Wijziging van de Verordening op de rekenkamer

 

De raad van de gemeente Den Haag,

 

Gelet op artikel 81c en 147 van de Gemeentewet,

 

Gezien het voorstel van het presidium van 14 december 2023;

 

Besluit vast te stellen de Verordening tot wijziging van de Verordening op de rekenkamer

 

De Verordening op de rekenkamer wordt als volgt gewijzigd:

 

1. Artikel 2, tweede lid komt als volgt te luiden:

De rekenkamer onderzoekt de doelmatigheid, de doeltreffendheid en de rechtmatigheid van het door het gemeentebestuur gevoerde beleid. Een door de rekenkamer ingesteld onderzoek naar de rechtmatigheid van het door het gemeentebestuur gevoerde beleid bevat geen controle van de jaarrekening als bedoeld in artikel 213, tweede lid van de wet.

 

 

2. Artikel 4, wordt als volgt gewijzigd:

a. het tweede lid komt als volgt te luiden:

De leden worden benoemd voor een periode van zes jaar. Zij kunnen éénmaal worden herbenoemd.

 

b. het derde lid komt als volgt te luiden:

Bij de samenstelling van de rekenkamer ziet de raad toe op een evenwichtige spreiding van competenties, welke voor het goed functioneren van de rekenkamer van belang zijn. Daartoe stelt het presidium namens de raad voor iedere vacature van lid van de rekenkamer een profielschets op in overleg met de rekenkamer. Eén van de zittende leden van de rekenkamer heeft zitting in de selectiecommissie.

Een afvaardiging van de ambtelijke staf van de rekenkamer, waaronder de secretaris van de rekenkamer, een adviserende rol te geven in de selectie van een voorkeurs-kandidaat.

 

c. Het vijfde lid vervalt, onder vernummering van de leden zes en zeven tot vijf en zes.

 

 

3. Artikel 7, derde lid komt als volgt te luiden:

De rekenkamer verantwoordt jegens de raad de baten en lasten van het vorig begrotingsjaar in het jaarverslag als bedoeld in artikel 185, vierde lid van de wet.

 

Het vierde lid komt als volgt te luiden:

De leden van de rekenkamer voeren jaarlijks overleg met het presidium over het budget voor de rekenkamer voor het komende begrotingsjaar en kunnen hier vóór 1 april voorstellen voor doen.

 

 

4. Aan artikel 11 wordt een nieuw tiende lid toegevoegd dat als volgt luidt:

Conform artikel 185a van de wet zendt het college de raad jaarlijks bij de programmarekening een overzicht van de aan het college gedane voorstellen van de rekenkamer, vergezeld van zijn standpunt daaromtrent en van de wijze waarop aan de voorstellen vervolg is gegeven.

De raad betrekt dit overzicht bij de behandeling van de programmarekening, tezamen met de brieven van de rekenkamer over de mate waarin het college zichtbaar opvolging heeft gegeven aan de raadsbesluiten op grond van de door de rekenkamer gedane voorstellen.

 

 

5. Artikel 12, tweede lid komt als volgt te luiden:

Personen die op voordracht van de voorzitter door het college zijn benoemd als ambtenaar van de rekenkamer zijn aan de rekenkamer verantwoording schuldig. Zij verrichten niet tevens werkzaamheden voor een ander orgaan van de gemeente.

 

 

Dit besluit treedt in werking op 1 februari 2024.

 

Aldus besloten in de raadsvergadering van 25 januari 2024.

De griffier, Lilianne Blankwaard-Rombouts en de voorzitter, Jan van Zanen.

Naar boven