|
Artikel
|
Omschrijving
|
Vast tarief
|
Variabel tarief
|
|
Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen
|
|
Artikel 2.1 Definities
|
|
|
|
|
|
|
1.
|
Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.
|
|
|
|
2.
|
In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.
|
|
|
|
3.
|
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
|
|
|
|
|
binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan;
|
|
|
|
|
binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet;
|
|
|
|
4.
|
In aanvulling op de in bijlage I bij de Omgevingsregeling opgenomen omschrijving van het begrip ‘bouwkosten’ betreffen de in die omschrijving: - onder a genoemde Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 de voorwaarden die bekendgemaakt zijn in Staatscourant 2012, 1567; - onder b bedoelde bouwkosten de kosten voor de fysieke realisatie (het bouwen) van het bouwwerk; - onder c bedoelde prijs de prijs exclusief omzetbelasting.
|
|
|
|
5.
|
Onder ‘aanlegkosten’ wordt verstaan: de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012, Staatscourant 2012, 1567), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft;
|
|
|
|
6.
|
Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt, wordt in deze titel onder bouw- en aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft.
|
|
|
|
Artikel 2.2 Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven
|
|
|
|
|
|
|
1.
|
Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:
|
|
|
|
a.
|
de toetsing of een omgevingsvergunning benodigd is, dan wel een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a. van de Omgevingswet voor een activiteit waarvoor geen omgevingsvergunning is vereist
|
|
|
|
b.
|
omgevingsoverleg;
|
|
|
|
c.
|
een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 eerste lid, aanhef en onder a van de Omgevingswet;
|
|
|
|
d.
|
één of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet;
|
|
|
|
e.
|
toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet;
|
|
|
|
f.
|
een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning;
|
|
|
|
g.
|
intrekking van een omgevingsvergunning;
|
|
|
|
h.
|
wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen c, d en e;
|
|
|
|
i.
|
een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen c tot en met h;
|
|
|
|
2.
|
Voor de ontvangst en registratie van een verzoek of aanvraag als bedoeld in het eerste lid, onder b tot en met i, bedraagt het tarief
|
€ 125,15
|
|
|
3.
|
Voor het beoordelen van de volledigheid en ontvankelijkheid van het verzoek of de aanvraag als bedoeld in het eerste lid, onder b tot en met i, bedraagt het tarief
|
€ 125,15
|
|
|
4.
|
Indien uit het eerste lid, onder a, volgt dat wel of geen omgevingsvergunning benodigd is voor de aangevraagde activiteit(en), wordt dit schriftelijk aan de aanvrager medegedeeld. Het tarief bedraagt
|
€ 125,15
|
|
|
Artikel 2.3 Bepalen tarief
|
|
|
|
|
|
|
1.
|
De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk.
|
|
|
|
2.
|
Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten.
|
|
|
|
3.
|
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor één of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.11.
|
|
|
|
4.
|
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.12.
|
|
|
|
5.
|
Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.
|
|
|
|
6.
|
In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.
|
|
|
|
7.
|
Indien de aanvraag betrekking heeft op het plaatsen van zonnepanelen, worden er geen leges geheven. Indien zonnepanelen onderdeel uitmaken van een aanvraag om een omgevingsvergunning, bestaande uit meer onderdelen dan uitsluitend die zonnepanelen, dan worden voor de vaststelling van het legesbedrag de bouwkosten voor de zonnepanelen buiten beschouwing gelaten.
|
|
|
|
8.
|
Indien de aanvraag betrekking heeft op het afwijken van het tijdelijk deel van het omgevingsplan op grond van artikel 22.280 van het Omgevingsplan gemeente Leiden, worden voor die aanvraag geen leges geheven, voor zover de aanvraag ziet op een regel uit het tijdelijk deel van het omgevingsplan waarin is bepaald dat bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van een of meer daarbij aangegeven regels.
|
|
|
|
Paragraaf 2.2 Voorfase
|
|
Artikel 2.4 Omgevingsoverleg
|
|
|
|
|
|
|
1.
|
Als de aanvraag betrekking heeft op het houden van omgevingsoverleg over één of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, wordt het tarief als bedoeld in artikel 2.2, tweede en derde lid vermeerderd met de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteit(en) waar het omgevingsoverleg betrekking op heeft, waaronder mede begrepen de adviezen en instemmingen als bedoeld in paragraaf 2.11.
