Besluit van burgemeester en wethouders van de gemeente Amstelveen tot vaststelling van de Subsidieregeling verduurzamen bestaande woningen Amstelveen 2025

Zaaknummer: Z24-108387

Besluit van burgemeester en wethouders van de gemeente Amstelveen;

gelet op titel 4.2 van de Algemene wet en artikel 3 van de Algemene Subsidieverordening Amstelveen 2023, gezien het besluit van de gemeenteraad van Amstelveen om middelen ter beschikking te stellen voor de subsidieregeling “verduurzamen bestaande woningen Amstelveen”;

besluiten vast te stellen de:

Subsidieregeling verduurzamen bestaande woningen Amstelveen 2025

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1.1 Definities

In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

 

  • a.

    aardgasvrij: een gebouw waar de aardgasaansluiting op het door de netbeheerder beheerde aardgasnet verwijderd is;

  • b.

    aardgasvrij datum: de beoogde datum waarop vastgoed binnen een gebied aardgasvrij zal zijn;

  • c.

    afsluiting: het door de netbeheerder (laten) verwijderen van de aardgasaansluiting waardoor een verblijfsobject of gebouw geen gebruik meer kan maken van aardgas;

  • d.

    ASV 2023: de vigerende Algemene Subsidieverordening Amstelveen 2023;

  • e.

    balansventilatie: ventilatiesysteem met mechanische toevoer en mechanische afvoer van lucht met warmteterugwinning en sturing (CO2- en/of vochtsturing). Deze bestaan in centraal opgestelde varianten en decentrale systemen;

  • f.

    bestaand: een gebouw dat niet als nieuwbouw wordt aangemerkt;

  • g.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amstelveen;

  • h.

    complex: meerdere verblijfsobjecten binnen hetzelfde gebouw;

  • i.

    collectieve aardgasaansluiting: de door de netbeheerder beheerde aansluiting op het aardgasnet die de collectieve installatie van aardgas voorziet;

  • j.

    collectieve installatie: een installatie die meerdere verblijfsobjecten binnen één complex of meerdere aan elkaar verbonden complexen voorziet van ruimteverwarming of warm tapwater;

  • k.

    fysieke gebouwgebonden voorziening: voorziening die op of aan een gebouw of op de bijbehorende gronden worden getroffen;

  • l.

    gebied: een door denkbeeldige lijnen begrensd deel van het grondgebied van de gemeente Amstelveen;

  • m.

    goedkeuringsverplichting: de huurrechtelijke verplichtingen van de huurder op grond van artikel 7:220, derde lid, BW;

  • n.

    individuele installatie: een installatie die een enkel verblijfsobject binnen één complex en/of meerdere aan elkaar verbonden complexen voorziet van ruimteverwarming of warm tapwater;

  • o.

    kookvoorziening: een toestel waarop een pan geplaatst kan worden om via verwarming van de pan de inhoud van de pan op te warmen, te koken of te bakken zoals een kookplaat, comfort of fornuis;

  • p.

    netbeheerder: een vennootschap die op grond van artikel 2 van de Gaswet door de Minister is aangewezen is om een wettelijke taak omtrent de gasdistributie uit te voeren;

  • q.

    nieuwbouw: een bouwwerk waarvoor nog geen melding of kennisgeving van de gereedkoming van bouw, zoals genoemd in artikel 7, lid g van het Besluit basisregistratie adressen en gebouwen en vereist volgens artikel 1.2, lid 2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving (bbl), is gedaan;

  • r.

    particuliere verhuurder: de natuurlijke persoon die één of meer woningen (max 10 in Amstelveen) voor permanente bewoning verhuurt;

  • s.

    ruimteverwarmingsinstallatie: technisch bouwsysteem waarin warmte wordt opgewekt, gedistribueerd en/of afgegeven of een combinatie daarvan, zoals bedoeld in de omschrijving van een verwarmingssysteem in artikel 1.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving (bbl);

  • t.

    verblijfsobject: kleinste binnen één of meer panden gelegen en voor woon-, bedrijfsmatige, of recreatieve doeleinden geschikte eenheid van gebruik die ontsloten wordt via een eigen afsluitbare toegang vanaf de openbare weg, een erf of een gedeelde verkeersruimte, onderwerp kan zijn van goederenrechtelijke rechtshandelingen en in functioneel opzicht zelfstandig is, zoals bedoeld in artikel 1, lid m van de Wet basisregistratie adressen en gebouwen;

  • u.

