|
Paragraaf 2.1
|
Algemene bepalingen
|
|
|
Artikel 2.1
|
Definities
|
|
|
1.
|
Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.
|
|
|
2.
|
In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.
|
|
|
3.
|
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
|
|
|
binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan;
|
|
|
binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet;
|
|
|
kleine buitenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit die afwijkt van het omgevingsplan en waarvoor een omgevingsvergunning vereist is, maar die van beperkte aard is en geen wezenlijke strijd oplevert met de ruimtelijke regels. Voor de specifieke bouwwerken of gebruiksactiviteiten die hieronder vallen, zie bijlage 3;
|
|
|
geringe wijziging: een aanpassing waarbij slechts één van de volgende punten verandert: wijziging in de constructieve veiligheid; wijziging in de brandcompartimentering; wijziging in de bouwregelgeving; veranderingen die te maken hebben met welstand; aanpassing in het omgevingsplan. Indien twee of meer van deze punten veranderen, is er geen sprake van een geringe wijziging;
|
|
|
conceptverzoek: een informeel overleg tussen de aanvrager en de gemeente om de haalbaarheid, vereisten, en procedure van een beoogde aanvraag of vergunning te bespreken, waarbij relevante regelgeving, benodigde documenten en mogelijke knelpunten worden besproken voordat een formeel verzoek wordt ingediend;
|
|
|
intaketafel: een bijeenkomst waarbij beleidsadviseurs een aanvraag beoordelen op basis van geldende visiedocumenten, te bepalen of het verzoek als wenselijk of niet-wenselijk wordt beoordeeld en de verdere procedure en benodigde informatie te bespreken voor een efficiënte afhandeling;
|
|
|
integraal werkoverleg: een overleg waarin meerdere adviseurs van de gemeente, maximaal één externe adviseur en de aanvrager betrokken zijn, gericht op de beoordeling van de haalbaarheid van een initiatief en het vaststellen van de voorwaarden waaronder deze uitvoerbaar kan zijn, met een uitgebreide bespreking van alle relevante aspecten en expertises. Een integraal werkoverleg wordt altijd voorafgegaan aan een intaketafel waar reeds de wenselijkheid op hoofdlijnen is beoordeeld met een positief resultaat;
|
|
|
omgevingstafel: een overleg waarbij meerdere deskundigen van de gemeente, meerdere externe adviseurs en de aanvrager betrokken zijn, gericht op het beoordelen van de haalbaarheid van een initiatief en het vaststellen van de voorwaarden waaronder deze uitvoerbaar kan zijn, met een uitgebreide bespreking van alle relevante aspecten en expertises. Een omgevingstafel wordt altijd voorafgegaan aan een intaketafel waar reeds de wenselijkheid op hoofdlijnen is beoordeeld met een positief resultaat.
|
|
|
4.
|
Aanlegkosten: de aannemingssom, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk, de omzetbelasting daarin niet begrepen, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de kosten die voortvloeien uit de aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het aanleggen) van de werken of de werkzaamheden, de omzetbelasting daarin niet begrepen, en indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van de werken of de werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen;
|
|
|
5.
|
Bouwkosten: de aannemingssom, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567, zie bijlage 2), voor het uit te voeren werk, de omzetbelasting daarin niet begrepen, of voor zover deze ontbreekt een raming van de kosten die voortvloeien uit aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken, de omzetbelasting daarin niet begrepen, en indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen.
|
|
|
Artikel 2.2
|
Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven
|
|
|
Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:
|
|
|
a.
|
conceptverzoek;
|
|
|
b.
|
een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit;
|
|
|
c.
|
een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet;
|
|
|
d.
|
toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet;
|
|
|
e.
|
een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning;
|
|
|
f.
|
intrekking van een omgevingsvergunning;
|
|
|
g.
|
wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d;
|
|
|
h.
|
een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g.
|
|
|
Artikel 2.3
|
Bepalen tarief
|
|
|
1.
|
De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk.
|
|
|
2.
|
Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten.
|
|
|
3.
|
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12.
|
|
|
4.
