Verordening afvalstoffenheffing gemeente Asten 2025

De raad van de gemeente Asten;

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 5 november 2024;

 

gehoord het advies van de Commissie Samenleving en Bestuur van 28 november 2024;

 

gelet op artikel 229, aanhef, eerste lid, onderdelen a en b van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;

 

besluit:

 

vast te stellen de Verordening afvalstoffenheffing gemeente Asten 2025.

Artikel 1 Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    container: een vanwege de gemeente uitgezette ophaalbak met een bepaald volume;

  • b.

    emmer: een vanwege de gemeente verstrekte emmer met een bepaald volume;

  • c.

    gft-afval: groente, fruit- en tuinafval;

  • d.

    restafval: huishoudelijk afval niet zijnde gft-afval;

  • e.

    milieustraat: een gemeentelijk inzamelpunt voor particulieren van afvalstoffen van huishoudens uit de gemeente Asten.

Artikel 2 Aard van de belasting en belastbaar feit

  • 1.

    Onder de naam ‘afvalstoffenheffing’ wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.

  • 2.

    De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens artikel 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1.

    De afvalstoffenheffing wordt geheven van degene die in de gemeente gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge artikel 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

  • 2.

    Voor de toepassing van het eerste lid wordt als gebruiker aangemerkt:

    • a.

      degene die naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit of beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel;

    • b.

      ingeval een gedeelte van een perceel ten gebruik is afgestaan: degene die dat gedeelte ten gebruiken heeft afgestaan;

    • c.

      ingeval er sprake is van het ter beschikking stellen van een perceel voor kortstondig volgtijdig gebruik, wordt als gebruiker aangemerkt degene die dat perceel ter beschikking heeft gesteld.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief

De afvalstoffenheffing wordt geheven aan de hand van en naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 5 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6 Wijze van heffing

  • 1.

    De belasting bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel wordt bij wege van aanslag geheven.

  • 2.

    De belasting bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel wordt geheven door middel van een mondelinge dan wel een schriftelijke kennisgeving. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan belastingschuldige bekend gemaakt.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    De belasting bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4.

    Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar van een ander perceel gebruik maakt.

  • 5.

    De belasting bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel is verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening.

Artikel 8 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet(en) de aanslag(en) worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid moeten, indien een machtiging voor automatische incasso is afgegeven en zolang de verschuldigde bedragen via automatische incasso kunnen worden afgeschreven, de aanslag(en) en de bestuurlijke boete(s) worden betaald in tien gelijke maandelijkse termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op die van de dagtekening van het aanslagbiljet en de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3.

    In afwijking van het tweede lid is betaling via automatische incasso alleen mogelijk voor zover het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde belastingaanslagen en bestuurlijke boetes minder is dan € 5.000,00.

  • 4.

    De afvalstoffenheffing moet worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6, tweede lid:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving van de kennisgeving.

  • 5.

    De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 9 Nadere regels door het Dagelijks Bestuur

Het Dagelijks Bestuur van de Belastingsamenwerking Oost-Brabant kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing.

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van deze belasting kan kwijtschelding worden verleend voor het vaste bedrag van de afvalstoffenheffing, zijnde het basistarief, alsmede van het verschuldigde bedrag van de afvalstoffenheffing voor vijf ledigingen van de container voor restafval per jaar en zes ledigingen van de container voor gft-afval per jaar.

Artikel 11 Overgangsbepaling, inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De ‘Verordening Afvalstoffenheffing gemeente Asten 2024’ van 12 december 2023 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt inwerking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van heffing is 1 januari 2025.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening afvalstoffenheffing gemeente Asten 2025’.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Asten

van 10 december 2024.

De raad voornoemd,

griffier,

mr. M.B.W. van Erp-Sonnemans

voorzitter,

A.A.H.C.M van Extel-van Katwijk

Tarieventabel behorende bij de Verordening afvalstoffenheffing gemeente Asten 2024

 

Algemeen

 

De bedragen in deze tabel zijn inclusief omzetbelasting indien deze verschuldigd is.

 

Hoofdstuk 1

 

Maatstaven en tarieven voor het periodiek inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen

1.1

De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar:

€ 65,17.

1.2

Onverminderd het bepaalde in 1.1 bedraagt de belasting voor het op aanvraag omwisselen van een minicontainer of het verstrekken van een extra minicontainer, per minicontainer:

€ 19,00;

 

indien het omwisselen van een minicontainer wordt aangevraagd binnen twee maanden, nadat een nieuwe gebruiker staat geregistreerd bij een perceel, dan wordt dit bedrag niet in rekening gebracht.

 

1.3

Onverminderd het bepaalde in 1.1 en 1.2 bedraagt de belasting per aanbieding van:

 

1.3.1

een container van 140 liter bestemd voor restafval:

€ 13,42;

1.3.2

een container van 140 liter bestemd voor gft-afval:

€ 4,47;

1.3.3

een emmer van 40 liter bestemd voor restafval:

€ 7,27:

1.3.4

een emmer van 25 liter bestemd voor gft-afval:

€ 2,24.

1.4

Het in geval van verlies of in ongerede geraken van een pasje voor de milieustraat bedraagt het tarief voor de aanvraag van een nieuw pasje:

€ 6,00.

 

Hoofdstuk 2

Maatstaven en overige tarieven afvalstoffenheffing

2.1

Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1 bedraagt de belasting voor het op aanvraag inzamelen van grove huishoudelijke afvalstoffen:

 

2.1.1

voor de eerste kubieke meter per aanvraag:

€ 70,00;

2.1.2

elke volgende kubieke meter per aanvraag:

€ 22,00.

2.2

Onverminderd het bepaalde in het hier voorgaande bedraagt de belasting voor het aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op een daartoe van gemeentewege ter beschikking gestelde plaats, het tarief zoals deze is opgenomen in de tabel Poorttarieven Milieustraat.

 

 

Poorttarieven Milieustraat

Categorie 1

Categorie 2

Categorie 3

Categorie 4

  • Wit- en bruingoed: koelkasten, diepvriezers, televisie e.d.

  • Kadavers van kleine huisdieren

  • Asbest 35 m2

  • Afgewerkte motorolie (max. 10 liter)

  • Retour glas (flessen e.d.)

  • Vlakglas

  • Papier en karton

  • Textiel

  • Kringloopgoederen

  • Ferro en non-ferro materialen

  • Luiers

  • Klein Chemisch Afval

  • Plastic verpakkingen

  • Wit schoon tempex

  • Frituurvet en olie

  • Autoband(en) zonder velg(en) (max. 5 stuks)

  • Drankenkartons

  • Gasflessen

  • Harde kunststoffen

  • Matrassen

  • Blad en gras

  • Snoeihout en grof tuinafval

  • Grof huishoudelijk restafval

  • A/B/C hout

  • Schoon puin

  • Gipspuin

  • Gemengd bouw- en sloopafval

  • Dakleer

  • Vloerbedekking

  • Niet chemisch verontreinigende grond

 

Tarief 0 = kosteloos

 

Tarief 1 = €  5,00 m³

 

Tarief 2 = €  22,00 m³

 

Tarief 3 = €  50,00 m³

Huisvuil: € 5,00 per zak

 

Behorende bij raadsbesluit van 10 december 2024.

 

Mij bekend,

 

de griffier,

 

mr. M.B.W. van Erp-Sonnemans

Naar boven