de 'Erfgoedverordening gemeente Westerkwartier 2023' in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit:
|
€ 214,00
|
|
2.
|
onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk wordt het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag:
|
|
|
a.
|
als sprake is van een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht, verhoogd met:
|
€ 3.084,00
|
|
b.
|
als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit, verhoogd met:
|
€ 3.084,00
|
|
3.
|
Als de in het eerste lid bedoelde aanvraag een archeologisch monument betreft, worden de in het eerste lid genoemde tarieven verhoogd met:
|
€ 214,00
|
|
4.
|
Het eerste lid, aanhef en onder a, en tweede lid, is van overeenkomstige toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning met betrekking tot een monument of archeologisch monument dat op grond van de 'Erfgoedverordening gemeente Westerkwartier 2023' is aangewezen respectievelijk waarop, voordat het is aangewezen, die verordening van overeenkomstige toepassing is. De vorige volzin is van toepassing:
|
|
|
a.
|
als het gaat om een aangewezen monument of archeologisch monument: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven; en
|
|
|
b.
|
als het gaat om een monument of archeologisch monument waarop voordat het is aangewezen de verordening van overeenkomstige toepassing is: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven of het omgevingsplan nog geen voorbeschermingsregel bevat vanwege het voornemen om die functie-aanduiding te geven.
|
|
|
Artikel 2.9 Rijksmonumentenactiviteit
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met uitzondering van een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 214,00
|
|
Artikel 2.10 Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit in een rijksbeschermd, provinciaal beschermd of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
1.
|
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van artikel 20 van de 'Erfgoedverordening gemeente Westerkwartier 2023' in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit:
|
€ 214,00
|
|
2.
|
onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk wordt het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag:
|
|
|
a.
|
als sprake is van een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht, verhoogd met:
|
€ 3.084,00
|
|
b.
|
als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit, verhoogd met:
|
€ 3.084,00
|
|
3.
|
Het eerste lid, aanhef en onder a, is van overeenkomstige toepassing op een sloopactiviteit die wordt verricht op een locatie waarvoor een op grond van artikel 4.35, eerste lid, van de Invoeringswet Omgevingswet als instructie geldende aanwijzing als beschermd stads- of dorpsgezicht als bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de Monumentenwet 1988 zoals die wet luidde voor de inwerkingtreding van de Erfgoedwet van kracht is, zolang in het omgevingsplan aan die locatie nog niet de functie-aanduiding rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht is gegeven.
|
|
|
Artikel 2.11 Omgevingsplanactiviteit: overig cultureel erfgoed en werelderfgoed
|
|
|
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een andere activiteit dan die genoemd in de artikelen 2.8, 2.9 en 2.10 en cultureel erfgoed of werelderfgoed betreft, waarvoor in het omgevingsplan met het oog op het behoud van cultureel erfgoed of van de uitzonderlijke universele waarde van werelderfgoed een verbod is opgenomen om zonder omgevingsvergunning deze activiteit te verrichten, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 214,00
|
|
Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten
|
Artikel 2.12 Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 463,00
|
|
Artikel 2.13 Activiteiten die bedrijfstakken overstijgen (afdeling 3.2 Besluit activiteiten leefomgeving)
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten die bedrijfstakken overstijgen als bedoeld in de paragrafen 3.2.1, 3.2.3 tot en met 3.2.15, 3.2.17 tot en met 3.2.19 en 3.2.24 van afdeling 3.2 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten, per activiteit:
|
€ 463,00
|
|
Artikel 2.14 Nutssector en industrie (afdeling 3.4 Besluit activiteiten leefomgeving)
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de categorie nutssector en industrie als bedoeld in de paragrafen 3.4.2, 3.4.4 tot en met 3.4.9 en 3.4.11 van afdeling 3.4 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten, per activiteit:
|
€ 463,00
|
|
Artikel 2.15 Afvalbeheer (afdeling 3.5 Besluit activiteiten leefomgeving)
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector afvalbeheer als bedoeld in de paragrafen 3.5.1, 3.5.4, 3.5.7, 3.5.8 en 3.5.11 van afdeling 3.5 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten, per activiteit:
|
€ 463,00
|
|
Artikel 2.16 Agrarische sector (afdeling 3.6 Besluit activiteiten leefomgeving)
