Gemeenteblad van Vijfheerenlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Vijfheerenlanden | Gemeenteblad 2024, 534056 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Vijfheerenlanden | Gemeenteblad 2024, 534056 | beleidsregel |
Sinds het ontstaan van de gemeente Vijfheerenlanden is er geen vernieuwd coffeeshopbeleid geschreven. Momenteel is er sprake van één coffeeshop in Leerdam, waarbij landelijke regelgeving en regelgeving uit onze eigen Algemene plaatselijke verordening gehanteerd worden. Daarnaast is het wenselijk om lokale criteria te stellen en duidelijkheid te schetsen over de geldende regelgeving. Hierbij wordt de huidige situatie van één coffeeshop behouden.
In dit beleid, zoals vastgelegd in de Opiumwet, wordt een onderscheid gemaakt tussen soft- en harddrugs. Stoffen die een onaanvaardbaar risico vormen voor de volksgezondheid worden als harddrugs beschouwd en staan vermeld op lijst I van de Opiumwet. Cannabisproducten en andere middelen worden als softdrugs aangemerkt en staan op lijst II van de Opiumwet.
Zowel op nationaal als lokaal niveau is het doel:
Het Nederlandse drugsbeleid heeft als doel het gebruik van drugs te verminderen en te voorkomen, vooral als dit leidt tot schade aan de gezondheid en de samenleving. Het richt zich ook op het beperken van de schade veroorzaakt door de productie en handel van drugs.
Dit beleid maakt onderscheid tussen verdovende middelen met een hoog risico voor de volksgezondheid (harddrugs) en andere middelen (softdrugs), zoals vastgelegd in de Opiumwet. Hierdoor worden coffeeshops gedoogd voor de verkoop van cannabis, om te voorkomen dat gebruikers in aanraking komen met gevaarlijkere drugs.
Het bezit (van een ‘gebruikershoeveelheid’) en gebruik van softdrugs is niet strafbaar, maar het is wel verboden om drugs te importeren, telen, produceren, verkopen, leveren, vervoeren, bezitten of fabriceren, zowel binnen als buiten Nederland.
Het gedoogbeleid is gebaseerd op de afweging van belangen, waarbij handhaving hiervan soms plaats moet maken voor een hoger algemeen belang, met name de volksgezondheid (scheiding van markten) en de openbare orde.
Sinds 1996 is de verkoop van softdrugs in coffeeshops in Nederland gedecriminaliseerd, oftewel gedoogd. Het beleid rond coffeeshops omvat uitgebreide regulering: onder strenge voorwaarden wordt de verkoop van softdrugs in deze shops gedoogd. Het inkoopproces, de productie en levering van softdrugs, ook wel de 'achterdeur' van een coffeeshop genoemd, vallen echter expliciet niet onder het gedoogbeleid.
Hierbij zijn AHOJG-criteria geformuleerd die de wettelijke randvoorwaarden voor een gedoogde situatie scheppen. In 2013 is het ‘ingezetenen’-criterium eraan toegevoegd. Tegen coffeeshops die op grond van een door de gemeente afgegeven vergunning, beschikking of verklaring worden gedoogd, zal niet strafrechtelijk worden opgetreden wegens de verkoop van op lijst II van bij de Opiumwet vermelde hennepproducten, zolang de AHOJGI-criteria (vastgelegd in de Aanwijzing Opiumwet) worden nageleefd. Daarbij geldt dat de coffeeshophouder gehouden is het op de naleving van de criteria uit te oefenen toezicht te dulden en daaraan medewerking te verlenen.
Deze AHOJGI-criteria zijn opgenomen onder de beleidsregels in hoofdstuk 4.
Als gemeente zetten wij ons in voor de gezondheid van onze inwoners, waarbij er specifieke aandacht is voor kwetsbaren, zoals jongeren. In het kader van ‘Opgroeien in Vijfheerenlanden’ zetten wij ons voor het opgroeien van kinderen en jongeren tot gezonde, zelfstandige en zelfbewuste volwassenen. In relatie tot het coffeeshopbeleid zijn wij ons bewust van de verslavingsgevoeligheid van softdrugs bij kwetsbaren.