|
|
|
|
2.
|
In afwijking van het eerste lid:
|
|
|
|
a.
|
is voor de activiteiten als bedoeld in het eerste lid, 30% van het verschuldigde bedrag verschuldigd
|
|
|
|
|
met een maximum van:
|
€ 5.215,00
|
|
|
b.
|
is voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht, een bedrag verschuldigd van
|
€ 782,25
|
|
|
c.
|
is voor het wijzigen van het omgevingsplan een bedrag verschuldigd van
|
€ 5.215,00
|
|
|
3.
|
Indien tijdens het omgevingsoverleg blijkt dat een positief besluit op een vergunningsaanvraag niet haalbaar is, kan het omgevingsoverleg vroegtijdig worden beëindigd. Het eerste en tweede lid van dit artikel zijn van toepassing, met dien verstande dat de adviezen en instemmingen die op dat moment nog niet opgevraagd zijn, niet in rekening worden gebracht.
|
|
|
|
Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken
|
|
Artikel 2.5 Bouwactiviteit (bouwtechnische deel)
|
|
|
|
|
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
|
a.
|
Over het deel van de bouwkosten vanaf € 0 tot € 20.000
|
|
1,710%
|
|
|
van de bouwkosten
|
|
|
|
|
met een minimum van
|
€ 97,00
|
|
|
b.
|
Over het deel van de bouwkosten vanaf € 20.000 tot € 50.000
|
|
1,560%
|
|
|
van de bouwkosten
|
|
|
|
c.
|
Over het deel van de bouwkosten vanaf € 50.000 tot € 250.000 bedragen
|
|
1,260%
|
|
|
van de bouwkosten
|
|
|
|
d.
|
Over het deel van de bouwkosten vanaf € 250.000 tot € 1.000.000
|
|
0,960%
|
|
|
van de bouwkosten
|
|
|
|
e.
|
Over het deel van de bouwkosten vanaf € 1.000.000 tot € 2.500.000
|
|
0,780%
|
|
|
van de bouwkosten
|
|
|
|
f.
|
Over het deel van de bouwkosten vanaf € 2.500.000
|
|
0,570%
|
|
|
van de bouwkosten
|
|
|
|
2.
|
Bij het bepalen van het tarief op grond van het eerste lid blijft artikel 2.48 (adviezen) buiten toepassing
|
|
|
|
Artikel 2.6.a Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden van een bouwwerk (ruimtelijke deel)
|
|
|
|
|
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, het in stand houden van het bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
|
a.
|
Over het deel van de bouwkosten vanaf € 0 tot € 20.000
|
|
3,990%
|
|
|
van de bouwkosten met een minimum van
|
€ 225,00
|
|
|
b.
|
Over het deel van de bouwkosten van € 20.000 tot € 50.000
|
|
3,640%
|
|
|
van de bouwkosten
|
|
|
|
c.
|
Over het deel van de bouwkosten van € 50.000 tot € 250.000
|
|
2,940%
|
|
|
van de bouwkosten
|
|
|
|
d.
|
Over het deel van de bouwkosten van € 250.000 tot € 1.000.000
|
|
2,240%
|
|
|
van de bouwkosten
|
|
|
|
e.
|
Over het deel van de bouwkosten van € 1.000.000 tot € 2.500.000
|
|
1,820%
|
|
|
van de bouwkosten
|
|
|
|
f.
|
Over het deel van de bouwkosten vanaf € 2.500.000
|
|
1,330%
|
|
|
van de bouwkosten
|
|
|
|
Artikel 2.6.b Omgevingsplanactiviteit: het gebruiken van een bouwwerk (ruimtelijk deel)
|
|
|
|
|
|
|
1.
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het gebruiken van een bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
|
a.
|
Over het deel van de bouwkosten van 0 tot 20 m2 gebruiksoppervlakte per m2
|
€ 39,90
|
|
|
b.
|
Over het deel van de bouwkosten van 20 tot 50 m2 gebruiksoppervlakte per m2
|
€ 36,40
|
|
|
c.
|
Over het deel van de bouwkosten van 50 tot 250 m2 gebruiksoppervlakte per m2
|
€ 29,40
|
|
|
d.
|
Over het deel van de bouwkosten van 250 tot 1.000 m2 gebruiksoppervlakte per m2
|
€ 22,40
|
|
|
e.