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de agrarische sector als bedoeld in de paragrafen 3.6.1, 3.6.7 en 3.6.8 van afdeling 3.6 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten, per activiteit:
|
€ 463,00
|
|
Artikel 2.17 Dienstverlening, onderwijs en zorg (afdeling 3.7 Besluit activiteiten leefomgeving)
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector dienstverlening, onderwijs en zorg als bedoeld in de paragrafen 3.7.6 en 3.7.10 van afdeling 3.7 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten, per activiteit:
|
€ 463,00
|
|
Artikel 2.18 Transport, logistiek en ondersteuning daarvan (afdeling 3.8 Besluit activiteiten leefomgeving)
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector transport, logistiek en ondersteuning daarvan als bedoeld in de paragrafen 3.8.2, 3.8.3, 3.8.5, 3.8.6, 3.8.8 tot en met 3.8.11 van afdeling 3.8 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten, per activiteit:
|
€ 463,00
|
|
Artikel 2.19 Sport en recreatie (afdeling 3.9 Besluit activiteiten leefomgeving)
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector sport en recreatie als bedoeld in paragraaf 3.9.1 van afdeling 3.9 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten, per activiteit:
|
€ 463,00
|
|
Artikel 2.20 Samenloop van milieubelastende activiteiten
|
|
|
|
|
1.
|
Als bij de toepassing van de artikelen 2.13 tot en met 2.19 dezelfde milieubelastende activiteit onder meer dan een categorie valt en de aanvraag om een omgevingsvergunning heeft op al deze categorieën betrekking, wordt die milieubelastende activiteit slechts eenmaal in de heffing betrokken, waarbij het voor de belastingplichtige meest gunstige van toepassing zijnde tarief wordt toegepast.
|
|
|
2.
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een kernactiviteit in een bedrijfstak gecombineerd met functioneel ondersteunende activiteiten uit andere bedrijfstakken, dan is, in afwijking van het bepaalde in deze paragraaf, op al deze activiteiten het artikel van toepassing waaronder de bedrijfstak die bepalend is voor de kernactiviteit valt.
|
|
|
Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten
|
Artikel 2.21 Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit
|
|
|
|
|
1.
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, en het gaat niet om het lozen van water of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 668,00
|
|
Artikel 2.22 Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit
|
|
|
|
|
1.
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktelichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, bestaande uit het lozen van afvalwater, koelwater of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 668,00
|
|
Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten
|
Artikel 2.23 [GERESERVEERD]
|
|
|
|
|
Artikel 2.24 [GERESERVEERD]
|
|
|
|
|
Artikel 2.25 Omgevingsplanactiviteit: geluid weg
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen of wijzigen van een weg als op grond van het omgevingsplan of bij omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit een geluidgevoelig gebouw is toegelaten binnen het aandachtsgebied van die weg, als bedoeld in artikel 22.272 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
1.
|
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:
|
€ 55,00
|
|
2.
|
onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk wordt het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag:
|
|
|
a.
|
als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit, verhoogd met:
|
€ 3.084,00
|
|
Artikel 2.26 Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld artikel 2:11 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 55,00
|
|
Artikel 2.27 Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 55,00
|
|
Artikel 2.28 Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
1.
|
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:
|
€ 214,00
|
|
2.
|
onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk wordt het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag:
|
|
|
a.
|
als sprake is van een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht, verhoogd met:
|
€ 3.084,00
|
|
b.
|
als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit, verhoogd met:
|
€ 3.084,00
|
|
Paragraaf 2.8 Overige activiteiten
|
Artikel 2.29 [GERESERVEERD]
|
|
|
|
|
Artikel 2.30 Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in artikel 4:11 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 55,00
|
|
Artikel 2.31 Omgevingsplanactiviteit: reclame
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats, als bedoeld in artikel 4:15 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, en als niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
1.
|
als de activiteit bestaat uit het op of aan een onroerende zaak maken of voeren van die handelsreclame:
|
€ 55,00
|
|
2.