|
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13.
|
|
|
5.
|
Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.
|
|
|
6.
|
In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.
|
|
|
Paragraaf 2.2
|
Voorfase
|
|
|
Artikel 2.4
|
Conceptverzoek
|
|
|
1.
|
Als de aanvraag betrekking heeft op het indienen van een conceptverzoek voor een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief:
|
|
|
a.
|
voor een vooroverleg in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project in het kader van de Omgevingswet vergunbaar is:
|
€ 240,00
|
|
b.
|
voor een intaketafel in verband met het toetsen van de wenselijkheid van een voorgenomen project:
|
€ 420,00
|
|
c.
|
voor een integraal werkoverleg in verband met het toetsen van de haalbaarheid van een initiatief, per overleg:
|
€ 840,00
|
|
d.
|
voor een omgevingstafel in verband met het breder beoordelen en toetsen van de haalbaarheid van een initiatief, per overleg:
|
€ 1.260,00
|
|
2.
|
Voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de Verordening op de gemeentelijke adviescommissie omgevingskwaliteit Heiloo 2024 dat uitsluitend betrekking heeft op redelijke eisen van welstand, zoals bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels, bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet:
|
|
|
a.
|
indien de bouwkosten niet meer dan € 50.000 bedragen:
|
€ 50,00
|
|
b.
|
indien de bouwkosten meer dan € 50.000 bedragen en minder dan € 500.000:
|
€ 120,00
|
|
c.
|
indien de bouwkosten meer dan € 500.000 bedragen:
|
€ 240,00
|
|
3.
|
Voor een verplicht advies van de agrarische commissie, indien volgens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag in dat onderdeel een advies van de agrarische commissie vereist is:
|
€ 329,40
|
|
Paragraaf 2.3
|
Activiteiten met betrekking tot bouwwerken
|
|
|
Artikel 2.5
|
Bouwactiviteit (bouwtechnische deel)
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
a.
|
indien de bouwkosten minder dan € 25.000 bedragen:
|
1,51%
|
|
van de bouwkosten, met een minimum van:
|
€ 86,70
|
|
b.
|
indien de bouwkosten € 25.000 tot € 50.000 bedragen:
|
€ 377,50
|
|
vermeerderd met:
|
1,29%
|
|
van de bouwkosten waarmee die bouwkosten € 25.000 te boven gaat;
|
|
|
c.
|
indien de bouwkosten € 50.000 tot € 200.000 bedragen:
|
€ 700,00
|
|
vermeerderd met:
|
1,21%
|
|
van de bouwkosten waarmee die bouwkosten € 50.000 te boven gaat;
|
|
|
d.
|
indien de bouwkosten € 200.000 tot € 500.000 bedragen:
|
€ 2.515,00
|
|
vermeerderd met:
|
0,95%
|
|
van de bouwkosten waarmee die bouwkosten € 200.000 te boven gaat;
|
|
|
e.
|
indien de bouwkosten € 500.000 tot € 1.000.000 bedragen:
|
€ 5.365,00
|
|
vermeerderd met:
|
0,90%
|
|
van de bouwkosten waarmee die bouwkosten € 500.000 te boven gaat;
|
|
|
f.
|
indien de bouwkosten € 1.000.000 tot € 2.500.000 bedragen:
|
€ 9.865,00
|
|
vermeerderd met:
|
0,71%
|
|
van de bouwkosten waarmee die bouwkosten € 1.000.000 te boven gaat;
|
|
|
g.
|
indien de bouwkosten € 2.500.000 of meer bedragen:
|
€ 20.515,00
|
|
vermeerderd met:
|
0,66%
|
|
van de bouwkosten waarmee die bouwkosten € 2.5.000.000 te boven gaat;
|
|
|
met een maximum van:
|
€ 103.015,00
|
|
Artikel 2.6
|
Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit (ruimtelijke deel)
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
a.
|
indien de bouwkosten minder dan € 25.000 bedragen:
|
3,53%
|
|
van de bouwkosten, met een minimum van:
|
€ 202,30
|
|
b.
