Gemeenteblad van Harlingen
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Harlingen | Gemeenteblad 2024, 531020 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Harlingen | Gemeenteblad 2024, 531020 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Verordening Parkeerbelastingen 2025
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
houder: degene die naar de omstandigheden als houder van een voertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorvoertuig dat is ingeschreven in het krachtens de WVW 1994 aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor het motorvoertuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven dan wel degene, die middels een leasecontract of werkgeversverklaring aan kan tonen houder te zijn;
motorvoertuigen: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990 met inbegrip van brommobielen, zoals bedoeld in artikel 1 van het RVV 1990; met uitzondering van woonwagen, kampeerwagen, caravan, magazijnwagen, aanhangwagen, keetwagen, tractor, landbouwvoertuig of ander voertuig dat voor recreatie of anderszins voor andere dan verkeersdoeleinden wordt gebruikt;
parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b, als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, als deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het motorvoertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven, indien sprake is van:
parkeren met een gehandicaptenparkeerkaart. Hierbij dient de gehandicaptenparkeerkaart duidelijk leesbaar en op een zichtbare plaats, bij voorkeur op het dashboard, in het voertuig te zijn geplaatst. Daarnaast moet daarbij met behulp van een parkeerschijf de starttijd van het parkeren aangegeven worden in verband met de maximale parkeerduur op een gehandicaptenparkeerplaats;
Artikel 5 Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak
De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.
Artikel 6 Wijze van heffing en restitutie
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte. Als voldoening op aangifte wordt aangemerkt het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur op de daartoe bestemde wijze en met inachtneming van de door burgemeester en wethouders gestelde voorschriften.
Indien een parkeervergunning als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, in de loop van het kalenderjaar wordt verleend, is parkeerbelasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor een vergunning verschuldigde belasting als er na het verlenen van de vergunning in dat kalenderjaar nog hele of gedeelten van kalendermaanden overblijven.
Indien een vergunning als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, welke geldig is tot het einde van het kalenderjaar in de loop van dat jaar wordt ingetrokken op de wijze genoemd in artikel 6, onderdeel a, b, c en d van de Parkeerverordening, bestaat aanspraak op restitutie voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor een vergunning verschuldigde belasting als er in dat kalenderjaar na de intrekking nog volle kalendermaanden overblijven. Het minimale bedrag waarvoor restitutie wordt verleend is € 9,75.
Artikel 8 Termijnen van betaling
In afwijking van het bepaalde in het vorige lid moet de belasting overeenkomstig de aangifte worden betaald binnen een maand na het einde van het parkeren, indien het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door het via een telefoon of ander communicatiemiddel inloggen op de centrale computer;
Artikel 9 Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen
De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, mag worden geparkeerd, geschiedt in alle gevallen door burgemeester en wethouders bij openbaar te maken besluit.
Vastgesteld door de raad in zijn vergadering van 11 december 2024.
, de voorzitter
, de raadsgriffier
Behorende bij Verordening Parkeerbelastingen 2025
Het tarief voor het parkeren als bedoeld in artikel 2, lid a, bedraagt:
Het tarief voor het parkeren als bedoeld in artikel 2, lid b, bedraagt voor:
|
een bedrijfsvergunning als bedoeld in artikel 3, derde lid, onderdeel b, van de Parkeerverordening: |
|||
|
Voor de volgende bedrijfsvergunning(en) per bedrijf digitaal |
|||
|
een bezoekersvergunning als bedoeld in artikel 3, derde lid, onderdeel c, van de Parkeerverordening: |
||||
|
een werknemersvergunning als bedoeld in artikel 3, derde lid, onderdeel e, van de Parkeerverordening: |
||||
|
een stallingsbedrijvenvergunning als bedoeld in artikel 3, derde lid, onderdeel f, van de Parkeerverordening: |
||||
|
Een kort verblijfvergunning als bedoeld in artikel 3, derde lid, onderdeel h van de Parkeerverordening: |
||||
|
Een mantelzorgvergunning als bedoeld in artikel 3, derde lid, onderdeel i van de Parkeerverordening: |
||||
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-531020.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.