Gemeenteblad van Eindhoven
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Eindhoven | Gemeenteblad 2024, 528709 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Eindhoven | Gemeenteblad 2024, 528709 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Verordening op de heffing en de invordering van rechten voor het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen in de gemeente Eindhoven 2025
De raad van de gemeente Eindhoven;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 1 oktober 2024;
gelet op de behandeling in de meningsvormende vergadering van 29 oktober 2024;
mede gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet;
Verordening op de heffing en de invordering van rechten voor het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen in de gemeente Eindhoven 2025
Artikel 1. Aard van de heffing en belastbaar feit
Voor het gebruik van de begraafplaatsen, alsmede voor de diensten, welke in verband daarmede vanwege
de gemeente worden verleend, worden overeenkomstig de bepalingen van deze verordening rechten
In deze verordening wordt verstaan onder:
a. begraafplaats: elk in de gemeente Eindhoven als gemeentelijke begraafplaats aangewezen terrein;
b. bijzonder graf: een graf op het daarvoor bestemde gedeelte van een begraafplaats, waarbij tevens de mogelijkheid bestaat voor het aanbrengen van een grafkelder;
c. graf: een graf op het daarvoor bestemde gedeelte van een begraafplaats, welke kan bestaan uit een zandgraf of een keldergraf;
d. kindergraf: een graf op het daarvoor bestemde gedeelte van een begraafplaats, waarin lijken van doodgeboren c.q. als levenloos aangegeven kinderen en/of kinderen beneden de 12 jaar worden begraven;
e. particulier urnengraf: een graf op het voor urnenveld bestemde gedeelte van een begraafplaats, ten aanzien waarvan het uitsluitend recht tot het plaatsen van een urn wordt verleend;
f. columbarium: een bouwwerk, waarin urnen in aparte elementen worden geplaatst;
g. urnentuin: een speciaal ingerichte tuin, waarin urnen bovengronds worden geplaatst;
h. asverstrooiingsplaats: een permanent daartoe bestemd terrein waarop as wordt verstrooid;
i. asbus: een gesloten bus, ter berging van as van een overledene;
j. grafteken: op graven aanwezige kruisen, zerken en andere gedenktekenen;
k. urn: een voorwerp ter berging van één of meerdere asbussen;
l. ossuarium: locatie op een begraafplaats waar restanten van overledenen en onvoldragen vruchten worden bijgezet.
De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt
verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt en naar de maatstaven
en de tarieven opgenomen in de artikelen 4, 5, 6, en 7.
|
Voor het recht tot begraven of het plaatsen van een urn, als bedoeld in artikel 2, wordt geheven voor de eerste termijn van uitgifte, indien dit een periode |
||
|
Voor het recht tot begraven of het plaatsen van een urn, als bedoeld in artikel 2, wordt geheven voor de eerste termijn van uitgifte, indien dit een periode |
||
|
Voor het recht tot begraven voor een bijzonder graf, als bedoeld in artikel 2, wordt geheven voor de eerste termijn van uitgifte, waarbij dit een periode |
||
|
Voor het beschikbaar stellen van de aula voor de duur |
||
De rechten worden geheven bij wege van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waarop het
gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de
schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 9. Tijdstip verschuldigdheid
1. De rechten, bedoeld in de artikelen 4 en 6 zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken, of inrichtingen.
2. De rechten, bedoeld in de artikelen 5 en 7 zijn verschuldigd bij de aanvang van de in die artikelen genoemde tijdvakken, waarover de rechten worden geheven.
3. In afwijking van lid 2 zijn de rechten bedoeld in artikel 7, indien de belastingplicht aanvangt in de loop van het kalenderjaar verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Ten aanzien van de rechten voor de verlenging van het grafrecht en het reserveren van een laatste
Artikel 11. Termijn van betaling
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden voldaan binnen één maand na de dagtekening van de schriftelijke kennisgeving.
2. Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingswet 1990, met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete is het eerste lid van overeenkomstige toepassing, voor zover deze gelijktijdig wordt opgelegd met de vaststelling van de kennisgeving.
3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.
Artikel 12. Overgangsrecht, inwerkingtreding en citeertitel
1. De ‘Verordening begraafplaatsrechten 2024’, vastgesteld bij raadsbesluit van 7 november 2023, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten, die zich voor die datum hebben voorgedaan.
2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.
3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2025.
4. Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening begraafplaatsrechten 2025’.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-528709.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.