Gemeenteblad van Waalre
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Waalre | Gemeenteblad 2024, 523832 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Waalre | Gemeenteblad 2024, 523832 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Verordening precariobelasting gemeente Waalre 2025
Het recht genoemd in artikel 6 van deze verordening wordt geheven van degene, die de vereiste vergunning heeft verkregen, van de opvolger in die vergunning of van:
De precariobelasting wordt niet geheven ter zake van het hebben van:
particuliere werken of inrichtingen waarvan de belanghebbenden zich het recht bij overeenkomst hebben voorbehouden, alsmede in het geval dat de verplichting tot betaling van de rechten het gevolg zou zijn van een op verzoek of op bevel van het gemeentebestuur ingetreden wijziging van de bestaande toestand.
Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief
Wegens het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentewerken, bezittingen of inrichtingen en wegens het hebben van de navolgende goederen/zaken of voorwerpen onder, op of boven de openbare dienst bestemde gemeentegrond of voor de openbare dienst bestemd gemeentewater, wordt een recht geheven als volgt:
Het recht genoemd onder a. en b. wordt niet geheven, indien de aftappunten uitsluitend worden gebezigd voor eigen gebruik, mits de eigenaar en/of de gebruiker gedoogt, dat bij de aftappunten vanwege en op kosten van de gemeente het opschrift “uitsluitend voor eigen gebruik” wordt aangebracht. Onder in- of uitrit wordt verstaan: elk ten dienst van het perceel of erf met het oog op het rijverkeer speciaal aangebrachte verandering of versterking in de bedekking van de openbare grond.
Artikel 6 Berekening van de precariobelasting
bij de toepassing van de in de artikelen van deze verordening bepaalde tarieven voor een maand wordt in totaal per jaar niet meer geheven dan dat bij de toepassing van het tarief voor een jaar zou zijn verschuldigd bij open ruimten tussen op de grond geplaatste, neergelegde of opgetaste goederen/zaken, die aan de belastingplichtige toebehoren, wordt voor de berekening van het recht geacht door die goederen/zaken in gebruik te zijn genomen.
In de gevallen waarin de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, is het belastingtijdvak de periode waarvoor de vergunning is verleend, met dien verstande dat bij een kalenderjaaroverschrijdende geldigheidsduur van de vergunning het belastingtijdvak gelijk is aan het kalenderjaar.
Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt is de naar jaartarieven geheven precariobelasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde belasting als er in dat tijdvak, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de naar jaartarieven geheven precariobelasting voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde precariobelasting als er in dat tijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Voor voorwerpen en inrichtingen waarvoor het recht per jaar is vastgesteld en die in de loop van het jaar zijn verwijderd wordt, op een daartoe ingediend schriftelijk verzoek, ontheffing verleend over zoveel gedeelten als er nog volle kalenderkwartalen in het belastingjaar zijn.
Artikel 11 Termijn van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990, moeten de rechten worden betaald in één termijn, welke vervalt op de laatste dag van de tweede maand volgende op die van de dagtekening van het aanslagbiljet.
Artikel 13 Nadere regels door het college van burgemeesters en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.
De ‘Verordening Retributie en Precariobelasting 2024’ vastgesteld bij raadsbesluit van 12 december 2023, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 15 tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-523832.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.