Derde regeling tot wijziging van de Nadere subsidieregels gemeente Westland

Het college van burgemeester en wethouders van Westland,

 

gelet op de artikelen 3 en 8 van de Algemene Subsidieverordening Westland 2024,

 

besluit vast te stellen de Derde regeling tot wijziging van de Nadere subsidieregels gemeente Westland:

Artikel I  

De Nadere subsidieregels gemeente Westland worden als volgt gewijzigd.

 

A. Artikel 10 van paragraaf 2.2 Cultuur, educatie en recreatie komt te luiden:

 

Artikel 10: Toegankelijk erfgoed

  • 1.

    Het college kan subsidie verstrekken voor:

    • a.

      de organisatie van de jaarlijkse Open Monumentendag;

    • b.

      de uitvoering van activiteiten tijdens de jaarlijkse nationale Bunkerdag.

  • 2.

    De aanvrager is een organisatie met ervaring in en kennis van de gemeente. De activiteiten maken de Westlandse monumenten en het daaraan verbonden culturele erfgoed of de Atlantikwall toegankelijk en beleefbaar, en dragen bij aan de versterking van de sociale, economische en culturele waarden.

  • 3.

    Voor de uitvoering van activiteiten zoals genoemd in het eerste lid onder b, wordt maximaal € 1.000 subsidie verstrekt per kalenderjaar.

  • 4.

    Het college stelt per kalenderjaar een subsidieplafond vast.

  • 5.

    Indien het subsidieplafond overschreden dreigt te worden, geeft het college de voorkeur aan de organisaties die voldoen aan de in deze regels gestelde criteria en die naar het oordeel van het college de meest effectieve bijdrage leveren aan het bereiken van de beleidsdoelstelling van de gemeente.

B. Aan paragraaf 2.2 Cultuur, educatie en recreatie wordt een artikel toegevoegd, dat komt te luiden:

 

Artikel 16 Exploitatie monumentale molens

  • 1.

    Het college kan subsidie verstrekken voor de exploitatie van monumentale molens binnen de gemeentegrenzen van Westland.

  • 2.

    De subsidie wordt verstrekt aan stichtingen die molens met een rijksmonumentale status beheren

  • 3.

    Het college stelt per kalenderjaar een subsidieplafond vast.

  • 4.

    Wanneer de ingediende aanvragen het subsidieplafond overschrijden, wordt de subsidie naar rato verdeeld over alle complete aanvragen.

C. Artikel 6 van paragraaf 2.3 Zorg en Welzijn (Groepsgerichte ondersteuning aan kwetsbare senioren en hun mantelzorgers) vervalt.

 

D. Artikel 7, tweede lid, van paragraaf 2.3 Zorg en Welzijn komt te luiden:

  • 3.

    Het college stelt per kalenderjaar een subsidieplafond vast.

E. Artikel 8, eerste lid, van paragraaf 2.3 Zorg en Welzijn komt te luiden:

  • 1.

    Het college kan jaarlijks subsidies verstrekken voor activiteiten die bijdragen aan het realiseren van de doelstellingen zoals opgenomen in het vigerende sociaal beleidskader.

F. Artikel 10 van paragraaf 2.3 Zorg en Welzijn komt te luiden:

 

Artikel 10 Onderwijs en zorg

  • 1.

    Het college kan subsidies verstrekken voor het organiseren van de verbinding van onderwijs en jeugdzorg door middel van de inzet van verbindingsuren schoolmaatschappelijk werk in het voortgezet onderwijs in Westland.

  • 2.

    De subsidies worden verstrekt aan de scholen voor het voortgezet onderwijs in Westland die de verbinding van onderwijs en jeugdzorg organiseren door middel van de inzet van verbindingsuren schoolmaatschappelijk werk.

  • 3.

    Het college stelt per kalenderjaar een subsidieplafond vast.

  • 4.

    Indien het subsidieplafond overschreden dreigt te worden, geeft het college de voorkeur aan de organisaties die voldoen aan de in deze regels gestelde criteria en die naar het oordeel van het college de meest effectieve bijdrage leveren aan het bereiken van de beleidsdoelstelling van de gemeente.

G. Artikel 8 van paragraaf 2.4 Accommodaties scouting en sport komt te luiden:

 

Artikel 8 Beschikking op de aanvraag om subsidieverlening

  • 1.