|
Over het deel van de bouwkosten van 1.000 tot 2.500 m2 gebruiksoppervlakte per m2
|
€ 18,20
|
|
|
f.
|
Over het deel van de bouwkosten vanaf 2.500 gebruiksoppervlakte per m2
|
€ 13,30
|
|
|
2.
|
In afwijking van het eerste lid bedraagt het tarief voor een aanvraag in verband met een tijdelijke wijziging van het gebruik met een duur van niet meer dan een aaneengesloten periode van een jaar
|
€ 521,50
|
|
|
3.
|
In afwijking van het tweede lid bedraagt het tarief voor een aanvraag in verband met de ongewijzigde voortzetting van de tijdelijke wijziging van het gebruik zoals bedoeld in het derde lid voor een periode van maximaal een jaar
|
€ 260,50
|
|
|
Artikel 2.7 Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
|
a.
|
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:
|
€ 125,15
|
|
|
b.
|
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:
|
€ 782,25
|
|
|
Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed
|
|
Artikel 2.8 Omgevingsplanactiviteit: monumenten
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, voorbeschermd gemeentelijk monument, voorbeschermd provinciaal monument bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument indien:
|
|
|
|
1.
|
de kosten van de uit te voeren werkzaamheden van de activiteit € 10.000 of minder zijn
|
€ 125,15
|
|
|
2.
|
de kosten van de uit te voeren werkzaamheden van de activiteit € 10.000 of meer zijn 20% van het bedrag zoals wordt berekend volgens artikel 2.5 (bouwactiviteit), met een minimum van
|
€ 125,15
|
|
|
Artikel 2.9 Rijksmonumentenactiviteit
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met uitzondering van een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
|
1.
|
Indien de kosten van de uit te voeren werkzaamheden van de activiteit € 10.000 of minder zijn
|
€ 125,15
|
|
|
2.
|
Indien de kosten van de uit te voeren werkzaamheden van de activiteit € 10.000 of meer zijn 20% van het bedrag zoals wordt berekend volgens artikel 2.5 (bouwactiviteit), met een minimum van
|
€ 125,15
|
|
|
Artikel 2.10 Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht
|
|
|
|
|
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit in een rijksbeschermd, provinciaal beschermd of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
|
a.
|
Indien de kosten van de uit te voeren werkzaamheden van de activiteit € 10.000 of minder zijn
|
€ 125,15
|
|
|
b.
|
de kosten van de uit te voeren werkzaamheden van de activiteit € 10.000 of meer zijn 20% van het bedrag zoals wordt berekend volgens artikel 2.5 (bouwactiviteit), met een minimum van
|
€ 125,15
|
|
|
c.
|
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van artikel 3.5.1.1 van de Verordening voor de fysieke leefomgeving Leiden 2020 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit:
|
€ 125,15
|
|
|
d.
|
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:
|
€ 125,15
|
|
|
e.
|
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:
|
€ 782,25
|
|
|
2.
|
Het eerste lid, aanhef en onder a, is van overeenkomstige toepassing op een sloopactiviteit die wordt verricht op een locatie waarvoor een op grond van artikel 4.35, eerste lid, van de Invoeringswet Omgevingswet als instructie geldende aanwijzing als beschermd stads- of dorpsgezicht als bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de Monumentenwet 1988 zoals die wet luidde voor de inwerkingtreding van de Erfgoedwet van kracht is, zolang in het omgevingsplan aan die locatie nog niet de functie-aanduiding rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht is gegeven.
|
|
|
|
Artikel 2.11 Omgevingsplanactiviteit: overig cultureel erfgoed en werelderfgoed
|
|
|
|
|
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een andere activiteit dan die genoemd in de artikelen 2.8, 2.9 en 2.10 en cultureel erfgoed of werelderfgoed betreft, waarvoor in het omgevingsplan met het oog op het behoud van cultureel erfgoed of van de uitzonderlijke universele waarde van werelderfgoed een verbod is opgenomen om zonder omgevingsvergunning deze activiteit te verrichten, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 125,15
|
|
|
Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten
|
|
Artikel 2.12 Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 2.176,75
|
|
|
Artikel 2.13 Activiteiten die bedrijfstakken overstijgen (afdeling 3.2 Besluit activiteiten leefomgeving)
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op één of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit één of meer activiteiten die bedrijfstakken overstijgen als bedoeld in de paragrafen 3.2.1, 3.2.3 tot en met 3.2.15, 3.2.17 en 3.2.19 en 3.2.24 van afdeling 3.2 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
|
a.
