|
Paragraaf 2.1
|
Algemene bepalingen
|
|
2.1.
|
Definities
|
|
2.1.1
|
Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bedoeld in artikel 1.1 van de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, het Besluit bouwwerken leefomgeving, het Besluit kwaliteit leefomgeving, het Omgevingsbesluit en de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn ook van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.
|
|
2.1.2
|
In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.
|
|
2.1.3
|
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
|
|
2.1.3.1
|
binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan;
|
|
2.1.3.2
|
binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet;
|
|
2.2
|
Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven
|
|
2.2.1
|
Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:
|
|
2.2.1.1
|
omgevingsoverleg;
|
|
2.2.1.2
|
een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit;
|
|
2.2.1.3
|
een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet;
|
|
2.2.1.4
|
toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet;
|
|
2.2.1.5
|
een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning;
|
|
2.2.1.6
|
intrekking van een omgevingsvergunning;
|
|
2.2.1.7
|
wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d;
|
|
2.2.1.8
|
een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g.
|
|
2.3
|
Bepalen tarief
|
|
2.3.1
|
De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk.
|
|
2.3.2
|
Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten.
|
|
2.3.3
|
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.10.
|
|
2.3.4
|
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.11.
|
|
2.3.5
|
Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.
|
|
2.3.6
|
In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.
|
|
Paragraaf 2.2
|
Voorfase
|
|
|
2.4
|
Omgevingsoverleg
|
|
|
2.4.1
|
Als de aanvraag betrekking heeft op het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project vergunbaar of vergunningvrij is:
|
€ 55,90
|
|
2.4.2
|
Als de aanvraag betrekking heeft op het houden van omgevingsoverleg over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief:
|
€ 2.596,80
|
|
Paragraaf 2.3
|
Bouwactiviteiten
|
|
2.5
|
Bouwactiviteit (bouwtechnisch deel)
|
|
2.5.1
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
2.5.1.1
|
over het deel van de bouwkosten vanaf € 0 tot € 25.000:
2,5% van de bouwkosten, met een minimum van € 100,00
|
|
2.5.1.2
|
over het deel van de bouwkosten vanaf € 25.000 tot € 50.000:
0,5% van de bouwkosten;
|
|
2.5.1.3
|
over het deel van de bouwkosten vanaf € 50.000 tot € 200.000:
0,25% van de bouwkosten;
|
|
2.5.1.4
|
over het deel van de bouwkosten vanaf € 200.000 tot € 2.500.000:
0,2% van de bouwkosten;
|
|
2.5.1.5
|
over het deel van de bouwkosten vanaf € 2.500.000:
0,16% van de bouwkosten, met een maximum van € 30.000,00
|
|
2.6
|
Omgevingsplanactiviteit bestaande uit bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken (ruimtelijk deel)
|
|
2.6.1
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet of artikel 22.26 van het tijdelijk deel van het omgevingsplan, zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit en het in stand houden en gebruiken van het te bouwen bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
2.6.1.1
|
voor een bouwactiviteit die in overeenstemming is met de in het omgevingsplan gestelde regels over het bouwen (binnenplanse omgevingsplanactiviteit):
|
|
2.6.1.1.1
|
indien de bouwkosten minder dan € 7.500 bedragen: € 120,00
|
|
2.6.1.1.2
|
indien de bouwkosten tussen de € 7.500 en de € 250.000 bedragen: 2,8 % van de bouwsom, met een minimum van € 210,00
|
|
2.6.1.1.3
|
indien de bouwkosten tussen de € 250.000 en de € 1.000.000: 2,2% van de bouwsom, met een minimum van € 7.000,00
|
|
2.6.1.1.4
|
indien de bouwkosten meer dan € 1.000.000 bedragen: 1,1% van de bouwsom, met een minimum van € 22.000,00 en een maximum van: € 420.000,00
|
|
2.6.1.1.5
|
als moet worden beoordeeld of de bouwactiviteit in overeenstemming is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, onder a, van de Omgevingswet, vermeerderd met:
|
€ 256,30
|
|
2.6.1.1.6
|
als moet worden beoordeeld of de bouwactiviteit in overeenstemming is met een voorbereidingsbesluit of aanwijzing als beschermd stads- en dorpsgezicht als bedoeld in artikel 22.33, tweede lid, van het tijdelijk deel van het omgevingsplan, zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, vermeerderd met:
|
€ 0,00
|
|
2.6.1.1.7
|
onverminderd het bepaalde in artikel 2.6a bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie nodig is en wordt beoordeeld:
|
€ 1.455,50
|
|
2.6.1.2
|
voor een bouwactiviteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan (buitenplanse omgevingsplanactiviteit):
|
|
2.6.1.2.1
|
indien de bouwkosten minder dan € 250.000 bedragen:
3% van de bouwsom, met een minimum van € 2.323,00
|
|
2.6.1.2.2
|
indien de bouwkosten tussen de €250.000 en de € 1.000.000 bedragen:
2,4% van de bouwsom, met een minimum van € 7.000,00
|
|
2.6.1.2.3
|
indien de bouwkosten meer dan € 1.000.000 bedragen:
1,2% van de bouwsom, met een minimum van € 22.000,00
en een maximum van € 420.000,00.