|
als de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat die handelsreclame op of aan die onroerende zaak wordt gemaakt of gevoerd:
|
€ 55,00
|
|
Artikel 2.32 Omgevingsplanactiviteit: objecten plaatsen op de weg
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit de opslag van roerende zaken in een aangewezen gedeelte van de gemeente, bedoeld in artikel 2:10 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
1.
|
als de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken:
|
€ 55,00
|
|
2.
|
als de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen:
|
€ 55,00
|
|
Artikel 2.33 Omgevingsplanactiviteit: standplaatsen
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het innemen of hebben van een standplaats, bedoeld in artikel 5:18 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 55,00
|
|
Artikel 2.34 Andere activiteiten
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit:
|
|
|
1.
|
betreft een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen vergunningplichtige activiteit, uitgezonderd de activiteit bedoeld in onderdeel b, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 55,00
|
|
2.
|
betreft een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
a.
|
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:
|
€ 55,00
|
|
b.
|
onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk wordt het op grond van het tweede lid onder a verschuldigde bedrag:
|
|
|
i.
|
als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit, verhoogd met:
|
€ 3.084,00
|
|
c.
|
betreft een in een gemeentelijke verordening als bedoeld in artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit aangewezen vergunningplichtige activiteit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 55,00
|
|
Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschriften
|
Artikel 2.35 Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten
|
|
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouw- of sloopactiviteit, bedraagt het tarief:
|
|
|
1.
|
voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeft op: 1. het in stand houden van een bestaand bouwwerk, bedoeld in artikel 3.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; 2. bouwactiviteiten die het bouwen van nieuwe bouwwerken betreffen als bedoeld in artikel 4.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; 3. het gebruik van een bouwwerk, bedoeld in artikel 6.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; of 4. het verrichten van bouw- of sloopwerkzaamheden als bedoeld in artikel 7.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; per maatwerkvoorschrift:
|
€ 1.336,00
|
|
2.
|
in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel a, per maatwerkvoorschrift:
|
€ 1.336,00
|
|
Artikel 2.36 Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten
|
|
|
|
|
1.
|
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving betrekking heeft op één of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief:
|
€ 2.262,00
|
|
2.
|
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere milieubelastende activiteit dan bedoeld in het eerste lid, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:
|
€ 2.262,00
|
|
Artikel 2.37 Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten
|
|
|
|
|
1.
|
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.35 en 2.36, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:
|
€ 1.336,00
|
|
Paragraaf 2.10 Gelijkwaardigheid
|
Artikel 2.38 Gelijkwaardige maatregel
|
|
|
|
|
1.
|
Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op:
|
|
|
a.
|
een bouwactiviteit, bedraagt het tarief:
|
€ 925,00
|
|
b.
|
een activiteit met betrekking tot cultureel erfgoed, bedraagt het tarief:
|
€ 925,00
|
|
c.
|
een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief:
|
€ 2.262,00
|
|
d.
|
een andere activiteit dan bedoeld in de onderdelen a, b of c, bedraagt het tarief:
|
€ 925,00
|
|
2.
|
Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
Paragraaf 2.11 Overige tarieven
|
Artikel 2.39 Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit:
|
€ 107,00
|
|
Artikel 2.40 Wijzigen omgevingsvergunning
|
|
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft.
|
|
|
Artikel 2.41 Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning:
|
€ 107,00
|
|
Artikel 2.42 Intrekken omgevingsvergunning
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning met één of meer milieubelastende activiteiten voor een milieubelastende activiteit, tenzij artikel 2.58 van toepassing is:
|
€ 2.673,00
|
|
Artikel 2.43 Beoordeling aanvullende gegevens
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, in behandeling is genomen:
|
Nihil
|
|
Artikel 2.44 Beoordeling onderzoeksrapporten
|
|
De in artikel 2.49 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag.
