Gemeenteblad van Waalre
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Waalre | Gemeenteblad 2024, 523769 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Waalre | Gemeenteblad 2024, 523769 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Financiële verordening gemeente Waalre 2024
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
a. Team: iedere organisatorische eenheid binnen de gemeentelijke organisatie met een eigen rechtstreekse verantwoordelijkheid aan het college;
b. administratie: het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, functioneren en beheersen van de gemeentelijke organisatie en de verantwoording die daarover moet worden afgelegd;
c. inkomsten: totaal van de baten vermeerderd met ontvangen gelden uit aangetrokken geldleningen, voor onttrekkingen aan reserves;
d. uitgaven: totaal van de lasten verminderd met de afschrijvingslasten en vermeerderd met de aflossing van geldleningen, voor storting aan reserves;
e. Rechtmatigheidsverantwoording: de rapportage van het college waarbij aangegeven wordt in welke mate de totstandkoming van de financiële beheershandelingen en de vastlegging daarvan overeenstemmen met de relevante wet- en regelgeving.
Hoofdstuk 2. Begroting en verantwoording
Artikel 3. Inrichting begroting en jaarstukken
Bij de uiteenzetting van de financiële positie in de begroting wordt van de nieuwe investeringen per investering het benodigde investeringskrediet weergegeven en wordt van de lopende investeringen het geautoriseerde investeringskrediet en de raming van de uitputting van het investeringskrediet in het lopende boekjaar weergegeven.
Bij de uiteenzetting van de financiële positie in begroting wordt in aanvulling op het bepaalde in artikel 20 en artikel 21 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten inzicht gegeven in de ontwikkeling van de schuldpositie als gevolg van de begroting, de meerjarenraming, de investeringen en de grondexploitatie.
Artikel 5. Autorisatie begroting en investeringskredieten
Bij de begrotingsbehandeling geeft de raad aan van welke nieuwe investeringen hij op een later tijdstip een apart voorstel voor autorisatie van het investeringskrediet wil ontvangen. De overige nieuwe investeringen worden bij de begrotingsbehandeling met het vaststellen van de financiële positie geautoriseerd.
Het college is bevoegd kleine kredieten/budgetten met een incidenteel karakter te accorderen tot een maximum van in totaal € 25.000 per rapportageperiode uit de P&C cyclus en met een structureel karakter tot een maximum van totaal € 10.000 per rapportageperiode uit de P&C cyclus. Over uitgaven en inkomsten op basis van dit artikel wordt in de eerstvolgende tussentijdse rapportage / jaarstukken / (en zo nodig) raadsinformatiebrief verantwoording afgelegd.
Artikel 6. Tussentijdse rapportage
a. de baten en de lasten per programma uitgesplitst naar taakvelden;
b. het overzicht van de algemene dekkingsmiddelen;
c. het totale saldo van de baten en lasten volgend uit de onderdelen a en b;
d. de (beoogde) toevoegingen en onttrekkingen aan reserves per programma;
e. het resultaat, volgend uit de onderdelen c en d; en
f. de realisatie en raming van de uitputting van de investeringskredieten.
Het college heeft de bevoegdheid om, via de reserve overlopende posten, budgetten tot € 20.000 over te boeken naar een volgend boekjaar. Dit geldt enkel voor incidenteel beschikbaar gestelde budgetten. Voor incidentele budgetten groter dan € 20.000 dient deze overboeking via de laatste tussentijdse rapportage van het boekjaar te geschieden.
voordat de raad is geïnformeerd over het voornemen en hiertoe in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het college te brengen.
Wanneer het Rijk de gemeente bericht dat alle gemeenten samen het collectieve aandeel van gemeenten in het EMU-tekort, bedoeld in artikel 3, zesde lid, van de Wet houdbare overheidsfinanciën, hebben overschreden, informeert het college de raad of een aanpassing van de begroting nodig is. Als het college een aanpassing nodig acht, doet het college een voorstel voor het wijzigen van de begroting.
Hoofdstuk 3. Rechtmatigheidsverantwoording
Artikel 11. Voorwaardencriterium
Het voorwaardencriterium is het criterium van rechtmatigheid, dat betrekking heeft op de eisen die worden gesteld bij de uitvoering van de financiële beheershandelingen. De eisen/voorwaarden zijn afkomstig uit diverse wet- en regelgeving en hebben betrekking op aspecten als doelgroep, termijn, grondslag, administratieve bepalingen, normbedragen, bevoegdheden, bewijsstukken, recht, hoogte en duur.
Artikel 12. Begrotingscriterium
Het begrotingscriterium is een criterium van rechtmatigheid dat betrekking heeft op de grenzen van de baten en lasten in de door de raad geautoriseerde begroting van exploitatie en investeringskredieten en de hiermee samenhangende programma’s, waarbinnen de financiële beheershandelingen tot stand moeten zijn gekomen. Waarbij de algemene dekkingsmiddelen niet meegenomen worden in de rechtsmatigheidscontrole en verantwoording.
Hoofdstuk 4. Financieel beleid
Artikel 15. Reserves en voorzieningen
Als een bestemmingsreserve voor een investeringsvoornemen binnen de aangegeven maximale looptijd niet heeft geleid tot een investering, valt de bestemmingsreserve vrij en wordt deze aan de algemene bufferreserve toegevoegd. Als deze algemene bufferreserve voldoende gevoed is, wordt de vrijval aan de reserve vrij besteedbaar toegevoegd.
