Gemeenteblad van Hoogeveen
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Hoogeveen | Gemeenteblad 2024, 532632 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Hoogeveen | Gemeenteblad 2024, 532632 | beleidsregel |
Besluit Begraafplaatsen Hoogeveen
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoogeveen;
gelezen het ambtelijk voorstel;
overwegende, dat het gewenst is om een beleidsregel vast te stellen voor
omdat gelet op de artikelen 4:81, eerste lid, 4:83 en 1:3, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht en;
In dit besluit wordt verstaan onder:
voor zover die functies in de artikelen 2a t/m 2j zijn opgenomen.
Artikel 3 Kennisgeving begraven en asbezorging
De rechthebbende of gebruiker die wil doen begraven, een asbus wil doen bijzetten of as wil verstrooien, geeft daarvan uiterlijk één werkdag voorafgaande aan de dag waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, vóór 12.00 uur kennis aan het college. Zaterdag, zondag en algemeen erkende feest- en gedenkdagen gelden niet als werkdag.
Artikel 4 Openen en sluiten van het graf
Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen, mag uitsluitend geschieden door of in opdracht van de beheerder van de begraafplaats op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder.
Artikel 5 Over te leggen documenten
Begraving mag slechts geschieden indien van tevoren het verlof tot begraven is overgelegd aan de beheerder.
Artikel 10 Register en plaatsregistratie
De administratie bevat een register van alle rechthebbenden en gebruikers van de graven met hun namen en adressen. In dit register worden tevens de naam, geboortedatum en de datum van overlijden opgenomen van degene die is begraven of waarvan de as is bezorgd. Daarbij is vermeld de grafaanduiding en de dag van de begraving of bijzetting.
De gebruiker van een algemeen graf kan gedurende een periode van één jaar voor beëindiging van de gebruikstermijn bij het college een aanvraag indienen om bij ruiming de overblijfselen te verzamelen voor herbegraving elders in een particulier graf, of om ter crematie aan te kunnen bieden, of bij het college een aanvraag indienen om het algemene graf administratief om te laten zetten naar een particulier graf.
Artikel 15 Historische graven en opvallende grafbedekking
Overeenkomstig eerdere besluiten van het college zijn de criteria voor behoud van elementen zoals bedoeld in het eerste lid 1 als volgt:
Personen van historische betekenis. Om op grond van dit criterium op de lijst te kunnen worden geplaatst zijn de richtlijnen:
De overledene bekleedde die bij leven openbare functies die van onderscheiden betekenis waren voor de samenleving van de gemeente Hoogeveen. Dit kan op cultureel, politiek/bestuurlijk, maatschappelijk, economisch en wetenschappelijk terrein zijn. De betekenis op de vier genoemde terreinen kan op (inter)nationaal, regionaal en lokaal vlak liggen, en/of;
Ter behoud aangewezen graven, grafbedekkingen en delen van de begraafplaats komen niet in aanmerking voor ruiming danwel vernietiging. In voorkomende gevallen wijst het college de beheerder aan om, in overleg met de rechthebbenden en/of de commissie zoals bedoeld in het volgende lid, te overleggen over de mogelijkheden voor verplaatsing naar een andere plek, hergebruik en/of hergebruik van onderdelen.
Artikel 16 Uitgifte en indeling graven
Het college kan bij de eerst overledene een particulier dubbelgraf uitgeven op de begraafplaatsen in Fluitenberg, Hoogeveen, Hollandscheveld, Elim, Nieuwlande, Pesse, Stuifzand en Tiendeveen. Op de begraafplaatsen in Nieuweroord kan het college bij de eerst overledene een naastgelegen particulier graf uitgeven. De aanvraag dient in beide gevallen bij de eerste begraving te worden ingediend.
Artikel 18 Overdracht van verleende rechten
Na het overlijden van de rechthebbende kan het recht van een particulier graf worden overgeschreven op naam van een familielid in de eerste tot en met de vijfde graad, of een aanverwant tot en met de derde graad, of een door de rechthebbende notarieel vastgelegde belanghebbende, mits de aanvraag hiertoe wordt gedaan binnen 1 jaar na het overlijden van de rechthebbende.
Voor graven waarvan het uitsluitend recht vervalt binnen een jaar na aanvang van de termijn waarin om verlenging kan worden kan worden verzocht, doet de gemeente aan de rechthebbende wiens adres hem bekend is, schriftelijk mededeling van het verstrijken van de termijn en de mogelijkheden tot verlenging.
Indien niet binnen drie maanden na verzending van de mededeling, bedoeld in het tweede lid, om verlenging van het recht is verzocht, maakt de gemeente de mededeling bekend bij het graf en bij de ingang van de begraafplaats. Deze mededelingen blijven in stand tot het einde van de periode waarvoor het recht was gevestigd.
De oppervlakte van het particulier graf kan door de rechthebbenden van het graf worden beplant met gewassen, die de voor het graf beschikbare oppervlakte volgens artikel 26, 27 28, of 29 niet overschrijden of door snoeien binnen de oppervlakte kunnen worden gehouden. De hoogte van deze gewassen mag niet meer zijn dan de hoogte van het gedenkteken op het graf.