|
voor één milieubelastende activiteit:
|
€ 4.353,50
|
|
|
b.
|
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:
|
€ 3.047,45
|
|
|
c.
|
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:
|
€ 2.612,10
|
|
|
Artikel 2.14 Nutssector en industrie (afdeling 3.4 Besluit activiteiten leefomgeving)
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op één of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit één of meer activiteiten die bedrijfstakken overstijgen als bedoeld in de paragrafen 3.2.1, 3.2.3 tot en met 3.2.15, 3.2.17 en 3.2.19 en 3.2.24 van afdeling 3.2 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
|
a.
|
voor één milieubelastende activiteit:
|
€ 4.353,50
|
|
|
b.
|
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:
|
€ 3.047,45
|
|
|
c.
|
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:
|
€ 2.612,10
|
|
|
Artikel 2.15 Afvalbeheer (afdeling 3.5 Besluit activiteiten leefomgeving)
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op één of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit één of meer activiteiten in de sector afvalbeheer als bedoeld in de paragrafen 3.5.1, 3.5.4, 3.5.7, 3.5.8 en 3.5.11 van afdeling 3.5 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
|
a.
|
voor één milieubelastende activiteit:
|
€ 4.353,50
|
|
|
b.
|
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:
|
€ 3.047,45
|
|
|
c.
|
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:
|
€ 2.612,10
|
|
|
Artikel 2.16 Agrarische sector (afdeling 3.6 Besluit activiteiten leefomgeving)
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op één of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit één of meer activiteiten in de agrarische sector als bedoeld in de paragrafen 3.6.1, 3.6.7 en 3.6.8 van afdeling 3.6 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
|
a.
|
voor één milieubelastende activiteit:
|
€ 4.353,50
|
|
|
b.
|
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:
|
€ 3.047,45
|
|
|
c.
|
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:
|
€ 2.612,10
|
|
|
Artikel 2.17 Dienstverlening, onderwijs en zorg (afdeling 3.7 Besluit activiteiten leefomgeving)
|
|
|
|
|
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector dienstverlening, onderwijs en zorg als bedoeld in de paragrafen 3.7.6 en 3.7.10 van afdeling 3.7 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 4.353,50
|
|
|
Artikel 2.18 Transport, logistiek en ondersteuning daarvan (afdeling 3.8 Besluit
actitiviteiten
leefomgeving)
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op één of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit één of meer activiteiten in de sector transport, logistiek en ondersteuning daarvan als bedoeld in de paragrafen 3.8.2, 3.8.3, 3.8.5, 3.8.6, 3.8.8 tot en met 3.8.11 van afdeling 3.8 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
|
a.
|
voor één milieubelastende activiteit:
|
€ 4.353,50
|
|
|
b.
|
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:
|
€ 3.047,45
|
|
|
c.
|
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:
|
€ 2.612,10
|
|
|
Artikel 2.19 Sport en recreatie (afdeling 3.9 Besluit activiteiten leefomgeving)
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector sport en recreatie als bedoeld in paragraaf 3.9.1 van afdeling 3.9 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 4.353,50
|
|
|
Artikel 2.20 Samenloop van milieubelastende activiteiten
|
|
|
|
|
|
|
1.
|
Als bij de toepassing van de artikelen 2.12 tot en met 2.18 dezelfde milieubelastende activiteit onder meer dan een artikel valt, wordt die milieubelastende activiteit slechts éénmaal in de heffing betrokken, waarbij het voor de belastingplichtige meest gunstige van toepassing zijnde tarief wordt toegepast.
|
|
|
|
2.
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een kernactiviteit in een bedrijfstak gecombineerd met functioneel ondersteunende activiteiten uit andere bedrijfstakken, dan is, in afwijking van het bepaalde in deze paragraaf, op al deze activiteiten het artikel van toepassing waaronder de bedrijfstak die bepalend is voor de kernactiviteit valt.
|
|
|
|
Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten
|
|
Artikel 2.21 Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit
|
|
|
|
|
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, en het gaat niet om het lozen van water of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 544,20
|
|
|
Artikel 2.22 Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit
|
|
|
|
|
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktelichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, bestaande uit het lozen van afvalwater, koelwater of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 1.088,35
|
|
|
Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten en overige activiteiten
|
|
Artikel 2.23 Omgevingsplanactiviteit: opbreken en graven
|
|
|
|
|
|
|
1.
