Verkeersbesluit – aanwijzen parkeergelegenheid alleen bestemd voor opladen elektrische voertuigen – Burgemeester van Nispen van Sevenaerstraat

Burgemeester en wethouders van Laren,

 

Gelet op:

  • artikel 18, lid 1 onder d van de Wegenverkeerswet 1994 (hierna: WVW 1994) dat verkeersbesluiten worden genomen door burgemeester en wethouders voor zover zij betreffen het verkeer op wegen, welke niet in beheer zijn bij het Rijk, de provincie of een waterschap;

  • artikel 15, lid 1 van WVW 1994, dat de plaatsing van de bij algemene maatregel van bestuur aangewezen verkeerstekens en onderborden, voor zover daarvoor een gebod of een verbod ontstaat, geschiedt krachtens een verkeersbesluit;

  • artikel 12 van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (hierna: BABW) dat de plaatsing van verkeersteken E4 van bijlage 1 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (hierna: RVV 1990) – en een onderbord waarmee het gebruik beperkt wordt – moet geschieden krachtens een verkeersbesluit;

  • artikel 24 van het BABW dat verkeersbesluiten worden genomen na overleg met de politie Regio Midden Nederland, district Gooi en Vechtstreek, cluster Noord;

Overwegende dat:

  • de opkomst van elektrisch rijden nieuwe kansen biedt om de CO2 uitstoot door verkeer te verminderen;

  • het college van burgemeester en wethouders van Laren het gebruik van elektrische voertuigen wil bevorderen om zo bij te dragen aan schonere lucht, vermindering van de uitstoot van CO2 en het verminderen van geluidsoverlast;

  • steeds meer inwoners, werknemers en bezoekers van de gemeente beschikken over een elektrisch voertuig en het aantal elektrische voertuigen de komende jaren naar verwachting verder zal toenemen;

  • voor het verder stimuleren van het elektrisch vervoer een netwerk van openbare oplaadvoorzieningen essentieel is;

  • dit het rechtvaardigt openbare parkeervakken te reserveren ten behoeve van het opladen van elektrische voertuigen;

  • gemeente Laren een overeenkomst heeft gesloten met de Metropool-regio Amsterdam (MRA) voor de plaatsing van laadpalen voor elektrische voertuigen;

  • uitbreiding van het openbare laadnetwerk op basis van aanvragen van e-rijders en op basis van gebruiksdata-analyse geschiedt;

  • uit de gebruiksdata-analyse blijkt dat de laadpaal aan de Stationsweg aanleiding geeft tot uitbreiding van het publieke laadnetwerk;

  • deze laadlocatie namelijk een gemiddeld maandelijks afzetvolume heeft van meer dan 2.500 kWh over een periode van drie voorafgaande maanden én een gemiddelde bezettingsgraad heeft van 40% of meer;

  • mede gelet op de verwachte groei van het aantal elektrisch rijders binnen de gemeente, dit voldoende aanleiding geeft om een nieuw laadpunt aan te wijzen;

  • bij het bepalen van een locatie voor een oplaadpunt als uitgangspunt wordt gehanteerd dat de laadpaal op een zichtlocatie wordt aangelegd in de buurt van de aanvragers, maar dat er wel sprake is van een voorziening die door de gehele omgeving gebruikt kan worden;

  • bij het bepalen van de uiteindelijke keuze voor de locatie van de laadpaal ook rekening wordt gehouden met de beschikbare ruimte op trottoirs en parkeerstroken, boomwortels en bekabeling en het uitzicht vanuit woningen;

  • gekozen is voor de locatie aan de Burgemeester van Nispen van Sevenaerstraat, ter hoogte van huisnummer 23;

  • deze locatie namelijk goed past binnen het bestaande en het te realiseren laadnetwerk en voldoet aan alle locatiecriteria voor een laadpaal;

  • de oplaadpaal op deze locatie verder geen belemmering vormt voor het overig verkeer of het gebruik van straatmeubilair en/of openbaar groen;

  • een openbare oplaadpaal in principe voorziet in twee oplaadpunten voor elektrische voertuigen;

  • gezien de verwachte toename van elektrische voertuigen en de daaruit voortvloeiende stijgende vraag naar het aantal openbare laadpunten, alsmede het waarborgen van een optimale benutting van het openbare laadpunt, het wenselijk is om bij elk laadpunt twee parkeervakken te reserveren voor het opladen van elektrische voertuigen;

  • het belang van het efficiënt kunnen gebruiken van een openbaar laadnetwerk prevaleert boven de lokale parkeerdruk;

  • de parkeerdruk in het totale gebied niet of nauwelijks zal toenemen omdat de elektrische voertuigen momenteel ook in de openbare ruimte parkeren;

  • deze verkeersmaatregel kan worden uitgevoerd door het plaatsen van bord E4 ‘parkeergelegenheid’ met onderborden waaruit blijkt dat de parkeerplaatsen slechts bestemd zijn voor het opladen van elektrische voertuigen en hiervoor het nemen van een verkeersbesluit verplicht is;

  • bovengenoemde verkeersmaatregel, conform artikel 2 lid 3 onder a van de WVW 1994, strekt tot het bevorderen van een doelmatig of zuinig energiegebruik;

  • de in dit verkeersbesluit onder 'besluiten' genoemde wegen in beheer zijn bij de gemeente Laren, en gelegen zijn binnen de bebouwde kom;

  • overeenkomstig artikel 24 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer overleg hierover heeft plaatsgevonden met de politie Regio Midden Nederland, district Gooi en Vechtstreek, cluster Noord, en dat positief is geadviseerd;

 

 

 

BESLUIT

  • 1.

    Door middel van het plaatsen van verkeersborden E4 van bijlage 1 van het RVV 1990, een onderbord met opschrift ‘opladen elektrische voertuigen’ en onderbord met twee pijlen schuin naar links- en rechtsonder, twee parkeerplaatsen aan de Burgemeester van Nispen van Sevenaerstraat, ter hoogte van huisnummer 23, aan te wijzen als parkeergelegenheid alleen bestemd voor elektrische voertuigen.

 

Situatietekening

 

 

 

Eemnes, 16 december 2024

Namens het college van Laren,

K. Jordans

Teamleider Ruimtelijke Ontwikkeling

BEL Combinatie

 

Tegen dit besluit kan iedere belanghebbende op grond van het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht binnen zes weken na de dag van openbare kennisgeving een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij het college van burgemeester en wethouders van Laren, via het gemeenschappelijke postadres voor de gemeenten Blaricum, Eemnes en Laren: Postbus 71, 3755 ZH EEMNES, onder vermelding van ‘bezwaarschrift’. Het bezwaarschrift moet ondertekend zijn en moet tenminste het volgende bevatten:

- naam en adres;

- de datum;

- tegen welke beslissing bezwaar wordt gemaakt;

- wat de bezwaren tegen die beslissing zijn.

 

Het indienen van een bezwaarschrift schorst de werking van dit besluit niet. Degenen die een bezwaarschrift hebben ingediend kunnen, indien er sprake is van spoedeisend belang, bij de "voorzieningenrechter" van de Arrondissementsrechtbank een verzoekschrift indienen om een voorlopige voorziening te vragen. Het verzoekschrift moet worden gestuurd aan Rechtbank Midden-Nederland, Afdeling bestuursrecht, Postbus 16005, 3500 DA Utrecht, onder vermelding van ‘voorlopige voorzieningen’. U dient er rekening mee te houden dat aan het indienen van verzoekschrift voor een voorlopige voorziening kosten zijn verbonden (griffierecht).

Naar boven