Artikel 32 Onderhoud door de rechthebbende of gebruiker
Indien binnen een jaar na de aanzegging danwel vijf jaar na bekendmaking zoals bedoeld in het vorige lid geen herstel of vernieuwing heeft plaatsgevonden, is het college bevoegd:
tot verwijdering en vernietiging van de gedenktekens, beplantingen of losse voorwerpen over te gaan, waarbij geldt dat zij voor deze handeling niet aansprakelijk kan worden gesteld. Het verwijderde blijft gedurende dertien weken ter beschikking van de rechthebbende of de gebruiker en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is;
Artikel 34 Aansprakelijkheid grafbedekkingen
Schade als gevolg van brand, storm, vorst, wateroverlast, bliksem, ontploffing, molest, vandalisme en andere van buiten komende oorzaken, of ontstaan door het weghalen en terugplaatsen van gedenktekens of van heesters of andere beplantingen ten behoeve van een bijzetting of opgraving, en eventuele gevolgschade voor derden, is voor rekening en risico van de rechthebbende of gebruiker.
De rechthebbende of de gebruiker is verplicht de, door welke omstandigheden ook, daaraan toegebrachte schade op eerste aanschrijving te herstellen, indien de beschadiging zodanig is dat deze naar het oordeel van het college het uiterlijk aanzien van de begraafplaats schaadt, het beheer van de begraafplaats hindert of gevaar kan opleveren voor de omgeving.
Indien binnen een jaar na de dag van ontvangst van de aanzegging geen herstel of vernieuwing heeft plaatsgevonden, is het college bevoegd tot verwijdering en vernietiging van de gedenktekens of beplantingen over te gaan, waarbij geldt dat zij voor deze handeling niet aansprakelijk kan worden gesteld.
Artikel 35 Tijdelijke verwijdering
Een rechthebbende of gebruiker is verplicht te gedogen dat de op een graf aanwezige gedenktekens, beplanting en voorwerpen vanwege de gemeente en op kosten van de gemeente tijdelijk geheel of gedeeltelijk wordt verwijderd en herplaatst, indien dit voor een begraving of bijzetting in de nabijheid van het graf of om een andere reden nodig is.
Artikel 36 Administratieve en procedurele voorbereiding
De gebruiker van een algemeen graf, waarvan de gebruikstermijn binnen één jaar zal verlopen, wordt aangeschreven met de vraag of er behoefte is aan omzetting van het graf naar een particulier graf of een opgraving van de stoffelijke resten ten behoeve van herbegraving in een ander, particulier graf of een crematie.
bij geen reactie, of wanneer geen gebruiker bekend is, wordt na 3 maanden gelijktijdig met het verzenden van de herinnering een bordje bij het betreffende graf en bij de ingang van de begraafplaats geplaatst, met de mededeling dat de termijn voor het gebruik verloopt en het verzoek contact op te nemen met de begraafplaatsadministratie.
Artikel 37 Technische voorbereiding en uitvoering
Grafbedekking van graven of platen ter afsluiting van een urnenplek worden verwijderd door de gemeente, indien zij niet door rechthebbenden of gebruikers zijn opgehaald in de maand voorafgaande aan het verlopen van het recht, of van graven waarvan rechthebbenden of gebruikers niet binnen de gestelde termijnen hebben gereageerd op verzoeken of aanmaningen van de gemeente.
Artikelsgewijze toelichting op het Besluit begraafplaatsen
Er is gekozen voor een besluit en niet voor alleen beleidsregels. Door te kiezen voor de vorm van een besluit kan het college zelf normeringen stellen en is er niet alleen sprake van de uitwerking van bevoegdheden. Dit past te meer omdat de raad het college niet kan opdragen beleidsregels te stellen als het om bevoegdheden van het college gaat. De raad kan wel de mogelijkheid van regelgeving in de verordening vermelden. De keuze voor de uitwerking is dan aan het college. De keuze voor een besluit betekent ook dat wanneer het college expliciet van het besluit wil afwijken, daar de mogelijkheid voor in het besluit vermeld moet zijn. Door te kiezen voor een uitvoerig besluit, waarin uitvoerig en gedetailleerd wordt geregeld welke mogelijkheden er zijn, wordt voor de burger inzichtelijk wat hij van de gemeente op iedere begraafplaats kan verkrijgen. Daarover zal dan ook vrijwel geen discussies ontstaan. Dat geeft ook de uitvoerende personen zekerheid en handvatten voor de ordening.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
De omschrijvingen zijn opgenomen zodat voor een ieder duidelijk is wat en wie met de diverse begrippen bedoeld wordt. Voor een particulier graf, particulier dubbelgraf, particulier keldergraf, particulier kindergraf, particuliere urnenkelder en particuliere urnennis gelden vrijwel dezelfde rechten en plichten. De woorden ‘voor zover van belang’ zijn ingevoegd omdat enkele bepalingen ten aanzien van graven met uitsluitend recht (de particuliere graven) ook van toepassing kunnen zijn op andere typen particuliere graven en dus in die gevallen ook bedoeld worden wanneer gesproken wordt van een ‘particulier graf’.
De term ‘zandgraf’ is een gebruikelijke term voor een grafruimte voor het begraven van een stoffelijk overschot in de bodem. Dat hoeft niet per sé zandgrond te zijn.
