Verordening op de heffing en de invordering van begraafplaatsrechten 2025

De raad van de gemeente Oldenzaal;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 26 november 2024,

nr. INTB-24-06407;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de Verordening op de heffing en de invordering van begraafplaatsrechten 2025

Artikel 1 Definities

Deze verordening verstaat onder:

• a. begraafplaats: de gemeentelijke begraafplaats aan de Schipleidelaan en de gemeentelijke begraafplaats aan de Hengelosestraat;

• b. graf: een zandgraf of keldergraf;

• c. grafkelder: een betonnen of gemetselde constructie waarin een of meerdere overledenen worden begraven of asbussen worden bijgezet;

• d. asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

• e. urn: een voorwerp ter berging van een of meerdere asbussen;

• f. particulier graf: een graf waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

  • het begraven en begraven houden van overledenen;

  • het bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • het verstrooien van as;

• g. algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin de gelegenheid wordt geboden tot:

  • het begraven van overledenen;

  • het bijzetten van asbussen met of zonder urnen;

• h. particulier kindergraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

  • het begraven en begraven houden van overledenen jonger dan 13 jaar;

  • het bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen van as van overledenen jonger dan 13 jaar;

  • het verstrooien van as van overledenen jonger dan 13 jaar;

• i. particuliere urnenkelder: een kelder waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

• j. particuliere urnennis: een nis waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

• k. particuliere urnenzuil: een zuil waarvoor aan de rechthebbende het uitsluitend recht is verleend tot het bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

• l. verstrooiingsplaats: een plaats waarop as wordt verstrooid;

• m. particuliere gedenkplaats: een plaats waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend om overledenen te gedenken;

• n. grafbedekking: gedenkteken of vaste grafbeplanting op een graf, gedenkplaats of verstrooiingsplaats.

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Vrijstellingen

• 1. De rechten als bedoeld in 1.1, 1.2, 1.3, 1.4, 1.5, 1.6 en 1.7 van de bij deze verordening behorende tarieventabel worden niet geheven indien:

  • a. de aanvrager van het gebruik of de diensten aan de hand van een kwitantie, afgegeven door de kerkvoogdij der Nederlandse Hervormde Gemeente gedateerd vóór de datum van overdracht van de N.H. begraafplaats aan de gemeente, in casu 22 december 1972, kan aantonen koper te zijn van een grafruimte op de voormalige N.H.- begraafplaats of kan aantonen dat degene te wiens behoeve het gebruik of de diensten worden aangevraagd of verleend koper is van een grafruimte op de voormalige N.H. begraafplaats;

  • b. de aanvrager van het gebruik of de diensten aan de hand van een kwitantie afgegeven door of vanwege de R.K. kerkhofcommissie gedateerd vóór de datum van overdracht van de begraafplaats aan de gemeente, in casu 18 augustus 1975, kan aantonen huurder te zijn van een grafruimte op de voormalige R.K.- begraafplaats of kan aantonen dat degene te wiens behoeve het gebruik of de diensten worden aangevraagd of verleend huurder is van een grafruimte op de voormalige R.K.- begraafplaats;

  • c. blijkt dat de aanvrager van het gebruik of de diensten, dan wel degene te wiens behoeve het gebruik of de diensten worden aangevraagd of verleend voorkomt op de door verkoper van de voormalige R.K.- begraafplaats bij de overdracht overgelegde lijst van huurders van een grafruimte.

• 2. De rechten als bedoeld in 7.2 van de bij deze verordening behorende tarieventabel worden niet geheven indien de opgraving plaats heeft op verzoek van de Oorlogsgravenstichting te 's-Gravenhage en het een lijk van een oorlogsslachtoffer betreft.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

• 1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

• 2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De rechten worden geheven bij wege van aanslag.