    VVE: vereniging waarvan een woning- of appartement eigenaar van rechtswege lid is. De Vereniging van Eigenaren is verantwoordelijk voor en heeft zeggenschap over (gemeenschappelijke delen van) het gebouw en de bijbehorende grond;

  • v.

    woning: een gebouw dat voor bewoning is bestemd met de daarbij horende grond of een afzonderlijk gedeelte van een gebouw, welk gedeelte tot bewoning is bestemd, dat als een zelfstandige woning zoals bedoeld in artikel 7:234 BW wordt aangemerkt, of een woonboot;

  • w.

    wooncomplex: meerdere voor bewoning bestemde verblijfsobjecten binnen hetzelfde gebouw.

 

Artikel 1.2 Toepasselijkheid Algemene Subsidieverordening Amstelveen 2023

De Algemene Subsidieverordening Amstelveen 2023 is van toepassing, tenzij daarvan in deze subsidieregeling uitdrukkelijk wordt afgeweken.

Artikel 1.3 Doel subsidieregeling

Deze subsidieregeling heeft tot doel het terugdringen van het gebruik van fossiele brandstoffen (waaronder aardgas, benzine, diesel etc.) van bestaande woningen en wooncomplexen door stimulering van de transitie naar een fossiel-onafhankelijk Amstelveen in 2040.

Hoofdstuk 2 Stadsbrede subsidie

Artikel 2.1 Gebieds- en fossielonafhankelijk datumbepaling

  • 1.

    Het gebied waarbinnen subsidiabele activiteiten, zoals bedoeld in artikel 2.4, plaats dienen te vinden is gelijk aan het gebied binnen de gemeentegrenzen van de gemeente Amstelveen.

  • 2.

    De beoogde datum waarop al het vastgoed binnen het onder het eerste lid bepaalde gebied fossiel-onafhankelijk zal zijn is 2040.

Artikel 2.2 Subsidieplafond en volgorde behandeling aanvragen

  • 1.

    Het subsidieplafond is vastgesteld op € 245.000

  • 2.

    Het uit hoofde van het subsidieplafond beschikbare bedrag wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst van volledig ingediende aanvragen.

Artikel 2.3 De aanvrager

  • 1.

    Subsidie voor activiteiten genoemd in artikel 2.4 kan uitsluitend worden aangevraagd door de volgende personen;

    • a.

      Eigenaren van een woning;

    • b.

      Huurder van een woning die beschikt over een schriftelijke toestemming van de verhuurder om maatregelen waarvoor subsidie is aangevraagd uit te voeren;

    • c.

      Verenigingen van Eigenaren, een coöperatieve flatvereniging of een ander rechtspersoon met leden waarbij de leden binnen een gebouw van die rechtspersoon gebruik maken van een verblijfsobject.

Artikel 2.4 Subsidiabele activiteiten en hoogte subsidie

Het college kan een eenmalige subsidie verlenen voor het treffen van de volgende fysieke gebouw gebonden voorzieningen in het in artikel 2.1, eerste lid, bepaalde gebied:

  • 1.

    In een wooncomplex, welke daardoor -ten dele- aardgasvrij wordt:

    • a.

      een collectieve gasgestookte ruimteverwarmingsinstallatie omzetten naar een aardgasvrije (subsidie bedraagt maximaal € 1.500 per woning);

    • b.

      een collectieve gasgestookte ruimteverwarmingsinstallatie omzetten naar een hybride systeem (subsidie bedraagt maximaal € 750 per woning);

    • c.

      een collectieve gasgestookte tapwaterinstallatie omzetten naar een aardgasvrije (subsidie bedraagt maximaal € 500 per woning).

In een bestaande woning:

  • 2.

    Isoleren van woning tot en met bouwjaar 1945

    • a.