Artikel 2 Inrichting en indeling van de begraafplaatsen
Dit artikel is opgenomen waardoor alle andere vormen van inrichting en indeling van de begraafplaatsen uitgesloten zijn.
Artikel 2a t/m 2j Begraafplaatsen
Middels deze artikelen bepaalt het college de inrichting en indeling van de begraafplaats, de soorten graven, hoeveel lijken en asbussen per grafruimte worden begraven en worden bijgezet. De gemiddeld hoogste grondwaterstand bepaalt over het algemeen de begraafmogelijkheden op de begraafplaatsen. Ter ondersteuning hiervan houdt het college van elke begraafplaats een plattegrondtekening bij.
De bepalingen over een voormalig algemeen graf welke administratief is omgezet naar een particulier graf zijn belangrijk voor een goed beheer van de begraafplaatsen. Ook het “schudden” is niet mogelijk in deze graven, zie de toelichting bij artikel 13.
Artikel 3 Kennisgeving begraven en asbezorging
Een kennisgeving is nodig omdat duidelijk vast moet liggen wat voor graf er wordt gevraagd. De as kan volgens de wet worden bijgezet in een graf dan wel in een bewaarplaats, meestal een urnennis. De kennisgeving moet één werkdag van tevoren worden gedaan om de beheerders van de begraafplaatsen de tijd te geven alle voorbereidingen te treffen. Gezien de uitgestrektheid van de gemeente en het aantal begraafplaatsen is zo’n tijdige kennisgeving een voorwaarde voor het bieden van kwalitatieve dienstverlening.
Artikel 4 Openen en sluiten van het graf
Aangezien het delven en sluiten van een graf niet geheel zonder risico is, dienen deze werkzaamheden door opgeleid personeel of deskundige derde partijen uitgevoerd te worden. Zij staan hierbij steeds onder toezicht van de beheerder van de begraafplaats. Het geheel of gedeeltelijk sluiten van het graf kan door nabestaanden of rechthebbenden gebeuren. Dit kan alleen onder toezicht van de beheerder en indien dit technisch mogelijk is. Ook is het laten zakken van de kist of het bijzetten of verstrooien van de asbus mogelijk voor de nabestaanden onder toezicht van de beheerder.
Artikel 5 Over te leggen documenten
De wet eist dat er een verlof tot begraven aanwezig is, afgegeven door de ambtenaar van de burgerlijke stand. Hierbij aansluitend is het gewenst om de beheerder van de begraafplaatsen een eigen bevoegdheid te geven medewerking aan de lijkbezorging te weigeren, indien niet aan de wettelijke vereisten is voldaan. Daartoe zal een aanwijzingsbesluit worden vastgesteld. Dit geldt voor het begraven van een stoffelijk overschot. Voor het bijzetten van een asbus is geen verlof nodig.
Middels deze bepaling wordt terugverwezen naar artikelen betreffende de kennisgeving, het delven van een graf en de over te leggen stukken alvorens over kan worden gegaan tot de feitelijke begraving. Dit artikel is opgenomen ter ondersteuning van de gemeentelijke organisatie als een leidraad voor een foutloos traject van aangifte tot begraving. Het geeft tevens inzicht in de werkwijze en verplichtingen die gelden voor derden alvorens tot begraving kan worden overgegaan.
Artikel 7 Protocol Uitvaart in opdracht van de gemeente
De gemeente is wettelijk verplicht (artikel 21 en 22 Wet op de Lijkbezorging Wlb) om een uitvaart te verzorgen als niemand anders hiervoor zorgt. Dat hoeft de gemeente niet onmiddellijk te doen; alleen indien duidelijk is dat niemand anders dit doet. Het principe van de Wlb is ten eerste, dat de gemeente in het belang van de volksgezondheid en openbare orde zorgt dat de overledenen ‘bezorgd’ worden en ten tweede, dat nabestaanden zelf de kosten moeten dragen en niet de belastingbetaler. De wetgever heeft nadrukkelijk geregeld dat de kosten kunnen worden verhaald op de bloed- en aanverwanten (artikel 1:392-396 BW).
Artikel 8 Lijkomhulsel en grafgiften
Het toepassen van verkeerde lijkhoezen of slecht doorlatende lijkomhulsels (kunststof kleding, lijkwaden) kan leiden tot het stopzetten van de lijkvertering waardoor vanuit milieuhygiënisch opzicht belastende situaties kunnen ontstaan en graven niet meer ter beschikking kunnen komen voor nieuwe, toekomstige begravingen.
In dit artikel is eveneens een bepaling opgenomen dat geen vervuilende voorwerpen aan de grafruimte mogen worden toegevoegd, alsmede voorwerpen die de vertering van het lijk kunnen belemmeren of voorkomen.
Dit artikel geeft de verplichtingen weer van het college. De vijf taken die vanwege of onder verantwoording van het college uitgevoerd moeten worden, staan beschreven.
Artikel 10 Register en plaatsregistratie
De wijze waarop de begraafadministratie wordt gevoerd is in dit artikel beschreven. Naast de gegevens die moeten worden geadministreerd is ook de locatiebepaling met behulp van een genummerde plattegrond beschreven. Hiermee voldoet de gemeente aan de wettelijke voorwaarden.
