Verordening op de heffing en de invordering van een BIZ-bijdrage en op de subsidie voor de Bedrijveninvesteringszone Nootweg Wijdemeren 2025 – 2029

De raad van de gemeente Wijdemeren;

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 11 december 2024,

 

gelet op artikel 1, eerste lid en artikel 7, vierde lid, van de Wet op de Bedrijveninvesteringszones;

 

gezien de Uitvoeringsovereenkomst BIZ Nootweg 2025 – 2029 van 11 december 2024, gesloten tussen de gemeente Wijdemeren en Stichting Nootweg Loosdrecht;

 

besluit vast te stellen de volgende verordening:

 

Verordening op de heffing en de invordering van een BIZ-bijdrage en op de subsidie voor de Bedrijveninvesteringszone Nootweg Wijdemeren 2025 – 2029.

(Verordening Bedrijveninvesteringszone Nootweg Wijdemeren 2025 – 2029).

 

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    de wet: Wet op de Bedrijveninvesteringszones;

  • b.

    het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente;

  • c.

    Bedrijveninvesteringszone: het bij deze verordening aangewezen gebied in de gemeente waarbinnen de BIZ-bijdrage wordt geheven;

  • d.

    Aangewezen stichting: de in artikel 2 aangewezen stichting;

  • e.

    Uitvoeringsovereenkomst: de tussen de gemeente en de aangewezen stichting gesloten Uitvoeringsovereenkomst van 05 november 2024;

  • f.

    eigenaar: degene die bij het begin van het kalenderjaar het genot krachtens eigendom, bezit of beperkt recht heeft van een in de Bedrijveninvesteringszone gelegen onroerende zaak;

  • g.

    gebruiker: degene die bij het begin van het kalenderjaar al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht een in de Bedrijveninvesteringszone gelegen onroerende zaak gebruikt.

Artikel 2 Aanwijzing stichting

De Stichting Nootweg Loosdrecht wordt aangewezen als de stichting als bedoeld in artikel 7 van de wet.

Hoofdstuk II Belastingbepalingen

Artikel 3 Belastbaar feit en aard van de belasting

  • 1.

    Onder de naam ‘BIZ-bijdrage’ wordt jaarlijks een directe belasting geheven ter zake van binnen de Bedrijveninvesteringszone gelegen onroerende zaken die op grond van artikel 220a Gemeentewet niet in hoofdzaak tot woning dienen.

  • 2.

    De BIZ-bijdrage wordt geheven ter bestrijding van de kosten die zijn verbonden aan activiteiten in de openbare ruimte en op internet, die zijn gericht op het bevorderen van de leefbaarheid of de veiligheid in de Bedrijveninvesteringszone of de ruimtelijke kwaliteit of de economische ontwikkeling van de Bedrijveninvesteringszone.

Artikel 4 Belastingobject

Als onroerende zaak wordt aangemerkt de onroerende zaak bedoeld in artikel 16 Wet waardering onroerende zaken.

Artikel 5 Belastingplicht

  • 1.

    De BIZ-bijdrage wordt geheven van de gebruikers en van de eigenaren van de onroerende zaak.

  • 2.

    Voor de toepassing van dit artikel wordt:

    • a.

      gebruik door degene aan wie een deel van een belastingobject in gebruik is gegeven, aangemerkt als gebruik door degene die dat deel in gebruik heeft gegeven; degene die het deel in gebruik heeft gegeven, is bevoegd de BIZ-bijdrage als zodanig te verhalen op degene aan wie dat deel in gebruik is gegeven;

    • b.

      het ter beschikking stellen van een belastingobject voor volgtijdig gebruik aangemerkt als gebruik door degene die dat belastingobject ter beschikking heeft gesteld; degene die het belastingobject ter beschikking heeft gesteld is bevoegd de BIZ-bijdrage als zodanig te verhalen op degene aan wie dat belastingobject ter beschikking is gesteld;

    • c.

      als eigenaar aangemerkt degene die bij het begin van het kalenderjaar als zodanig in de basisregistratie kadaster is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.

  • 3.

    Indien een belastingobject bij het begin van het kalenderjaar geen gebruiker heeft, wordt de van de gebruiker te heffen BIZ-bijdrage geheven van de eigenaar.

Artikel 6 Maatstaf van heffing

  • 1.

    De BIZ-bijdrage wordt geheven naar de op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken voor het belastingobject vastgestelde waarde zoals deze geldt voor het kalenderjaar 2024.

  • 2.

    Bij de bepaling van de heffingsmaatstaf wordt buiten aanmerking gelaten de waarde van gedeelten van het belastingobject die in hoofdzaak tot woning dienen dan wel in hoofdzaak dienstbaar zijn aan woondoeleinden.

  • 3.

    Indien met betrekking tot het belastingobject geen waarde is vastgesteld op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken wordt de heffingsmaatstaf van dat belastingobject bepaald met overeenkomstige toepassing van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 17, 18 en 20, tweede lid, van de Wet waardering onroerende zaken.