Artikel 7 Ontheffing

Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de grafrechthebbende, ten behoeve van de gemeente, schriftelijk afstand doen voor het recht op het particuliere graf. Van de ontvangst van een zodanige verklaring doen burgemeester en wethouders schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.

Artikel 8 Termijn van betaling

• 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald uiterlijk één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet.

• 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 9 Kwijtschelding

Bij de invordering van de begraafplaatsrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 10 Overgangsrecht

De Verordening begraafplaatsrechten 2023 van 19 december 2022 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 11, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 11 Inwerkingtreding

• 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2025.

• 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2025.

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Verordening begraafrechten 2025.

Vastgesteld in de openbare vergadering van 16 december 2024,

de griffier,

B.C. de Groot

de voorzitter,

P.G. Welman

Tarieventabel bij de verordening Begraafrechten 2025

Tarieventabel bij de verordening Begraafrechten 2025
Hoofdstuk 1 Verlenen van rechten
1.1	Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een particulier graf wordt geheven:
1.1.1	voor een periode van 20 jaar	€ 2.223,00
1.1.2	voor een periode van 30 jaar	€ 3.167,00
1.1.3	voor een periode van 50 jaar	€ 4.998,00
1.2	Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een particuliere urnenkelder wordt geheven:
1.2.1	voor een periode van 20 jaar	€ 1.223,00
1.2.2	voor een periode van 30 jaar	€ 1.743,00
1.2.3	voor een periode van 50 jaar	€ 2.760,00
1.3	Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een particulier kindergraf wordt geheven:
1.3.1	voor een periode van 20 jaar	€ 378,00
1.3.2	voor een periode van 30 jaar	€ 538,00
1.3.3	voor een periode van 50 jaar	€ 847,00
1.4	Voor het verlenen van het recht op een kleine particuliere urnnennis wordt geheven:
1.4.1	voor een periode van 20 jaar	€ 1.112,00
1.4.2	voor een periode van 30 jaar	€ 1.583,00
1.4.3	voor een periode van 50 jaar	€ 2.499,00
1.4.4	Op de begraafplaats aan de Hengelosestraat is het mogelijk om op een kleine urnennis een marmeren afdekplaat te laten plaatsen. Voor de afdekplaat exclusief (graveer)tekst wordt geheven:	€ 140,00
1.5	Voor het verlenen van het recht op een grote particuliere urnennis wordt geheven:
1.5.1	voor een periode van 20 jaar	€ 1.223,00
1.5.2	voor een periode van 30 jaar	€ 1.743,00
1.5.3	voor een periode van 50 jaar	€ 2.760,00
1.6	Voor het verlenen van het recht op een kleine particuliere urnenzuil wordt geheven:
1.6.1	voor een periode van 20 jaar	€ 1.112,00
1.6.2	voor een periode van 30 jaar	€ 1.583,00
1.6.3	voor een periode van 50 jaar	€ 2.499,00
1.7	Voor het verlenen van het recht op een grote particuliere urnenzuil wordt geheven:
1.7.1	voor een periode van 20 jaar	€ 1.223,00
1.7.2	voor een periode van 30 jaar	€ 1.743,00
1.7.3	voor een periode van 50 jaar	€ 2.760,00
Hoofdstuk 2 Verlengen van rechten
2.1	Een particulier graf, zoals bedoeld in 1.1, kan worden verlengd met 5, 10 of 20 jaar:
2.1.1	voor een periode van 5 jaar	€ 625,50
2.1.2	voor een periode van 10 jaar	€ 1.191,00