Steenhouwers en hoveniers moeten zich er steeds van bewust zijn dat hun werkzaamheden storend kunnen zijn voor rouwende nabestaanden in het algemeen en tijdens uitvaartplechtigheden in het bijzonder. De toestemming om werkzaamheden op de begraafplaats te verrichten moet vlot aan de steenhouwers of anderen kunnen worden gegeven. Daarom heeft het college het verlenen van die toestemming onder behoud van hun verantwoordelijkheid gemandateerd aan de beheerder.
De bevoegdheid van de beheerder om personen weg te sturen als zij zich niet aan zijn aanwijzingen en de verbodsbepalingen houden, bieden voldoende mogelijkheden om tegen ongewenste activiteiten op te kunnen treden.
Met dit artikel wordt beoogd om plechtigheden ordelijk te doen verlopen. Door te eisen dat de mededeling vijf dagen vooraf moet plaatshebben, kan worden voorkomen dat de plechtigheid samenvalt met een begrafenis. Een begrafenis moet immers volgens de wet uiterlijk op de zesde werkdag na overlijden geschieden.
Bijeenkomsten die het karakter van een plechtigheid te buiten gaan, kunnen het karakter hebben van een openbare manifestatie. Hiervan moet vooraf kennisgeving worden gedaan aan de burgemeester volgens de Wet openbare manifestaties en mogelijk van toepassing zijnde APV bepalingen.
De mededeling dat het college voornemens is om de graven te ruimen (graven schudden of het verwijderen van een asbus is ook een vorm van ruimen) wordt gedaan aan de rechthebbenden op particuliere graven. Particuliere graven worden geruimd als de rechthebbende afstand heeft gedaan van het recht of wanneer rechthebbenden de onderhoudsplicht niet nakomen. Algemene graven kunnen na het verstrijken van de grafrusttermijn van 10 jaar worden geruimd. Er zijn meer situaties waarna een graf geruimd kan worden Het derde en vierde lid opent de mogelijkheid ook bij ruiming van algemene graven de stoffelijke overblijfselen een andere bestemming te geven. Dat wil zeggen dat de overblijfselen niet worden begraven in het verzamelgraf. Die andere bestemming, zowel voor algemene als particuliere grafruimten, is zo ruim mogelijk omschreven.
Ook is het mogelijk om de overblijfselen opnieuw bij te zetten in een ander particulier graf op dezelfde begraafplaats of deze over te brengen naar een graf op een andere begraafplaats. Indien de herbegraving plaatsvindt in een nieuw particulier graf op een begraafplaats binnen de gemeente Hoogeveen dan vindt dit plaats in aansluiting op de reeds uitgegeven particuliere graven.
De mogelijkheid om een graf te ‘schudden’ wordt middels een technische beschouwing door de beheerder beoordeeld. Voor de algemene graven is ‘schudden’ nooit mogelijk. Bij ‘schudden’ worden de lijken van een vol graf dieper in hetzelfde graf teruggeplaatst om zodoende het graf weer geschikt te maken voor nieuwe begravingen, te bepalen door de rechthebbende. Ofschoon dit beheersmatig wellicht minder gewenst is, omdat er op sommige plaatsen graven veel langer in gebruik zullen zijn dan de naastliggende graven, waardoor systematisch ruimen minder efficiënt wordt, kiezen we toch voor het opnemen van de mogelijkheid van ‘schudden’ om aan de mogelijke wens van de nabestaanden tegemoet te komen en om het beslag op de schaarse ruimte niet onnodig groot te laten zijn. Het beperkt ook de lasten van de nabestaanden.
De Wet op de lijkbezorging geeft geen aanwijzingen voor de wijze waarop graven worden geruimd. Om zo zorgvuldig en piëteitsvol mogelijk uitvoering te kunnen geven aan ruimingen stelt het college een ruimingsprotocol vast, met daarin helder opgenomen de uit te voeren werkzaamheden en de wijze waarop ruimingen plaatsvinden. Pas wanneer hieraan uitvoering is gegeven wordt overgegaan tot ruiming. Het ruimingsprotocol is met ingang van het Besluit 2025 opgenomen in dit Besluit.
De aard van de werkzaamheden bij het opgraven en ruimen van graven brengt met zich mee dat het bezwaarlijk is om toe te staan dat anderen hierbij aanwezig zijn.
Artikel 15 Historische graven en opvallende grafbedekking
Graven, grafbedekkingen en delen van de begraafplaats van bijzondere waarde moeten behouden kunnen blijven, ook wanneer het recht of de gebruikstermijn zijn verlopen. Graven kunnen om meerdere redenen van behoudenswaardige betekenis zijn. Het is belangrijk om de criteria goed en zo eenduidig mogelijk vast te stellen.
De commissie historische graven bestaat uit afgevaardigden van de gemeente en onafhankelijke personen, die allen wegens hun beroep of opgedane kennis kunnen bijdragen om de lijst samen te stellen of te herzien. Omdat de genoemde verenigingen kunnen ophouden te bestaan of om moverende redenen geen of onvoldoende leden meer voor de commissie kunnen aanleveren, moet het college in staat zijn om nieuwe commissieleden aan te wijzen.