Artikel 7 Vrijstellingen

In afwijking in zoverre van artikel 6 wordt bij de bepaling van de heffingsmaatstaf buiten aanmerking gelaten, voor zover dit niet al is gebeurd bij de bepaling van de in dat artikel bedoelde waarde, de waarde van:

  • a.

    voor de land- of bosbouw bedrijfsmatig geëxploiteerde cultuurgrond, daaronder mede begrepen de open grond, alsmede de ondergrond van glasopstanden, die bedrijfsmatig aangewend wordt voor de kweek of teelt van gewassen, zonder daarbij de ondergrond als voedingsbodem te gebruiken;

  • b.

    glasopstanden, die bedrijfsmatig worden aangewend voor de kweek of teelt van gewassen, voor zover de ondergrond daarvan bestaat uit de in onderdeel a bedoelde grond;

  • c.

    onroerende zaken die in hoofdzaak zijn bestemd voor de openbare eredienst of voor het houden van openbare bezinningssamenkomsten van levensbeschouwelijke aard, een en ander met uitzondering van delen van zodanige onroerende zaken die dienen als woning;

  • d.

    één of meer onroerende zaken die deel uitmaken van een op de voet van de Natuurschoonwet 1928 aangewezen landgoed dat voldoet aan de voorwaarden genoemd in artikel 8 van het Rangschikkingsbesluit Natuurschoonwet 1928 , met uitzondering van de daarop voorkomende gebouwde eigendommen;

  • e.

    natuurterreinen, waaronder mede worden verstaan duinen, heidevelden, zandverstuivingen, moerassen en plassen, die door rechtspersonen met volledige rechtsbevoegdheid welke zich uitsluitend of nagenoeg uitsluitend het behoud van natuurschoon ten doel stellen, beheerd worden;

  • f.

    openbare land- en waterwegen en banen voor openbaar vervoer per rail, een en ander met inbegrip van kunstwerken;

  • g.

    waterverdedigings- en waterbeheersingswerken die worden beheerd door organen, instellingen of diensten van publiekrechtelijke rechtspersonen, met uitzondering van de delen van zodanige werken die dienen als woning;

  • h.

    werken die zijn bestemd voor de zuivering van riool- en ander afvalwater en die worden beheerd door organen, instellingen of diensten van publiekrechtelijke rechtspersonen, met uitzondering van de delen van zodanige werken die dienen als woning;

  • i.

    werktuigen die van een onroerende zaak kunnen worden afgescheiden zonder dat beschadiging van betekenis aan die werktuigen wordt toegebracht en die niet op zichzelf als gebouwde eigendommen zijn aan te merken.

Artikel 8 Belastingtarief

De BIZ-bijdrage bedraagt:

a.

voor de gebruiker, bij een waarde van:

1

tot €300.000

€300,-

2

€300.000 of meer, maar minder dan €500.000;

€350,-

3

€500.000 of meer

€500,-

b.

voor de eigenaar, bij een waarde van:

1

tot €300.000

€ 85,-

2

€300.000 of meer, maar minder dan €500.000;

€140,-

3

€500.000 of meer

€190,-

Artikel 9 Wijze van heffing

De BIZ-bijdrage wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 worden de aanslagen betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 11 Looptijd belastingheffing

  • 1.

    De BIZ-bijdrage wordt ingesteld voor een periode van 5 jaar.

  • 2.

    Nadat van voldoende steun onder de bijdrageplichtigen is gebleken, kan de periode als bedoeld in het eerste lid telkens met een periode van maximaal 5 jaren worden verlengd.

Artikel 12 Nadere regels door het college

Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de BIZ-bijdrage.

Hoofdstuk III Subsidiebepalingen

Artikel 13 Algemene subsidieverordening

Op subsidies als bedoeld in artikel 13 is de Algemene Subsidieverordening Wijdemeren niet van toepassing.

Artikel 14 Subsidievaststelling

  • 1.

    De subsidie voor de uitvoering van de activiteiten die zijn opgenomen in de Uitvoeringsovereenkomst wordt verstrekt aan de aangewezen stichting.

  • 2.

    De subsidie bedraagt maximaal het bedrag van de jaarlijks te ontvangen BIZ-bijdragen.

  • 3.

    In de Uitvoeringsovereenkomst worden nadere regels gesteld over de wijze van bevoorschotting en de verrekening van meer- en minderopbrengsten van de ontvangen BIZ-bijdragen.

Artikel 15 Melding van relevante wijzigingen

  • 1.

    De aangewezen stichting stelt het college zo spoedig mogelijk schriftelijk op de hoogte van meer dan ondergeschikte veranderingen in haar financiële situatie.

  • 2.

    De aangewezen stichting stelt het college zo spoedig mogelijk schriftelijk op de hoogte van een wijziging van de statuten, dan wel van verandering of beëindiging van activiteiten.

Hoofdstuk IV Slotbepalingen

Artikel 16 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag nadat het college heeft bekendgemaakt dat van voldoende steun als bedoeld in artikel 4 van de wet is gebleken.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2025.

Artikel 17 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening Bedrijveninvesteringszone Nootweg Wijdemeren 2025 – 2029.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 11 december 2024.

De griffier van Wijdemeren,

Mevr. Mr. Elske Hörchner.

Bijlage horende bij de Verordening Bedrijveninvesteringszone Nootweg Wijdemeren 2025

 

Als aangewezen gebied, bedoeld in artikel 1 van de Verordening Bedrijveninvesteringszone Nootweg Wijdemeren 2025, geldt het op de hiernavolgende kaart gearceerde gedeelte. De BIZ betreft de winkels welke op/aan de Nootweg gevestigd zijn, en tussen de Elkenlaan en de Lultgardeweg.

 

Figuur I. Overview deelnemende objecten aan BIZ Nootweg (Bron: GIS -nov. 2024)

Naar boven