Ontheffingsbesluit RVV 1990 toezichthouders Klachtenteam West OMWB gemeente Moerdijk 2024

Het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Moerdijk, ieder voor zover het hun bevoegdheid betreft;

Overwegende dat:

• het wenselijk is dat de in mandaat door de directeur van de OMWB aangewezen toezichthouders van het Klachtenteam West van de OMWB effectief hun aangewezen toezichthoudende taken uit kunnen oefenen, waar mogelijk en noodzakelijk in strijd met geldende verkeersregels.

Gelet op:

• het Mandaatbesluit Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant 2024 gemeente Moerdijk, d.d 19 december 2023 en de daarin vermelde toezichthoudende bevoegdheden;

• artikel 5:11 tot en met 5:20 van de Algemene wet bestuursrecht;

• artikel 87 RVV 1990:

BESLUITEN

vast te stellen het Ontheffingsbesluit RVV 1990 toezichthouders Klachtenteam West OMWB gemeente Moerdijk 2024:

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1.1 Definities.

In dit aanwijzingsbesluit wordt met de volgende begrippen bedoeld:

• a) Directeur OMWB: de directeur van de Omgevingsdienst, bedoeld in artikel 26 van de Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant;

• b) Mandaatbesluit OMWB: het Mandaatbesluit Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant 2024 gemeente Moerdijk, d.d 19 december 2023 (inclusief latere mandaatbesluiten)

• c) OMWB: het openbaar lichaam Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant, bedoeld in artikel 2 van de Gemeenschappelijke Regeling Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant

• d) Toezichthouder: een (al dan niet ingehuurde) door de directeur van de OMWB aangewezen medewerker van het team Klachten van de OMWB die toeziet op de bij of het mandaatbesluit gestelde bevoegdheden en wet-en regelgeving;

• e) RVV 1990: Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990

Hoofdstuk 2 Ontheffingen RVV 1990

Artikel 2.1 ontheffingen Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990

• 1. Aan aangewezen toezichthouders van het Klachtenteam West van de OMWB de volgende ontheffingen verleend op grond van het bij of krachtens het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990) gestelde:

  • a. Plaats op de weg:

    • i. Artikel 4: plaats op de weg voetgangers;

    • ii. Artikel 10: plaats op de weg andere bestuurders, gebruik van voetpaden, trottoirs, verplichte en onverplichte fietspaden en ruiterpaden al dan niet aangeduid door de borden G7, G9, G11 en G13;

  • b. Stilstaan:

    • i. Artikel 23: lid 1 aanhef en onderdeel b, verbod stilstaan op fietsstrook of op rijbaan langs fietsstrook;

    • ii. Artikel 23: lid 1, aanhef en onderdeel g, verbod stilstaan langs een gele doorgetrokken streep;

  • c. Parkeren:

    • i. Artikel 24: Lid 1 aanhef en onderdeel d, verbod parkeren parkeerplaats voor wat betreft andere categorie, andere wijze, dagen of uren dan aangegeven, bord E4 met onderbord als bedoeld in dit onderdeel;

    • ii. Artikel 24: lid 1 aanhef en onderdeel e, verbod parkeren gele onderbroken strepen;

    • iii. Artikel 25: lid 1 parkeerverbod overige plaatsen binnen parkeerschijfzone;

    • iv. Artikel 25: lid 2 verbod parkeren in parkeerschijfzone indien voertuig niet is voorzien van een parkeerschijf, bord E10;

  • d. Algemene bepalingen verkeerstekens:

    • i. Geslotenverklaring:

      • 1. Borden C1: gesloten in beide richtingen voor bestuurders;

      • 2. C6: gesloten voor motorvoertuigen;

      • 3. C12: gesloten voor alle motorvoertuigen;

      • 4. C16: gesloten voor voetgangers;

    • ii. Parkeren en stilstaan:

      • 1. E1: parkeerverbod;

      • 2. E2: verbod stil te staan;

      • 3. E8: parkeergelegenheid alleen bestemd voor de voertuigcategorie die op het bord is aangegeven; tevens parkeerverbod voor andere voertuigcategorieën.

• 2. Aan de in lid 1 gegeven ontheffingen worden de volgende voorwaarden verbonden:

  • a. De veiligheid van het verkeer dient onder alle omstandigheden gewaarborgd te blijven;

  • b. Het verkeer dient zo weinig mogelijk te worden gehinderd; zo nodig dient daartoe het voor de uitoefening van de werkzaamheden gebruikte voertuig te worden geplaatst;

  • c. Van de ontheffing mag alleen gebruik worden gemaakt voor zover dit voor de onmiddellijke uitvoering van metingen en uitvoering van toezicht en handhaving noodzakelijk is;

  • d. Van de ontheffing mag geen gebruik worden gemaakt in geval van mist, sneeuwval, of andere omstandigheden, in het bijzonder van atmosferische aard, die het zicht beperken tot een afstand van minder dan 200 m, tenzij de werkzaamheden van dusdanige aard zijn dat deze geen uitstel kunnen dulden;

  • e. De houder van de ontheffing is verplicht, indien toezichtstaken worden uitgevoerd, gebruik te maken met gebruikmaking van veiligheidskleding en/of goed zichtbare kleding;

  • f. De bestuurder van een voertuig die dit voertuig laat stilstaan of parkeert met gebruikmaking van de ontheffing is verplicht, bij het verlaten van het voertuig de ontheffing achter de voorruit van het voertuig aan te brengen en wel zo dat deze vanaf de buitenzijde van het voertuig goed leesbaar is.

Hoofdstuk 3 Overige bepalingen.

Artikel 3.1 Inwerkingtreding

• 1. Dit aanwijzingsbesluit treedt in werking op de dag na publicatie en werkt terug tot en met 1 januari 2024;

• 2. Dit besluit wordt aangehaald als “Ontheffingsbesluit RVV 1990 toezichthouders Klachtenteam west gemeente Moerdijk 2024”

Aldus vastgesteld 26 november 2024 te Zevenbergen,

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Moerdijk

De gemeentesecretaris,

Drs. M.E. de Groot

De burgemeester,

A.J. Moerkerke

alsmede,

De burgemeester van Moerdijk,

A.J. Moerkerke