Verordening Adviesraad sociaal domein Noardwest Fryslân 2025

De gemeenteraad van de gemeente Terschelling,

 

Gelet op artikel 2.1.3 lid 3 Wet Maatschappelijke Ondersteuning en artikel 47 van de Participatiewet en artikel 2.10 van de Jeugdwet

 

Besluit vast te stellen de

 

Verordening Adviesraad sociaal domein Noardwest Fryslân 2025

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Het college/ de colleges: het college/ de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeente Waadhoeke, Terschelling en Vlieland.

  • b.

    De portefeuillehouder: het lid van het college van de gemeente Waadhoeke, Terschelling of Vlieland die het sociaal domein in haar of zijn portefeuille heeft.

  • c.

    De gemeenteraad: de gemeenteraad van de gemeente Waadhoeke, Terschelling en Vlieland;

  • d.

    De Adviesraad: de Adviesraad sociaal domein Noardwest Fryslân met betrekking tot het sociaal domein van de gemeenten Terschelling, Vlieland en Waadhoeke.

  • e.

    Belanghebbenden: de inwoners van de gemeenten Terschelling, Vlieland en Waadhoeke, in het bijzonder mensen die om persoonlijke, financiële, sociale en/of maatschappelijke redenen in een kwetsbare positie verkeren.

  • f.

    Cliënten: de inwoners van de gemeenten Terschelling, Vlieland en Waadhoeke die direct gebruikmaken van zorg- en ondersteuningsdiensten vanuit de Participatiewet, de Jeugdwet, de Wet maatschappelijke ondersteuning, Wet inburgering en/of de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening.

  • g.

    De regiecoördinator: een ambtenaar met doorzettingsmacht die de schakel vormt tussen de Adviesraad en de ambtelijke organisaties, een makelaar en verbinder.

  • h.

    De ambtelijke secretaris: de secretaris die de Adviesraad ondersteunt bij zijn werkzaamheden.

  • i.

    Beleidsadviseur: de ambtenaar die deskundig is op één of meer domeinen waar de Adviesraad over adviseert en voor deze domeinen fungeert als inhoudelijk aanspreekpunt voor de Adviesraad.

  • j.

    Sociaal domein: als er in deze verordening gesproken wordt over het sociaal domein, wordt daar mee bedoeld de beleidsvoorbereiding en de beleidsvorming op het terrein van de Participatiewet, Jeugdwet, Wet maatschappelijke ondersteuning, Wet inburgering en de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening.

  • k.

    Uitvoeringsplannen: uitvoeringsplannen zijn concrete plannen die de implementatie van beleid en voorzieningen in het sociaal domein beschrijven.

  • l.

    Inkoopstrategie: de uitgangspunten voor het inkoopproces van zorg- en ondersteuningsdiensten binnen het sociaal domein.

  • m.

    Inclusieve samenleving: een samenleving waarin iedereen tot zijn recht kan komen, ongeacht culturele achtergrond, geslacht, leeftijd, talenten en/ of beperkingen. Iedereen neemt op gelijkwaardige manier deel aan de samenleving.

  • n.

    Adviseren: het uitbrengen van een gevraagd of ongevraagd niet-bindend advies van de Adviesraad.

Artikel 2 Taakstelling

  • 1.

    De Adviesraad heeft de volgende taken:

    • Signaleren en informeren: De Adviesraad heeft als taak om signalen uit de samenleving op te vangen met betrekking tot het sociaal domein. Dit kunnen knelpunten, behoeften of problemen zijn die belanghebbenden en in het bijzonder cliënten ervaren. De Adviesraad functioneert als een brug tussen de gemeenschap en het college door deze signalen op te halen, te analyseren, te duiden en in een gesprek kenbaar te maken aan de beleidsadviseurs en/of het college.

    • Meedenken aan de voorkant; Wanneer het college van plan is nieuw beleid te ontwikkelen of bestaand beleid aan te passen op het terrein van het sociaal domein wordt de Adviesraad in een zo vroeg mogelijk stadium betrokken. Dit vindt mondeling plaats in de vorm van een gesprek met de beleidsadviseurs aan de start van het proces. De Adviesraad biedt waardevolle inzichten en suggesties om ervoor te zorgen dat het beleid aansluit bij de behoeften van de belanghebbenden.