Artikel 16. Kostprijsberekening
Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van rechten en heffingen waarmee kosten in rekening worden gebracht, en van goederen, werken en dienstendie worden geleverd aan overheidsbedrijven en derden, wordt een extracomptabel stelsel van kostentoerekening gehanteerd. Bij deze kostentoerekening worden naast de directe kosten, de overheadkosten en de rente van de inzet van vreemd vermogen betrokken.
Bij de directe kosten worden betrokken de bijdragen aan en onttrekkingen van voorzieningen voor de noodzakelijke vervanging van de betrokken activa en de afschrijvingskosten van de in gebruik zijnde activa. Voor de rechten en heffingen waarmee kosten in rekening worden gebracht, worden daarbij ook de compensabele belasting over de toegevoegde waarde (BTW), de gederfde inkomsten van het kwijtscheldingsbeleid en de kosten van straatreinigen betrokken, rekening houdend met de huidige wet- en regelgeving.
In afwijking van het vierde lid wordt bij een verstrekte lening voor de bepaling van de rentekosten van de inzet van vreemd vermogen in de kostprijs uitgegaan van de rente van de lening die voor de financiering van de verstrekte lening is aangetrokken. Deze rente wordt verhoogd met een opslag voor het debiteurenrisico.
Artikel 17. Prijzen economische activiteiten
Voor de levering van goederen, diensten of werken door de gemeente aan derden waarbij de gemeente in concurrentie met marktpartijen treedt, wordt ten minste de geraamde integrale kostprijs in rekening gebracht. Bij afwijking vanwege een publiek belang doet het college vooraf een voorstel voor een raadsbesluit, waarin het publiek belang van de levering van de desbetreffende goederen, diensten of werken wordt gemotiveerd.
Bij het verstrekken van leningen of garanties door de gemeente aan derden worden ten minste de geraamde integrale kosten in rekening gebracht. Bij afwijking vanwege een publiek belang doet het college vooraf een voorstel voor een raadsbesluit, waarin het publiek belang van de lening of de garantie wordt gemotiveerd.
Bij het verstrekken van leningen door de gemeente aan derden gaat het college uit van een vergoeding van ten minste de geraamde integrale kosten van de verstrekte middelen. Bij afwijking vanwege een publiek belang doet het college vooraf een voorstel voor een raadsbesluit, waarin het publiek belang van de kapitaalverstrekking wordt gemotiveerd.
Hoofdstuk 5. Financiële organisatie en financieel beheer
Het college draagt zorg voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen rapporteert het college daarover in de rechtmatigheidsverantwoording. Daarnaast informeert het college de raad over genomen maatregelen tot herstel van afwijkingen.
Het college zorgt voor de systematische controle van de registratie en de ontwikkeling van de bezittingen en het financieel vermogen van de gemeente met dien verstande dat de waardepapieren, de voorraden, de uitstaande leningen, de debiteurenvorderingen, de liquiditeiten, de opgenomen leningen, de kortlopende schulden en de vorderingen van crediteuren jaarlijks worden gecontroleerd. Bij afwijkingen in de registratie neemt het college maatregelen voor herstel van afwijkingen.
Artikel 24. Inwerkingtreding en citeertitel
Bijlage afschrijvingsbeleid bij artikel 14
1. Activa met een verkrijgingsprijs van minder dan € 20.000 worden niet geactiveerd, uitgezonderd gronden en terreinen. Gronden en terreinen worden altijd geactiveerd.
2. Op activa die verworven of gereedgekomen is, wordt voor het eerst afgeschreven per 1 januari van het volgende begrotingsjaar.
3. Afschrijvingsbeleid immateriële vaste activa
De volgende immateriële vaste activa worden lineair afgeschreven in maximaal:
5 jaar: bijdragen aan activa in eigendom van derden;
5 jaar: kosten voor onderzoek en ontwikkeling.
4. Afschrijvingsbeleid materiële vaste activa met economisch nut
De volgende materiële vaste activa met economisch nut worden lineair afgeschreven in maximaal:
40 jaar: nieuwbouw woonruimten en schoolgebouwen;
50 jaar: nieuwbouw kantoren en bedrijfsgebouwen;
25 jaar: renovatie, restauratie en aankoop woonruimten, schoolgebouwen, kantoren en bedrijfsgebouwen;
10 jaar: aanleg tijdelijke terreinwerken, nieuwbouw tijdelijke woonruimten en tijdelijke bedrijfsgebouwen;
15 jaar: technische installaties in bedrijfsgebouwen;
10 jaar: veiligheidsvoorzieningen bedrijfsgebouwen, telefooninstallaties, kantoormeubilair en schoolmeubilair;
automatiseringsapparatuur: 4 jaar hardware en 5 jaar computerapplicaties en software;
8 jaar: motorvaartuigen, zware transportmiddelen, aanhangwagens, personenauto’s en lichte motorvoertuigen;
5. Afschrijvingsbeleid materiële vaste activa met maatschappelijk nut
De volgende materiële vaste activa met maatschappelijk nut worden, onder aftrek van bijdragen van derden, lineair afgeschreven in maximaal:
15 jaar: parken, sportvelden en groenvoorzieningen;
30 jaar: wegen, pleinen en rotondes, tunnels, viaducten en bruggen;
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-523769.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.