Verordening op de rekenkamer Deurne 2024

DE RAAD VAN DE GEMEENTE DEURNE

 

gezien het voorstel van het presidium van 2 december 2024;

 

gelet op de artikelen 81a van de Gemeentewet;

 

BESLUIT

 

vast te stellen de

 

Verordening op de rekenkamer Deurne 2024

 

PARAGRAAF 1: BEGRIPSBEPALINGEN

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Rekenkamer: de rekenkamer die is ingesteld bij besluit van de gemeenteraad en ten doel heeft om door middel van beleidsevaluaties en doelmatigheidsonderzoeksresultaten een bijdrage te leveren aan de doeltreffendheid van het beoogde beleid, alsmede de doelmatige voorbereiding en uitvoering daarvan;

  • b.

    Rekeningcommissie: financiële commissie die overleg voert en aanspreekpunt is voor de gemeentelijke rekenkamer;

  • c.

    Directeur: de directeur van de rekenkamer;

  • d.

    Doelmatigheid en efficiëntie: het streven om met een zo beperkt mogelijke inzet van de beschikbare middelen het gewenste resultaat te bereiken;

  • e.

    Doeltreffendheid en effectiviteit: de mate waarin een organisatie erin slaagt met de geleverde prestaties de gestelde doelen of de gewenste maatschappelijke effecten te bereiken;

  • f.

    Raad: de gemeenteraad van de gemeente Deurne;

  • g.

    College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Deurne;

  • h.

    Rechtmatigheid: de lasten, de baten en balansmutaties die in overeenstemming zijn met de begroting en de van toepassing zijnde wettelijke regelgeving waaronder de gemeentelijke verordeningen;

  • i.

    Klankbordgroep: (een afvaardiging van) de rekeningcommissie die mede is opgericht om, alvorens de directeur van de rekenkamer de onderzoeksagenda vaststelt, mee in overleg te treden.

PARAGRAAF 2: DE TAAK, SAMENSTELLING EN HET LIDMAATSCHAP VAN DE REKENKAMER

Artikel 2 Rekenkamer

  • 1.

    De raad stelt een gemeentelijke rekenkamer in als bedoeld in artikel 81a van de Gemeentewet.

  • 2.

    Voor de invulling van de bezetting van de rekenkamer is gekozen voor het zogeheten directeursmodel.

    Dit houdt in dat de bezetting van de rekenkamer wordt geselecteerd via een aanbesteding aan een ter zake deskundig bureau dat hiervoor medewerkers aan de gemeente ter beschikking stelt welke door de gemeenteraad als leden van de rekenkamer worden benoemd. Het geselecteerde bureau ziet er op toe dat zijn medewerkers in de hoedanigheid van lid van de rekenkamer hun functie uitoefenen overeenkomstig de door het bureau met de gemeente gesloten overeenkomst. Hiervoor ontvangt het bureau overeengekomen vergoedingen tot een maximaal overeengekomen budget. De vergoeding welke de leden conform art. 81k van de Gemeentewet ontvangen, wordt aan het bureau betaald en het bureau draagt op zijn beurt zorg voor uitbetaling van de vergoeding aan de leden (haar medewerkers).

  • 3.

    Het aanbestedingsproces wordt - met instemming van het college - als volgt doorlopen:

    • a.

      Het college mandateert het opstellen van de aanbestedingsdocumenten, het doorlopen van de aanbestedingsprocedure, het uitbrengen van het gunningsadvies, het nemen van het gunningsbesluit (het besluit tot het aangaan van de overeenkomst) aan de griffier van de gemeente Deurne en de nakoming vorderen overeenkomst;

    • b.

      De griffier stelt de aanbestedingsstukken op en legt deze ter goedkeuring voor aan de rekeningcommissie;

    • c.

      De griffier verzorgt de aanbesteding conform de door rekeningcommissie goedgekeurde aanbestedingsdocumenten, hierbij stelt hij een aanbestedingscommissie samen, bestaande uit hemzelf, de voorzitter en ten minste 2 overige leden uit de Rekeningcommissie en 1 door de gemeentesecretaris aan te wijzen lid van het ambtelijk apparaat. Het voorzitterschap van deze aanbestedingscommissie wordt ingevuld door de voorzitter van de rekeningcommissie;

    • d.