    • Agenderen (gevraagd) en ongevraagd adviseren over alle aangelegenheden betreffende het sociaal domein.

  • 2.

    De Adviesraad voert de taken uit die in artikel 2 lid 1 beschreven staan, over de beleidsvoorbereiding en de beleidsvorming van het sociaal domein vanuit het perspectief van de belanghebbenden en in het bijzonder de cliënten.

  • 3.

    Naast de terreinen genoemd in artikel 1 sub j kunnen de colleges of beleidsadviseurs de Adviesraad verzoeken om bij aanpalende terreinen de Adviesraad als sparringpartner te benutten. De Adviesraad kan zelf bepalen of zij dit verzoek toe- of afwijst. Bij deze aanpalende terreinen vindt vaak al burgerparticipatie plaats door belanghebbenden en maatschappelijke organisaties te betrekken bij de ontwikkeling van nieuw beleid.

  • 4.

    De Adviesraad stelt zich tot doel om met zijn adviezen een bijdrage te leveren aan:

    • Het bevorderen van zelfredzaamheid, eigen kracht en participatie van belanghebbenden en cliënten;

    • De inclusieve samenleving waarbij gelijke behandeling en gelijkwaardig meedoen voorop staan;

    • Het verbeteren van de kwaliteit van gemeentelijk beleid binnen het sociaal domein.

  • 5.

    De Adviesraad en/of de werkgroepen van de Adviesraad creëren een kring met cliënten en maatschappelijke organisaties om zich heen die benut kunnen worden om signalen op te halen en inzicht te krijgen in de leef- en belevingswereld die belanghebbenden in het algemeen en cliënten in het bijzonder ervaren. Het betreft hier een inspanningsverplichting van de Adviesraad. De colleges hebben een inspanningsverplichting om deze cliënten te vinden en de Adviesraad hierin te faciliteren.

Artikel 3 Advisering en adviestermijnen

  • 1.

    Gevraagd advies

    • a.

      Het college vraagt via de beleidsadviseurs aan de Adviesraad om een gevraagd advies als het gaat om nieuwe of herziene beleidskaders, beleidsnota’s, regiovisies, regioplannen, verordeningen en beleidsregels voor zover deze betrekking hebben op het terrein waarop de Adviesraad actief is.

    • b.

      De Adviesraad en de beleidsadviseurs streven ernaar om in een zo vroeg mogelijk stadium elkaar op te zoeken bij de in sub a genoemde beleidsontwikkelingen.

    • c.

      De beleidsregels en verordeningen worden alleen ter advisering voorgelegd als er ingrijpende en belangrijke aanvullingen of wijzigingen zijn. Bij niet ingrijpende en niet belangrijke wijzigingen worden de vastgestelde beleidsregels en verordeningen ter kennisname aan de Adviesraad verzonden.

    • d.

      De gevraagde adviezen staan opgenomen in een jaarplanning die de regiecoördinator samen met zijn/haar collega beleidsadviseurs opstelt.

    • e.

      De Adviesraad adviseert niet over klachten, bezwaarschriften of andere zaken die op individuen betrekking hebben.

  • 2.

    Ongevraagd advies

    • a.

      Een ongevraagd advies heeft tot doel om een thema/vraagstuk bij het college onder de aandacht te brengen waarvan de Adviesraad vindt dat de gemeente er (meer) aandacht aan moet besteden.

    • b.

      De Adviesraad brengt dit thema of vraagstuk in eerste instantie mondeling in bij de beleidsadviseurs en/of de portefeuillehouders om dit toe te lichten en onder de aandacht te brengen. Dit gebeurt in een overleg met de beleidsadviseurs en/of de portefeuillehouders.

    • c.

      Indien de Adviesraad het overleg genoemd in art. 3 lid 2 sub b onvoldoende vindt om zijn doel te bereiken, kan de Adviesraad alsnog een ongevraagd schriftelijk advies uitbrengen als hij dat noodzakelijk acht.

    • d.