      HR++ glas met een Ug-waarde ≤ 1,2 (W/m2K) (de subsidie bedraagt € 46 per m2 met een maximum van € 1.000);

    • b.

      triple glas met een Ug-waarde ≤ 0,7 (W/m2K) inclusief kozijnen met Uf-waarde ≤ 1,5 (W/m2K) (de subsidie bedraagt € 130 per m2 met een maximum van € 1.500);

    • c.

      vacuümglas met een Ug-waarde ≤ 0,7 (W/m2K) (de subsidie bedraagt € 130 per m² met een maximum van € 1.500);

    • d.

      dakisolatie met een Rd-waarde ≥ 3,5 (m2K/W) (de subsidie bedraagt € 30 per m² met een maximum van € 1.500);

    • e.

      isolerende voorzetwanden met een Rd-waarde ≥ 2,5 (m2K/W) (de subsidie bedraagt € 38 per m² met een maximum van € 2.000);

    • f.

      bodemisolatie met een Rd-waarde ≥ 3,5 (m2K/W) (de subsidie bedraagt € 6 per m² met een maximum van € 300);

    • g

      vloerisolatie met een Rd-waarde ≥ 3,5 (m2K/W) (de subsidie bedraagt € 11 per m² met een maximum van € 500).

Let op: Plaatst u Triple glas (b), maar laat u uw kozijnen niet vervangen? Dan komt u niet in aanmerking voor het subsidiebedrag van Triple glas.

Let op: Bodemisolatie (f) en vloerisolatie (g) kunnen niet beiden worden aangevraagd voor dezelfde woning. Er kan slechts voor één van deze opties subsidie worden verleend.

  • 3.

    Isoleren van woning vanaf bouwjaar 1946

    • a.

      triple glas met een Ug-waarde ≤ 0,7 (W/m2K) inclusief kozijnen met Uf-waarde ≤ 1,5 (W/m2K) (de subsidie bedraagt € 130 per m² met een maximum van € 1.500);

    • b.

      vacuümglas met een Ug-waarde ≤ 0,7 (W/m2K) (de subsidie bedraagt € 130 per m² met een maximum van € 1.500);

    • c.

      dakisolatie met een Rd-waarde ≥ 3,5 (m2K/W) (de subsidie bedraagt € 30 per m² met een maximum van € 1.500);

    • d.

      isolerende voorzetwanden met een Rd-waarde ≥ 2,5 (m2K/W) (de subsidie bedraagt € 38 per m² met een maximum van €2.000);

    • e.

      bodemisolatie met een Rd-waarde ≥ 3,5 (m2K/W) (de subsidie bedraagt € 6 per m² met een maximum van € 300);

    • f.

      vloerisolatie met een Rd-waarde ≥ 3,5 (m2K/W) (de subsidie bedraagt € 11 per m² met een maximum van € 500).

Let op: Plaatst u Triple glas (a), maar laat u uw kozijnen niet vervangen? Dan komt u niet in aanmerking voor het subsidiebedrag van Triple glas.

Let op: Bodemisolatie (e) en vloerisolatie (f) kunnen niet beiden worden aangevraagd voor dezelfde woning. Er kan slechts voor één van deze opties subsidie worden verleend.

  • 4.

    Ventileren van de woning

    • a.

      vraaggestuurde balansventilatie met WTW (sturing op basis van luchtvochtigheid en/of CO2) (de subsidie bedraagt 30% van de totale factuurkosten met een maximum van € 1.000).

  • 5.

    Opslag en gebruik duurzame energie

    • a.

      opslag van zelfopgewekte elektriciteit in een zoutbatterij (volledig recyclebaar, vrij van zware metalen en giftige stoffen), mits deze niet teruglevert aan het elektriciteitsnetwerk buiten de woning (de subsidie bedraagt 30% van de totale factuur kosten met een maximum van € 900);

    • b.

      opslag van zelf opgewekte elektriciteit in warm water, een thermische batterij, wateraccu of slimme boiler, in de vorm van een regelunit die een boilervat verbindt aan de meterkast of omvormer (de subsidie bedraagt 30% van de totale factuurkosten met een maximum van € 300);

    • c.

      huisaccu voor (tijdelijke) opslag van zelfopgewekte elektriciteit dat voldoet aan de IEC-EN 62619 veiligheidsnorm (de subsidie bedraagt 30% van de totale factuurkosten met een maximum van € 500).

       

  • 6.

    Duurzaam verwarmen en koelen

    • a.

      geïntegreerde douche WTW (de subsidie bedraagt maximaal € 100);

    • b.

      zonneboilersysteem (de subsidie bedraagt 30% van de totale factuurkosten met een maximum van € 900);

    • c.

      warmtepompboiler (de subsidie bedraagt 30% van de totale factuurkosten met een maximum van € 300).