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet bestaande uit:
|
|
|
|
a.
|
het opbreken van de verharding in openbaar gebied of het graven in openbaar gebied, anders dan voor het aanleggen, in stand houden of verwijderen van een kabel of leiding, als bedoeld in het omgevingsplan, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:;
|
|
|
|
b.
|
het graven in het gebied met archeologisch, landschappelijke of cultuurhistorische waarde, als bedoeld in het omgevingsplan, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
|
c.
|
het graven in het beperkingengebied leidingen, als bedoeld in het omgevingsplan, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
|
d.
|
het graven in een bijzonder landschapselement of gebied met aardkundige waarde, als bedoeld in het omgevingsplan, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
|
|
1% van de aanlegkosten van de in dit artikel genoemde activiteiten , met een minimum van
|
€ 125,15
|
|
|
2.
|
De in het eerste lid genoemde tarieven zijn van toepassing als de aanvraag een binnenplanse omgevingsplanactiviteit betreft.
|
|
|
|
3.
|
De in het eerste lid genoemde tarieven zijn van toepassing als de aanvraag een buitenplanse omgevingsplanactiviteit betreft met een minimum van:
|
€ 782,25
|
|
|
Artikel 2.24 Omgevingsplanactiviteit: overige activiteiten beperkingengebied leidingen, landschapselement en aardkundige waarde
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, in het beperkingengebied leidingen, in een bijzonder landschapselement of in een gebied met aardkundige waarde, bestaande uit het:
|
|
|
|
a.
|
aanbrengen of verwijderen van diepwortelende beplanting,
|
|
|
|
b.
|
indrijven van voorwerpen,
|
|
|
|
c.
|
ophogen van de grond, of
|
|
|
|
d.
|
verharden van de grond,
|
|
|
|
|
bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
|
|
voor een binnenplanse en buitenplanse omgevingsplanactiviteit:
|
|
|
|
|
1% van de aanlegkosten van de in dit artikel genoemde activiteiten, met een minimum van
|
€ 125,15
|
|
|
Artikel 2.25 Omgevingsplanactiviteit: geluid weg
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen of wijzigen van een weg als op grond van het omgevingsplan of bij omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit een geluidgevoelig gebouw is toegelaten binnen het aandachtsgebied van die weg, als bedoeld in artikel 22.272 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
|
a.
|
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:
|
€ 125,15
|
|
|
b.
|
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:
|
€ 782,25
|
|
|
Artikel 2.26 Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 3.4.4.2 van de Verordening voor de fysieke leefomgeving Leiden 2020 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
|
a.
|
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:
|
€ 125,15
|
|
|
b.
|
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:
|
€ 782,25
|
|
|
Artikel 2.27 Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een uitrit naar de openbare weg of het veranderen van een bestaande uitrit, bedoeld in artikel 3.4.4.3 van de Verordening voor de fysieke leefomgeving Leiden 2020 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
|
a.
|
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:
|
€ 125,15
|
|
|
b.
|
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:
|
€ 782,25
|
|
|
Artikel 2.28 Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
|
a.
|
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:
|
|
|
|
|
en als moet worden beoordeeld of de in het tijdelijke deel van het omgevingsplan bedoelde aanlegactiviteit niet in strijd is met het in voorbereiding zijnde omgevingsplan respectievelijk het in voorbereiding zijnde omgevingsplan dat voorziet in de bescherming van het stads- of dorpsgezicht, als bedoeld in artikel 22.278, tweede lid, van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, verhoogd met:
|
|
|
|
b.
|
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:
|
|
|
|
c.
|
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:
|
|
|
|
|
1% van de aanlegkosten van de in de onderdelen a tot en met c genoemde activiteiten , met een minimum van
|
€ 125,15
|
|
|
|
|
Artikel 2.29 Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het kappen van een boom, bedoeld in artikel 3.6.1.2 e.v. van de Verordening voor de fysieke leefomgeving Leiden 2020 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
|
a.
|
indien sprake is van 1 waardevolle boom
|
€ 78,05
|
|
|
b.
|
indien sprake is van 2-10 waardevolle bomen
|
€ 390,20
|
|
|
c.