|
indien de bouwkosten € 25.000 tot € 50.000 bedragen:
|
€ 882,50
|
|
vermeerderd met:
|
3,01%
|
|
van de bouwkosten waarmee die bouwkosten € 25.000 te boven gaat;
|
|
|
c.
|
indien de bouwkosten € 50.000 tot € 200.000 bedragen:
|
€ 1.635,00
|
|
vermeerderd met:
|
2,83%
|
|
van de bouwkosten waarmee die bouwkosten € 50.000 te boven gaat;
|
|
|
d.
|
indien de bouwkosten € 200.000 tot € 500.000 bedragen:
|
€ 5.880,00
|
|
vermeerderd met:
|
2,22%
|
|
van de bouwkosten waarmee die bouwkosten € 200.000 te boven gaat;
|
|
|
e.
|
indien de bouwkosten € 500.000 tot € 1.000.000 bedragen:
|
€ 12.540,00
|
|
vermeerderd met:
|
2,10%
|
|
van de bouwkosten waarmee die bouwkosten € 500.000 te boven gaat;
|
|
|
f.
|
indien de bouwkosten € 1.000.000 tot € 2.500.000 bedragen:
|
€ 23.040,00
|
|
vermeerderd met:
|
1,66%
|
|
van de bouwkosten waarmee die bouwkosten € 1.000.000 te boven gaat;
|
|
|
g.
|
indien de bouwkosten € 2.500.000 of meer bedragen:
|
€ 47.940,00
|
|
vermeerderd met:
|
1,54%
|
|
van de bouwkosten waarmee die bouwkosten € 2.5.000.000 te boven gaat;
|
|
|
met een maximum van:
|
€ 240.440,00
|
|
Artikel 2.7
|
Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 253,60
|
|
Paragraaf 2.4
|
Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed
|
|
|
Artikel 2.8
|
Omgevingsplanactiviteit: monumenten
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit of rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a of b, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, rijksmonument, voorbeschermd gemeentelijk monument, voorbeschermd provinciaal monument of voorbeschermd rijksmonument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
a.
|
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen:
|
€ 0,00
|
|
b.
|
voor het herstellen of gebruiken op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:
|
€ 0,00
|
|
Artikel 2.9
|
Rijksmonumentenactiviteit
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met uitzondering van een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
a.
|
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:
|
€ 0,00
|
|
b.
|
voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:
|
€ 0,00
|
|
Artikel 2.10
|
Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit in een rijksbeschermd, provinciaal beschermd of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 0,00
|
|
Artikel 2.11
|
Omgevingsplanactiviteit: overig cultureel erfgoed en werelderfgoed
|
|
|
[Gereserveerd]
|
|
|
Paragraaf 2.5
|
Milieubelastende activiteiten
|
|
|
Artikel 2.12
|
Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteiten
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer milieubelastende activiteiten:
|
|
|
a.
|
voor een aanvraag van een omgevingsvergunning die betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit bestaande uit een of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet (milieubelastende activiteit bruidsschat):
|
€ 4.255,00
|
|
b.
|
voor een milieubelastende activiteit zoals bedoeld in voorgaand onderdeel, waar tevens afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is (uitgebreide procedure):
|
€ 6.900,00
|
|
Artikel 2.12a
|
Besluit activiteiten leefomgeving (BAL): milieubelastende activiteiten
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer milieubelastende activiteiten:
|
|
|
a.
|
voor een of meer activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving waarbij de reguliere procedure wordt gevolgd:
|
€ 4.255,00
|
|
b.