      Het gaat om thema’s die behoren tot het terrein van de Adviesraad, die tot de beïnvloedingssferen van de gemeenten behoren en die te herleiden zijn tot de behoeftes en belangen van belanghebbenden en cliënten.

  • 3.

    Uitvoeringsplannen en inkoopstrategie

    • a.

      Voor wat betreft de uitvoeringsplannen en de inkoopstrategie kan de Adviesraad nagaan of de plannen en strategie aansluiten bij de behoefte en wensen van de belanghebbenden en cliënten.

    • b.

      Zowel bij de uitvoeringsplannen als de inkoopstrategie is het van belang om mee te denken aan de voorkant en input te leveren voor de beleidsadviseurs.

    • c.

      Er wordt bij het vaststellen van uitvoeringsplannen en de inkoopstrategie nooit gewerkt met een gevraagd of ongevraagd advies. De taken signaleren en meedenken aan de voorkant zijn hier alleen van toepassing.

  • 4.

    Termijnen voor advisering

    • a.

      Wanneer het college de Adviesraad om advies vraagt, neemt de Adviesraad voor het uitbrengen van zijn advies een termijn van maximaal zes weken in acht. In overleg kan hiervan worden afgeweken.

    • b.

      Het college streeft er naar binnen zes weken een schriftelijke reactie op een gevraagd advies van de Adviesraad te geven.

    • c.

      Wanneer de Adviesraad een ongevraagd schriftelijk advies indient bij de colleges, streeft het college ernaar om binnen zes weken een schriftelijke reactie te geven aan de Adviesraad.

    • d.

      Als het college van een gevraagd of ongevraagd advies van de Adviesraad afwijkt, wordt dit schriftelijk gemotiveerd aan de Adviesraad medegedeeld. In zijn motivering onderbouwt het college welke punten uit het advies om welke redenen niet worden overgenomen.

    • e.

      Nadat de Adviesraad op verzoek van het college een advies op een beleidsvoornemen heeft uitgebracht neemt het college een besluit op basis van het beleidsvoornemen en het advies van de Adviesraad. Na besluitvorming worden de stukken openbaar gemaakt.

    • f.

      De gevraagde en ongevraagde adviezen van de Adviesraad worden ter informatie aangeboden aan de gemeenteraden.

Artikel 4 Bezwaarschriften, klachten en cliëntervaringsonderzoeken

  • 1.

    De Adviesraad ontvangt het jaarverslag van de commissie behandeling bezwaarschriften van de Dienst SoZaWe Noardwest Fryslân, het jaarverslag van de klachtenbehandeling van de gemeenten en de Dienst SoZaWe Noardwest Fryslân en de jaarlijkse rapportages van de cliëntervaringsonderzoeken binnen het sociaal domein.

  • 2.

    De informatie uit deze verslagen en rapportages kan voor de Adviesraad aanleiding geven om in gesprek te gaan met de beleidsadviseurs en/of de portefeuillehouder.

Artikel 5 Door het college te verstrekken informatie

  • 1.

    De Adviesraad krijgt van het college de informatie die de Adviesraad voor de uitoefening van zijn taakstelling nodig heeft, tenzij enig wettelijk voorschrift de verstrekking daarvan in de weg staat. Specifiek, de beleidsadviseurs zullen (op verzoek van de Adviesraad) mondelinge of schriftelijke toelichting geven over lopend beleid, de invloed van het rijksbeleid op het gemeentelijk beleid en over de ideeën en plannen van het college ten aanzien van het sociaal domein.

  • 2.

    Het college verstrekt geen informatie aan de Adviesraad over individuele personen.

Artikel 6 Samenstelling

  • 1.

    De Adviesraad bestaat uit maximaal 15 leden.

  • 2.

    Voor de leden van de Adviesraad geldt dat de samenstelling:

    • Qua bevolkingskenmerken zoveel mogelijk een afspiegeling vormt van de samenleving van de gemeenten Terschelling, Vlieland en Waadhoeke;

    • Qua deskundigheid en ervaring evenwichtig verdeeld is over de breedte van het sociaal domein waarop deze verordening van toepassing is.

Artikel 7 Leden

  • 1.