|
indien sprake is van meer dan 10 waardevolle bomen
|
€ 780,40
|
|
|
d.
|
indien sprake is van 1 boom in de openbare ruimte, vermeld in het Register Ecologische bomen
|
€ 52,35
|
|
|
e.
|
indien sprake is van 2-10 bomen in de openbare ruimte, vermeld in het Register ecologische Bomen
|
€ 195,10
|
|
|
f.
|
indien sprake is van meer dan 10 bomen in de openbare ruimte, vermeld in het Register Ecologische Bomen
|
€ 390,20
|
|
|
Artikel 2.30 Omgevingsplanactiviteit: Reclame
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats, bedoeld in artikel 3.4.6.1 van de Verordening voor de fysieke leefomgeving Leiden 2020 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, en als niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
|
a.
|
als de activiteit bestaat uit het op of aan een onroerende zaak maken of voeren van die handelsreclame:
|
€ 125,15
|
|
|
b.
|
als de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat die handelsreclame op of aan die onroerende zaak wordt gemaakt of gevoerd:
|
€ 125,15
|
|
|
Artikel 2.31 Omgevingsplanactiviteit: plaatsen van objecten op de weg
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit de opslag van roerende zaken in een aangewezen gedeelte van de gemeente, bedoeld in artikel 3.4.4.1 van de Verordening voor de fysieke leefomgeving Leiden 2020 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
|
a.
|
als de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken,:
|
€ 125,15
|
|
|
b.
|
als de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen:
|
€ 125,15
|
|
|
Artikel 2.32 Omgevingsplanactiviteit: gebruiken van een terrein
|
|
|
|
|
|
|
1.
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het gebruik van een terrein, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
|
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit
|
|
a.
|
Indien de aanvraag betrekking heeft op een terrein met een gebruiksoppervlakte van
|
|
|
|
1.
|
|
|
Niet groter dan 35 m²
|
€ 521,50
|
|
|
|
2. groter dan 35 m² doch niet groter dan 70 m²
|
€ 2.607,50
|
|
|
|
3. groter dan 70 m²
|
€ 5.215,00
|
|
|
b.
|
Voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: Indien de aanvraag betrekking heeft op een terrein met een gebruiksoppervlakte van
|
|
|
|
|
1. Niet groter dan 35 m²
|
€ 521,50
|
|
|
|
2. Groter dan 35 m² doch niet groter dan 70 m²
|
€ 2.607,50
|
|
|
|
3. Groter dan 70 m²
|
€ 5.215,00
|
|
|
2.
|
In afwijking van het eerste lid bedraagt het tarief voor een aanvraag in verband met een tijdelijke wijziging van het gebruik met een duur van niet meer dan een aaneengesloten periode van een jaar
|
€ 521,50
|
|
|
3.
|
In afwijking van het tweede lid bedraagt het tarief voor een aanvraag in verband met de ongewijzigde voortzetting van de tijdelijke wijziging van het gebruik zoals bedoeld in het tweede lid voor een periode van maximaal een jaar
|
€ 260,75
|
|
|
Artikel 2.33 Andere activiteiten
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit betreft een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen vergunningplichtige activiteit, uitgezonderd de activiteit bedoeld in onderdeel b van dit artikel, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
|
a.
|
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:
|
€ 125,15
|
|
|
b.
|
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:
|
€ 782,25
|
|
|
Paragraaf 2.8 Maatwerkvoorschriften
|
|
Artikel 2.34 Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten
|
|
|
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouw- of sloopactiviteit, bedraagt het tarief:
|
|
|
|
1.
|
voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeft op:
|
|
|
|
a.
|
bouwactiviteiten die het bouwen van nieuwe bouwwerken betreffen als bedoeld in artikel 4.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;
|
€ 782,25
|
|
|
b.
|
het gebruik van een bouwwerk, bedoeld in artikel 6.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; of
|
€ 782,25
|
|
|
c.
|
het verrichten van bouw- of sloopwerkzaamheden als bedoeld in artikel 7.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;
|
|
|
|
|
per maatwerkvoorschrift:
|
€ 782,25
|
|
|
2.
|
in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel a, per maatwerkvoorschrift:
|
€ 782,25
|
|
|
Artikel 2.35 Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten
|
|
|
|
|
|
|
1.
|
Als de aanvraag om één of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving betrekking heeft op:
|
|
|
|
|
één of meer milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit:
|
€ 2.176,75
|
|
|
2.