    De beschikking op een aanvraag voor verlening van een investeringssubsidie sportaccommodaties en scoutinggebouwen wordt uiterlijk op 15 oktober voor aanvang van het jaar waarvoor de subsidie is aangevraagd, bekend gemaakt.

  • 2.

    Indien er sprake is van loting in de zin van artikel 7, tweede lid, wordt de beschikking op een aanvraag voor verlening uiterlijk 31 december voor aanvang van het jaar waarvoor de subsidie is aangevraagd, bekend gemaakt.

H. Artikel 10 van paragraaf 2.4 Accommodaties scouting en sport komt te luiden:

 

Artikel 10 Aanvang en duur activiteiten

  • 1.

    De activiteiten voor het realiseren of renoveren van een basisvoorziening dienen te starten in het jaar waarin de subsidie wordt aangevraagd of in het jaar waarvoor de subsidie is aangevraagd.

  • 2.

    De activiteiten worden uiterlijk 31 december van het kalenderjaar waarvoor de subsidie is aangevraagd afgerond.

  • 3.

    Bij zwaarwegende redenen kan het college uitstel verlenen op deze termijnen. De aanvrager moet hiervoor een schriftelijk verzoek indienen.

I. Aan artikel 7 van paragraaf 2.5 Jaarwisselingsfeesten wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende:

  • 5.

    Kosten voor de huur van lockers.

J. Artikel 3 van paragraaf 3.1 Sport komt te luiden:

 

Artikel 3 Schoolzwemmen gespecialiseerd onderwijs en speciaal basisonderwijs

  • 1.

    Het college kan subsidies verstrekken voor:

    • a.

      de kosten van schoolzwemmen en schoolzwemvervoer voor instellingen van (voortgezet) speciaal onderwijs;

    • b.

      de kosten van schoolzwemvervoer voor instellingen van speciaal basisonderwijs ten behoeve van leerlingen die extra zorg nodig hebben, nog geen zwemdiploma hebben en waarvan de ouders niet in staat zijn zwemlessen te financieren.

  • 2.

    Deze subsidie wordt verstrekt ten behoeve van maximaal 40 weken schoolzwemmen en schoolzwemvervoer. De hoogte van de subsidie wordt berekend op basis van de werkelijke kosten die gemaakt worden voor de inzet van een vervoermiddel voor groepsvervoer en voor het gebruik van het zwembad voor schoolzwemmen. Voor bepaling van de werkelijke kosten dient een offerte van een vervoersbedrijf te worden meegestuurd met de aanvraag, alsmede een berekening van de kosten voor het zwembad op basis van het aantal leerlingen.

  • 3.

    Het college stelt per kalenderjaar een subsidieplafond vast.

  • 4.

    Indien het subsidieplafond overschreden dreigt te worden, geeft het college de voorkeur aan de organisaties die voldoen aan de in deze regels gestelde criteria en die naar het oordeel van het college de meest effectieve bijdrage leveren aan het bereiken van de beleidsdoelstelling van de gemeente.

K. Artikel 5 van paragraaf 3.1 Sport komt te luiden:

 

Artikel 5 Subsidies Topsport Westland

  • 1.

    Het college kan subsidies verstrekken voor:

    • a.

      deelname van Westlandse topsportverenigingen aan internationale kampioenschappen en competities;

    • b.

      de organisatie van topsportevenementen;

    • c.

      de ondersteuning van Westlandse topsporttalenten.

  • 2.

    De subsidies zoals genoemd in lid 1 onder c worden alleen verleend aan Westlandse topsporters die in bezit zijn van een status van NOC*NSF. De subsidie bedraagt maximaal € 1.000 per jaar en wordt per topsporter ten hoogste eenmaal per jaar verleend met een maximum van drie jaar. De activiteiten waarvoor subsidie wordt verleend dienen een aantoonbare bijdrage te leveren aan de sportontwikkeling naar een hoger (inter)nationaal niveau. Aan het verlenen van de subsidie wordt de voorwaarde verbonden dat een tegenprestatie wordt verleend.

  • 3.

    De subsidie mag niet kostendekkend zijn. Daarom moet er aantoonbaar sprake zijn van een bijdrage van de aanvrager zelf of derden.

  • 4.

    De subsidies zoals genoemd in het eerste lid kunnen gedurende het gehele jaar worden aangevraagd.