|
|
2.6.1.3
|
voor een andere bouwactiviteit die in strijd is met het omgevingsplan (buitenplanse omgevingsplan activiteit):
|
|
2.6.1.3.1
|
indien de bouwkosten minder dan € 250.000 bedragen:
3% van de bouwsom, met een minimum van € 2.323,00
|
|
2.6.1.3.2
|
indien de bouwkosten tussen de €250.000 en de € 1.000.000 bedragen:
2,4% van de bouwsom, met een minimum van € 7.000,00
|
|
2.6.1.3.3
|
indien de bouwkosten meer dan € 1.000.000 bedragen:
1,2% van de bouwsom, met een minimum van € 22.000,00
en een maximum van € 420.000,00
|
|
2.7
|
Slopen van een bouwwerk
|
|
2.7.1
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
2.7.1.1
|
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:
|
€ 172,50
|
|
2.7.1.2
|
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:
|
€ 172,50
|
|
2.7.1.3
|
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:
|
€ 2.381,10
|
|
Paragraaf 2.4
|
Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed
|
|
|
2.8
|
Monumenten
|
|
|
2.8.1
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op:
|
|
|
2.8.1.1
|
- a.
een omgevingsplanactiviteit met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, rijksmonument, voorbeschermd gemeentelijk monument, voorbeschermd provinciaal monument of voorbeschermd rijksmonument;
|
|
|
2.8.1.2
|
- b.
een activiteit waarvoor in de omgevingsverordening is bepaald dat het verrichten daarvan zonder omgevingsvergunning is verboden als die activiteit betrekking heeft op een provinciaal monument of een voorbeschermd provinciaal monument,
|
|
|
2.8.1.3
|
- c.
een rijksmonumentenactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet;
|
|
|
2.8.1.4
|
bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
2.8.1.4.1
|
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:
|
€ 313,50
|
|
2.8.1.4.2
|
voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:
|
€ 313,50
|
|
2.8.2
|
Als de in het eerste lid bedoelde aanvraag een archeologisch monument betreft, worden de in het eerste lid genoemde tarieven verhoogd met:
|
€ 313,50
|
|
2.8.3
|
Voor de toepassing van het eerste en tweede lid wordt onder gemeentelijk monument respectievelijk voorbeschermd gemeentelijk monument ook verstaan een monument of archeologisch monument dat op grond van de Monumentenverordening Ridderkerk 2013 is aangewezen respectievelijk waarop, voordat het is aangewezen, die verordening van overeenkomstige toepassing is. De vorige volzin is van toepassing:
|
|
|
2.8.3.1
|
- a.
als het gaat om een aangewezen monument of archeologisch monument: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven; en
|
|
|
2.8.3.2
|
- b.
als het gaat om een monument of archeologisch monument waarop voordat het is aangewezen de verordening van overeenkomstige toepassing is: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven of het omgevingsplan nog geen voorbeschermingsregel bevat vanwege het voornemen om die functie-aanduiding te geven.