      De aanbestedingscommissie stelt het gunningsadvies op;

    • e.

      De griffier besluit namens het college tot gunning conform het aanbestedingsadvies van de aanbestedingscommissie en stelt het college in kennis van het genomen besluit;

    • f.

      De burgemeester ondertekent de overeenkomst met de winnende inschrijver;

    • g.

      De gemeenteraad benoemt de leden van de rekenkamer als opgenomen in de overeenkomst met de winnende inschrijver.

Artikel 3 Klankbordgroep

  • 1.

    Er is een klankbordgroep voor de rekenkamer.

  • 2.

    De klankbordgroep wordt vormgegeven door de rekeningcommissie.

Artikel 4 Taak van de rekenkamer

De rekenkamer voert onderzoek uit naar de (maatschappelijke) effecten van het gemeentelijk beleid en naar de doelmatigheid, doeltreffendheid en rechtmatigheid van het gemeentelijke beleid.

Artikel 5 Samenstelling rekenkamer

  • 1.

    De rekenkamer heeft twee leden die door de raad met inachtneming van het bepaalde in artikel 2 lid 3 van buiten de kring van zijn leden worden benoemd voor een periode van zes kalenderjaren. De raad wijst daarbij een directeur en een plaatsvervangend directeur aan.

  • 2.

    Aan de gemeentelijke rekenkamer wordt leidinggegeven door de directeur rekenkamer,

  • 3.

    Zowel de directeur als de plaatsvervangend directeur kunnen maximaal 1 keer worden herbenoemd voor een periode van zes kalenderjaren.

  • 4.

    De directeur draagt zorg voor het goed functioneren van de rekenkamer overeenkomstig deze verordening en met inachtneming van het bepaalde in de Gemeentewet

  • 5.

    De directeur rekenkamer is in de uitoefening van zijn functie niet ondergeschikt aan de raad, het college van burgemeester en wethouders of enig ander gemeentelijk gezag.

Artikel 6 Verboden handelingen

  • 1.

    Het is de directeur of plaatsvervangend directeur verboden de handelingen te verrichten als bedoeld in artikel 15 van de Gemeentewet.

  • 2.

    De directeur of de plaatsvervangend directeur is niet werkzaam bij een bedrijf dat opdrachten uitvoert in opdracht van de gemeente anders dan de opdracht voortkomend uit de in artikel 2 beschreven aanbestedingsprocedure, of bij een door de gemeente gesubsidieerde instelling, dan wel heeft geen andere (neven)betrekkingen die de onafhankelijke positie ten aanzien van de gemeente zouden kunnen schaden.

  • 3.

    De directeur en plaatsvervangend directeur overleggen aan de raad elk half jaar een lijst met daarin opgenomen de nevenfuncties die zij op dat moment vervullen.

  • 4.

    De raad kan, gehoord de directeur of plaatsvervangend directeur, een directeur of plaatsvervangend directeur die heeft gehandeld in strijd met het bepaalde in dit artikel van zijn functie ontslaan.

     

PARAGRAAF 3: DE WERKWIJZE VAN DE REKENKAMER

Artikel 7 Onderwerpen voor en beslissing tot het uitvoeren van onderzoek

  • 1.

    De directeur van de rekenkamer kiest zelf de onderwerpen voor onderzoek, formuleert de probleemstelling en de onderzoeksvragen en stelt de onderzoeksopzet vast.

  • 2.

    De onderwerpen van onderzoek worden jaarlijks vóór 1 november voorafgaand aan het jaar waarin deze worden uitgevoerd als onderzoeksprogramma ter kennisname aan de raad voorgelegd. Daarnaast informeert de rekenkamer het college over de gekozen onderwerpen.

  • 3.

    De directeur van de rekenkamer overlegt jaarlijks, voorafgaand aan het vaststellen van het onderzoeksprogramma, met de klankbordgroep.

