Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2025

Geregistreerd onder nummer: D/2024/655539

Wettelijke grondslag: Gemeentewet, art. 228

 

Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 202 5

Artikel 1 Voorwerp van belasting en belastbaar feit

Onder de naam precariobelasting wordt een directe belasting geheven ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, bedoeld of genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 2 Belastingplicht

De precariobelasting wordt geheven van degene die het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft, dan wel van degene ten behoeve van wie dat voorwerp of die voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond aanwezig zijn.

Artikel 3 Heffingsmaatstaf en tarief

De belasting wordt geheven naar het aantal eenheden, bepaald en berekend aan de hand van de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 4 en 5 van deze verordening en van de in de tarieventabel gegeven aanwijzingen.

Artikel 4 Grondslag

  • 1.

    Bij het hebben van voorwerpen op of boven gemeentegrond, voor de openbare dienst bestemd, wordt de oppervlakte bepaald op die, welke door de voorwerpen wordt overdekt.

  • 2.

    Bij het hebben van voorwerpen onder gemeentegrond, voor de openbare dienst bestemd, wordt de oppervlakte bepaald op die uitgaande van een horizontale projectie van de voorwerpen.

  • 3.

    Indien op grond van deze verordening meer dan één tarief zou kunnen worden toegepast wordt dat tarief toegepast het welk het hoogste bedrag tot uitkomst heeft.

Artikel 5 Begripsomschrijving

Voor de toepassing van deze verordening en de tarieventabel:

  • a.

    wordt verstaan onder een jaar: een kalenderjaar;

  • b.

    wordt verstaan onder een kwartaal: een kalenderkwartaal;

  • c.

    wordt verstaan onder een maand: een kalendermaand of 30 achtereenvolgende dagen;

  • d.

    wordt verstaan onder een week: een periode van zeven achtereenvolgende dagen;

  • e.

    wordt verstaan onder een dag: een periode van 24 uren, aanvangende te 00.00 uur, of een gedeelte daarvan.

Artikel 6 Belastingtijdvak

  • 1.

    Indien de belasting wordt geheven naar jaartarieven is het belastingtijdvak het kalenderjaar waarin de voorwerpen aanwezig zijn.

  • 2.

    In de overige gevallen is het belastingtijdvak het kwartaal, de maand, de week of de dag waarin de voorwerpen aanwezig zijn, met dien verstande dat ook heffing voor elk belastbaar feit afzonderlijk kan plaatsvinden.

Artikel 7 Wijze van heffing en tijdstip van verschuldigdheid

  • 1.

    De belasting wordt geheven bij wege van aanslag dan wel gedagtekende nota.

  • 2.

    De belasting wordt verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak, of zo dit later is, op het tijdstip waarop het hebben van de voorwerpen een aanvang neemt.

Artikel 8 Ontheffing

Indien het belastingtijdvak gelijk is aan het kalenderjaar en de voorwerpen zijn verwijderd voor het verstrijken van het belastingtijdvak, wordt op verzoek van de belastingplichtige naar evenredigheid ontheffing verleend over de na verwijdering resterende volle maanden van het belastingtijdvak.

Artikel 9 Vrijstellingen

De precariobelasting wordt niet geheven ter zake van:

  • a.

    het hebben van voorwerpen waarvan de aanwezigheid door de gemeente op grond van een overeenkomst of anderszins rechtens moeten worden gedoogd;

  • b.

    het hebben van voorwerpen welke aan de gemeente toebehoren, met uitzondering van die voorwerpen welke aan derden zijn verhuurd of ter beschikking gesteld;

  • c.

    het hebben van voorwerpen waarvan de aanwezigheid noodzakelijk is voor de uitoefening van de publiekrechtelijke taak door het rijk, de provincie en de waterschappen;

  • d.