  • 5.

    Het college stelt per kalenderjaar een subsidieplafond vast.

  • 6.

    Indien het subsidieplafond overschreden dreigt te worden, geeft het college de voorkeur aan de complete aanvragen die voldoen aan de in deze regels gestelde criteria en die naar het oordeel van het college de meest effectieve bijdrage leveren aan het bereiken van de beleidsdoelstelling van de gemeente.

L. Artikel 1 van paragraaf 4.1 Peuteropvang komt te luiden:

 

Artikel 1 Subsidiabele activiteiten peuteropvang

Voor de opvang van peuters kan een subsidie worden verstrekt.

 

M. In artikel 3 van paragraaf 4.1 Peuteropvang worden de onderdelen 1 tot en met 4 geletterd a tot en met d.

 

N. Artikel 5, eerste lid, van paragraaf 4.1 Peuteropvang komt als volgt te luiden:

  • 1.

    De maximale hoogte van het subsidiebedrag per kind per uur wordt jaarlijks door het college vastgesteld. De hoogte van de subsidie is mede afhankelijk van het feit of de ouders kinderopvangtoeslag op grond van de Wet kinderopvang kunnen verkrijgen.

O. Artikel 2, eerste lid van paragraaf 4.2 Peuteropvang komt als volgt te luiden:

Aanvragers kunnen een aanvraag kindgebonden financiering VVE indienen voor maximaal 16 uur per doelgroepkind per week.

 

P. De eerste volzin van artikel 2, derde lid, van paragraaf 4.2 Peuteropvang komt als volgt te luiden:

De subsidie per doelgroepkind (zowel op de gesubsidieerde peuteropvang als vallend onder de Wet Kinderopvang) wordt jaarlijks door het college vastgesteld.

 

Q. Aan artikel 7 van paragraaf 4.2 Peuteropvang wordt een nieuw lid toegevoegd, dat luidt:

  • 4.

    Het college stelt per kalenderjaar een subsidieplafond vast. Wanneer de ingediende aanvragen het subsidieplafond overschrijden, wordt de subsidie naar rato verdeeld over alle complete aanvragen.

R. Aan paragraaf 4.3 Primair onderwijs wordt een artikel toegevoegd dat komt te luiden:

 

Artikel 2 Buitenschoolse opvang speciaal basisonderwijs

  • 1.

    Het college kan subsidie verstrekken voor het aanbieden van buitenschoolse opvang voor kinderen van het speciaal basisonderwijs waarvoor het reguliere aanbod buitenschoolse opvang niet voldoende is. De subsidie is bedoeld voor de inzet van extra, HBO-geschoold personeel op de betreffende groepen.

  • 2.

    Subsidie wordt verstrekt voor maximaal twee groepen per jaar en als aan de onderstaande voorwaarden is voldaan:

    • a.

      Het betreft kinderen in de leeftijd van 4 tot 13 jaar.

    • b.

      De opvang wordt geboden in samenwerking met het speciaal basisonderwijs.

  • 3.

    Het college stelt per kalenderjaar een subsidieplafond vast.

  • 4.

    Indien het subsidieplafond overschreden dreigt te worden, geeft het college de voorkeur aan de organisaties die voldoen aan de in deze regels gestelde criteria en die naar het oordeel van het college de meest effectieve bijdrage leveren aan het bereiken van de beleidsdoelstellingen van de gemeente.

S. Aan hoofdstuk 4 Educatie en Ontwikkeling wordt een paragraaf toegevoegd, die komt te luiden:

 

4.4 Lokale Educatieve Agenda

 

Subsidieregeling Lokale Educatieve Agenda Westland

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • -

    ASV: Algemene subsidieverordening Westland 2024;

  • -

    project: project dat onderdeel uitmaakt van het Programma Lokale Educatieve Agenda Westland en is opgenomen in de projectenlijst daarvan;

  • -

    Lokale Educatieve Agenda Westland: een samenwerking van Gemeente Westland, besturen van de kinderopvang, schoolbesturen van het primair en voortgezet onderwijs, het Sociaal Kernteam (SKT), samenwerkingsverbanden voor het passende onderwijs SPOW (PO) en SWV Westland (vo) met als doel dat alle kinderen in het Westland de kans krijgen om hun talenten te ontwikkelen en volwaardig kunnen meedoen in onze samenleving, nu en in de toekomst.