  • 4.

    De onderzoeksopzet bevat een planning waaruit ook blijkt wanneer de inzet van (medewerkers van) de in artikel 8 genoemde betrokken (gemeente)besturen en/of directies wordt gevraagd om de gevraagde documenten te leveren, inlichtingen te verschaffen en eventuele vragen te beantwoorden.

  • 5.

    De directeur pleegt ten aanzien van de haalbaarheid van het in het vierde lid genoemde onderdeel van de planning overleg met de (vertegenwoordigers van) de betreffende (gemeente)besturen en directies. Daarbij is het doel om consensus te bereiken over de planning.

  • 6.

    De definitieve planning wordt door de rekenkamer uiterlijk 6 weken voor de start van het onderzoek toegezonden aan de betreffende (gemeente)besturen en directies.

  • 7.

    De onderzoeksopzet wordt door de rekenkamer rechtstreeks ter kennisneming voorgelegd aan de gemeenteraad uiterlijk 6 weken voor de start van het onderzoek.

  • 8.

    Bij de selectie van onderwerpen dient de rekenkamer de volgende criteria te hanteren:

    • a.

      Het onderzoek moet betrekking hebben op de doelmatigheid, doeltreffendheid of rechtmatigheid van beleid;

    • b.

      er moet sprake zijn van een substantieel belang;

    • c.

      het onderzoek moet het door de gemeente te beïnvloeden beleid betreffen;

    • d.

      er moet sprake zijn van enige evenwichtige spreiding over de gemeentelijke beleidsterreinen in de opvolgende onderzoeken;

    • e.

      de resultaten moeten communiceerbaar zijn naar de bevolking.

Artikel 8 Uitvoering van het onderzoek en rapportage

  • 1.

    De rekenkamer is belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering van het onderzoek volgens de door haar vastgestelde onderzoeksopzet met inachtneming van de daarin opgenomen planning.

  • 2.

    De rekenkamer beoordeelt of het wenselijk is de raad tussentijds te informeren.

  • 3.

    De rekenkamer onderzoekt in beslotenheid, haar rapporten zijn openbaar. De rekenkamer kan openbare informatieve vergaderingen beleggen.

  • 4.

    De rekenkamer stelt betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn die ten minste vier weken bedraagt, hun zienswijze op het feitenonderzoek aan de rekenkamer kenbaar te maken. Deze termijn kan op verzoek van betrokkene, of diens plaatsvervanger, worden verlengd. Betrokkenen zijn degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De rekenkamer bepaalt wie verder als betrokkenen worden aangemerkt.

  • 5.

    Na de ambtelijke hoor en wederhoor ten aanzien van de feiten zoals bedoeld in het vorige lid formuleert de rekenkamer haar conclusies en aanbevelingen in een nota.

  • 6.

    De rekenkamer stelt het college in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn die ten minste vier weken bedraagt, hun zienswijze op het onderzoek en de nota aan de rekenkamer kenbaar te maken.

  • 7.

    Na vaststelling door de rekenkamer worden het onderzoeksrapport en de nota met conclusies en aanbevelingen zo spoedig mogelijk aan de raad aangeboden. Hierbij worden de ambtelijke en bestuurlijke reacties gevoegd. De raad bespreekt de onderzoeksresultaten op basis van het rapport en de nota met conclusies en aanbevelingen. De raad stelt de eindconclusies en aanbevelingen vast.

  • 8.

    De reactietermijnen worden verlengd met het aantal wettelijke feestdagen dat binnen de reactietermijnen valt alsook met het aantal dagen van de reactietermijnen dat valt binnen de schoolvakanties van de schoolvakantieregio waarbinnen de gemeente Deurne is gelegen (ten tijde van de vaststelling van deze verordening is de gemeente Deurne ingedeeld in de regio zuid).

     

PARAGRAAF 4: VERPLICHTINGEN VAN COLLEGE TOT RAPPORTAGE EN MONITORING AANBEVELINGEN

Artikel 9 Verplichting van college tot rapportage en monitoring aanbevelingen

  • 1.