    het hebben van voorwerpen bestaande uit vanwege het voormalig staatsbedrijf der PTT en/of diens rechtsopvolgers, dan wel soortgelijke dienstverlenende instellingen/bedrijven aangebrachte brievenbussen, postzegelautomaten, telefooncellen en niet tot reclame dienende borden, vermeldende aanwijzingen voor het publiek, mits de grootste afmeting van deze borden niet meer dan 2 meter bedraagt;

  • e.

    het hebben van voorwerpen bestaande uit wegwijzers en borden, gevende verkeersaanwijzingen van de Koninklijke Nederlandse Toeristenbond ANWB en van andere overeenkomstige instellingen;

  • f.

    het hebben van voorwerpen uitsluitend gebezigd voor een liefdadig of onzelfzuchtig doel.

Artikel 10 Termijn van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moet de belasting worden betaald in één termijn, welke vervalt op de laatste dag van de maand, volgende op die, waarin het aanslagbiljet of de nota is gedagtekend.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van de precariobelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De “Verordening precariobelasting 2024” van 14 december 2023 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2025.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening precariobelasting 2025”.

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Heemskerk in zijn openbare vergadering van 12 december 2024

de raad voornoemd,

W.J. Vrolijk-Gevaert

de griffier,

A.H.J.J. Luijten

de voorzitter,

Tarieventabel  

 

Tarieventabel behorende bij de 'Verordening Precariobelasting 2025’.

 

 

Nummer

Omschrijving voorwerp

Tarief per dag 2025

Tarief per week 2025

Tarief per maand 2025

Tarief per kwartaal 2025

Tarief per half jaar 2025

Tarief per jaar 2025

Het tarief bedraagt

1

Voor het hebben van palen, reclameborden, lichtbakken en dergelijke bevestigd aan een gebouw of een vooruitstekend, geen deel van het gebouw uitmakend, voorwerp, per m² ingenomen of overdekte grond per jaar, met een minimumheffing van € 24,25

€ 13,25

2

Voor het hebben van reclameborden, reclamezuilen, lichtbakken of een ander vooruitstekend voorwerp, anders dan bevestigd aan een gebouw met uitzondering van door of vanwege de gemeente geplaatste borden ten behoeve van de verkiezingen per m² ingenomen of overdekte grond, per jaar, met een minimumheffing van € 24,25

€ 13,25

3

Voor het hebben van automaten, weeginstrumenten of andere voorwerpen, welke na het inwerpen van één of meer geldstukken of penningen in werking worden gesteld voor elk voorwerp, per jaar

€ 69,80

4

Voor het in gebruik nemen van openbare gemeentegrond, met het oogmerk, daarop beroepshalve reparaties te verrichten, dan wel in verband met een voorgenomen reparatie die grond in gebruik te nemen, per m² ingenomen grond per maand

€ 6,90

5

Voor het tijdelijk innemen van voor openbare dienst bestemde gemeentegrond waardoor deze grond tijdelijk aan zijn normale bestemming wordt onttrokken, voor zover niet vallende onder de overige rubrieken per m² ingenomen grond:

€ 0,85

€ 2,65

€ 22,30

6

Voor het hebben van

a

een aftappunt voor levering van benzine, olie of persgas met inbegrip van de daarbij behorende vulput en geleidingen met dien verstande dat indien meer dan één pomp in een mantel is ondergebracht, het tarief voor elke pomp afzonderlijk is verschuldigd per stuk, per jaar

€ 730,25

b

Een water- of luchtaftappunt per stuk per jaar

€ 72,95

c

Een perron of voetstuk, per stuk, per jaar

€ 27,35

d

Een tank met een inhoud van minder dan 4000 l per jaar

€ 72,95

e

Een tank met een inhoud van 4000 l of meer per jaar

€ 108,70

f

een mengpomp voor benzine en olie ten behoeve van bromfietsen, voor zover deze niet is geïncorporeerd in de normale benzine- of oliepomp, als bedoeld onder 6a, per stuk, per jaar