Artikel 2 Doel van de regeling

Het doel van deze regeling is om de onderwijskwaliteit in de gemeente Westland te versterken door projecten uit te voeren die ervoor zorgen dat elk kind zich optimaal kan ontwikkelen op zijn eigen niveau en in zijn eigen omgeving. Daarnaast richt de regeling zich erop dat kinderen en jongeren passende ondersteuning ontvangen op de locatie waar zij naar de kinderopvang of school gaan.

 

Artikel 3 Subsidiabele activiteiten

Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten die deel uitmaken van de thema’s die zijn opgenomen in de Lokale Educatieve Agenda Westland. Het betreft de volgende thema’s:

  • 1.

    Normaliseren als instrument om zoveel mogelijk leerlingen deel te laten nemen aan regulier onderwijs;

  • 2.

    Versterken samenwerking, zowel op bestuurs- als op andere niveaus.

  • 3.

    Preventiever werken in het VO om zo het aanbod beter afstemmen op leerlingen, sneller uitdagingen op te lossen, jeugdhulp te verminderen, en uitval beperken.

  • 4.

    Preventieve Taalaanpak: verminderen van taalachterstanden en bevordering van taalontwikkeling bij laagtaalvaardige leerlingen en ouders

  • 5.

    Kinderopvang en school als vind- en werkplaats: uitdagingen bij kinderen en hun gezinnen opsporen en voorkomen.

Artikel 4 Subsidieontvanger

Subsidie als bedoeld in artikel 3 wordt uitsluitend verstrekt aan een rechtspersoon.

 

Artikel 5 Subsidieplafond en verdeling

  • 1.

    Het subsidieplafond voor de activiteiten zoals bedoeld in artikel 3, bedraagt € 1.000.000,- gedurende de looptijd van deze subsidieregeling.

  • 2.

    Het bedrag dat beschikbaar is voor de te verstrekken subsidies, wordt over complete aanvragen verdeeld op volgorde van datum van binnenkomst.

Artikel 6 Aanvraagvereisten en aanvraagtermijn

  • 1.

    In afwijking van de artikelen 10 en 11 van de ASV dient bij het aanvraagformulier te worden overgelegd:

    • a.

      een project- of activiteitenplan aan de hand van het vastgestelde format: projectcanvas;

    • b.

      een begroting die inzicht geeft in de voorziene kosten.

  • 2.

    Subsidies kunnen in afwijking van artikel 12 van de ASV gedurende het gehele jaar worden aangevraagd.

Artikel 7 Subsidiabele kosten

Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie komen uitsluitend de volgende kosten voor subsidie in aanmerking:

  • a.

    kosten voor de projectorganisatie en communicatie;

  • b.

    kosten ter uitvoering van de activiteit;

  • c.

    een uurtarief voor eigen personeel tot maximaal € 60,- per uur, ongeacht de daadwerkelijke kosten.

Artikel 8 Weigeringsgronden

In aanvulling op artikel 14 van de ASV wordt subsidie geheel of gedeeltelijk geweigerd indien:

  • a.

    er reeds subsidie is verstrekt voor de activiteiten;

  • b.

    de activiteiten geen onderdeel zijn van één van de 5 beschreven thema’s uit de Lokaal Educatieve Agenda.

  • c.

    de activiteiten onvoldoende bijdragen aan de doelstelling van deze regeling;

  • d.

    de activiteiten fundamenteel onderzoek betreffen;

  • e.

    de activiteiten reeds zijn aangevangen;

  • f.

    de aanvraag niet kan voldoen aan de subsidieverplichtingen zoals beschreven in artikel 9 van deze subsidieregeling;

  • g.

    de activiteiten geen onderdeel zijn van een project dat op de projectenlijst LEA staat;

  • h.

    de activiteiten niet zijn beschreven volgens het vastgestelde projectcanvas.

Artikel 9 Subsidieverplichtingen

Aan de subsidieontvanger worden in aanvulling op artikel 18 van de ASV de volgende verplichtingen opgelegd:

  • a.

    de activiteit moet starten binnen drie maanden na de datum van subsidieverlening;

  • b.

    de activiteit moet binnen drie jaar na subsidieverlening gerealiseerd zijn;

  • c.

    de activiteiten moeten worden uitgevoerd conform het projectplan.