|
voor een of meer activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, waar tevens afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is (uitgebreide procedure):
|
€ 6.900,00
|
|
Artikel 2.13 t/m 2.20
|
[Gereserveerd]
|
|
|
Paragraaf 2.6
|
Lozingsactiviteiten
|
|
|
Artikel 2.21
|
Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, en het gaat niet om het lozen van water of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 787,40
|
|
Artikel 2.22
|
Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktelichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, bestaande uit het lozen van afvalwater, koelwater of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 787,40
|
|
Paragraaf 2.7
|
Aanlegactiviteiten
|
|
|
Artikel 2.23
|
Omgevingsplanactiviteit: opbreken en graven
|
|
|
[Gereserveerd]
|
|
|
Artikel 2.24
|
Omgevingsplanactiviteit: overige activiteiten beperkingengebied leidingen, landschapselement en aardkundige waarde
|
|
|
[Gereserveerd]
|
|
|
Artikel 2.25
|
Omgevingsplanactiviteit: geluid weg
|
|
|
[Gereserveerd]
|
|
|
Artikel 2.26
|
Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen van een weg
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 2:1 van de Verordening Fysieke Leefomgeving Heiloo 2024 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 290,40
|
|
Artikel 2.27
|
Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld artikel 2:2 van de Verordening Fysieke Leefomgeving Heiloo 2024 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 205,80
|
|
Artikel 2.28
|
Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 395,70
|
|
Paragraaf 2.8
|
Overige activiteiten
|
|
|
Artikel 2.29
|
Omgevingsplanactiviteit: alarminstallatie
|
|
|
[Gereserveerd]
|
|
|
Artikel 2.30
|
Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in artikel 4:2 van de Verordening Fysieke Leefomgeving Heiloo 2024 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 289,10
|
|
Artikel 2.31
|
Omgevingsplanactiviteit: reclame
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats, als bedoeld in artikel 4:1 van de Verordening Fysieke Leefomgeving Heiloo 2024 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, en als niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 221,10
|
|
Artikel 2.32
|
Omgevingsplanactiviteit: opslag van roerende zaken
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit de opslag van roerende zaken in een aangewezen gedeelte van de gemeente, bedoeld in artikel 2:3 van de Verordening Fysieke Leefomgeving Heiloo 2024 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 119,10
|
|
Artikel 2.33
|
Omgevingsplanactiviteit: standplaatsen
|
|
|
[Gereserveerd]
|
|
|
Artikel 2.34
|
Andere activiteiten
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk:
|
€ 268,80
|
|
Paragraaf 2.9
|
Maatwerkvoorschriften
|
|
|
Artikel 2.35
|
Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten
|
|
|
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouw- of sloopactiviteit, bedraagt het tarief:
|
|
|
a.
|
voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeft op:
- 1.
het in stand houden van een bestaand bouwwerk, bedoeld in artikel 3.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;
- 2.
bouwactiviteiten die het bouwen van nieuwe bouwwerken betreffen als bedoeld in artikel 4.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;
- 3.
het gebruik van een bouwwerk, bedoeld in artikel 6.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; of
- 4.
het verrichten van bouw- of sloopwerkzaamheden als bedoeld in artikel 7.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; per maatwerkvoorschrift:
|
€ 303,50
|
|
b.
|
in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel a, per maatwerkvoorschrift:
|
€ 303,50
|
|
Artikel 2.36
|
Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten
|
|
|
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving betrekking heeft op:
|
|
|
a.
|
een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:
|
€ 3.754,00
|
|
b.
|
een andere milieubelastende activiteit dan bedoeld in het eerste lid, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:
|
€ 3.754,00
|
|
Artikel 2.37
|
Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten
|
|
|
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.35 en 2.36, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:
|
€ 303,50
|
|
Paragraaf 2.10
|
Gelijkwaardigheid
|
|
|
Artikel 2.38
|
Gelijkwaardige maatregel
|
|
|
Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op:
|
|
|
a.
|
een bouwactiviteit, bedraagt het tarief:
|
€ 242,80
|
|
b.
|
een activiteit met betrekking tot cultureel erfgoed, bedraagt het tarief:
|
€ 0,00
|
|
c.
|
een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief:
|
€ 242,80
|
|
d.
|
een andere activiteit dan bedoeld in de onderdelen a, b of c, bedraagt het tarief:
|
€ 242,80
|
|
Paragraaf 2.11
|
Overige tarieven
|
|
|
Artikel 2.39
|
Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit:
|
€ 250,50
|
|
Artikel 2.40
|
Wijzigen omgevingsvergunning
|
|
|
1.
|
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft.
|
|
|
2.