€ 82,45

g

tanks voor huisbrandolie, niet voor de verkoop bestemd voor een tank met een inhoud van minder dan 4000 l per stuk, per jaar

€ 36,75

voor een tank met een inhoud van 4000 l of meer, per stuk, per jaar

€ 54,95

7

Voor het hebben van kramen, tenten, wagens, karren of dergelijke voorwerpen waarop of waarin patates frites, vis, ijs, gebak, koffie, bloemen, planten e.d. worden verkocht of te koop aangeboden worden met uitzondering van die waarvoor reeds krachtens een andere verordening rechten of vergoedingen worden geheven, per m² ingenomen grond:

€ 1,50

€ 4,10

€ 7,00

€ 63,40

8

Voor het uitstallen of opslaan van goederen langs percelen voor zaken van handel en nijverheid, per m² ingenomen grond:

€ 1,15

€ 2,65

€ 5,55

€ 24,95

9

Terrassen: het plaatsen van banken, tafeltjes en stoelen, tochtschermen, bloemen- en plantenbakken e.d. op voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, per m² ingenomen grond:

€ 0,85

€ 1,50

€ 2,85

€ 6,25

€ 11,45

€ 18,70

10

Voor het bezetten, beleggen, afschutten of overdekken van grond ten behoeve van enig beroep of bedrijf per m² ingenomen grond, voor zover niet vallende onder rubriek 7:

€ 0,85

€ 1,50

€ 13,65

11

Voor het in-gebruik-nemen van openbare gemeentegrond, met het oogmerk, daarop te plaatsen een autoshow of dergelijke

€ 239,55

€ 578,00

€ 963,45

12

Voor het in-gebruik-nemen van openbare gemeentegrond voor het plaatsen van een minikermis:

€ 172,10

€ 422,00

voor het plaatsen van een circus:

€ 95,55

€ 288,55

13

Voor het in-gebruik-nemen van openbare gemeentegrond voor het houden van een kortebaandraverij:

€ 482,30

€ 1.204,40

14

Voor het in-gebruik-nemen van openbare gemeentegrond voor het plaatsen van een feesttent of danstent en dergelijke per m² ingenomen grond:

€ 3,80

€ 7,60

€ 13,25

In afwijking van bovenstaande norm worden de: “Koningsdag- en nacht” (beide dagen gezamenlijk) als één dag gerekend.

15

Voor het in-gebruik-nemen van openbare gemeentegrond voor het hebben van een standplaats voor een toerwagentreintje of soortgelijk middel van vervoer, waarmee rondritten worden gemaakt, uitgezonderd motorrijtuigen in de zin van de Wegenverkeerswet, per dag of gedeelte daarvan

€ 72,20

16

Voor het in-gebruik-nemen van openbare gemeentegrond voor het plaatsen van een container of laadbak e.d., per stuk:

€ 3,85

€ 15,50

€ 38,50

17

Voor het in-gebruik-nemen van openbare gemeentegrond of water voor het houden van de navolgende activiteiten, evenementen e.d.:

a

braderie

€ 192,80

€ 462,80

b

rubberbotenrace of demonstratie van modelboten en melkkarrenrace

€ 57,60

€ 140,40

c

paalzitten

€ 57,60

€ 140,40

€ 250,05

d

wielerwedstrijd voor de jeugd

€ 48,10

€ 114,70

e

wielerwedstrijd voor amateurs

€ 217,75

€ 521,05

f

muziekconcours

€ 140,40

€ 337,30

€ 607,30

g

een openluchtspel e.d. of demonstraties gymnastiek, trampoline springen, volksdansen e.d., per opvoering

€ 33,55

€ 82,00

€ 146,00

h

Rommelmarkt, gehouden door jongeren per keer

€ 19,60

 

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Heemskerk in zijn openbare vergadering van 12 december 2024

 

de raad voornoemd,

 

W.J. Vrolijk-Gevaert

de griffier,  

 

A.H.J.J. Luijten

de voorzitter,

Naar boven