    • d.

      bodem-water warmtepompsysteem - waardoor de woning aardgasvrij wordt – met een GWP ≤ 675 (de subsidie bedraagt 30% van de totale factuurkosten met een maximum van € 2.000);

    • e.

      hybride warmtepompsysteem met een GWP ≤ 675 dat voldoet aan geluidseisen en systeemeisen conform het moment van aanvraag van de subsidie geldende bouwtechnische regelgeving[1] (de subsidie bedraagt 30% van de totale factuurkosten met een maximum van € 750);

    • f.

      lucht-water warmtepompsysteem - waardoor de woning aardgasvrij wordt – met een GWP ≤ 675 dat voldoet aan geluidseisen en systeemeisen conform het moment van aanvraag van de subsidie geldende bouwtechnische regelgeving[2] (de subsidie bedraagt 30% van de totale factuurkosten met een maximum van € 1.500);

    • g.

      lage temperatuur watervoerende vloerverwarming bij een geïsoleerde vloer met een Rc-waarde ≥ 3.5 (de subsidie bedraagt 30% van de totale aanschafkosten met een maximum van € 500);

    • h.

      lage temperatuur convectoren of radiatoren (de subsidie bedraagt 30% van de totale aanschafkosten met een maximum van € 500).

  • 7.

    Overige maatregelen

    • a.

      inbouw inductiekookplaat of keramische kookplaat ter vervanging van aardgas (de subsidie bedraagt € 100);

    • b.

      photovoltaïsche plus thermische zonnepanelen (PVT),voor elektra en warmte (de subsidie bedraagt € 200 per paneel);

    • c.

      maatregelen met als doel de spouwmuur natuurvrij te maken (de subsidie bedraagt 30% van de kosten met een maximum van € 300).

  • 8.

    Zelfstandig isoleren

    • a.

      dakisolatie met een Rd-waarde ≥ 3,5 (m2K/W) (de subsidie bedraagt 30% van de materiaalkosten met een maximum van € 400);

    • b.

      isolerende voorzetwanden met een Rd-waarde ≥ 2,5 (m2K/W) (de subsidie bedraagt 30% van de materiaalkosten met een maximum van € 500);

    • c.

      vloerisolatie met een Rd-waarde ≥ 3,5 (m2K/W) (de subsidie bedraagt 30% van de materiaalkosten met een maximum van € 300).

  • 9.

    De hoogte van de totale subsidie bedraagt maximaal € 5.000 per jaar per woning.

  • 10.

    De subsidie wordt zodanig berekend dat de hoogte van de totale subsidie niet meer bedraagt dan 30% van de totale factuurkosten.   

  • 11.

    Indien subsidie aangevraagd wordt voor het verduurzamen, conform artikel 2.2 lid 1, van een gemeentelijk monument, een rijksmonument of een woning in een beschermd dorps- of stadsgezicht, kan eenmalig een aanvullende subsidie van € 1.000 verleend worden.

  • 12.

    Indien subsidie voor dakisolatie aangevraagd wordt gelijktijdig met buren, kan het subsidiebedrag verhoogd worden met 10%.

  • 13.

    Indien subsidie voor een warmtepomp aangevraagd wordt en er een natuurlijk koudemiddel met een GWP ≤ 3 wordt gebruikt, kan het subsidiebedrag verhoogd worden met 20%.

  • 14.

    Indien subsidie voor isolatiemaatregelen aangevraagd wordt en er één van de onderstaande natuurlijke isolatiematerialen wordt gebruikt kan het subsidiebedrag verhoogd worden met 20%:

    • a.

      Grasvezelisolatie.

    • b.

      Vlasvezelisolatie.

    • c.

      Hennepisolatie.

    • d.

      Schapenwolisolatie.

    • e.

      Katoenisolatie.

    • f.

      Cellulose.

    • g.

      Houtwol.

    • h.

      Kurkisolatie.

    • i.

      Stro.

    • j.

      Jute.

    • k.

      Of een ander aantoonbaar natuurlijk isolatiemateriaal.

Artikel 2.5 Aanvraag tot subsidieverlening

  • 1.

    Een subsidie wordt direct ambtshalve vastgesteld.

  • 2.

    Aanvragen moeten worden ingediend binnen 13 weken na uitvoering van de specifieke voorziening(en) waarvoor u subsidie aanvraagt, met een uiterste indieningsdatum van 8 december 2025. Aanvragen voor maatregelen uitgevoerd na 8 december 2025 kunnen worden ingediend in het daaropvolgende kalenderjaar en vallen onder de regeling en het budget van dat jaar.

  • 3.