|
|
|
Artikel 2.45 Wijzigen van het omgevingsplan
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan:
|
€ 3.311,00
|
|
Artikel 2.46 Niet genoemd besluit op aanvraag
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan:
|
€ 107,00
|
|
Paragraaf 2.12 Modaliteiten (verhogingen)
|
Artikel 2.47 Achteraf ingediende aanvraag
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met:
|
|
10,000%
|
1.
|
met een maximum van:
|
€ 10.280,00
|
|
Artikel 2.48 Uitgebreide voorbereidingsprocedure
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit:
|
|
|
a.
|
als sprake is van een milieubelastende activiteit:
|
€ 3.084,00
|
|
b.
|
als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:
|
€ 3.084,00
|
|
c.
|
als sprake is van andere activiteiten dan bedoeld in de onderdelen a en b:
|
€ 3.084,00
|
|
Artikel 2.49 Beoordeling onderzoeksrapporten en/of overleg voeren
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld of overleg moet worden gevoerd:
|
|
|
a.
|
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport door een interne specialist:
|
€ 112,00
|
|
b.
|
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport door een externe specialist van de omgevingsdienst:
|
€ 950,00
|
|
c.
|
voor de beoordeling van een aanvullend milieukundig bodemrapport:
|
€ 112,00
|
|
d.
|
voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport:
|
€ 224,00
|
|
i.
|
beoordeling plan van eisen/aanpak:
|
€ 112,00
|
|
ii.
|
beoordeling rapportage archeologisch bureau- en/of booronderzoek:
|
€ 112,00
|
|
iii.
|
beoordeling rapportage proefsleuvenonderzoek en opgravingen:
|
€ 112,00
|
|
e.
|
voor de beoordeling van een ecologische quickscan (natuurtoets):
|
€ 112,00
|
|
f.
|
voor de beoordeling van een ecologisch onderzoeksrapport:
|
€ 112,00
|
|
g.
|
voor de beoordeling van een quickscan milieu door een interne specialist:
|
€ 900,00
|
|
h.
|
voor de beoordeling van een quickscan milieu door een externe specialist van de omgevingsdienst:
|
€ 700,00
|
|
i.
|
voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER):
|
€ 3.300,00
|
|
j.
|
voor de beoordeling van een onderzoek geurhinder:
|
€ 175,00
|
|
k.
|
voor de beoordeling van een watertoets/waterparagraaf:
|
Nihil
|
|
l.
|
voor de beoordeling van een hydrologisch onderzoek:
|
Nihil
|
|
m.
|
voor de beoordeling van een Aeriusberekening:
|
€ 165,00
|
|
n.
|
voor de beoordeling van een akoestisch rapport betreffende de interne en externe geluidwering of nagalm van een bouwwerk:
|
€ 450,00
|
|
o.
|
voor de beoordeling van een verkeerskundig rapport:
|
€ 335,00
|
|
p.
|
voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport:
|
€ 112,00
|
|
q.
|
voor de beoordeling van het 'actualiseren van een milieuvergunning - Klasse II' door de omgevingsdienst:
|
€ 6.300,00
|
|
r.
|
voor de beoordeling van het 'actualiseren van een milieuvergunning - Klasse III' door de omgevingsdienst:
|
€ 6.300,00
|
|
s.
|
voor de beoordeling van een 'milieuvergunning regulier - Klasse II' door de omgevingsdienst:
|
€ 1.975,00
|
|
t.
|
voor de beoordeling van een 'milieuvergunning regulier - Klasse III' door de omgevingsdienst:
|
€ 2.750,00
|
|
u.
|
voor de beoordeling van een 'milieuvergunning uitgebreid - Klasse II' door de omgevingsdienst:
|
€ 9.500,00
|
|
v.
|
voor de beoordeling van een 'milieuvergunning uitgebreid - Klasse III' door de omgevingsdienst:
|
€ 9.400,00
|
|
w.
|
voor het behandelen van een extra ‘verken uw idee’ aanpassing (één aanpassing door initiatiefnemer, en één herbeoordeling door de gemeente):
|
€ 103,00
|
|
x.
|
voor het voeren van een overleg op de omgevingstafel:
|
€ 247,00
|
|
y.
