Verordening Rekenkamer gemeente Asten 2024

De raad van de gemeente Asten;

 

gelezen het voorstel van het presidium van 30 september 2024;

 

gehoord het advies van de Commissie Samenleving en Bestuur van 17 oktober 2024;

 

gelezen de wensen en bedenkingen van het college van B&W;

 

gelet op de artikelen 81k en 149 van de Gemeentewet;

 

besluit: vast te stellen de Verordening Rekenkamer gemeente Asten 2024.

Artikel 1. Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Asten;

    rekenkamer: de gemeentelijke rekenkamer als bedoeld in artikel 81a van de Gemeentewet;

    voorzitter: voorzitter van de rekenkamer.

Artikel 2. Rekenkamer

  • 1.

    Er is een rekenkamer.

  • 2.

    De rekenkamer bestaat uit twee leden. Eén lid vervult de functie van voorzitter.

  • 3.

    De voorzitter en het lid worden benoemd voor een periode van zes jaar en kunnen éénmaal worden herbenoemd voor een periode van zes jaar.

  • 4.

    De gedragscode bestuurlijke integriteit in de gemeente Asten en het Protocol vermoeden van integriteitsschending door politieke ambtsdragers gemeente Asten zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 3. Klankbordgroep Rekenkamer

  • 1.

    Er is een klankbordgroep voor de rekenkamer.

  • 2.

    De klankbordgroep bestaat uit twee raadsleden die worden ondersteund door de griffie.

  • 3.

    De klankbordgroep is de gesprekspartner van de rekenkamer bij inhoudelijk rekenkamerwerk, de werkwijze, de relatie en de wederzijdse ervaringen en verwachtingen tussen de raad en de rekenkamer.

  • 4.

    De klankbordgroep heeft als taak om toezicht te houden op de opvolging van aanbevelingen door de raad die uit onderzoeken zijn gebleken.

  • 5.

    De rekenkamer betrekt de klankbordgroep tenminste bij het opstellen van het onderzoeksprogramma, de jaarlijkse verantwoording en bij het bespreken van een onderzoeksopzet.

Artikel 4. Ambtelijke ondersteuning

  • 1.

    De rekenkamer heeft een ambtelijk secretaris.

  • 2.

    Op voordracht van de voorzitter of het enige lid van de rekenkamer besluit het college tot het aangaan van arbeidsovereenkomsten met zoveel ambtenaren van de rekenkamer als nodig zijn voor een goede uitoefening van haar werkzaamheden.

  • 3.

    Indien de voordracht een op de griffie werkzame ambtenaar betreft, besluit de raad tot het aangaan van de arbeidsovereenkomst.

Artikel 5. Budget

  • 1.

    De rekenkamer is bevoegd binnen een aan haar bij de begroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar werkzaamheden.

  • 2.

    Ten laste van het in het voorgaande lid bedoelde budget worden de kosten gebracht van:

    • a.

      de vergoedingen aan de voorzitter, het lid en de ambtelijk secretaris;

    • b.

      ingehuurde onderzoekers;

    • c.

      externe deskundigen die eventueel door de rekenkamer zijn ingeschakeld;

    • d.

      eventuele overige uitgaven die de rekenkamer nodig acht voor de uitoefening van haar taak.

  • 3.

    De rekenkamer is voor de besteding van het budget uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de raad in het verslag als bedoeld in art. 185 lid 4 Gemeentewet.

Artikel 6. Vergoeding

  • 1.

    De vergoeding voor de voorzitter bedraagt 25% van de vergoeding behorend bij inwonersklasse 1-4 als bedoeld in artikel 3.1.1, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

  • 2.

    De vergoeding voor het lid bedraagt 20% van de vergoeding behorend bij inwonersklasse 1-4 als bedoeld in artikel 3.1.1, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

  • 3.

    De vergoedingen, genoemd in het eerste en tweede lid, worden gelijkelijk geïndexeerd met de vergoeding voor raadsleden als bedoeld in artikel 3.1.1, eerste en vijfde lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

Artikel 7. Onderzoeksprogramma en onderzoeksopzet

  • 1.

    De rekenkamer stelt voor 1 januari een onderzoeksprogramma voor het komende jaar vast.

  • 2.

    De rekenkamer inventariseert jaarlijks voor het opstellen van het onderzoeksprogramma welke suggesties er zijn voor onderzoeksonderwerpen bij de raad en de klankbordgroep.

  • 3.

    De rekenkamer zendt het in het eerste lid bedoelde onderzoeksprogramma (inclusief de bij het onderzoeksprogramma behorende kostenraming) ter kennisneming aan de raad en het college.

  • 4.

    De rekenkamer kan besluiten tot een verkennend onderzoek/vooronderzoek, alvorens definitief te besluiten tot een bepaald onderzoek. Van een voorgenomen verkennend onderzoek hoeft geen mededeling te worden gedaan.

Artikel 8. Verzoek

  • 1.

    De raad kan de rekenkamer een gemotiveerd verzoek doen tot het instellen van een onderzoek.

  • 2.

    De rekenkamer informeert de raad binnen een maand of en in hoeverre aan dat verzoek zal worden voldaan. Indien de rekenkamer niet aan het verzoek van de raad voldoet, zal zij daarvoor goede gronden aanvoeren.

  • 3.

    Indien de rekenkamer niet beschikt over (voldoende) budget om gehoor te geven aan een verzoek van de raad, treedt de rekenkamer met de raad in overleg over het verstrekken van budget.

Artikel 9. Intrekking oude verordening

De ‘Verordening voor de uitoefening van de Rekenkamerfunctie 2014’, vastgesteld op 16 december 2014, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 10 genoemde datum van inwerkingtreding van deze verordening.

Artikel 10. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na de datum van publicatie in het Gemeenteblad waarin deze verordening wordt geplaatst.

Artikel 11. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening Rekenkamer gemeente Asten 2024’.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Asten van 5 november 2024.

De raad voornoemd,

griffier,

mr. M.B.W. van Erp-Sonnemans

voorzitter,

A.A.H.C.M van Extel-van Katwijk

Naar boven