    Het college zendt de raad jaarlijks in december een overzicht van de aan het college gedane aanbevelingen voortkomend uit de in het voorgaande jaar opgeleverde onderzoeken van de rekenkamer, vergezeld van zijn standpunt daaromtrent en van de wijze waarop aan de aanbevelingen vervolg is gegeven.

  • 2.

    De griffie verstrekt de raad jaarlijks in december een overzicht van de aan de raad gedane voorstellen en aanbevelingen van de rekenkamer welke door de raad zijn overgenomen.

  • 3.

    De voorstellen en aanbevelingen die door de raad zelf moeten worden uitgevoerd worden vergezeld van de wijze waarop aan de voorstellen vervolg wordt of is gegeven.

     

PARAGRAAF 5: DE ONDERSTEUNING VAN DE REKENKAMER

Artikel 10 Secretaris

  • 1.

    De rekenkamer heeft een secretaris.

  • 2.

    De plaatsvervangend rekenkamerdirecteur treedt op als secretaris.

Artikel 11 Onderzoeksmedewerkers

  • 1.

    De rekenkamer is bevoegd ten laste van het budget als bedoeld in paragraaf 6 (tijdelijk) onderzoeksmedewerkers aan te stellen.

  • 2.

    Onderzoeksmedewerkers kunnen, indien de rekenkamer hun daartoe de bevoegdheid toekent, alle informatie verzamelen die de rekenkamer in het belang van het onderzoek nodig acht; zij hebben een geheimhoudingsplicht met betrekking tot die informatie en zijn alleen verantwoording verschuldigd aan de rekenkamer.

  • 3.

    De rekenkamer is tevens bevoegd ten laste van het budget als bedoeld in artikel 13 externe deskundigen in te schakelen. Het hiervoor in lid 2 gestelde is op de externe deskundigen dienovereenkomstig van toepassing.

     

PARAGRAAF 6: DE KOSTEN EN EVALUATIE VAN DE REKENKAMER

Artikel 12 Budget

  • 1.

    De raad stelt jaarlijks bij de begroting een bedrag beschikbaar aan de rekenkamer.

  • 2.

    De rekenkamer is bevoegd binnen een aan haar bij de begroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken.

  • 3.

    Ten laste van het in het voorgaande lid bedoelde budget worden gebracht:

    • a.

      de kosten van de vergoeding van de directeur en plaatsvervangend directeur rekenkamer;

    • b.

      de kosten van onderzoeksmedewerkers;

    • c.

      de kosten van externe deskundigen die mogelijk door de rekenkamer zijn ingeschakeld;

    • d.

      de mogelijke overige uitgaven die de rekenkamer nodig oordeelt voor de uitvoering van haar taak.

Artikel 13 Vergoeding

De aan de leden van de rekenkamer te betalen vergoeding bedraagt voor de directeur (de voorzitter) en diens plaatsvervanger (overig lid) samen maximaal 15% van het totale onderzoeksbudget zoals dat jaarlijks in de begroting is opgenomen.

Artikel 14 Evaluatie

De raad evalueert het functioneren van de rekenkamer iedere drie jaar. Bij de evaluatie toetst de raad aan de volgende criteria:

  • a.

    keuze van de onderzoeksonderwerpen en het onderzoeksplan;

  • b.

    kwaliteit van het onderzoek (zoals leereffecten voor raad en college);

  • c.

    communicatie en competenties van de directeur;

  • d.

    functioneren van de klankbordgroep;

  • e.

    hoogte van het beschikbare onderzoeksbudget.

PARAGRAAF 7: SLOTBEPALINGEN

Artikel 15 Citeertitel: inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening op de Rekenkamer gemeente Deurne 2024”

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking op de dag na publicatie.

Artikel 16 Intrekking

De Verordening Rekenkamer Deurne 2022 wordt ingetrokken met de inwerkingtreding publicatie van deze verordening.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 10 december 2024.

De griffier,

R.J.C.M. Rutten

De voorzitter,

G.T. Buter

Naar boven