Besluit van de raden van de gemeenten Amsterdam, Almere, Zaanstad, Amstelveen, Diemen, Waterland, Ouder-Amstel en Landsmeer, de Vervoerregio Amsterdam en de Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland tot wijziging van de Gemeenschappelijke regeling ombudsman metropool Amsterdam in verband met wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen en wijziging van de rechtspositie van de plaatsvervangend ombudsman

De raden van de gemeenten Amsterdam, Almere, Zaanstad, Amstelveen, Diemen, Waterland, Ouder-Amstel en Landsmeer, de Vervoerregio Amsterdam en van de Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland,

 

gelezen het voorstel van presidium van de raad van de gemeente Amsterdam,

 

gelet op de artikelen 81q, tweede lid, 81v en 81y van de Gemeentewet en artikel 1 van de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr),

 

besluit:

Artikel I  

De Gemeenschappelijke regeling ombudsman metropool Amsterdam wordt als volgt gewijzigd:

 

A

 

Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In het eerste lid wordt ‘de raad van de gemeente Amsterdam’ vervangen door ‘de deelnemers’.

  • 2.

    Het tweede, derde en vierde lid vervallen, onder vernummering van het vijfde tot het tweede lid.

  • 3.

    Er wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende:

    • 3.

      Deze regeling wordt niet periodiek geëvalueerd.

B

 

Artikel 11 komt als volgt te luiden:

 

Artikel 11 Jaarverslag

  • 1.

    De ombudsman stuurt jaarlijks het jaarverslag bedoeld in artikel 81u van de Gemeentewet aan de deelnemers.

  • 2.

    Het betrokken bestuursorgaan geeft binnen drie maanden na verschijning van het jaarverslag een reactie op het jaarverslag en de aandachtspunten op het terrein van hun portefeuille.

C

 

In artikel 12, eerste lid, wordt ‘de Gemeenteraad van Amsterdam van de Gemeenteraad van Amsterdam’ vervangen door ‘de raad van de gemeente Amsterdam’.

 

D

 

Aan artikel 13 wordt, onder vernummering van het derde tot en met het zesde lid tot vierde tot en met zevende lid, een nieuw derde lid ingevoegd, luidende:

  • 3.

    De ombudsman stuurt de vastgestelde begroting aan de deelnemers toe.

E

 

In artikel 16, tweede lid wordt ‘van de Gemeenteraad van Amsterdam’ geschrapt.

 

F

 

Artikel 19 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

    • a.

      De aanduiding ‘1.’ voor de tekst vervalt.

    • b.

      In de tekst wordt ’16 en 17’ vervangen door ’16, 17 en 18’.

  • 2.

    Het tweede en derde lid komen te vervallen.

G

 

In bijlage A: Bijdrage deelnemers wordt ‘Stadsregio’ vervangen door ‘Vervoerregio Amsterdam’.

Artikel II  

De toelichting bij de Gemeenschappelijke regeling ombudsman metropool Amsterdam wordt als volgt gewijzigd:

 

A

 

In de toelichting bij artikel 1 wordt ‘Stadsregio’ vervangen door ‘Vervoerregio Amsterdam’.

 

B

 

In de toelichting bij artikel 6 wordt een passage toegevoegd, luidende:

 

De regeling wordt niet periodiek geëvalueerd, omdat de onafhankelijke positie van de ombudsman zich verzet tegen zienswijzen op de inhoud van zijn werk. De inhoud van het werk van de ombudsman ligt vast in wet- en regelgeving. Dit sluit niet uit dat een incidentele evaluatie kan worden gehouden, als de deelnemers daartoe besluiten. Indien gewenst kunnen de deelnemers de regeling ook wijzigen of uittreden.

Artikel III  

Dit wijzigingsbesluit treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking in het Gemeenteblad en werkt ten aanzien van artikel I, onderdeel F terug tot 1 oktober 2023.

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van de raad van de gemeente Amsterdam op 12 oktober 2023.

De voorzitter

Femke Halsema

De raadsgriffier

Jolien Houtman

Toelichting  

Algemeen deel

 

De regeling wordt aangepast om twee redenen: de wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) ter verbetering van de democratische legitimatie bij gemeenschappelijke regelingen en de aanpassing van de rechtspositie van de plaatsvervangend Ombudsman. Tenslotte is van de gelegenheid gebruik gemaakt om enkele redactionele aanpassingen door te voeren.