2.1.3	voor een periode van 20 jaar	€ 2.262,00
2.2	Een particulier kindergraf, zoals bedoeld in 1.3, kan worden verlengd met 5, 10 of 20 jaar:
2.2.1	voor een periode van 5 jaar	€ 328,50
2.2.2	voor een periode van 10 jaar	€ 625,50
2.2.3	voor een periode van 20 jaar	€ 1.191,00
2.3	Een grote particuliere urnennis of urnenzuil, zoals bedoeld in 1.5 en 1.7, kan worden verlengd met 5, 10 of 20 jaar:
2.3.1	voor een periode van 5 jaar	€ 361,00
2.3.2	voor een periode van 10 jaar	€ 688,00
2.3.3	voor een periode van 20 jaar	€ 1.310,00
2.4	Een particuliere urnenkelder, een kleine urnennis of kleine urnenzuil, zoals bedoeld in 1.2, 1.4 en 1.6, kan worden verlengd met 5, 10 of 20 jaar:
2.4.1	voor een periode van 5 jaar	€ 328,50
2.4.2	voor een periode van 10 jaar	€ 625,50
2.4.3	voor een periode van 20 jaar	€ 1.191,00
Hoofdstuk 3 Begraven
3.1	Voor het begraven van een overledene van dertien jaar of ouder wordt geheven	€ 1.112,00
3.2	Voor het begraven van een kind jonger dan dertien jaar wordt geheven	€ 556,00
3.3	Voor het begraven van een kind jonger dan één jaar wordt geheven	€ 277,00
3.4	Voor het begraven op maandag tot en met vrijdag op buitengewone uren wordt het recht, zoals bedoeld in 3.1, 3.2 en 3.3, verhoogd met	€ 484,50
	Onder buitengewone uren wordt verstaan: maandag tot en met vrijdag vóór 09.00 uur en maandag tot en met vrijdag ná 15.00 uur.
3.5	Voor het begraven op zaterdag van 10.00 uur tot 13.00 uur wordt het recht bedoeld in 3.1, 3.2 en 3.3 verhoogd met	€ 747,00
3.6	Voor het begraven op zaterdag vóór 10.00 uur, op zaterdag ná 13.00 uur, op zondag en op algemeen erkende feestdagen (volgens de Algemene termijnenwet), wordt het recht bedoeld in 3.1, 3.2 en 3.3 verhoogd met	€ 877,50
Hoofdstuk 4 Bijzetten van asbussen en urnen
4.1	Voor het bijzetten van een asbus of urn wordt geheven	€ 129,00
4.2	Voor het bijzetten van een asbus of urn op zaterdag van 10:00 uur tot 13:00 uur wordt het recht bedoeld in 4.1 verhoogd met	€ 262,50
Hoofdstuk 5 Verstrooien van as
5.1	Voor het verstrooien van as in een particulier graf, in een particuliere urnenkelder of op een verstrooiingsplaats wordt per asbus geheven	€ 240,00
5.2	Voor het verstrooien van as op zaterdag van 10:00 uur tot 13:00 uur wordt het recht als bedoeld in 5.1 verhoogd met	€ 262,50
Hoofdstuk 6 Grafbedekking
6.1	Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor het hebben van een grafbedekking als bedoeld in artikel 20 van de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen 2023, wordt geheven	€ 78,00
Hoofdstuk 7 Opgraven, ruimen en verstrooien
7.1	Voor het opgraven van een overledene in de wettelijke minimum grafrusttermijn van 10 jaar wordt geheven	€ 1.225,00
7.2	Voor het na opgraven weer begraven in hetzelfde graf wordt geheven	€ 525,00
7.3	Voor het na opgraven weer begraven in een ander graf wordt geheven	€ 525,00
7.4	Voor het opgraven of verwijderen van een asbus uit een particulier graf, particuliere urnenkelder,- nis of- zuil wordt geheven	€ 181,00
7.5	Voor het weer terugplaatsen van de asbus wordt geheven	€ 53,00
7.6	Voor het ruimen van een graf op verzoek van de belanghebbende wordt geheven	€ 448,00
Hoofdstuk 8 Overige diensten
8.1	Voor de aanleg van een grafkelder wordt geheven	€ 3.255,00

Behoort bij besluit van de raad van de gemeente Oldenzaal van 16 december 2024, nr. 1431

Mij bekend,

De griffier,