|
|
|
2.9 Beschermd stads- of dorpsgezicht
|
|
|
2.9.1
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een sloopactiviteit in een rijksbeschermd, provinciaal beschermd of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in de omgevingsverordening, het omgevingsplan, in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 313,50
|
|
2.9.2
|
Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op een sloopactiviteit die wordt verricht op een locatie waarvoor een op grond van artikel 4.35, eerste lid, van de Invoeringswet Omgevingswet als instructie geldende aanwijzing als beschermd stads- of dorpsgezicht als bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de Monumentenwet 1988 zoals die wet luidde voor de inwerkingtreding van de Erfgoedwet van kracht is, zolang in het omgevingsplan aan die locatie nog niet de functie-aanduiding rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht is gegeven.
|
|
|
2.10 Overig cultureel erfgoed en werelderfgoed
|
|
|
2.10.1
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een andere activiteit dan die genoemd in de artikelen 2.8 en 2.9 en cultureel erfgoed of werelderfgoed betreft, waarvoor in het omgevingsplan met het oog op het behoud van cultureel erfgoed of van de uitzonderlijke universele waarde van werelderfgoed een verbod is opgenomen om zonder omgevingsvergunning deze activiteit te verrichten, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 313,50
|
|
Paragraaf 2.5
|
Milieubelastende activiteiten
|
|
|
2.11
|
Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit
|
|
|
2.11.1
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 3.444,00
|
|
2.12
|
Activiteiten die bedrijfstakken overstijgen (afdeling 3.2 Besluit activiteiten leefomgeving)
|
|
|
2.12.1
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten die bedrijfstakken overstijgen als bedoeld in de paragrafen 3.2.1, 3.2.3 tot en met 3.2.15, 3.2.17 tot en met 3.2.19 en 3.2.24 van afdeling 3.2 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 3.444,00
|
|
2.13
|
Nutssector en industrie (afdeling 3.4 Besluit activiteiten leefomgeving
|
|
|
2.13.1
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de categorie nutssector en industrie als bedoeld in de paragrafen 3.4.2, 3.4.4 tot en met 3.4.9 en 3.4.11 van afdeling 3.4 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 3.444,00
|
|
2.14
|
Afvalbeheer (afdeling 3.5 Besluit activiteiten leefomgeving)
|
|
|
2.14.1
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector afvalbeheer als bedoeld in de paragrafen 3.5.1, 3.5.4, 3.5.7, 3.5.8 en 3.5.11 van afdeling 3.5 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 3.444,00
|
|
2.15
|
Agrarische sector (afdeling 3.6 Besluit activiteiten leefomgeving)
|
|
|
2.15.1
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de agrarische sector als bedoeld in de paragrafen 3.6.1, 3.6.7 en 3.6.8 van afdeling 3.6 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 3.444,00
|
|
2.16
|
Dienstverlening, onderwijs en zorg (afdeling 3.7 Besluit activiteiten leefomgeving)
|
|
|
2.16.1
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector dienstverlening, onderwijs en zorg als bedoeld in de paragrafen 3.7.6 en 3.7.10 van afdeling 3.7 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 3.444,00
|
|
2.17
|
Transport, logistiek en ondersteuning daarvan (afdeling 3.8 Besluit actitiviteiten leefomgeving)
|
|
|
2.17.1
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector transport, logistiek en ondersteuning daarvan als bedoeld in de paragrafen 3.8.2, 3.8.3, 3.8.5, 3.8.6, 3.8.8 tot en met 3.8.11 van afdeling 3.8 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 3.444,00
|
|
2.18
|
Sport en recreatie (afdeling 3.9 Besluit activiteiten leefomgeving)
|
|
|
2.18.1
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector sport en recreatie als bedoeld in paragraaf 3.9.1 van afdeling 3.9 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 3.444,00
|
|
2.19
|
Samenloop van milieubelastende activiteiten
|
|
|
2.19.1
|
Als bij de toepassing van de artikelen 2.13 tot en met 2.19 dezelfde milieubelastende activiteit onder meer dan een artikel valt, wordt die milieubelastende activiteit slechts eenmaal in de heffing betrokken.
|
|
|
2.19.2
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een kernactiviteit in een bedrijfstak gecombineerd met functioneel ondersteunende activiteiten uit andere bedrijfstakken, dan is, in afwijking van het bepaalde in deze paragraaf, op al deze activiteiten het artikel van toepassing waaronder de bedrijfstak die bepalend is voor de kernactiviteit valt.