 

Over de aanpassingen naar aanleiding van de wijziging van de Wgr is in het algemeen het volgende te zeggen. De Gemeenschappelijke regeling ombudsman metropool Amsterdam, is een atypische gemeenschappelijke regeling vanwege de onafhankelijke positie van de ombudsman ten opzichte van het bestuur. Sommige bepalingen in de Wet gemeenschappelijke regelingen, waaronder bepalingen over controle door en verantwoording aan gemeenteraden verdragen zich niet met die onafhankelijke positie. Daarom bepaalt artikel 81z van de Gemeentewet ook dat artikelen uit de Wgr slechts van toepassing zijn voor zover de aard van de taken van de ombudsman zich daar niet tegen verzet. Zo stelt de gewijzigde Wgr dat de regeling bepalingen inhoudt omtrent de manier waarop inwoners en belanghebbenden betrokken worden bij de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van beleid (burgerparticipatie). In de Gemeenschappelijke regeling ombudsman metropool Amsterdam zijn hierover geen bepalingen opgenomen, omdat het de aard van het werk van de ombudsman reeds is om verzoeken van inwoners te behandelen. De ombudsman houdt zich niet bezig met het voorbereiden, uitvoeren en evalueren van beleid als bedoeld in artikel 10 lid 7 en 8 van de Wet gemeenschappelijke regelingen. De Wgr stelt ook dat de regeling bepalingen inhoudt omtrent het door de raden van de deelnemende gemeenten inbrengen van zienswijzen voorafgaand aan het nemen van een besluit. In de Gemeenschappelijke regeling ombudsman metropool Amsterdam is opgenomen dat er werkafspraken met de deelnemers gemaakt worden over het uitbrengen van zienswijzen op de conceptbegroting. Over het uitbrengen van zienswijzen op andere besluiten zijn in de Gemeenschappelijke regeling ombudsman metropool Amsterdam geen bepalingen opgenomen, omdat de onafhankelijke positie van de ombudsman zich hiertegen verzet.

 

De aanpassingen per artikel worden hieronder verder toegelicht.

 

Artikelsgewijs deel

 

A (artikel 6)

De wijzigingsprocedure wordt aangepast zodat wijzigingen van de regeling besloten worden door alle deelnemers. Op deze manier wordt overeenstemming met artikel 1 van de Wet gemeenschappelijke regelingen verzekerd. Daarnaast wordt een lid toegevoegd dat bepaalt dat de regeling niet periodiek wordt geëvalueerd. In artikel 11a van de gewijzigde Wgr staat dat de regeling afspraken moet bevatten over de evaluatie van de regeling. Er is geen noodzaak tot een periodieke evaluatie van de gemeenschappelijke regeling.

 

B en D (artikel 11 en 13)

Aan artikel 11 van de gemeenschappelijke regeling wordt toegevoegd dat de ombudsman jaarlijks het jaarverslag toestuurt aan de deelnemers. Aan artikel 13 van de gemeenschappelijke regeling wordt toegevoegd dat de ombudsman de vastgestelde begroting toestuurt aan de deelnemers.

 

In artikel 17 lid 2 en 3 van de gewijzigde Wgr staat dat het gemeenschappelijk orgaan een actieve informatieplicht heeft. Dat wil zeggen dat de ombudsman de deelnemers alle inlichtingen geeft die zij nodig hebben voor de uitoefening van hun taken. Voor de ombudsman geldt dat hij actief het jaarverslag en de begroting aan de deelnemers toestuurt.

 

C en E (artikel 12 en 16)

Artikel 12 lid 1 en artikel 16 van de gemeenschappelijke regeling worden aangepast vanwege een herhaling in de tekst.

 

F (artikel 19)

Artikel 19 van de gemeenschappelijke regeling wordt aangepast in verband met een wijziging van de regeling van de rechtspositie van de plaatsvervangend ombudsman. De functie van de plaatsvervangend ombudsman is een meer omvangrijke functie geworden dan oorspronkelijk was voorzien. Daardoor is het wenselijk dat de rechtspositie uitgebreider wordt geregeld. Daarom wordt met deze wijziging bepaald dat ook voor de plaatsvervanger de rechtspositionele aanspraken en verplichtingen in een apart rechtspositioneel besluit worden vastgelegd.

Naar boven