Artikel 10 Bevoorschotting en betaling

Het voorschot bedraagt 80% van het verleende bedrag.

 

Toelichting

 

Algemeen

De Lokale Educatieve Agenda (LEA) Westland is de ontwikkel- en samenwerkingsagenda van de gemeente Westland, kinderopvang, onderwijs en betrokken partners. De Wet op het Onderwijsachterstandenbeleid verplicht een gezamenlijke visie en uitvoeringsprogramma: de LEA. Deze dient als instrument voor gemeenten, schoolbesturen en partners om afspraken te maken over onderwijs- en jeugdbeleid en om een divers en kwalitatief onderwijsaanbod te waarborgen.

 

Het hoofddoel is het versterken van de onderwijskwaliteit, zodat elk kind zich optimaal kan ontwikkelen en passende ondersteuning krijgt en om kinderen in Westland de kans te geven hun talenten te ontwikkelen en volwaardig deel te nemen aan de samenleving, met een focus op het verminderen van ongelijkheid.

 

Lokale Educatieve Agenda Westland

Het bestuurlijk overleg Lokale Educatieve Agenda Westland maakt deel uit van het BOLOK-overleg (Bestuursoverleg Lokaal Onderwijs en Kinderopvang) en bestaat uit de wethouders van onderwijs en sociaal domein, en bestuurders van kinderopvang, PO en VO, die beslissingsbevoegdheid hebben.

 

Het BOLOK heeft het programmateam VO en KO/PO aangewezen om te bepalen welke projecten en activiteiten binnen de vastgestelde thema’s passen. Via de ambtelijk secretaris van het programmateam kunnen projectideeën en -voorstellen aan het programmateam worden voorgelegd aan de hand van het vastgestelde projectcanvas. Na goedkeuring voegt het programmateam het project toe aan de projectenlijst LEA. Indien het project niet op de projectenlijst staat kan er geen subsidie worden verstrekt.

 

In de gemeentelijke begroting 2025-2026 is € 1.000.000,- beschikbaar gesteld. Voor een gemeentelijke bijdrage aan de projecten kan een aanvraag voor subsidie worden ingediend via deze subsidieregeling.

 

Artikel 1

Het doel van deze regeling is om de onderwijskwaliteit in de gemeente Westland te versterken door activiteiten uit te voeren die ervoor zorgen dat elk kind zich optimaal kan ontwikkelen op zijn eigen niveau en in zijn eigen omgeving. Daarnaast richt de regeling zich erop dat kinderen en jongeren passende ondersteuning ontvangen op de locatie waar zij naar de kinderopvang of school gaan.

 

In de Lokale Educatieve Agenda Westland zijn de volgende thema’s bepaald:

  • A.

    Normaliseren als instrument om zoveel mogelijk leerlingen deel te laten nemen aan regulier onderwijs;

  • B.

    Versterken samenwerking, zowel op bestuurs- als op andere niveaus.

  • C.

    Preventiever werken in het VO om zo het aanbod beter afstemmen op leerlingen, sneller uitdagingen op te lossen, jeugdhulp te verminderen, en uitval beperken.

  • D.

    Preventieve Taalaanpak: Verminderen van taalachterstanden en bevordering van taalontwikkeling bij laagtaalvaardige leerlingen en ouders

  • E.

    Kinderopvang en school als vind- en werkplaats: Uitdagingen bij kinderen en hun gezinnen opsporen en voorkomen.

Het bestuurlijk overleg LEA kan echter besluiten de prioritering te wijzigen en andere thema’s vast te stellen door het jaarplan LEA aan te passen, dat jaarlijks door het BOLOK wordt opgesteld.

 

Artikel 2

Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt voor activiteiten die aansluiten bij bovenstaande thema’s. De activiteiten moeten door het programmateam zijn goedgekeurd, waarna het programmateam het project toevoegt aan de projectenlijst LEA. Indien het project niet op de projectenlijst staat kan er geen subsidie worden verstrekt.

 

Artikel 5

Lid 1: Voor de uitvoering van de Lokale Educatieve Agenda Westland is in de begroting in totaal € 1.000.000,- opgenomen.