|
|
|
2.19.3
|
Als bij de toepassing van de artikelen 2.11 tot en met 2.19 sprake is van een project bestaande uit meerdere milieubelastende activiteiten geldt in afwijking van de in die artikelen genoemde tarieven de volgende tariefstelling:
|
|
|
2.19.3.1
|
voor een aanvraag voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:
|
€ 2.870,00
|
|
2.19.3.2
|
voor een aanvraag voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:
|
€ 2.296,00
|
|
Paragraaf 2.6
|
Overige activiteiten
|
|
|
2.20
|
Aanleggen of veranderen weg (uitvoeren van een werk, niet zijnde bouwwerk, of werkzaamheid)
|
|
|
2.20.1
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 2:11 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet, artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit of artikel 22.278 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 250,90
|
|
2.21
|
Uitweg/uitrit
|
|
|
2.21.1
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 250,90
|
|
2.22
|
Kappen van bomen of vellen van houtopstanden
|
|
|
2.22.1
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen van een houtopstand, bedoeld in artikel 4:11 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten
|
€ 29,00
|
|
2.23
|
Opslag van roerende zaken
|
|
|
2.23.1
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de gemeente, bedoeld in artikel 2:10, vijfde lid, van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
2.23.1.1
|
als de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken:
|
€ 250,90
|
|
2.23.1.2
|
als de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen:
|
€ 250,90
|
|
2.24
|
Andere activiteiten
|
|
|
2.24.1
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 82,00
|
|
2.24.2
|
Het in het eerste lid genoemde bedrag wordt in voorkomend geval verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van de omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Als een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
Paragraaf 2.7
|
Maatwerkvoorschriften
|
|
|
2.25
|
Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten
|
|
|
2.25.1
|
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouwactiviteit, bedraagt het tarief:
|
|
|
2.25.1.1
|
voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeft op:
|
|
|
2.25.1.1.1
|
het in stand houden van een bestaand bouwwerk, bedoeld in artikel 3.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;
|
|
|
2.25.1.1.2
|
bouwactiviteiten die het bouwen van nieuwe bouwwerken betreffen als bedoeld in artikel 4.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;
|
|
|
2.25.1.1.3
|
het gebruik van een bouwwerk, bedoeld in artikel 6.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; of
|
|
|
2.25.1.1.4
|
het verrichten van bouw- of sloopwerkzaamheden als bedoeld in artikel 7.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;
|
|
|
2.25.1.1.5
|
per maatwerkvoorschrift:
|
€ 256,30
|
|
2.25.1.2
|
in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel a,
per maatwerkvoorschrift:
|
€ 256,30
|
|
2.26
|
Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten
|
|
|
2.26.1
|
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving betrekking heeft op:
|
|
|
2.26.1.1
|
één milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief:
|
€ 3.444,00
|
|
2.26.1.2
|
twee tot vijf milieubelastende activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid:
|
€ 3.444,00
|
|
2.26.1.3
|
vijf tot tien milieubelastende activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid:
|
€ 3.444,00
|
|
2.26.1.4
|
tien tot vijftien milieubelastende activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid:
|
€ 3.444,00
|
|
2.26.1.5
|
vijftien of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid:
|
€ 3.444,00
|
|
2.26.2
|
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere milieubelastende activiteit dan bedoeld in het eerste lid, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:
|
€ 3.444,00
|
|
2.26.3
|
Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten
|
|
|
2.26.3.1
|
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.24 en 2.25, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:
|
€ 256,30
|
|
Paragraaf 2.8
|
Gelijkwaardigheid
|
|
|
2.27
|
Gelijkwaardige maatregel
|
|
|
2.27.1
|
Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op:
|
|
|
2.27.1.1
|
een bouwactiviteit, bedraagt het tarief:
|
€ 0,00
|
|
2.27.1.2
|
een activiteit met betrekking tot cultureel erfgoed, bedraagt het tarief:
|
€ 0,00
|
|
2.27.1.3
|
een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief:
|
€ 0,00
|
|
2.27.1.4
|
een andere activiteit dan bedoeld in de onderdelen a, b of c, bedraagt het tarief:
|
€ 0,00
|
|
Paragraaf 2.9
|
Overige tarieven
|
|
|
2.28
|
Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit
|
|
|
2.28.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit:
|
€ 512,50
|
|
2.29
|
Wijzigen omgevingsvergunning
|
|
|
2.29.1
|
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning:
|
€ 512,50
|
|
2.30
|
Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning
|
|
|
2.30.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning:
|
€ 512,50
|
|
2.31
|
Intrekken omgevingsvergunning
|
|
|
2.31.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning, tenzij artikel 2.56 van toepassing is:
|
€ 0,00
|
|
2.32
|
Beoordeling onderzoeksrapporten
|
|
|
2.32.1
|
De in artikel 2.47 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.