Om deze reden werken wij samen met jeugd- en verslavingszorgorganisaties om jongeren en ouders voor te lichten over de gezondheidsrisico’s van drugsgebruik en de impact ervan op hun sociale omgeving. Ook hanteren wij een afstandsbepaling voor de coffeeshop van een onderwijsinstelling, kinderopvang, peuterspeelzaal, jongerencentrum of verslavingszorginstelling (zie ook hoofdstuk 4 Beleidsregels).
De burgemeester heeft op grond van artikel 13b van de Opiumwet de bevoegdheid om bestuursrechtelijk op te treden tegen een coffeeshop die de geldende voorwaarden overtreedt. Dit wetsartikel is niet enkel van toepassing op coffeeshops, maar geldt ook voor de handel in drugs in woningen of andere panden, evenals op bijbehorende terreinen. Dit artikel luidt:
De strafrechtelijke handhaving door het Openbaar Ministerie is het sluitstuk op de bestuurlijke handhaving door de gemeente. De bevoegdheid van de burgemeester doet op geen enkele wijze afbreuk aan de bevoegdheden om strafrechtelijk op te treden.
Wanneer er op grond van artikel 13b Opiumwet tot sluiting wordt overgegaan dan levert dit tevens een grond op om de exploitatievergunning en gedoogverklaring in te trekken. Er wordt dan immers langer dan twaalf weken geen gebruik van de exploitatievergunning en gedoogverklaring gemaakt (zie hoofdstuk 4 onder 4.10 en artikel 1:6 onder d van de Apv).
Conform artikel 174 van de Gemeentewet is de burgemeester verantwoordelijk voor het toezicht op openbare inrichtingen, waaronder coffeeshops, en voor de uitvoering van de bijbehorende verordeningen. Dit impliceert dat de autoriteit om de vestiging van een coffeeshop te reguleren, op te treden tegen overtredingen van vastgestelde voorschriften en het ontwikkelen en vaststellen van beleid uitdrukkelijk bij de burgemeester ligt. Een exploitant van een coffeeshop kan worden aangesproken op eventuele overlast en kan worden opgedragen maatregelen te nemen om deze overlast te verminderen. Dit artikel luidt als volgt:
In het kader van dit toezicht door de burgemeester op voor het publiek openstaande gebouwen, is de vergunningplicht op grond van artikel 2:28 Apv in het leven geroepen. De burgemeester kan de vergunning weigeren als de openbare orde gevaar loopt of het woon- of leefklimaat nadelig wordt beïnvloed, rekening houdend met het karakter van de beoogde vestiging en de directe omgeving, de al aanwezige horeca en de wijze van bedrijfsvoering. Bij deze belangenafweging wordt rekening gehouden met het specifieke karakter van coffeeshops. Artikel 174 van de Gemeentewet vormt tevens de grondslag voor de bevoegdheid om voor een openbare inrichting tijdelijk afwijkende sluitingsuren op te leggen of tijdelijke sluiting te bevelen op grond van artikel 2:30 Apv. De bevoegdheid om voor het publiek openstaande gebouwen (zonder vergunning) te sluiten komt tevens terug in artikel 2:75b van de Apv.
De Wet Bibob (Bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur) is een instrument binnen het bestuursrecht dat bedoeld is om te voorkomen dat de overheid betrokken raakt bij criminele activiteiten, door bijvoorbeeld vergunningen of subsidies te verstrekken die gebruikt worden voor illegale praktijken (zoals witwassen). Het bestuursorgaan kan een integriteitstoets uitvoeren, bekend als de Bibob-toets, om te beoordelen of partijen aan wie bijvoorbeeld vergunningen worden verleend, integer zijn.
Het gemeentelijk Bibob-beleid voor horeca-inrichtingen stelt dat alle vergunningsaanvragen voor coffeeshops worden getoetst. Voordat de gemeente als bestuursorgaan vergunningen of subsidies verstrekt, kunnen zij de achtergrond van de aanvrager en diens zakelijke omgeving (laten) onderzoeken. Als het eigen onderzoek niet voldoende duidelijkheid verschaft, wordt advies ingewonnen bij het Landelijke Bureau Bibob, dat onderdeel is van het ministerie van Justitie & Veiligheid.
