VERORDENING AFVALSTOFFENHEFFING GEMEENTE WAALRE 2025

De raad van de gemeente Waalre;

 

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 29 oktober 2024, nr. 2024-86;

 

gelet op artikel 15.33 van de wet milieubeheer en de bepalingen van de Gemeentewet;

 

besluit:

 

vast te stellen de:

 

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing gemeente Waalre 2025;

Artikel 1 Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder ‘gebruik maken’: gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer.

Artikel 2 Aard van de belasting en belastbaar feit

  • 1.

    Onder de naam “afvalstoffenheffing” wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.

  • 2.

    De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens artikel 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 3. Voorwerp van de belasting

1. Voorwerp van de belasting is een perceel.

2. Als perceel wordt aangemerkt:

  • a. de onroerende zaak, bedoeld in artikel 16, onder a, c, d en f, van de Wet waardering onroerende zaken;

  • b. de roerende zaak, welke duurzaam aan een plaats gebonden is;

  • c. een gedeelte van een in onderdeel b bedoelde roerende zaak dat blijkens zijn indeling is bestemd om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt;

  • d. een samenstel van twee of meer in onderdeel b bedoelde roerende zaken of in onderdeel c bedoelde gedeelten daarvan die bij dezelfde belastingplichtige in gebruik zijn en die, naar de omstandigheden beoordeeld, bij elkaar behoren.

  • e. het binnen de gemeente gelegen deel van de in onderdeel b bedoelde roerende zaak, van een in onderdeel c bedoeld gedeelte daarvan of van een in onderdeel d bedoeld samenstel.

Artikel 4 Belastingplicht

De belasting wordt geheven van degene die al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolgde de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 6 Vermindering heffing bij medisch afval

  • 1.

    De belastingplichtige als bedoeld in artikel 4 kan in aanmerking komen voor vermindering van de belastingen als bedoeld in Hoofdstuk 1.2 van de in artikel 5 bedoelde tarieventabel, indien de belastingplichtige als gevolg van een chronische ziekte of handicap van personen die behoren tot zijn of haar huishouden, extra afval moeten aanbieden aan de gemeentelijke inzameldienst.

  • 2.

    Voor de in het eerste lid bedoelde vermindering bedraagt een maximum van 12 ledigingen per belastingjaar.

  • 3.

    De belastingplichtige die in aanmerking wil komen voor deze vermindering moet een daartoe strekkend schriftelijk verzoek indienen bij de gemeenteheffingsambtenaar; ‘KCC verzoek aantoonbaar chronische ziekte‘. Bij dit verzoek moet een schriftelijke verklaring van de huisarts of medisch specialist worden overgelegd, waaruit blijkt dat tengevolge van een chronische ziekte of handicap extra afval wordt aangeboden. In de jaren volgende op het jaar waarin het verzoek is gedaan wordt door middel van een verkort vragenformulier nagegaan of de terzake geregistreerde gegevens nog juist zijn.

  • 4.

    De berekening van de vermindering als bedoeld in de leden 1 en 2 vindt plaats na afloop van het belastingjaar.

  • 5.

    Er wordt slechts één vermindering per huishouden verleend.

Artikel 7 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 8 Wijze van heffing

  • 1.

    De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

  • 2.

    De belasting voor de milieustraat Veldhoven wordt geheven door middel van een mondelinge dan wel een schriftelijke gedagtekende kennisgeving. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

  •  

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing van de belasting voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4.

    De belasting bedoeld in hoofdstuk 1.1 en 1.2 van de in artikel 5 bedoelde tarieventabel is verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet een aanslag worden betaald in twee termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 2.

    In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 80,00, doch minder is dan € 5.000,00 en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in acht gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3.

    In afwijking van het gestelde in artikel 7 en artikel 8, lid 1 en 2 van deze verordening moet de belasting als bedoeld in artikel 5, lid 3 (op verzoek ophalen grof huishoudelijk afval), in zijn geheel worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 7, lid 2:

  • a.

    mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

  • b.

    schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 4.

    Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingswet 1990 met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete is het eerste lid van overeenkomstige toepassing.

  • 5.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 11 Kwijtschelding

  • 1.

    Kwijtschelding wordt alleen verleend voor de tarieven genoemd in hoofdstuk 1.1 van de in artikel 5 bedoelde tarieventabel.

  • 2.

    Indien men voor deze kwijtschelding in aanmerking komt, kan ook voor ledigingen van de 140 en 240 liter mini-container, genoemd in hoofdstuk 1.2.1 van de in artikel 5 bedoelde tarieventabel, kwijtschelding worden verleend tot een maximum van 8 ledigingen.

Artikel 12 Overgangsrecht

De “Verordening afvalstoffenheffing 2024” vastgesteld bij raadsbesluit van 12 december 2023 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang 1 januari 2025.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2025.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening afvalstoffenheffing gemeente Waalre 2025”.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Bijlage: Tarieventabel

 

Tarieventabel

Behorende bij de ‘Verordening afvalstoffenheffing 2025’

Hoofdstuk 1.1 Maatstaven en jaarlijkse tarieven afvalstoffenheffing

1.1.1 De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar gelet op artikel 9 van deze verordening:

1.1.1.1 als het perceel voor de afvalverwijdering is aangewezen op een verzamelcontainer: bij aanvang van de belastingplicht wordt gebruikt door één persoon € 162,00

1.1.1.2 als het perceel voor de afvalverwijdering is aangewezen op een verzamelcontainer: bij aanvang van de belastingplicht wordt gebruikt door een meerpersoonshuishouden € 270,00

1.1.1.3 als het perceel voor de afvalverwijdering is aangewezen op een mini-container: bij aanvang van de belastingplicht wordt gebruikt door één persoon € 128,00

1.1.1.4 als het perceel voor de afvalverwijdering is aangewezen op een mini-container: bij aanvang van de belastingplicht wordt gebruikt door een meerpersoonshuishouden € 188,00

Hoofdstuk 1.2 Maatstaven en overige tarieven afvalstoffenheffing

  • 1.

    Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1 lid 1.1.1.3 en 1.1.1.4 bedraagt de belasting per lediging:

    • 2.

      voor het ledigen van een 140 liter restafval container €8,75;

    • 3.

      voor het ledigen van een 240 liter restafval container €15,00.

Onverminderd het bepaalde in 1.2.1 bedraagt het tarief van de belasting voor het op verzoek ophalen van grof huishoudelijk afval bij een perceel:

  • 4.

    per 1 kubieke meter (m3 ) €55,00.

  • 5.

    Voor de berekening van de belasting wordt een gedeelte van de in hoofdstuk 1.2.1.4 genoemde eenheid van 1m3 als een volle eenheid aangemerkt.

  • 6.

    Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.2 bedraagt het tarief voor het:

  • 7.

    tussentijds omruilen van volumemaat van de restafvalcontainer per keer € 50,00.

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 10 december 2024.

De raad van de gemeente Waalre,

de griffier, de voorzitter,

W.A. Ernes M.F. Oosterveer

Naar boven