|
|
|
2.33
|
Niet genoemd besluit op aanvraag
|
|
|
2.33.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan:
|
€ 97,40
|
|
Paragraaf 2.10
|
Modaliteiten
|
|
|
2.34
|
Gereserveerd
|
|
|
2.35
|
Achteraf ingediende aanvraag
|
|
|
2.35.1
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.7 verschuldigde leges verhoogd met:
|
10%
|
|
2.36
|
Uitgebreide voorbereidingsprocedure
|
|
|
2.36.1
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit:
|
|
|
2.36.1.1
|
als sprake is van een milieubelastende activiteit:
|
€ 0,00
|
|
2.36.1.2
|
als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:
|
€ 0,00
|
|
2.36.1.3
|
als sprake is van andere activiteiten dan bedoeld in de onderdelen a en b:
|
€ 0,00
|
|
2.37
|
Beoordeling onderzoeksrapporten
|
|
|
2.37.1
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld:
|
|
|
2.37.1.1
|
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport:
|
€ 164,80
|
|
2.37.1.2
|
voor het toetsen, opstellen en beoordelen door BOOR (Bureau Oudheidkundig Onderzoek van Gemeentewerken Rotterdam) voor de volgende werkzaamheden bedragen de tarieven:
|
|
|
2.37.1.3
|
het toetsen van een aanvraag archeologievergunning:
|
€ 310,40
|
|
2.37.1.4
|
het opstellen van nader archeologisch advies voor bouwplannen, ruimtelijke plannen en aanlegvergunningen:
|
€ 310,40
|
|
2.37.1.5
|
het beoordelen van rapportages van een archeologisch onderzoek:
|
€ 749,80
|
|
2.37.1.6
|
het opstellen van een Programma van Eisen voor archeologisch onderzoek:
|
€ 1.218,40
|
|
2.37.1.7
|
het beoordelen/toetsen van een Programma van Eisen:
|
€ 749,80
|
|
2.37.1.8
|
het beoordelen van offertes, aanbesteding, controle veldwerk (boringen/proefsleuven), rapport en selectieadvies inclusief het toezenden van de beoordeling en voorstel voor een selectiebesluit aan de gemeente:
|
€ 749,80
|
|
2.37.1.9
|
het verzorgen van een archeologieparagraaf in (de ruimtelijke onderbouwing van) een Omgevingsplan of projectbesluit:
|
€ 1.525,00
|
|
2.37.1.10
|
voor de beoordeling van een geluid- of luchtrapport betreffende de geluid- of luchtbelasting:
|
€ 0,00
|
|
2.37.1.11
|
voor de beoordeling van een akoestisch rapport betreffende de interne en externe geluidwering of nagalm van een bouwwerk:
|
€ 0,00
|
|
2.37.1.12
|
voor de beoordeling van een ecologisch onderzoeksrapport:
|
€ 0,00
|
|
2.37.1.13
|
voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER):
|
€ 0,00
|
|
2.37.1.14
|
voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport:
|
€ 0,00
|
|
2.38
|
Advies
|
|
|
2.38.1
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet:
|
|
|
2.38.2
|
voor een advies van de gemeenteraad:
|
€ 320,60
|
|
2.38.3
|
voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit Ridderkerk 2021 dat betrekking heeft op de redelijke eisen van welstand bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 22.29, eerste lid, aanhef en onder b, van het tijdelijk deel van het omgevingsplan, zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet:
|
|
2.38.3.1
|
Indien de bouwkosten minder bedragen dan € 50.000: € 100,00
|
|
2.38.3.2
|
indien de bouwkosten meer dan € 50.000 bedragen:
0,2% over de bouwkosten tot € 2.000.000:
|
|
2.38.3.3
|
over de bouwkosten van € 2.000.000 tot € 6.000.000: € 4.000,00
plus 0,05% over de bouwkosten van € 2.000.000 tot € 6.000.000:
|
|
2.38.3.4
|
indien de bouwkosten meer bedragen dan € 6.000.000: € 6.000,00
|
|
2.38.3.5
|
De tarieven in dit onderdeel worden naar boven afgerond op € 5,00
|
|
2.38.4
|
voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de Verordening op de gemeentelijke adviescommissie Commissie Ruimtelijke Kwaliteit Ridderkerk 2021 in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel b:
|
|
|
2.38.4.1
|
Indien de bouwkosten minder bedragen dan € 25.000:
|
€ 0,00
|
|
2.38.4.2
|
indien de bouwkosten € 25.000 tot € 2.000.000 van de bouwkosten bedragen:
|
0%
|
|
2.38.4.3
|
indien de bouwkosten meer bedragen dan € 2.000.000
|
€ 0,00
|
|
2.38.4.4