 

Artikel 8

Onderdeel e: Subsidie wordt geheel of gedeeltelijk geweigerd indien de subsidieaanvrager reeds begonnen is met de uitvoering van de subsidiabele activiteiten. Vaak maken de subsidiabele activiteiten onderdeel uit van een groter project. Het is dan geen probleem dat er al een start is gemaakt met het gehele project. Dit onderdeel ziet met name op de activiteiten waar subsidie voor wordt aangevraagd. Het is noodzakelijk dat de subsidieaanvrager niet is gestart met deze activiteiten voordat zij een aanvraag hebben gedaan om toegevoegd te worden aan de projectenlijst LEA.

 

Artikel 9

Om ervoor te zorgen dat subsidie effectief wordt ingezet, is het noodzakelijk dat subsidie wordt verstrekt aan projecten die binnen een redelijke termijn kunnen starten met de uitvoering. In dit artikel is de redelijke termijn gezet op drie maanden na subsidieverlening.

 

T. In artikel 12, eerste lid van paragraaf 5.2 Transformatiefonds wordt het zinsdeel ‘uit de gespecificeerde begroting blijkt dat een gemeentelijke subsidie niet noodzakelijk is voor het uitvoeren van de activiteit(en).’ geletterd als onderdeel g.

 

U. Aan hoofdstuk 5 Economie en Ruimte wordt een paragraaf toegevoegd, die komt te luiden:

 

5.4 Agenda BIZ

 

Subsidieregeling Agenda BIZ

 

Artikel 1 Begripsbepaling

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    project: een activiteit met een aanvangsdatum en een einddatum, dat als oogmerk heeft een bijdrage te leveren aan het versterken van aantrekkelijke winkelcentra in de Westlandse dorpscentra, waarvoor subsidie wordt aangevraagd;

  • b.

    BIZ: bedrijfsinvesteringszone

  • c.

    winkelcentrum: een eenduidig gebied in de dorpscentra van de Westlandse dorpskernen waar detailhandel is geconcentreerd;

  • d.

    dorpscentra van de Westlandse dorpskernen: het centrum van de in Westland gelegen dorpskernen, te weten: De Lier, ’s-Gravenzande, Honselersdijk, Kwintsheul, Maasdijk, Monster, Naaldwijk, Poeldijk en Wateringen.

Artikel 2 Doel

Het doel van de subsidieregeling is het versterken van aantrekkelijke winkelcentra in de Westlandse dorpscentra.

 

Artikel 3 Subsidiabele activiteiten

Subsidie kan worden verleend ten behoeve van:

  • a.

    Onderzoek, gericht op versterking van de winkelcentra;

  • b.

    Uitvoering van projecten, gericht op versterking van de winkelcentra.

Artikel 4 Subsidiabele kosten

Subsidie wordt alleen verstrekt voor kosten die direct kunnen worden toegerekend aan de subsidiabele activiteiten.

 

Artikel 5 Subsidieplafond

  • 1.

    Het college stelt per kalenderjaar een subsidieplafond vast.

  • 2.

    Het college kan besluiten het subsidieplafond aan te passen.

Artikel 6 Subsidiehoogte

  • 1.

    De hoogte van de subsidie ten behoeve van de tegemoetkoming in onderzoekskosten, gericht op versterking van de winkelcentra, zoals genoemd in artikel 3 onder a van deze subsidieregeling, bedraagt maximaal € 2.500.

  • 2.

    De hoogte van de subsidie ten behoeve van de tegemoetkoming in uitvoering van projecten, gericht op versterking van de winkelcentra, zoals genoemd in artikel 3 onder b van deze subsidieregeling, bedraagt maximaal € 2.500.

  • 3.

    De ondergrens voor een subsidieaanvraag is € 1.000.

Artikel 7 De aanvrager

De subsidie kan voor de subsidiabele activiteiten van artikel 3 worden aangevraagd door een BIZ-vereniging die actief is binnen een winkelgebied in de gemeente Westland.

 

Artikel 8 Bij de aanvraag in te dienen gegevens

De aanvraag bevat:

  • a.

    eventuele co-financieringsverklaringen van de co-financiers;

  • b.

    een toelichting op de wijze waarop en de mate waarin de activiteit waarvoor subsidie wordt gevraagd een bijdrage levert aan de doelstelling van de subsidie;

  • c.

    een gespecificeerde begroting, die inzicht geeft in de geraamde kosten voor zover deze betrekking hebben op de activiteit waarvoor subsidie wordt gevraagd;

  • d.

    een tijdsplanning waaruit blijkt dat de activiteit waarvoor subsidie wordt gevraagd binnen 6 maanden wordt aangevangen en binnen 1 jaar is uitgevoerd.