|
Als de aanvraag om één of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere milieubelastende activiteit dan bedoeld in het eerste lid, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:
|
€ 2.176,75
|
|
|
Artikel 2.36 Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten
|
|
|
|
|
|
|
|
Als de aanvraag om één of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.34 en 2.35, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:
|
€ 2.176,75
|
|
|
Paragraaf 2.9 Gelijkwaardigheid
|
|
Artikel 2.37 Gelijkwaardige maatregel
|
|
|
|
|
|
|
1.
|
Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op:
|
|
|
|
|
een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief, per activiteit:
|
€ 2.176,75
|
|
|
2.
|
Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
|
Paragraaf 2.10 Overige tarieven
|
|
Artikel 2.38 Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit:
|
€ 2.176,75
|
|
|
Artikel 2.39 Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning voor een milieubelastende activiteit: 50 % van het tarief zoals dat geldt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een milieubelastende activiteit.
|
|
|
|
Artikel 2.40 Intrekken omgevingsvergunning
|
|
|
|
|
|
|
1.
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning, tenzij artikel 2.58 van toepassing is:
|
€ 125,15
|
|
|
2.
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning voor een milieubelastende activiteit, tenzij artikel 2.58 van toepassing is:
|
€ 1.088,35
|
|
|
Artikel 2.41 Beoordeling aanvullende gegevens
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een milieubelastende activiteit bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, in behandeling is genomen:
|
€ 1.088,35
|
|
|
Artikel 2.42 Beoordeling onderzoeksrapporten
|
|
|
De in artikel 2.49 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ander besluit.
|
|
|
|
Artikel 2.43 Wijzigen van het omgevingsplan
|
|
|
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan is het bedrag van de werkelijk daarvoor gemaakte kosten, zoals die kosten blijken uit een begroting die ter zake door of vanwege het college van burgemeester en wethouders is opgesteld welke kosten voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan aan de aanvrager zijn meegedeeld.
|
|
|
|
Artikel 2.44 Niet genoemd besluit op aanvraag
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan:
|
€ 125,15
|
|
|
Paragraaf 2.11 Modaliteiten
|
|
Artikel 2.45 Achteraf ingediende aanvraag
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.7 verschuldigde leges verhoogd met:
|
15%
|
|
|
|
met een maximum van:
|
€ 5.215,00
|
|
|
Artikel 2.46 Uitgebreide voorbereidingsprocedure
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit:
|
|
|
|
|
als sprake is van een milieubelastende activiteit:
|
€ 2.720,95
|
|
|
Artikel 2.47 Beoordeling onderzoeksrapporten
|
|
1.
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld:
|
|
|
|
a.
|
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport, per rapport:
|
€ 1.088,35
|
|
|
b.
|
voor de beoordeling van een rapport bodemkwaliteit:
|
€ 1.088,35
|
|
|
c.
|
voor de beoordeling van een geluid- of luchtrapport betreffende de geluid- of luchtbelasting:
|
€ 1.088,35
|
|
|
d.
|
voor de beoordeling van een akoestisch rapport betreffende de interne en externe geluidwering of nagalm van een bouwwerk:
|
€ 1.088,35
|
|
|
e.
|
voor de beoordeling van een ecologisch onderzoeksrapport:
|
€ 1.088,35
|
|
|
f.
|
voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER):
|
€ 1.088,35
|
|
|
2.
|
De in het eerste lid opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ander besluit.
|
€ 1.088,35
|
|
|
Artikel 2.48 Advies
|
|
|
|
|
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet:
|
|
|
|
a.
|
voor een advies van de gemeenteraad:
|
€ 182,55
|
|
|
b.
|
voor een advies van een bestuursorgaan van Rijk, provincie of waterschap:
|
€ 182,55
|
|
|
c.
|
voor een advies van de Veiligheidsregio (externe veiligheid):
|
€ 182,55
|
|
|
d.
|
voor een advies van de GGD:
|
€ 182,55
|
|
|
e.
|
voor een advies met betrekking tot brandveiligheid:
|
€ 182,55
|
|
|
f.
|
voor een advies met betrekking tot water en/of klimaat:
|
€ 182,55
|
|
|
g.
|
voor een advies van de Omgevingsdienst, anders dan elders in dit hoofdstuk vermeld:
|
€ 182,55
|
|
|
h.
|
Voor een advies van de WML dat uitsluitend betrekking heeft op redelijke eisen van welstand
|
€ 182,55
|
|
|
i.
|
voor een advies van de WML dat uitsluitend betrekking heeft op monumenten:
|
€ 182,55
|
|
|
j.
|
voor extern advies in andere gevallen dan bedoeld in de voorgaande onderdelen:
|
€ 182,55
|
|
|
2.
|
De tarieven als bedoeld in het eerste lid worden eenmalig in rekening gebracht
|
|
|
|
Artikel 2.49 Instemming
|
|
|
|
|
|
|
1.