    De leden van de Adviesraad hebben een aantoonbare binding met de samenleving van de gemeenten Terschelling, Vlieland of Waadhoeke. De leden zijn woonachtig in één van deze gemeenten.

  • 2.

    De leden kunnen ten tijde van het lidmaatschap van de Adviesraad en tenminste één jaar daarvoor, niet actief zijn in de lokale politiek, geen vertegenwoordigende functie hebben namens een politieke partij in de gemeente Terschelling, Vlieland en Waadhoeke, geen lid zijn van het college of de gemeenteraad en geen ambtenaar zijn van één van deze gemeenten.

  • 3.

    De leden kunnen ten tijde van het lidmaatschap van de Adviesraad geen professional of bestuurder zijn van een gecontracteerde zorgaanbieder van de Dienst SoZaWe Noardwest Fryslân of een instelling die op het sociaal maatschappelijke terrein actief is binnen één van de drie gemeenten.

  • 4.

    De leden hebben geen zakelijke binding met één van deze gemeenten voor zover een dergelijke binding van invloed kan zijn op de onafhankelijke positie van de leden.

  • 5.

    De leden van de Adviesraad hebben zitting in de Adviesraad zonder last. De leden spreken op persoonlijke titel.

Artikel 8 Regiecoördinator

  • 1.

    De directies van de gemeenten Terschelling, Vlieland en Waadhoeke wijzen één regiecoördinator aan. Voor de drie gemeenten is dit dezelfde coördinator.

  • 2.

    De regiecoördinator heeft als taak dat de samenwerking tussen de gemeenten en de Adviesraad goed verloopt. De regiecoördinator is er zowel voor de Adviesraad, de beleidsadviseurs als de portefeuillehouders.

  • 3.

    Tot de taken van de regiecoördinator behoren in ieder geval:

    • Het tijdig informeren van het dagelijks bestuur van de Adviesraad over beleidsvoornemens en planning van de beleidsagenda;

    • Het bewaken van de voortgang en afhandeling van uitgebrachte adviezen;

    • Het terugkoppelen van besluiten van het college en de gemeenteraad naar aanleiding van uitgebrachte adviezen;

    • Het ondersteunen van de beleidsadviseurs in hun samenwerking met de Adviesraad.

    • Nader te bepalen activiteiten in afstemming met de taakstelling van de Adviesraad.

Artikel 9 Ambtelijk secretaris

  • 1.

    De ambtelijk secretaris ondersteunt structureel de Adviesraad (en zijn werkgroepen). De ambtelijk secretaris werkt samen met het dagelijks bestuur van de Adviesraad (en zijn werkgroepen) en is medeverantwoordelijk voor de ontwikkeling, implementatie en toepassing van efficiënte en effectieve processen, zodat de Adviesraad optimaal kan functioneren.

  • 2.

    De ambtelijk secretaris richt zich onder meer op:

    • Professionele communicatie tussen de Adviesraad (en zijn werkgroepen).

    • Coördinatie en organisatie van het werk van de Adviesraad

    • Bewaken van en adviseren over wet- en regelgeving, procedures en afspraken

    • Van toepassing zijnde ontwikkelingen signaleren en deze vertalen naar de Adviesraad

  • 3.

    De ambtelijk secretaris is geen lid van de Adviesraad en is onafhankelijk.

  • 4.

    De ambtelijk secretaris wordt betaald door de drie gemeenten. Functioneel wordt de ambtelijk secretaris aangestuurd door de Adviesraad.

Artikel 10 Voordracht, benoeming en zittingsduur

  • 1.

    De leden van de Adviesraad worden benoemd door de colleges van de gemeenten Terschelling, Vlieland en Waadhoeke op één uniforme voordracht door de voorzitter van de Adviesraad. De Adviesraad kan worden ingesteld wanneer minimaal acht (8) leden en maximaal vijftien (15) leden worden voorgedragen.

  • 2.

    De Adviesraad kiest uit zijn midden een voorzitter, een secretaris en een penningmeester. Zij vormen het dagelijks bestuur.

  • 3.

    De voorzitter vertegenwoordigt de Adviesraad naar buiten toe. Een lid van het dagelijks bestuur ondertekent alle officiële stukken van de Adviesraad, waaronder de adviezen van de Adviesraad.