De resultaten van zowel het eigen onderzoek als het advies van het Landelijk Bureau Bibob kunnen resulteren in drie mogelijke uitkomsten: geen gevaar, een mindere mate van gevaar, of ernstig gevaar. Als er een ernstig gevaar dreigt dat een vergunning of subsidie misbruikt wordt voor het benutten van crimineel verkregen voordeel of het plegen van strafbare feiten, kan het bestuursorgaan de coffeeshopexploitatievergunning weigeren of de al verleende vergunning intrekken
Conform artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) heeft een bestuursorgaan de bevoegdheid om beleidsregels vast te stellen met betrekking tot een aan hem toegewezen of onder zijn verantwoordelijkheid uitgeoefende bevoegdheid, of een bevoegdheid die aan hem is gedelegeerd. Vanuit deze bevoegdheid worden deze beleidsregels vastgesteld.
3.5 Lokale wet- en regelgeving
Coffeeshops vallen onder het begrip openbare inrichting zoals bedoeld in artikel 2:27 van de Apv. Dit betekent dat alle hierop gebaseerd regelgeving voor (het exploiteren van) een openbare inrichting van toepassing zijn op de coffeeshops. Voorbeelden hiervan zijn: het geldende omgevingsplan, het Bibob-beleid en Beleidsregel van de burgemeester van de gemeente Vijfheerenlanden houdende regels omtrent artikel 13b van de Opiumwet.
In lijn met de Aanwijzing Opiumwet, bevat dit hoofdstuk de beleidsregels waarmee de gemeente Vijfheerenlanden binnen het geldende kader een lokale invulling geeft aan het coffeeshopbeleid.
Om de afstand tussen een coffeeshop en een school, een jongerencentrum of een andere voorziening voor een kwetsbare groep te bepalen geldt de reëel af te leggen afstand te voet over de openbare weg tussen de voordeur van de coffeeshop en de hoofdingang van een onderwijsinstelling, kinderopvang, peuterspeelzaal, jongerencentrum en verslavingszorginstelling.
Om voor een gedoogverklaring in aanmerking te komen dient te zijn voldaan aan de AHOJGI-criteria, zoals vermeld in de Aanwijzing Opiumwet van het Openbaar Ministerie:
Reclame die meer inhoudt dan een summiere aanduiding op de betreffende lokaliteit is verboden, bijvoorbeeld een uithangbord of lichtbak aan de gevel of een poster op de ruit.
Er mogen geen harddrugs voorhanden (opslag, aanwezig of bij zich hebben) zijn of verkocht worden.
De exploitatie van de coffeeshop mag geen overlast veroorzaken.
4.9 Aanvullende gedoogvoorwaarden
Een coffeeshop mag geopend zijn tussen 12.00 ’s middags en 21.00 ‘s avonds.
Tijdens de openingstijden van de coffeeshop is te allen tijde de houder van de gedoogverklaring of een daarop vermelde leidinggevende aanwezig.
De exploitant meldt aan de burgemeester zijn wens om een persoon als leidinggevende te laten bijschrijven op de gedoogverklaring, waarna wordt getoetst of deze persoon voldoet aan de bij of krachtens artikel 5 gestelde eisen.
Er moet sprake zijn van een open inrichting die vrij toegankelijk is en die vanaf de straat is te overzien.
Een aangrenzende woning moet een gescheiden voordeur van de coffeeshop hebben.
De verkoop van cannabisproducten vanuit een loket aan de straat is niet toegestaan.
Bij de coffeeshop wordt geen terras toegestaan.
In de coffeeshop wordt geen alcoholhoudende drank verstrekt of gebruikt.
In de coffeeshop mogen geen andere softdrugs dan cannabisproducten voorhanden zijn of verkocht worden.
Cannabisproducten mogen niet gratis worden verstrekt en moeten direct worden betaald tegen marktconforme prijs.