|
voor het voeren van een overleg op de intaketafel:
|
€ 145,00
|
|
Artikel 2.50 Advies of besluit
|
|
|
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of een ander besluit op grond van de Omgevingswet:
|
|
|
a.
|
voor een advies of besluit van het college:
|
Nihil
|
|
b.
|
voor een advies van de gemeenteraad:
|
Nihil
|
|
c.
|
voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de 'Verordening op de Gemeentelijke Adviescommissie voor Omgevingskwaliteit gemeente Westerkwartier 2023' dat uitsluitend betrekking heeft op redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet, bedragen de kosten (excl. 21% btw):
|
|
|
1.
|
Voor bouwwerken waarvan de bouwkosten bedragen:
|
|
|
i.
|
nihil en meer doch minder dan € 15.750:
|
€ 75,00
|
|
ii.
|
€ 15.750 en meer doch minder dan € 241.500 € 70,= vermeerderd met 2,5 promille van de bouwkosten boven de € 15.750:
|
€ 75,00
|
|
iii.
|
€ 241.500 en meer doch minder dan € 483.000 vermeerderd met 1,0 promille voor het gedeelte van de bouwkosten boven € 241.500:
|
€ 640,00
|
|
iv.
|
€ 483.000 en meer doch minder dan € 735.000 vermeerderd met 0,5 promille voor het gedeelte van de bouwkosten boven € 483.000:
|
€ 881,00
|
|
v.
|
€ 735.000 en meer doch minder dan € 1.260.000 vermeerderd met 0,25 promille voor het gedeelte van de bouwkosten boven € 735.000:
|
€ 1.007,00
|
|
vi.
|
€ 1.260.000 en meer vermeerderd met 0,125 promille voor het gedeelte van de bouwkosten boven € 1.260.000:
|
€ 1.139,00
|
|
2.
|
Deze tarieven zijn gebaseerd op het basissysteem van advisering op gebied van omgevingskwaliteit en cultureel erfgoed door de Adviescommissie voor Omgevingskwaliteit:
|
|
|
i.
|
advisering aan gemeente door één rayonarchitect van 1 x per 14 dagen (kleine commissie): directe afhandeling eenvoudigere plannen op het gebied van omgevingskwaliteit;
|
|
|
ii.
|
advisering door de monumentenadviseur onder mandaat van de commissie: directe afhandeling eenvoudigere plannen op het gebied van cultureel erfgoed;
|
|
|
iii.
|
behandeling in bureaucommissie: collegiale toets voor advisering iets complexere plannen;
|
|
|
iv.
|
behandeling in de commissievergadering: brede advisering over grotere en/of complexe plannen;
|
|
|
v.
|
voor excesbehandelingen, legalisaties en reclames geldt het basistarief van:
|
€ 75,00
|
|
vi.
|
bij het wijzigen van vergunningen worden de advieskosten verrekend op basis van de totale nieuwe bouwkosten.
|
|
|
3.
|
Aanvullende wensen leiden tot aanvullende tarieven, zoals:
|
|
|
i.
|
bij advisering aan gemeente door een rayonarchitect van 1 x per week i.p.v. 1 x per 14 dagen wordt het tarief met 20% verhoogd;
|
|
|
ii.
|
bij advisering aan gemeente door twee rayonarchitecten i.p.v. één, wordt het tarief met 20 % verhoogd.
|
|
|
4.
|
Afzonderlijke advieskosten worden in rekening gebracht indien:
|
|
|
i.
|
voor dezelfde locatie een ander, nieuw plan ter advisering wordt ingebracht;
|
|
|
ii.
|
gelijktijdig meerdere plannen voor dezelfde locatie worden aangeboden (zgn. prijsvraagconstructie).
|
|
|
5.
|
Naast advies over bouwwerken kan ook advies worden gevraagd voor:
|
|
|
i.
|
beleidsadvisering, zoals: een beeldkwaliteitsplan, stedenbouwkundig- of landschapsplan, aanwijzing gemeentelijke monumenten e.d.;
|
|
|
ii.
|
opgaveadvies en/of ontwerpadvies;
|
|
|
iii.
|
deelname aan omgevingstafels, kwaliteitsteams, e.d.
|
|
|
iv.
|
Voor werkzaamheden die naar verwachting leiden tot concrete bouwwerken worden geen kosten in rekening gebracht. Voor alle andere werkzaamheden worden afzonderlijke maatwerkafspraken vastgesteld.
|
|
|
d.
|
voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in de onderdelen a tot en met c: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
|
e.
|
Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
Artikel 2.51 Instemming
|
|
|
|
|
1.
