Besluit tot wijziging van Richtlijnen bijzondere bijstand gemeente Utrecht

Burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht,

  • Gelet op de artikelen 12 en 35 van de Participatiewet:

Overwegende dat met de op 28 maart 2024 vastgestelde beleidsnota ‘’Gelijke kansen voor een zeker bestaan’’ 2024-2028 en daarop aangenomen moties en amendementen er vanaf 1 januari 2025 wijzigingen nodig zijn ten aanzien van de uitvoering van de bijzondere bijstand;

Besluiten de Richtlijnen bijzondere bijstand gemeente Utrecht als volgt te wijzigen:

Artikel I

De Richtlijnen bijzondere bijstand gemeente Utrecht worden als volgt gewijzigd:

  • A.

    Artikel 6 komt te luiden:

  • Artikel 6 . Aanvullende bijzondere bijstand voor levensonderhoud voor personen jonger dan 21 jaar

  • 1. Het college verstrekt met inachtneming van artikel 12 van de wet, aan de persoon van 18 tot en met 20 jaar die noodgedwongen niet meer bij ouder(s) woont, maandelijks aanvullende bijzondere bijstand voor levensonderhoud.

  • 2. De hoogte van de aanvullende bijzondere bijstand is het verschil tussen de jongerennorm als bedoeld in artikel 20 van de wet en het bedrag aan bijstand dat een 21-jarige in dezelfde situatie zou krijgen.

  • 3. Indien de persoon van 18 tot en met 20 jaar in een inrichting verblijft is de hoogte van de aanvullende bijzondere bijstand gelijk aan de norm als bedoeld in artikel 23 van de wet.

  • 4. Van noodgedwongen niet meer bij ouder(s) wonen is in ieder geval sprake als de persoon van 18, 19 of 20 jaar:

  • a. de zorg heeft voor één of meer kinderen, of;

  • b. een ernstig verstoorde relatie heeft met ouders, of;

  • c. in het kader van de Jeugdwet buiten het gezinsverband van de ouders woont, of;

  • d. geen ouders meer heeft of ouders die in het buitenland wonen, of;

  • e. aantoonbaar gedurende een periode langer dan 12 maanden direct voorafgaande aan de aanvraag niet in gezinsverband van ouders heeft gewoond.

  • 5. Van een situatie, als bedoeld in artikel 12 onder a en b, van de wet is in ieder geval sprake als:

  • a. beide ouders overleden zijn, of;

  • b. beide ouders zich bevinden in het buitenland en daar onbereikbaar zijn, of;

  • c. er sprake is van een ernstig verstoorde relatie met ouders.

  • B.

    Artikel 7 Inkomensvoorziening voor personen van 18, 19 of 20 jaar oud, die in inrichting verblijven vervalt.

  • C.

    Artikel 10 Collectieve aanvullende ziektekostenverzekering vervalt.

  • D.

    Artikel 13 komt te luiden:

  • Artikel 13. Zorg kosten

    • 1.

      De zorgverzekeringswet (Zvw), de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en de Wet langdurige zorg (Wlz) worden beschouwd als passende en toereikende voorliggende voorzieningen voor zorgkosten. Voor zorgkosten wordt geen bijzondere bijstand toegekend tenzij er sprake is van zeer dringende redenen.

    • 2.

      Artikel 13 lid 1 is niet van toepassing op de meerkosten van een noodzakelijk dieet.

  • E. Na artikel 13 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

  • Artikel 13 a. Aanvullend beleid zorg kosten

  • 1. In afwijking van artikel 13 lid 1 wordt bijzondere bijstand toegekend voor kosten van:

  • a. eigen bijdrage Wmo;

  • b. eigen bijdrage Wlz voor zorg thuis;

  • c. eigen bijdrage voor medicijnen, die deels worden vergoed vanuit de basisverzekering;

  • d. fysiotherapie/oefentherapie;

  • e. mondzorg;

  • f. bril voor kinderen jonger dan 18 jaar.

  • aan de alleenstaande of het gezin met een inkomen als bedoeld in artikel 32 van de wet, niet hoger dan 125% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm en die geen vermogen heeft als bedoeld in artikel 34 van de wet. Artikel 31, tweede lid, en artikel 34, tweede lid, zijn hierbij van toepassing.

  • 2. De bijzondere bijstand voor de kosten samen als bedoeld in lid 1 bedraagt maximaal € 200,- per kalenderjaar per gezinslid.

  • 3. Artikelen 11 en 12 zijn niet van toepassing.

    4. De alleenstaande of het gezin die op de datum van de aanvraag beschikt over een U-pas voldoet aan de gestelde inkomensvoorwaarde als bedoeld in lid 1.

  • 5. Het bij aanvraag voldoen aan de voorwaarden voor inkomen en vermogen als bedoeld in lid 1 en 4 werkt door bij een nieuwe aanvraag binnen hetzelfde kalenderjaar.

Artikel II

Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2025.

Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht, in de vergadering van 10 december 2024

De burgemeester

Sharon A.M. Dijksma

De secretaris,

Michiel J. Ruis

Naar boven