In de coffeeshop moet een prijslijst duidelijk zichtbaar aanwezig zijn.
De exploitant zorgt voor een goede voorlichting met betrekking tot het gebruik van cannabisproducten.
De exploitant van de coffeeshop en personeelsleden dienen aantoonbaar deskundig te zijn op het gebied van problematisch drugsgebruik en drugsverslaving en zij dienen te beschikken over een bewijs hiervan, afgegeven door een verslavingszorginstelling (Jellinek).
De coffeeshopexploitant dient een juiste en inzichtelijke boekhouding bij te houden.
Voor een goede naleving van het beleid zijn afspraken over controle, registratie en handhaving(sarrangement) nodig. In beginsel is de handhaving van het coffeeshopbeleid een bestuurlijke aangelegenheid, waarbij strafrecht ondersteund is. Desalniettemin is het van belang dat de samenwerking tussen de partners van de driehoek (burgemeester, Openbaar Ministerie en politie) goed is afgestemd.
Controles zijn nodig om periodiek vast te kunnen stellen dat de vergunningsvoorwaarden worden nageleefd en er dus geen schending is op grond van volksgezondheid, milieu, openbare orde en veiligheid. De controle, die wordt gestart op initiatief van de gemeente, vindt op de volgende manieren plaats:
Aanvullend hierop handelt de politie indien nodig op basis van strafrecht.
Registraties zijn nodig om de lokale situatie te kunnen volgen. Denk hierbij aan: de gang van zaken rondom de coffeeshop, van softdrugshandel in het algemeen en van de effectiviteit van het beleid. Daarnaast zijn registraties nodig om in geval van overtredingen op te kunnen treden of in geval van signalen aanvullende controles te organiseren. Zowel de gemeente als de politie dragen zorg voor deze registraties. Hierbij vindt de informatiedeling noodzakelijk en zorgvuldig plaats op basis van de Algemene gegevensverordening (Avg) en Wet politiegegevens (Wpg).
Een handhavingsarrangement is nodig om duidelijkheid te scheppen over de gevolgen van bepaalde overtredingen. De vaststelling in het beleid van een evenredig arrangement is gericht op duidelijkheid en transparantie. Belangrijk om te benoemen, is dat het arrangement geldt als richtlijn, waarvan zowel verzwarend als matigend van kan worden afgeweken.
Het handhavingsarrangement heeft tot doel:
De handhavingsmatrix is terug te vinden in bijlage 2. Uitgangspunt is een getrapt sanctiesysteem. Daarnaast is het denkbaar dat er tegelijkertijd verschillende overtredingen worden begaan.
Naast bestuurlijk, kan ook strafrechtelijk worden opgetreden. Justitie kent een hoge prioriteit toe aan de aanpak van een combinatie van overtredingen. Eventuele strafrechtelijke vervolging staat niet in de weg aan het opleggen van bestuurlijke herstelmaatregelen. Het achtereenvolgens of tegelijkertijd overtreden van verschillende voorwaarden kan leiden tot het overslaan van bepaalde beschreven stappen in de overheidsreactie op afzonderlijke overtredingen. Ook de ernst en de aard van de feiten en omstandigheden kunnen voor de burgemeester aanleiding zijn om te besluiten tot het overslaan van bepaalde beschreven stappen in het handhavingsarrangement.
Tijdelijke sluiting van 12 maanden o.g.v. artikel 2:30 Apv + intrekking exploitatievergunning en gedoogverklaring o.g.v. 1:6 Apv |
*Let op: bij overtreding van de criteria H en G wordt een overstap gemaakt naar de “Beleidsregel van de burgemeester van de gemeente Vijfheerenlanden houdende regels omtrent artikel 13b van de Opiumwet” en de daarin opgenomen handhavingsmatrix.
Wanneer de coffeeshop op grond van de Opiumwet wordt gesloten, zullen ook de exploitatievergunning en gedoogverklaring worden ingetrokken.
Overtreden voorwaarden exploitatievergunning en lokale gedoogvoorwaarden
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-534056.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.