|
De tarieven in dit onderdeel worden naar boven afgerond op € 5,00
|
|
|
2.38.5
|
voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in de onderdelen 2.38.2 tot en met 2.38.4:
|
|
|
2.38.5.1
|
het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
|
2.38.5.2
|
Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
2.39
|
Instemming
|
|
|
2.39.1
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan:
|
|
|
2.39.1.1
|
het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn.
|
|
|
2.39.2
|
Het bedrag bedoeld in het eerste lid wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
Paragraaf 2.11
|
Vermindering
|
|
|
2.40
|
Vermindering bij meervoudige aanvraag
|
|
|
2.40.1
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op vijf of meer activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van leges voor de milieubelastende activiteiten als bedoeld in paragraaf 2.5 en het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.10. De vermindering bedraagt:
|
|
|
2.40.1.1
|
bij 5 tot 10 activiteiten:
2% van de voor die activiteiten verschuldigde leges;
|
|
|
2.40.1.2
|
bij 10 tot 15 activiteiten:
3% van de voor die activiteiten verschuldigde leges;
|
|
|
Paragraaf 2.12
|
Teruggaaf
|
|
|
2.41
|
Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig
|
|
|
2.41.1
|
Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
|
|
2.41.1.1
|
75% van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.
|
|
|
2.42
|
Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten
|
|
|
2.42.1
|
Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt:
|
.
|
|
2.42.1.1
|
25% van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.
|
|
|
2.43
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure
|
|
|
2.43.1
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
|
|
2.43.1.1
|
bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen vier weken na de indiening van de aanvraag:
50% van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;
|
|
|
2.43.1.2
|
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf vier weken tot zes weken na de indiening van de aanvraag:
40% van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;
|
|
|
2.43.1.3
|
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken na de indiening van de aanvraag:
30% van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.
|
|
|
2.44
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure
|
|
|
2.44.1
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
|
|
2.44.1.1
|
bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen zes weken na de indiening van de aanvraag:
50% van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;
|
|
|
2.44.1.2
|
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken tot achttien weken na de indiening van de aanvraag:
40% van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;
|
|
|
2.44.1.3
|
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf achttien weken na de indiening van de aanvraag:
30% van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.
|
|
|
2.45
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten
|
|
|
2.45.1
|
Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 12 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:
|
|
|
2.45.1.1
|
25% van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.
|
|
|
2.46
|
Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten
|
|
|
2.46.1
|
Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
|
|
2.46.1.1
|
25% van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges.
|
|
|
2.46.2
|
Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.
|
|
|
2.47
|
Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten
|
|
|
2.47.1
|
In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.11.
|
|
|
2.48
|
Minimumbedrag voor teruggaaf
|
|
|
2.48.1
|
Een bedrag minder dan €100,00 wordt niet teruggegeven.
|
|
|
2.40.1.3
|
bij 15 of meer activiteiten:
5% van de voor die activiteiten verschuldigde leges.
|
|