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project:
|
€ 174,20
|
|
Artikel 2.41
|
Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning:
|
€ 174,20
|
|
Artikel 2.42
|
Intrekken omgevingsvergunning
|
|
|
[Gereserveerd]
|
|
|
Artikel 2.43
|
Beoordeling aanvullende gegevens
|
|
|
[Gereserveerd]
|
|
|
Artikel 2.44
|
Beoordeling onderzoeksrapporten
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, in behandeling is genomen:
|
|
|
Artikel 2.45
|
Wijzigen van het omgevingsplan
|
|
|
1.
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan:
|
€ 7.698,00
|
|
2.
|
Tenzij kostenverhaal op andere wijze met elkaar is overeengekomen.
|
|
|
Artikel 2.46
|
Niet genoemd besluit op aanvraag
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan:
|
€ 201,80
|
|
Paragraaf 2.12
|
Modaliteiten
|
|
|
Artikel 2.46a
|
Planologische strijdigheid met het omgevingsplan (waarbij tevens of geen sprake is van een bouwactiviteit)
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief:
|
|
|
a.
|
voor het beoordelen of de omgevingsplanactiviteit in overeenstemming is met de regels voor toepassing van een binnenplanse afwijkingsbevoegdheid, wijzigingsbevoegdheid, of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan:
|
€ 446,70
|
|
b.
|
voor het beoordelen of de omgevingsplanactiviteit, waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het verboden is deze zonder omgevingsvergunning te verrichten, en of deze in strijd is met het omgevingsplan (kleine buitenplanse omgevingsplanactiviteit):
|
€ 446,70
|
|
c.
|
voor het beoordelen of de omgevingsplanactiviteit, waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het verboden is deze zonder omgevingsvergunning te verrichten, en of deze in strijd is met het omgevingsplan (buitenplanse omgevingsplanactiviteit):
|
€ 7.124,60
|
|
Artikel 2.47
|
Achteraf ingediende aanvraag
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met:
|
10,00%
|
|
Artikel 2.48
|
Uitgebreide voorbereidingsprocedure
|
|
|
1.
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit:
|
€ 1.116,70
|
|
2.
|
Het eerste lid is niet van toepassing wanneer sprake is van een of meer milieubelastende activiteiten.
|
|
|
Artikel 2.49
|
Beoordeling onderzoeksrapporten
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld:
|
|
|
a.
|
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport:
|
€ 251,60
|
|
b.
|
voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport:
|
€ 251,60
|
|
c.
|
voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER):
|
€ 2.672,80
|
|
d.
|
voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport:
|
€ 251,60
|
|
Artikel 2.50
|
Advies
|
|
|
1.
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet:
|
|
|
a.
|
Voor een advies van de gemeenteraad als bedoeld in artikel 16.15a, aanhef en onder b, van de Omgevingswet en artikel 4.21 van het Omgevingsbesluit:
|
€ 458,90
|
|
b.
|
voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de Verordening op de gemeentelijke adviescommissie omgevingskwaliteit Heiloo 2024 dat uitsluitend betrekking heeft op redelijke eisen van welstand, zoals bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels, bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet: het toepasselijke tarief kan worden geraadpleegd in bijlage 1.
|
|
|
c.
|
voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de Verordening op de gemeentelijke adviescommissie omgevingskwaliteit Heiloo 2024 in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel b: het toepasselijke tarief kan worden geraadpleegd in bijlage 1.
|
|
|
d.
|
voor een advies inzake landschappelijke waarde en/of cultuurhistorie:
|
€ 273,30
|
|
e.
|
Voor een verplicht advies van de agrarische commissie, indien volgens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag in dat onderdeel een advies van de agrarische commissie vereist is:
|
|
|
voor een standaardadvies inzake bestaande bedrijven:
|
€ 1.179,70
|
|
voor een advies inzake nieuwe vestigingen en/of de beoordeling van een bedrijfsplan:
|
€ 1.391,50
|
|
voor een advies waarbij verzoek is gedaan om uitspraken van de commissie voor bezwaar en beroep en/of gerechtelijke uitspraken te betrekken:
|
€ 1.464,10
|
|
voor nadere adviezen op eerder uitgebrachte adviezen:
|
€ 738,10
|
|
voor een second opinion:
|
€ 1.815,00
|
|
f.