  • 4.

    De werving van de leden vindt allereerst plaats via een open sollicitatieprocedure, waaronder bekendmaking in de lokale media. Er wordt gewerkt met een profielschets.

  • 5.

    De Adviesraad is in eerste instantie zelfstandig verantwoordelijk voor de werving van nieuwe leden. De gemeenten en de ambtelijk secretaris ondersteunen indien nodig bij de werving van nieuwe leden. De Adviesraad en de gemeenten maken hier in gezamenlijkheid afspraken over.

  • 6.

    De leden worden benoemd voor een periode van vier jaar. Benoemingen kunnen één keer aansluitend op de eerste termijn met eenzelfde periode van maximaal vier jaar worden verlengd. Na de maximale zittingsduur van acht jaar mag een aftredend lid zich gedurende vier jaar niet opnieuw kandidaat stellen.

  • 7.

    Het lidmaatschap van de leden eindigt:

    • a.

      Op eigen verzoek;

    • b.

      Door het verstrijken van de periode waarvoor men is benoemd, behoudens herbenoeming;

    • c.

      Doordat niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden genoemd in artikel 7, lid 1t/m 4;

    • d.

      Door ontslag op voordracht van minimaal 2/3e van het totaal aantal leden van de Adviesraad op grond van handelen of nalaten van betrokkene, waardoor voortzetting als lid van de Adviesraad ongewenst wordt geacht. De Adviesraad zal hiervoor criteria opstellen in hun huishoudelijk reglement;

    • e.

      Als een zittend lid op jaarbasis meer dan de helft van het aantal bijeenkomsten van de Adviesraad verzuimt. De Adviesraad zal hiervoor criteria opstellen in hun huishoudelijk reglement;

    • f.

      Als een zittend lid meer dan een half jaar aaneengesloten verzuimt.

    • g.

      In de gevallen als bedoeld onder artikel 10 lid 7 sub d, e. en f. kan de Adviesraad dit lid ontslaan. Over dit ontslag, en de procedure die daartoe heeft geleid, worden de colleges geïnformeerd.

  • 8.

    Wanneer een zittend lid om geldige redenen langdurig moet verzuimen, maar maximaal een half jaar, kan de Adviesraad een tijdelijk plaatsvervangend lid benoemen. De colleges worden hierover geïnformeerd.

  • 9.

    Voor het in stand houden en versterken van de in de Adviesraad opgedane ervaring en kennis, streeft de Adviesraad naar het gefaseerd aftreden en benoemen van de leden en hanteert daartoe een rooster van aftreden. Het rooster van aftreden wordt geregeld in het huishoudelijk reglement.

Artikel 11 Vergaderingen

  • 1.

    De vergaderingen van de Adviesraad zijn openbaar. De Adviesraad houdt een (gedeeltelijke) besloten vergadering bij de behandeling van vertrouwelijke stukken waarover het college advies vraagt van de Adviesraad.

  • 2.

    Alle concept beleidsvoorstellen (collegevoorstellen) met bijbehorende concept stukken zijn vertrouwelijk en worden in beslotenheid besproken.

  • 3.

    De Adviesraad vergadert jaarlijks acht tot tien keer en zoveel meer of minder als tenminste een meerderheid van de leden dit nodig acht.

  • 4.

    De voorzitter en ambtelijk secretaris organiseren de vergaderingen van de Adviesraad en de voorzitter stelt samen met de andere leden van het dagelijks bestuur inhoudelijk de agenda op.

  • 5.

    De voorzitter dan wel de ambtelijk secretaris draagt zorg voor een goede begeleiding en bewaking van de in de vergaderingen afgesproken acties en termijnen.

  • 6.

    De Adviesraad is bevoegd om (behandelend) beleidsadviseurs op zijn vergaderingen uit te nodigen voor het geven van een toelichting op voorstellen die door het college aan de Adviesraad zijn voorgelegd voor het uitbrengen van advies.

  • 7.

    De Adviesraad kan externe deskundigen uitnodigen om in een vergadering een toelichting of advies te geven over een bepaald thema of vraagstuk.

  • 8.