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan:
|
|
|
|
|
het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn.
|
|
|
|
2.
|
Het bedrag bedoeld in het eerste lid wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
|
Paragraaf 2.12 Vermindering
|
|
Artikel 2.50 Vermindering na omgevingsoverleg
|
|
|
|
|
|
|
1.
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel c , en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.7, is voorafgegaan door een aanvraag om omgevingsoverleg als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b , en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. De vermindering bedraagt:
|
|
100,000%
|
|
|
van de voor het omgevingsoverleg geheven leges.
|
|
|
|
2.
|
Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning gedaan:
|
|
|
|
a.
|
voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop het omgevingsoverleg betrekking had;
|
|
|
|
b.
|
in overeenstemming met de uitkomsten van het omgevingsoverleg; en
|
|
|
|
c.
|
Binnen 6 maanden na het laatste omgevingsoverleg of, als het omgevingsoverleg volgens afspraak leidt tot een kennisgeving aan de aanvrager, na de dagtekening van de kennisgeving.
|
|
|
|
3.
|
Bij de toepassing van het eerste lid blijft voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning in ieder geval verschuldigd:
|
€ 125,15
|
|
|
Paragraaf 2.13 Teruggaaf
|
|
Artikel 2.51 vervallen
|
|
|
|
|
|
|
Artikel 2.52 Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten
|
|
|
|
|
|
|
1.
|
Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt:
|
|
85,000%
|
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.
|
|
|
|
2.
|
Bij het buiten behandeling laten van de aanvraag is artikel 2.50 (Vermindering na omgevingsoverleg) niet van toepassing.
|
|
|
|
Artikel 2.53 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure
|
|
1.
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
|
|
|
a.
|
bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen vier weken na de indiening van de aanvraag:
|
|
75,000%
|
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;
|
|
|
|
b.
|
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf vier weken tot zes weken na de indiening van de aanvraag:
|
|
50,000%
|
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;
|
|
|
|
c.
|
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken na de indiening van de aanvraag:
|
|
25,000%
|
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;
|
|
|
|
2.
|
Bij intrekking van de aanvraag is artikel 2.50 (Vermindering na omgevingsoverleg) niet van toepassing.
|
|
|
|
Artikel 2.54 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure
|
|
1.
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
|
|
|
a.
|
bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen zes weken na de indiening van de aanvraag:
|
|
75,000%
|
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;
|
|
|
|
b.
|
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf vier weken tot zes weken na de indiening van de aanvraag:
|
|
50,000%
|
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;
|
|
|
|
c.
|
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken na de indiening van de aanvraag:
|
|
25,000%
|
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.
|
|
|
|
2.
|
Bij intrekking van de aanvraag is artikel 2.50 (Vermindering na omgevingsoverleg) niet van toepassing.
|
|
|
|
Artikel 2.55 Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouwactiviteiten
|
|
|
Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend 12 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:
|
|
25,000%
|
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.
|
|
|
|
|
Van teruggave is uitgezonderd de omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 2.6.a (ruimtelijk deel bouwactiviteit). .
|
|
|
|
Artikel 2.56 Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouwactiviteiten
|
|
|
|
|
|
|
1.
|
Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
|
25,000%
|
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges.
|
|
|
|
2.
|
Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.
|
|
|
|
Artikel 2.57 Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten/werkzaamheden
|
|
|
|
|
|
|
1.
|
In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.11.
|
|
|
|
2.
|
In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de verrichte werkzaamheden genoemd in artikel 2.2, tweede en derde lid.
|
|
|
|
Artikel 2.58 Minimumbedrag voor teruggaaf
|
|
|
Leges worden niet teruggegeven indien de teruggave minder bedraagt dan
|
€ 125,15
|
|