Ter behoud aangewezen elementen moeten herkenbaar administratief en op kaart worden aangemerkt. Met opzet is een aanduiding in het veld, zoals bordje, object of ander aangebracht kenmerk niet verplicht gesteld. Dit kan immers afbreuk doen aan die historische waarden. Al is een onopvallend geplaatst object niet bezwaarlijk wanneer dit begraafplaatsbeheerders kan helpen in hun werk.
Voor het toekomstig behoud van de aangewezen graven en grafmonumenten kunnen naast artikel 15 ook andere bepalingen van belang zijn. Zo kan een grafbedekking verwijderd worden door de rechthebbende of eigenaar van het grafmonument, wanneer het uitsluitend recht of de gebruikstermijn verstrijken. Indien een grafbedekking op de lijst te behouden monumenten voorkomt én voor ruiming in aanmerking komt, zal dit besproken moeten worden met de rechthebbende of de eigenaar van het grafmonument. Ook wanneer er geen rechthebbende of eigenaar meer is, en de gemeente de zeggenschap over een graf of grafbedekking heeft, wil de gemeente zorgvuldig met de nabestaanden overleggen en instemming vragen met de te nemen maatregelen. Bijvoorbeeld ook om te voorkomen dat nabestaanden, in de veronderstelling dat het grafmonument verdwenen is, deze alsnog tegenkomen.
Toelichting op de behoudenswaardigheid van grafmonumenten:
Ad a. Personen van historische betekenis
Niet alle grafmonumenten komen zondermeer in aanmerking. Er wordt dan ook een ouderdomsgrens aangehouden. Dit om enige afstand te creëren tussen hedendaagse grafcultuur en datgene wat van waarde is. Criteria die elders worden aangehouden, variëren van geen tot 50 jaar. Voor deze criteria wordt gekozen voor veertig jaar. De commissie is van mening dat een dergelijke termijn voldoende distantie geeft om de kwaliteit van de grafcultuur voldoende op waarde te kunnen schatten. Gekozen is voor veertig jaar, omdat de gemiddelde belangstelling voor een graf 40 jaar bedraagt. Het aantal van 40 is een ervaringscijfer van de gemiddelde belangstelling voor een graf in Nederland.
Bij de waarde van het grafmonument kan het gaan om:
Het materiaalgebruik en hantering. Bijzondere materialen zijn met name materialen die in het algemeen niet gebruikelijk zijn voor grafmonumenten, zoals zandsteen, marmer, hout of metaal (hekwerken). De hantering gaat over de wijze waarop bijvoorbeeld het grafmonument technisch bewerkt is. Dus het gebruik van een bijzonder materiaal met een slechte afwerking zal minder snel in aanmerking komen dan een goed verwerkt materiaal. In dit geval geldt dat extra gelet moet worden op afwijkende materialen met de vraag of ze daadwerkelijk bijzonder genoeg zijn.
Vormgeving en belettering van het monument. Een belangrijk onderdeel van de vormgeving van grafmonumenten is het soort belettering dat gebruikt wordt. Verder kunnen ook stèles met een gave vormgeving, een omranding en grafvulling met bijvoorbeeld steen of grind in aanmerking komen. Ook grafmonumenten die sterk opvallen in het beeld en ankerpunten vormen in de beleving komen in aanmerking.
Bijzondere symboliek. Symbolen op grafmonumenten zijn er in veel varianten. De palmtak en de treurwilg zijn twee van de meest voorkomende symbolen op de begraafplaatsen en verwijst naar het christelijk geloof. Alleen wanneer sprake is van een uitzonderlijke vormgeving zal zo’n symbool opgenomen worden in de inventarisatie. Persoonlijke symboliek of een samenvoeging van verschillende betekenissen kan een dusdanig symbool opleveren dat er sprake is van een bijzonder symbool. Sommige symbolen hebben een zwaar beladen betekenis. Door deze juist te behouden kan het symbool in de juiste context worden geplaatst. Voor dit criterium wordt gekeken naar de algemene deler, maar ook naar de uitzonderlijke symbolen.
Ad b.3. Representatief voor tijdsbeeld/vormgevingsperiode
Omdat een grafteken zeer persoonsgebonden kan zijn, is de diversiteit van graftekens groot en varieert de uitwerking tot op de dag van vandaag van heel sober tot rijk gedetailleerd. De variatie aan gebruikte materialen in relatie tot specifieke materiaaleigenschappen en de daaraan gerelateerde vorm maakt ze bijzonder. Het geheel aan verschillende soorten graftekens vormt dan ook een weerslag van de grafcultuur in relatie tot de tijd waarin het grafteken tot stand is gekomen. Dat is bijvoorbeeld het geval bij de klassiek vormgegeven, aan de oudheid ontleende graftekens die uit gegoten ijzeren onderdelen zijn samengesteld. Voor dit criterium wordt dan ook gekeken of het grafteken op zich typerend is voor een bepaalde tijd of vormgevingsperiode en op basis hiervan in aanmerking komt.