    De Adviesraad kan personen die een openbare vergadering van de Adviesraad als toehoorder bijwonen in de gelegenheid stellen met betrekking tot agendapunten in te spreken.

  • 9.

    De in artikel 11 lid 6, 7 en 8 genoemde personen, die aan een vergadering van de Adviesraad deelnemen, hebben geen stemrecht.

  • 10.

    De regiecoördinator ontvangt de agenda en verslagen van de vergaderingen van de Adviesraad van de voorzitter dan wel de ambtelijk secretaris.

  • 11.

    De leden hebben een geheimhoudingsplicht met betrekking tot de inhoud van stukken waarop door het college geheimhouding is opgelegd. Alle concept beleidsvoorstellen (collegevoorstellen) met bijbehorende concept stukken zijn vertrouwelijk en vallen daarbij onder de geheimhoudingsplicht.

  • 12.

    De geheimhoudingsplicht vervalt niet door de beëindiging van het lidmaatschap van de Adviesraad.

Artikel 12 Besluitvorming

  • 1.

    Elk lid van de Adviesraad mag één stem uitbrengen.

  • 2.

    De adviezen van de Adviesraad worden bij meerderheid van uitgebrachte stemmen genomen.

  • 3.

    Bij staking van de stemmen is het advies verworpen.

  • 4.

    Wanneer een advies niet met algemene stemmen is genomen, wordt in het verslag van de betreffende vergadering melding gemaakt van de afzonderlijke afwijkende meningen alsook de stemverhouding.

  • 5.

    De leden onthouden zich van stemmen over zaken die henzelf, hun echtgenoten c.q. partners of bloed- of aanverwanten tot de derde graad, persoonlijk aangaan of waarin zij als gemachtigden zijn betrokken of anderszins belangen hebben.

Artikel 13 Contact met gemeenten

  • 1.

    Het dagelijks bestuur van de Adviesraad heeft regelmatig overleg met de beleidsadviseurs en gestructureerd overleg met de portefeuillehouders van de gemeenten over lopend en nieuw beleid, ideeën en plannen binnen de wetten genoemd in artikel 2 lid 2. De frequentie daarvan wordt in onderling overleg en in de samenwerkingsovereenkomst vastgesteld.

  • 2.

    De regiecoördinator is het eerste aanspreekpunt van de gemeenten voor de Adviesraad en wordt mondeling of schriftelijk altijd meegenomen in het contact met de inhoudelijke beleidsadviseurs en portefeuillehouders.

Artikel 14 Contact en communicatie met maatschappelijke organisaties, belanghebbenden en cliënten

  • 1.

    De Adviesraad is zelfstandig verantwoordelijk voor zijn communicatie en PR met maatschappelijke organisaties, belanghebbenden en cliënten.

  • 2.

    De gemeenten en de ambtelijk secretaris ondersteunen indien nodig bij deze communicatie en PR. De Adviesraad en de afdelingen communicatie van de gemeenten maken hier in gezamenlijkheid afspraken over.

  • 3.

    De Adviesraad zorgt voor draagvlak en betrokkenheid door gesprekken en discussies te voeren met maatschappelijke organisaties, belanghebbenden en cliënten over een bepaald onderwerp, thema of vraagstuk.

  • 4.

    De Adviesraad onderhoudt een levendig netwerk van maatschappelijke organisaties, vertegenwoordigers van groepen van belanghebbenden en cliënten binnen het sociaal domein.

  • 5.

    De Adviesraad betrekt naar eigen inzicht maatschappelijke organisaties, belanghebbenden en cliënten van de gemeenten Terschelling, Vlieland en Waadhoeke om contacten te onderhouden en informatie op te halen. Dit wordt nader uitgewerkt in het huishoudelijk reglement.

Art 15 Communicatie van de gemeenten naar belanghebbenden

De Adviesraad heeft een belangrijke rol in hoe de communicatie plaatsvindt vanuit gemeente naar belanghebbenden over thema’s binnen het sociaal domein. De Adviesraad is in contact met belanghebbenden en cliënten en weet hierdoor hoe communicatie ontvangen wordt, welke informatie mogelijk ontbreekt en of belanghebbenden zich betrokken voelen voor en bij de communicatie. De Adviesraad kan op grond hiervan signalen afgeven en informatie verstrekken aan de beleidsadviseurs over de inhoud en het taalgebruik van de gemeentelijke website, persberichten, folders die vanuit de gemeente verstrekt worden etc.

