Verordening toeristenbelasting gemeente Waalre 2025

De raad van de gemeente Waalre;

 

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 29 oktober 2024, nr. 2024-86;

 

gelet op artikel 224 van de Gemeentewet;

 

besluit:

 

vast te stellen de:

Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2025 gemeente Waalre

 

Artikel 1 Belastbaar feit

Onder de naam 'toeristenbelasting' wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen zijn ingeschreven.

Artikel 2 Belastingplicht

De belasting wordt geheven:

  • 1.

    Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 1.

  • 2.

    De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene die verblijf houdt als bedoeld in artikel 1.

  • 3.

    Als er geen persoon is aan te wijzen die gelegenheid biedt tot verblijf, is degene belastingplichtig die verblijf houdt als bedoeld in artikel 1.

Artikel 3 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven voor het verblijf:

  • 1.

    van degene die verblijft in een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet Toelating Zorginstellingen;

  • 2.

    van degene die verblijf houdt onder verantwoordelijkheid van een georganiseerde jeugdbeweging:

  • 3.

    van degene die verblijft vanwege ziekte of ouderdom dan wel een lichamelijke of sociale handicap, in een daarvoor geoutilleerde accommodatie en voor een vakantiebeleving is aangewezen op initiatieven van derden.

  • 4.

    van jeugd t/m 12 jaar.

  • 5.

    van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt als bedoeld in artikel 1 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers.

  • 6.

    Onder georganiseerde jeugdbeweging wordt verstaan: georganiseerde jeugdbeweging betreft een jeugdorganisatie op levensbeschouwelijke of ideologische grondslag die de ‘verheffing’ van het volk, of ‘verbetering’ van de jeugd ten doel heeft door middel van opvoeding in een kennismaking met cultuur, natuur, sport en spel. Hieronder worden mede scholen begrepen.

Artikel 4 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen in het belastingjaar. Het aantal overnachtingen wordt gesteld op het aantal overnachtende personen vermenigvuldigd met het aantal nachten.

Artikel 5 Belastingtarief

Het tarief bedraagt per overnachting, per persoon € 4,50.

Artikel 6 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Wijze van heffing

  • 1.

    De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

  • 2.

    Er kan een voorlopige aanslag worden opgelegd tot ten hoogste het bedrag waarop de aanslag vermoedelijk zal worden vastgesteld.

Artikel 8 Aanslaggrens

Belastingaanslagen van minder dan € 10,00 worden niet opgelegd.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet een aanslag worden betaald in twee termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 2.

    De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van toeristenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven voor de heffing en de invordering van de toeristenbelasting.

Artikel 12 Aanmeldingsplicht

De belastingplichtige bedoeld in artikel 2, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachtingen verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdelen b en d van de gemeentewet.

Artikel 13 Aangifteplicht

  • 1.

    De belastingplichtige bedoeld in artikel 2, eerste lid is gehouden, indien hij niet binnen vier weken na afloop van het belastingjaar een uitnodiging heeft ontvangen tot het doen van aangifte, binnen twee weken na afloop van deze termijn schriftelijk aan de aangewezen ambtenaar, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdelen b en d van de Gemeentewet, tot een uitnodiging tot het doen van aangifte te verzoeken.

  • 2.

    De gemeente behoudt zich te allen tijde het recht voor alsnog een uitnodiging tot het doen van aangifte te verzenden, dan wel, bij gebrek aan een (tijdige) aangifte door belastingplichtige, de grondslag voor de berekening van de toeristenbelasting te schatten en de belasting middels een ambtelijke aanslag op te leggen.

  • 3.

    Indien beschikbaar zal de grondslag voor de aanslag als bedoeld in het voorgaande lid tenminste gelijk zijn aan de grondslag van het voorgaande belastingjaar.

Artikel 14 Intrekking

De “Verordening toeristenbelasting 2024” vastgesteld bij raadsbesluit van 12 december 2023, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 15, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 15 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang 1 januari 2025.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2025.

Artikel 16 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening toeristenbelasting gemeente Waalre 2025”.

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 10 december 2024.

De raad van de gemeente Waalre,

de griffier, de voorzitter,

W.A. Ernes M.F. Oosterveer

Naar boven