Dit punt speelt een rol wanneer aan de hand van het grafmonument bijvoorbeeld een verhaal verteld kan worden over Hoogeveen of de dorpen en de geschiedenis. Dat kan zijn vanwege een bepaalde culturele en of religieuze ontwikkeling in de stad zelf of een gebeurtenis waarbij één of meerdere personen een rol hebben gespeeld. De gebeurtenissen in de Tweede Wereldoorlog vormen vanzelfsprekend een belangrijke aanleiding om deze op te nemen in de inventarisatie.
Op de begraafplaatsen in de gemeente Hoogeveen zijn erkende Nederlandse oorlogsslachtoffers begraven. Hiervoor zijn geen verdere criteria opgenomen, maar deze dienen ook opgenomen te worden op de lijst van graven met een historische betekenis of grafbedekking met een opvallende kwaliteit.
Ad c Historisch aangemerkte en behoudenswaardige delen zijn er tot nu toe op begraafplaats Hollandscheveld (grafveld V) en op de oude begraafplaats gelegen aan de Zuiderweg in Hoogeveen (deel IV). Hier worden de waarden van afzonderlijke objecten vermeerderd door de directe omgeving, de context. In lijn met het landelijke monumentenbeleid, waarbij de context en het object samen worden herkend en erkent in een beschermd gezicht, zijn deze gedeelten in hun totaliteit te erkennen als historisch- en cultureel waardevol, inclusief de ‘lege’ plekken, de baarhuisjes, het groen en de enkele stenen ertussen die apart misschien niet direct deze erkenning zouden krijgen.
Artikel 16 Uitgifte en indeling graven
Een graf zal alleen op volgorde van ligging worden toegewezen. Als het een graf betreft waarin maar in één begraaflaag begraven kan worden, kan een naastliggend graf door de rechthebbende worden gereserveerd. Dit zogenaamde dubbelgraf naast elkaar moet direct bij uitgifte van het eerste graf worden gereserveerd en moet op dat deel van de begraafplaats zijn gelegen waar dubbelgraven zijn toegestaan. Het artikel is opgenomen om reserveren van graven te voorkomen op die grafvelden, waar dit ongewenst is. Het bevordert efficiënt ruimtegebruik en resulteert in een optimaal gebruik van de beschikbare begraafcapaciteit. Indien nabestaanden kiezen voor een andere grafplek dan aansluitend op de reeds uitgegeven graven kan, indien grafplaatsen gekenmerkt zijn, binnen de voorwaarden genoemd in artikel 2a t/m 2j. op de begraafplaatsen worden afgeweken van lid 1.
Op begraafplaats Fluitenberg geldt een afwijkend uitgifteregime voor graven. Het doel hiervan is recht te doen aan het ontwerp en voorlopig zoveel mogelijk ruimte te geven aan de gekozen beplanting.
Op iedere begraafplaats wordt gelegenheid gegeven tot het stichten van een grafkelder.
Artikel 18 Overdracht van verleende rechten
Het recht op een particulier graf wordt verleend door een beschikking van het college. Hierin wordt aan de aanvrager het uitsluitend recht gegeven om lijken in een bepaald graf te doen begraven.
Het recht kan op verzoek van de rechthebbende worden overgeschreven op een ander.
Het is noodzakelijk dat er na overlijden van een rechthebbende een nieuwe rechthebbende wordt aangewezen, die de verantwoordelijkheid voor de grafruimte en de daaraan verbonden kosten op zich neemt. Wanneer de rechthebbende overleden is en in het graf begraven moet worden waar hij of zij rechthebbende op was, moet het uitsluitend recht vóór de begraving opnieuw te naam gesteld worden. De nieuwe rechthebbende geeft vervolgens toestemming dat de voormalige rechthebbende in het graf begraven mag worden. Zo is er altijd een rechthebbende op het graf. Blijft de overschrijving uit, dan vervalt het recht aan de gemeente.
De bepalingen geven een coulance aan nabestaanden om te bespreken op wie het recht van een particulier graf moet worden overgeschreven, wanneer de overschrijving niet vóór het overlijden van de rechthebbende is gebeurd. Bij een verschil van mening onder de nabestaanden hierover is het aan hen om dit op te lossen, eventueel met tussenkomst van een rechter.
Dit artikel is opgenomen om buiten twijfel te stellen dat de rechthebbende afstand van het graf kan doen.
Dit artikel beschrijft wanneer rechten vervallen zowel door nalatigheid van de rechthebbende of op aanvraag van de rechthebbende als door ingrijpen van het college. Middels dit artikel wordt benadrukt dat alle rechten eindig zijn en onder welke voorwaarden deze rechten dan eindigen.
Dit artikel geeft het college tevens meer bevoegdheden om op te treden tegen rechthebbenden en gebruikers die in verzuim blijven een op grond van dit besluit op hen rustende verplichting na te komen of daarmee in strijd handelen. Het laten vervallen van rechten kan ook een tijdelijk juridisch instrument zijn bij geschillen. De positie van het college als houder van de begraafplaatsen is hiermee versterkt. Het college neemt hiertoe de besluiten.