Artikel 16 Faciliteiten en budget

  • 1.

    De Adviesraad stelt jaarlijks vóór 1 oktober, een activiteitenplan en een begroting op. Deze worden aangeboden aan de colleges. De colleges stellen aan de hand hiervan de voorlopige jaarlijkse bijdrage vast vóór 1 januari van het nieuwe jaar.

  • 2.

    Ten behoeve van een goed functioneren faciliteren de colleges de Adviesraad door middel van het verstrekken van een jaarlijkse bijdrage.

  • 3.

    De jaarlijkse bijdrage wordt toereikend geacht om alle, voor het functioneren van de Adviesraad noodzakelijke, kosten te voldoen en wordt gebaseerd op het ingediende activiteitenplan en begroting.

  • 4.

    Eventuele overschotten mogen worden overgeheveld naar een volgend jaar. Het overschot mag echter niet meer bedragen dan 50 % van de jaarlijkse bijdrage van het voorgaande jaar. Eventuele tekorten worden bekostigd uit de reserves van de Adviesraad. Als de Adviesraad meer financiële middelen nodig heeft dan begroot, dient hij dat gemotiveerd aan te vragen.

  • 5.

    De reserve (saldo op 1 januari van het nieuwe jaar) van de Adviesraad mag nooit meer bedragen dan maximaal € 6.000,-.

  • 6.

    De reserve dient te worden aangewend in geval het jaar met een negatief saldo wordt afgesloten. Ook kunnen hieruit eenmalige uitgaven worden bekostigd, uiteraard voor zover gelegen binnen de doelstelling van de Adviesraad. Uitgaven ten laste van de reserve mogen geen invloed hebben op de cijfers van een volgend boekjaar.

  • 7.

    Als de colleges in hun facilitering menen te moeten afwijken van het door de Adviesraad begrote bedrag, wordt dit gemotiveerd aan de Adviesraad medegedeeld.

  • 8.

    De Adviesraad moet binnen drie maanden na afloop van het betreffende jaar een financieel en inhoudelijk verslag van dat jaar aanbieden. Naar aanleiding daarvan wordt de definitieve jaarlijkse bijdrage vastgesteld.

Artikel 17 Samenwerkingsovereenkomst en huishoudelijk reglement

  • 1.

    De verordening is leidend. Voor zaken in de uitvoering waarin deze verordening niet voorziet, stellen de portefeuillehouders, beleidsadviseurs en de Adviesraad in gezamenlijkheid een samenwerkingsovereenkomst op.

  • 2.

    De Adviesraad stelt een huishoudelijk reglement vast ter nadere regeling van zijn functioneren.

Artikel 18 Wijziging verordening

  • 1.

    Deze verordening wordt slechts gewijzigd nadat de Adviesraad in de gelegenheid is gesteld zijn standpunt hierover kenbaar te maken.

  • 2.

    De Adviesraad formuleert zijn standpunt binnen vier weken.

Artikel 19 Evaluatie

  • 1.

    De Adviesraad evalueert jaarlijks intern zijn functioneren. Deze evaluatie wordt verwerkt in het inhoudelijk jaarverslag dat wordt aangeboden aan de colleges.

  • 2.

    Elk vierde jaar evalueert de Adviesraad uitgebreid. Naast de evaluatie genoemd in het eerste lid, worden de ervaringen opgehaald van de betreffende beleidsadviseurs en de portefeuillehouders. Deze uitgebreide evaluatie wordt verwerkt in het inhoudelijk jaarverslag dat wordt aangeboden aan de colleges.

Artikel 20 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2025.

  • 2.

    De Verordening Adviesraad Sociaal Domein Noardwest Fryslân 2021 wordt ingetrokken.

  • 3.

    Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening Adviesraad sociaal domein Noardwest Fryslân 2025.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de gemeenteraad van de gemeente Terschelling, op 11 december 2024.

Naar boven