    Als u meerdere voorzieningen uitvoert, moet voor elke voorziening afzonderlijk subsidie worden aangevraagd, indien deze niet binnen dezelfde termijn van 13 weken zijn uitgevoerd conform lid 2 van dit artikel.

  • 4.

    Indien de datum van uitvoering niet kan worden aangetoond, is de factuurdatum leidend. Wanneer de aanvrager zelf de fysieke voorzieningen uitvoert, geldt de datum van aanschaf van de noodzakelijke materialen als leidend.

  • 5.

    Het college beschikt uiterlijk dertien weken na ontvangst van de volledige aanvraag.

  • 6.

    Het college kan een beschikking op een aanvraag voor de duur van maximaal vier weken verdagen.

  • 7.

    Een aanvraag voor een subsidie wordt bij het college ingediend.

  • 8.

    Voor een aanvraag voor subsidie moet men gebruik maken van het daarvoor door het college opgestelde aanvraagformulier.

  • 9.

    In aanvulling op artikel 7, tweede lid, van de ASV 2023 worden bij de subsidieaanvraag, in het kader van deze regeling de volgende gegevens en stukken aangeleverd:

    • a.

      overzicht van de getroffen voorzieningen;

    • b.

      offertes en facturen voor de uitgevoerde subsidiabele activiteiten, waarop het deel van de kosten die subsidiabel zijn voldoende duidelijk uitgesplitst en aangemerkt zijn, inclusief betaalbewijzen;

    • c.

      foto’s van de aangebrachte voorzieningen;

    • d.

      indien van toepassing, een kopie van de geldende goedkeuringsverplichtingen van een VvE;

    • e.

      aanvullend bewijs bij isolatiemaatregelen:

      • i.

        isolatiewaarden inclusief de U/R-waarde);

      • ii.

        netto oppervlakte in m², zoals aangegeven in de offerte en/of factuur.

  • 10.

    Indien de aanvrager niet de eigenaar is van de woning waarop de aanvraag betrekking heeft, bevat het aanvraagformulier naast de genoemde eisen uit het achtste lid van dit artikel:

    • a.

      een ondertekende toestemmingsverklaring van de eigenaar of VvE dat de bedoelde aanvrager de binnen deze regeling als subsidiabel aangemerkte activiteiten in het betreffende gebouw mag gaan uitvoeren, waarbij de eigenaar indien van toepassing tevens verklaart dat hij:

      • i.

        de verwijdering van de gasaansluiting niet ongedaan maken;

      • ii.

        zal borgen dat het, zonder voorafgaande instemming van het college van burgemeester en wethouders, in de toekomst niet mogelijk is om het vastgoed alsnog van aardgas te voorzien.

    • b.

      het college kan een vonnis van de kantonrechter dat de verhuurder op grond van artikel 7:243BW of artikel 7:215BW medewerking met de voorgestelde voorzieningen oplegt accepteren als vervanging van een getekende toestemmingsverklaring van de eigenaar, zoals genoemd in het tweede lid, onder a.

  • 11.

    Bij de subsidieaanvraag voor activiteiten met betrekking tot collectieve installaties, zoals bedoeld in artikel 2.4, eerste lid, worden de volgende gegevens en stukken aangeleverd:

    a. een overzicht van de aan de collectieve installatie verbonden verblijfsobjecten;

    b. een overzicht van de aanwezigheid van gasaansluitingen in de verblijfsobjecten;

    c. een overzicht waaruit blijkt welk van de eigenaren en huurders de intentie heeft om de individuele woning gebonden gasaansluiting, zoals bedoeld onder b, binnen 1 jaar af te sluiten;

    d. bewijs dat de aanvrager gemachtigd is de aanvraag te doen.

Artikel 2.6 Niet subsidiabele kosten en gebouwgebonden voorzieningen

  • 1.

    In aanmerking voor subsidie komen de gemaakte kosten voor de uitvoering van de activiteiten, zoals bedoeld in artikel 2.4, met uitzondering van:

    • a.

      de kosten voor zelf verrichte arbeid, indien de voorzieningen door de aanvrager zelf worden getroffen;

    • b.

      de kosten voor biomassaverbrandingsketels, hout- of pelletkachels;

    • c.

      de kosten voor installaties of fornuizen op fossiele brandstoffen als kolen, olie, butaangas of andere brandstoffen;

    • d.

      de kosten voor pannen en ander keukengerei;

    • e.

      de kosten voor voorzieningen die gericht zijn op het voldoen aan wettelijke verplichtingen;

    • f.

      de kosten voor voorzieningen die gericht zijn op het voldoen aan de gangbare minimum kwaliteitseisen;

    • g.

      de kosten voor zonnepanelen die geen PVT-panelen betreffen;

    • h.

      de kosten voor PUR-isolatie;

    • i.

      de kosten voor elektrische verwarming.