De mededeling aan de rechthebbende van een particulier graf, dat de grafbedekking zal worden verwijderd, kan in veel gevallen gelijktijdig worden gedaan met de mededelingen dat de graftermijn verstrijkt. De grafbedekking kan ook worden verwijderd nadat het college het recht vervallen heeft verklaard, omdat er na het overlijden van de rechthebbende niet tijdig een nieuwe rechthebbende is aangewezen. In dat geval geldt eveneens het vereiste van de voorafgaande mededeling per brief of door het plaatsen van een bordje bij het graf gedurende minstens een jaar.
Het feitelijke verwijderen van de grafbedekking dient steeds in overleg met de beheerder plaats te vinden.
Artikel 21 Aanbrengen grafbedekking
Dit artikel spreekt voor zich.
Voor het aanbrengen van een gedenkteken is het verplicht vooraf vergunning te vragen bij het college. Deze vergunningseis geldt voor de gedenktekens op algemene en particuliere graven. De gedenktekens dienen op punten als vormgeving, constructie en materiaalkeuze aan bepaalde minimumeisen te voldoen. Deze eisen zijn uitgewerkt in de artikelen 25 en 26.
Artikel 23 Materiaalgebruik gedenkteken
In dit artikel wordt bepaald dat voor gedenktekens alleen duurzame of verduurzaamde materialen mogen worden toegepast. Hieronder worden materialen verstaan die gedurende de uitgiftetermijn niet vergaan. In bijzondere situaties kan het college hiervoor ontheffing verlenen. Het gebruik van palen (stiepen) is niet toegestaan, omdat:
Artikel 24 t/m 27 Situering en afmetingen gedenkteken particulier graf, particulier dubbelgraf en kindergraf
Het is noodzakelijk de afmetingen voor een graf vast te leggen, opdat ieder voor hetzelfde tarief hetzelfde graf krijgt. Het is dan vanzelfsprekend dat de maten van de grafbedekking moet blijven binnen de maten van het graf. Binnen deze maten hebben nabestaanden alle vrijheid voor het gedenken van een dierbare. Het hanteren van een hoogtemaat is wenselijk, omdat het machinaal delven van een graf belemmerd wordt als sprake is van hogere monumenten. In de praktijk tot nog toe is de maat van 120 centimeter ook de maximale maat.
De situering van een grafbedekking kan belemmerend zijn als die wordt aangebracht hoger dan circa 40 centimeter aan de zijkanten en aan de zijde van het pad. Het is dan moeizaam om in tussenliggende graven een lijk te bezorgen, omdat dan de dragers vrijwel niet naast het tussenliggende graf plaats kunnen nemen. Dit is geen denkbeeldige situatie, maar het komt ongeveer 150 keer per jaar voor. Het plaatsen van hogere grafbedekking aan de zijde van het pad en op de voorste helft van het graf, vanaf het pad gerekend hindert ook het grafdelven, omdat de kraan een draaiende beweging moet maken. Dan is beschadiging van die monumenten een groot risico en dat is zowel voor de nabestaanden als de gemeente uitermate vervelend.
Artikel 28 Afmetingen grafkelder ten behoeve van een zandgraf
In dit artikel staan de afmetingen van een grafkelder opgenomen waarin een lijk begraven kan worden.
Artikel 29 Situering en afmetingen gedenkteken en urnenkelder
In dit artikel staan de situering en afmetingen voor een gedenkteken van een urnenkelder.
Hierin staat beschreven dat de afmetingen zoals opgenomen in artikel 16 ook van toepassing zijn op de beplante oppervlakte van een particulier graf.
Artikel 31 Verwijdering van grafbedekking
Dit artikel biedt rechthebbenden, gebruikers enige coulance op de wet: ze mogen gedurende een bepaalde periode alsnog de grafbedekking verwijderen en meenemen.
Conform Artikel 32a in de Wet op de lijkbezorging (Wlb) is de gemeente door natrekking de eigenaar van alle grafmonumenten op de begraafplaats. Maar gedurende de tijd dat een graf niet geruimd mag worden, is artikel 20, eerste lid, aanhef en onder e en f, van Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek niet van toepassing. Met andere woorden: als in een graf een overledene begraven is en het graf minstens 10 jaar gelegen heeft en de rechten verlopen zijn, is artikel 32a Wlb niet meer van toepassing. De langste termijn of laatste datum geldt. Na die datum mag een graf geruimd worden en daarmee ook de grafbedekking verwijderd worden.
Deze coulance kan niet zomaar gelden voor grafbedekkingen of graven die voorkomen op de lijst Historische graven.
Artikel 32 Onderhoud rechthebbende of gebruiker
De rechthebbenden en gebruikers van particuliere graven en algemene graven zijn verplicht de grafbedekking behoorlijk te onderhouden en zo nodig te herstellen. Dit geldt dus voor de gehele grafbedekking, dus zowel het gedenkteken als de grafbeplanting.
Het verzakken van grafmonumenten is een natuurlijk verschijnsel op begraafplaatsen, dat ook hoort tot het eigen risico van de rechthebbende en de gebruiker. Soms willen nabestaanden een grafsteen te snel plaatsen, wanneer de grond nog niet goed is ingeklonken. De gevolgen zijn voor eigen risico.