Artikel 9 Toekenningscriteria

  • 1.

    Een subsidie voor de subsidiabele activiteiten genoemd in artikel 3 kan gedurende het gehele jaar worden aangevraagd. Aanvragen worden in volgorde van binnenkomst behandeld. De datum waarop de aanvraag volledig is, geldt als de datum van binnenkomst.

  • 2.

    De activiteiten komen enkel in aanmerking voor subsidie, als de activiteiten een bijdrage leveren aan het versterken van aantrekkelijke winkelcentra met een maximum van drie aanvragen per BIZ per jaar en tot een maximum van € 10.000 per jaar.

Artikel 10 Weigeringsgronden en buiten behandelingstelling

  • 1.

    Subsidie kan worden afgewezen, indien sprake is van één of meer van de volgende omstandigheden:

    • a.

      de activiteiten uit de aanvraag dragen niet of onvoldoende bij aan de doelstellingen of de effectiviteit en de impact van de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd staan niet in verhouding tot de hoogte van de gevraagde subsidie;

    • b.

      de aanvrager voldoet niet aan de voorwaarden die in deze subsidieregeling zijn gesteld om voor een financiële bijdrage in aanmerking te komen;

    • c.

      de activiteiten waarvoor de aanvraag wordt ingediend worden niet uitgevoerd binnen de gemeentegrenzen van Westland;

    • d.

      het subsidieplafond is bereikt;

    • e.

      de activiteit in strijd is met gemeentelijk beleid, verordeningen en/of bestemmingsplannen en waarbij door middel van een procedure geen medewerking kan worden verleend aan afwijking van de betreffende strijdigheid;

    • f.

      uit de gespecificeerde begroting blijkt dat een gemeentelijke subsidie niet noodzakelijk is voor het uitvoeren van de activiteit(en).

  • 2.

    Een aanvraag voor eenzelfde project, die eerder op inhoudelijke gronden is afgewezen, wordt niet meer in behandeling genomen, tenzij de inhoud van de aanvraag substantieel is gewijzigd en de aanvrager hiervan melding maakt.

V. In de tabel in bijlage 2 wordt onder het kopje ‘Uitgesloten’ eenmaal de opties ‘Regulier onderhoud (niet zijnde renovatie)’ en ‘Meubilair en inrichting’ verwijderd.

Artikel II  

Voor de onderstaande subsidiemogelijkheden worden de subsidieplafonds voor 2025 als volgt vastgesteld:

  • Toegankelijk erfgoed

    € 16.000

    Exploitatie monumentale molens

    € 15.743

    Subsidieregeling Agenda BIZ

    € 50.000

     

Wijze van verdeling: De verdeling vindt plaats conform de in de Nadere subsidieregels Westland vastgestelde wijze van verdeling.

Artikel III  

Het subsidieplafond voor de Subsidieregeling Lokale Educatieve Agenda Westland wordt vastgesteld op € 1.000.000,- voor de gehele looptijd van de regeling, te weten de kalenderjaren 2025 en 2026.

 

Vaststelling van het subsidieplafond voor de Subsidieregeling Lokale Educatieve Agenda Westland vindt plaats onder voorbehoud van vaststelling van de begroting 2026 door de gemeenteraad Westland.

 

Wijze van verdeling: De verdeling vindt plaats conform de in de Subsidieregeling Lokale Educatieve Agenda Westland vastgestelde wijze van verdeling.

Artikel IV  

Het subsidieplafond voor het kalenderjaar 2025 voor de Subsidieregeling vrijetijdskunst Westland wordt vastgesteld op € 100.000,-.

 

Wijze van verdeling: De verdeling vindt plaats conform de in de Subsidieregeling vrijetijdskunst Westland vastgestelde wijze van verdeling.

Artikel V  

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2025.

Artikel VI  

Onderdeel S van dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2025. Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2027, maar blijft van toepassing op aanvragen om subsidie die voor die datum zijn ingediend.

Artikel VII  

Dit besluit wordt aangehaald als: Derde wijzigingsregeling Nadere subsidieregels gemeente Westland.

Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders d.d. 3 december 2024,

de secretaris,

M.L.M. Weerts

de burgemeester,

B.R. Arends

Naar boven