Verordening rechtspositie Raads- en commissieleden Reusel-De Mierden 2024

De raad van de gemeente Reusel-De Mierden;

 

gelezen het voorstel van het Presidium van 19 augustus 2024;

gelet op de artikelen 95, eerste en tweede lid, 96, eerste en tweede lid, en 97, 98, 99 van de Gemeentewet;

en hoofdstuk 3 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers;

 

besluit vast te stellen:

De verordening rechtspositie raads- en commissieleden Reusel-De Mierden 2024

 

 

 

Artikel 1 Definitiebepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    commissielid: lid van een commissie als bedoeld in de artikelen 82, 83 en 84 van de Gemeentewet, dat niet tevens raadslid is of ambtenaar die als zodanig tot lid van een commissie is benoemd.

  • b.

    griffier: de griffier, bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet.

  • c.

    raadslid: lid van de gemeenteraad.

 

Artikel 2. Toelage raadslid onderzoekscommissie en bijzondere commissie

Een raadslid dat lid is van een onderzoekscommissie als bedoeld in artikel 155a, derde lid, van de Gemeentewet wordt voor de duur van de activiteiten van die commissie ten laste van de gemeente een maandelijkse toelage toegekend. De hoogte van de toelage stelt de raad bij het instellen van de onderzoekscommissie en bijzondere commissie door de raad vast.

 

Artikel 3. Reis- en verblijfkosten raads- en commissieleden

  • 1.

    Een raadslid en een commissielid maken ten laste van de gemeente aanspraak op vergoeding van:

    • a.

      Reiskosten voor het bijwonen van vergaderingen van de gemeenteraad en commissies, en

    • b.

      Reis- en verblijfkosten voor reizen binnen en buiten de gemeente gemaakt voor de uitoefening van de functie.

  • 2.

    De volgende kosten worden vergoed:

    • a.

      De kosten voor het gebruik van openbaar vervoer.

    • b.

      Bij gebruik van een eigen vervoermiddel:

      • i.

        Het maximum bedrag dat door een werkgever aan een werknemer per afgelegde kilometer onbelast kan wor-den verstrekt; en

      • ii.

        Parkeer- of stallingkosten, veerkosten en tolkosten.

  • 3.

    Boetes en naheffingsaanslagen voor parkeren worden niet vergoed.

  • 4.

    Als een raadslid of commissielid een functionele beperking heeft, kan voor reizen als bedoeld in het eerste lid, een voor de beperking geschikte vervoersvoorziening worden vergoed of ter beschikking gesteld.

  • 5.

    De noodzakelijke en redelijkerwijs gemaakte werkelijke verblijfkosten die een raadslid of commissielid maakt in verband met reizen, gemaakt voor de uitoefening van de functie, worden ten laste van de gemeente vergoed.

 

Artikel 4. Nadere regels niet-partijpolitiek georiënteerde scholing raads- en commissieleden

  • 1.

    Een raads- of commissielid dat wil deelnemen aan niet-partijpolitiek georiënteerde scholing in verband met de vervulling van zijn functie als bedoeld in artikel 3.3.3 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, dient daartoe vooraf een ge-motiveerde aanvraag in bij de griffier.

  • 2.

    Deze aanvraag gaat vergezeld van stukken met inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie.

  • 3.

    Het Presidium beslist op de aanvraag op basis van de overlegde stukken.

 

 

 

Artikel 5. Informatie- en communicatievoorzieningen raads- en commissieleden

  • 1.

    Een raads- of commissielid tekent een bruikleenovereenkomst wanneer hem ten laste van de gemeente voor de duur van de uitoefening van zijn functie informatie- en communicatievoorzieningen ter beschikking worden gesteld bedoeld in artikel 3.3.2 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers. Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.

  • 2.

    Een raads- of commissielid levert na beëindiging van zijn functie de ter beschikking gestelde informatie- en communicatie-voorzieningen in bij de gemeente. Overname van de informatie- en communicatievoorzieningen na schoning is mogelijk tegen vergoeding aan het einde van de bestuursperiode.

 

Artikel 6. Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel

  • 1.

    Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in artikel 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

  • 2.

    Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding, tegemoetkoming of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.

 

Artikel 7. Betaling vaste vergoedingen

Tenzij het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers of de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers anders bepalen, vindt de betaling van de vergoeding van commissieleden, bedoeld in artikel 3.4.1 het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers éénmaal per jaar plaats met inachtneming van een vergoeding per bijgewoonde vergadering.

 

Artikel 8. Betaling en declaratie van onkosten

  • 1.

    Tenzij het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers of de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdra-gers anders bepalen, vindt de betaling van kosten die op grond van deze verordening voor vergoeding of tegemoetkoming in aanmerking komen plaats door:

    • a.

      betaling uit gemeentelijke middelen, op basis van een rechtstreeks aan de gemeente toegezonden factuur,

    • b.

      betaling vooruit uit eigen middelen of

    • c.

      betaling ten laste van de gemeentelijke creditcard.

  • 2.

    Een aanvraag om een vergoeding van de onkosten als bedoeld in dit artikel gaat vergezeld van een declaratieformulier en bewijsstukken. Het vereiste om bewijsstukken te overleggen geldt niet wanneer de vergoeding een forfaitair bedrag betreft.

  • 3.

    Het declaratieformulier en de bewijsstukken worden binnen twee maanden na factuurdatum of betaling door raads- of commissieleden ingediend bij de griffier.

  • 4.

    Voor zover van toepassing draagt de gemeente er zorg voor dat de betaling aan raads- of commissieleden binnen één maand na het indienen van de aanvraag wordt overgemaakt.

 

Artikel 9. Intrekking oude verordening

De verordening rechtspositie raads- en commissieleden Reusel-De Mierden 2017 en 2019 wordt ingetrokken.

 

Artikel 10. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking.

 

Artikel 11. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening rechtspositie raads- en commissieleden Reusel-De Mierden 2024.

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad van de gemeente Reusel-De Mierden op 12 november 2024.

De griffier,

mw. H.L.M. van Leersum

De voorzitter,

mw. A.J.M.H. van de Ven

Naar boven