Door het onderhoud te beschrijven, wordt duidelijk voor de rechthebbende of gebruiker van een graf, wat zij moeten doen om het graf naar behoren te onderhouden. Indien dit niet gebeurt, heet dit “kennelijke verwaarlozing”. Dat criterium geeft conform artikel 28 van de Wet op de lijkbezorging het recht om het uitsluitend recht (grafrecht) van een particulier graf als vervallen te verklaren. Het recht vervalt dan weer aan de gemeente.
In dit artikel is vastgelegd dat rechthebbenden het onderhoud van het graf aan de gemeente kunnen overdragen. Hier wordt naar de verordening Lijkbezorgingsrechten verwezen.
In dit artikel is omschreven welke onderdelen van het onderhoud door de gemeente worden verzorgd. Het onderhoud door de gemeente heeft als doel dat de begraafplaats als geheel een verzorgd aanzien heeft. Het verdient aanbeveling om het beleid dat burgemeester en wethouders ter uitvoering van dit artikel voeren mede te delen bij de afgifte van de vergunning voor het hebben van een grafbedekking en/of bekend te maken op het mededelingenbord op de begraafplaats.
Onder een “gemarkeerd oppervlak” wordt bijvoorbeeld verstaan, wanneer het grafoppervlak is voorzien van een hekwerk.
Artikel 34 Aansprakelijkheid grafbedekkingen
Dit artikel weerlegt de aansprakelijkheid bij schade naar de rechthebbende danwel de gebruiker. De gemeente stelt zich niet aansprakelijk, ondanks dat de gemeente door natrekking eigenaar wordt van grafbedekkingen op het moment dat deze op de begraafplaats geplaatst worden. Middels het natrekkingsrecht komt de grafbedekking in eigendom van de eigenaar van de ondergrond. De aansprakelijkheid is dus weerlegd: Een grafbedekking mag enkel worden geplaatst onder de voorwaarden van dit besluit. De gemeente mag op basis van dit artikel tevens ingrijpen als een gevaarlijke situatie is ontstaan door de grafbedekking te verwijderen dan wel op een andere manier het gevaar weg te nemen.
De juridische basis is artikel 32a in de Wet op de lijkbezorging (Wlb). Dat artikel luidt: ‘Gedurende de periode dat een graf niet geruimd mag worden, is artikel 20, eerste lid, aanhef en onder e en f, van Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek niet van toepassing op hetgeen op dat graf is geplaatst.’ Deze bepaling geldt zowel voor algemene graven als voor particuliere graven, en voor zowel nieuwe als alle bestaande graven.
Artikel 35 Tijdelijke verwijdering
Indien in verband met het begraven in de directe omgeving van een graf het noodzakelijk is dat grafbedekking of andere voorwerpen geplaatst op een naburig graf tijdelijk moet worden weggenomen, moet de rechthebbende of gebruiker dit gedogen. De gedoogplicht geldt om dezelfde reden ook voor de tijdelijke opslag van grond op een naburig graf. Door of vanwege en voor rekening van de gemeente wordt het graf weer in oude staat hersteld.
Artikelen 36 en 37 Ruimingsprotocol
Op 20 maart 2013 heeft het college van B&W het protocol ‘werkwijze bestaande graven, urnennissen-/kelders Hoogeveen’ vastgesteld. Ook heeft het college toen ingestemd met de werkwijze zoals in de bij het protocol behorende oplegnotitie en aanvullende oplegnotitie is beschreven. Hierdoor zijn destijds delen van het protocol in werking getreden. In deze artikelen wordt het protocol vastgelegd in het Besluit.
In de aanvullende oplegnotitie van 2013 was vastgelegd, dat op de begraafplaatsen niet actief zou worden herbegraven. Hieronder werd verstaan, dat hieraan alleen bij capaciteitstekort uitvoering aan zou worden gegeven. Bij vaststelling door de raad van het begraafplaatsbeleid in 2024 is besloten, om beschikbare grafruimte wel actief te ruimen, om zo altijd te kunnen voorzien in voldoende beschikbare grafcapaciteit, om (gevoelens van) rechtsongelijkheid te voorkómen en om het financiële beheer van de begraafplaatsen op een meer reële manier uit te kunnen voeren.
Artikel 36 Administratieve voorbereiding
Belangrijkste uitgangspunt is dat op de begraafplaatsen alle werkzaamheden en met name bij ruimingen met het grootste respect, zorgvuldigheid en piëteit zullen plaatsvinden. Wensen van rechthebbenden en nabestaanden staan (binnen de vastgestelde kaders) voorop en worden zoveel mogelijk gerespecteerd en uitgevoerd. De administratieve voorbereiding draagt ertoe bij, dat uitsluitend de juiste graven voor ruiming in aanmerking komen.
De artikelen betreffende Vervallen rechten en Onderhoud rechthebbende of gebruiker van dit Besluit zijn ook van belang om te bepalen, of op een graf nog uitsluitende rechten rusten
Artikel 38 Beslissingsbevoegdheid
Het college beslist bij twijfel over de uitleg van de bepalingen in dit besluit of bij verschil van mening.
Artikel 39 Slotbepaling en citeertitel
Aldus vastgesteld in de collegevergadering van 14 november 2024
De secretaris, De burgemeester,
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-532632.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.