|
voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in de onderdelen a tot en met e:
|
€ 784,30
|
|
2.
|
Indien voor een aanvraag om omgevingsvergunning advies nodig is met betrekking tot activiteiten inzake cultureel erfgoed en/of werelderfgoed, wordt het tarief dat reeds verschuldigd is voor leges met betrekking tot de bouwactiviteit niet vermeerderd met de tarieven die in dit artikel zijn opgenomen voor advies door de gemeentelijke adviescommissie omgevingskwaliteit of andere adviesinstanties.
|
|
|
Artikel 2.51
|
Instemming
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan:
|
€ 310,60
|
|
Paragraaf 2.13
|
Vermindering
|
|
|
Artikel 2.52
|
Vermindering na conceptverzoek
|
|
|
1.
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.8, is voorafgegaan door een aanvraag voor een conceptverzoek als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel a, en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. De vermindering geldt voor zowel het eerste lid (de aanvraag voor het indienen van een conceptverzoek) als het tweede lid (het advies inzake redelijke eisen van welstand) en het derde lid (het advies van de agrarische commissie) en bedraagt:
|
100,00%
|
|
van de leges die worden geheven voor het conceptverzoek.
|
|
|
2.
|
Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning gedaan:
- a.
voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop het conceptverzoek betrekking had;
- b.
in overeenstemming met de uitkomsten van het conceptverzoek; en
- c.
binnen 12 maanden na het laatste conceptverzoek of, als het conceptverzoek volgens afspraak leidt tot een kennisgeving aan de aanvrager, na de dagtekening van de kennisgeving.
|
|
|
Artikel 2.53
|
Vermindering bij meervoudige aanvraag
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op vijf of meer activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van leges voor de milieubelastende activiteiten als bedoeld in paragraaf 2.5 en het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12. De vermindering bedraagt:
|
|
|
a.
|
bij 5 tot 10 activiteiten:
|
5,00%
|
|
van de voor die activiteiten verschuldigde leges;
|
|
|
b.
|
bij 10 tot 15 activiteiten:
|
10,00%
|
|
van de voor die activiteiten verschuldigde leges;
|
|
|
c.
|
bij 15 of meer activiteiten:
|
15,00%
|
|
van de voor die activiteiten verschuldigde leges.
|
|
|
Paragraaf 2.14
|
Teruggaaf
|
|
|
Artikel 2.54
|
Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig
|
|
|
Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
100,00%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.
|
|
|
Artikel 2.55
|
Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten
|
|
|
Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt:
|
100,00%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.
|
|
|
Artikel 2.56
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure
|
|
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
|
|
a.
|
bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen vier weken na de indiening van de aanvraag: van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;
|
100,00%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;
|
|
|
b.
|
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf vier weken tot zes weken na de indiening van de aanvraag: van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;
|
80,00%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;
|
|
|
c.
|
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken na de indiening van de aanvraag: van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.
|
60,00%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;
|
|
|
Artikel 2.57
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure
|
|
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
|
|
a.
|
bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen zes weken na de indiening van de aanvraag:
|
100,00%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;
|
|
|
b.
|
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken tot achttien weken na de indiening van de aanvraag:
|
80,00%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;
|
|
|
c.
|
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf achttien weken na de indiening van de aanvraag:
|
60,00%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.
|
|
|
Artikel 2.58
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten
|
|
|
Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 6 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:
|
25,00%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.
|
|
|
Artikel 2.59
|
Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten
|
|
|
a.
|
Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
25,00%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges.
|
|
|
b.
|
Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.
|
|
|
Artikel 2.60
|
Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten
|
|
|
In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12.
|
|
|
Artikel 2.61
|
Minimumbedrag voor teruggaaf
|
|
|
Een bedrag minder dan €60,- wordt niet teruggegeven.
|
|