Artikel 2.7 Weigeringsgronden

  • 1.

    In aanvulling op artikel 9, derde lid, van de ASV 2023 kan het college geheel of gedeeltelijk weigeren een subsidie te verlenen voor de subsidiabele activiteiten in deze regeling als:

    a. de kosten voor de uitvoering van de voorzieningen waarvoor een subsidieaanvraag wordt gedaan naar het oordeel van het college niet in redelijke verhouding staan tot het beoogde resultaat;

    b. de subsidieaanvraag de maximale subsidiehoogte overschrijdt;

    c. het subsidieplafond bereikt is;

    d. de activiteiten waarvoor subsidie is aangevraagd niet bijdragen aan de realisatie van het doel van de regeling;

    e. de subsidie hoger is dan de werkelijk gemaakte kosten na aftrek van andere aangevraagde of verleende subsidies voor dezelfde subsidiabele activiteiten;

    f. de maatregel waarvoor subsidie wordt aangevraagd een nieuw element aan de woning toevoegt en niet dient ter vervanging van een verouderde maatregel;

    g. de maatregel zonder bijzondere inspanning terug te draaien is;

    h. een al in de woning aanwezig aardgasvrije voorziening wordt vervangen;

    i. er voor de activiteit waar subsidie voor is aangevraagd al eerder in de afgelopen twee jaar subsidie is verleend. Het is slechts eenmaal per twee jaar mogelijk om subsidie aan te vragen voor eenzelfde maatregel.

Artikel 2.8 Aanvullende verplichtingen

  • 1.

    Naast de verplichtingen op grond van artikel 1.7 van deze regeling en artikel 10 van de ASV 2023, zijn aan de subsidie de volgende verplichtingen verbonden:

    • a.

      de aanvrager zal indien van toepassing de afsluiting van de gasaansluiting niet ongedaan maken;

    • b.

      een door de gemeente aangestelde inspecteur wordt op verzoek van de gemeente in de gelegenheid gesteld de uitgevoerde werkzaamheden ter plaatse te inspecteren;

    • c.

      voor zover vereist, het verkrijgen van de vergunningen voor de subsidiabele activiteiten;

    • d.

      in geval van verhuurd vastgoed, dient de verhuurder te borgen dat het voor huurders niet mogelijk is om indien van toepassing de woning in de toekomst van aardgas te voorzien;

    • e.

      de aanvrager is akkoord dat de gemeente Amstelveen gebouwgebonden data opslaat. Persoonsgegevens worden niet opgeslagen;

    • f.

      op verzoek van de gemeente Amstelveen wordt medewerking verleend aan publicitaire acties.  

 

Hoofdstuk 3 Slotbepalingen

Artikel 3.1 Hardheidsclausule

Het college kan van de bepalingen in deze regeling afwijken, indien toepassing ervan zouden leiden tot kennelijk onredelijke situaties.

Artikel 3.2 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2025 en is geldig voor subsidie aanvragen tot en met 8 december 2025.

Artikel 3.3 Intrekking oude subsidieregeling

De Subsidieregeling verduurzamen bestaande woningen Amstelveen 2024 (kenmerk: Z23-088204) wordt per 1 januari 2025 ingetrokken.

Artikel 3.4 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling verduurzamen bestaande woningen Amstelveen 2025.

 

 

[1] Met de bouwtechnische regelgeving wordt bedoeld het Bouwbesluit 2012 / Besluit Bouwwerken Leefomgeving dat per 1 januari 2024 van kracht is. Deze bouwtechnische regels gelden ook voor vergunningsvrije activiteiten.

[2] Met de bouwtechnische regelgeving wordt bedoeld het Bouwbesluit 2012 / Besluit Bouwwerken Leefomgeving dat per 1 januari 2024 van kracht is. Deze bouwtechnische regels gelden ook voor vergunningsvrije activiteiten.

 

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van 10 december 2024.

De secretaris,

Bert Winthorst

De voorzitter,

Tjapko Poppens

Naar boven