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan: het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn.
|
|
|
2.
|
Het bedrag bedoeld in het eerste lid, onder b, wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
Paragraaf 2.13 Vermindering
|
Artikel 2.52 Vermindering na aanvraag 'verken uw idee' en/of 'conceptverzoek'
|
|
|
|
|
1.
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.8, is voorafgegaan door een aanvraag om 'verken uw idee’ en ‘conceptverzoek’ als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel a, en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, artikel 2.4.2 en 2.4.3, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. De vermindering bedraagt:
|
100%
|
|
|
van de voor aanvraag 'verken uw idee' en/of 'conceptverzoek' geheven leges.
|
|
|
2.
|
Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning gedaan:
|
|
|
a.
|
voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop de aanvraag 'verken uw idee' en/of 'conceptverzoek' betrekking had;
|
|
|
b.
|
in overeenstemming met de uitkomsten van aanvraag 'verken uw idee' en/of 'conceptverzoek'; en
|
|
|
c.
|
binnen 6 maanden na de aanvraag 'verken uw idee' en/of 'conceptverzoek' of, als deze aanvraag volgens afspraak leidt tot een kennisgeving aan de aanvrager, na de dagtekening van de kennisgeving.
|
|
|
3.
|
Bij de toepassing van het eerste lid blijft voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning in ieder geval verschuldigd:
|
|
|
Artikel 2.53 [GERESERVEERD]
|
|
|
|
|
Paragraaf 2.14 Teruggaaf
|
Artikel 2.54 Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig
|
|
Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag 'verken uw idee' volgens paragraaf 2.2, artikel 2.4.
|
|
|
Artikel 2.55 Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten
|
|
Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt:
|
|
85,000%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.
|
|
|
Artikel 2.56 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure
|
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
|
|
a.
|
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op verzoek van de gemeente:
|
|
100,000%
|
b.
|
bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen één week na de indiening van de aanvraag:
|
|
100,000%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges, met dien verstande dat in ieder geval een bedrag van € 100,00 is verschuldigd;
|
|
|
c.
|
bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen vier weken na de indiening van de aanvraag:
|
|
75,000%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;
|
|
|
d.
|
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf vier weken tot zes weken na de indiening van de aanvraag:
|
|
50,000%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;
|
|
|
e.
|
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken na de indiening van de aanvraag:
|
|
25,000%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.
|
|
|
Artikel 2.57 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure
|
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
|
|
a.
|
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op verzoek van de gemeente:
|
|
100,000%
|
b.
|
bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen één week na de indiening van de aanvraag:
|
|
100,000%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges, met dien verstande dat in ieder geval een bedrag van € 100,00 is verschuldigd;
|
|
|
c.
|
bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen zes weken na de indiening van de aanvraag:
|
|
75,000%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;
|
|
|
d.
|
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken tot achttien weken na de indiening van de aanvraag:
|
|
50,000%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;
|
|
|
e.
|
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf achttien weken na de indiening van de aanvraag:
|
|
25,000%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.
|
|
|
Artikel 2.58 Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten
|
|
Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen zes maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:
|
|
30,000%
|
a.
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.
|
|
|
b.
|
indien deze aanvraag is ingediend na zes maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt is er geen teruggaaf van toepassing.
|
|
|
Artikel 2.59 Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten
|
|
|
|
|
a.
|
Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
|
30,000%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges.
|
|
|
b.
|
Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.
|
|
|
Artikel 2.60 Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten
|
|
In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12.
|
|
|
Artikel 2.61 Minimumbedrag voor teruggaaf
|
|
|
|
|
|
Een bedrag minder dan
|
€ 103,00
|
|
|
wordt niet teruggegeven.
|
|
|