Gemeenteblad van Rotterdam
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Rotterdam | Gemeenteblad 2024, 516493 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Rotterdam | Gemeenteblad 2024, 516493 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Subsidieregeling samenwerking onderwijs, preventie en jeugdhulp 2025
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,
gelezen het voorstel van de wethouder Onderwijs, Cultuur en Evenementen van 3 december 2024 met kenmerk M2409-2345;
gelet op artikelen 3, derde lid, 4, tweede lid, 5, tweede lid, 6, derde lid, 7, derde lid, 8, 12 en 12a van de Subsidieverordening Rotterdam 2014;
overwegende dat het vanuit het beleidskader Heel de Stad en het beleidskader Nieuw Rotterdams Onderwijsbeleid 2024-2027 gewenst is een regeling vast te stellen voor het verstrekken van eenmalige subsidies voor de samenwerking tussen onderwijs, preventie en jeugdhulp;
Deze subsidieregeling is uitsluitend van toepassing op de verstrekking van eenmalige subsidies door het college voor de in artikel 3 bedoelde activiteiten.
Bij de aanvraag wordt door alle partijen in het samenwerkingsverband een samenwerkingsovereenkomst gevoegd, waarin zij verklaren dat de penvoerder gemachtigd is om hen in het kader van de subsidieverstrekking in en buiten rechte te vertegenwoordigen, en dat alle gegevens die noodzakelijk zijn voor de verantwoording door de penvoerder van de besteding van de subsidie, op verzoek aan de penvoerder worden verstrekt.
De aanvraag wordt ingediend via het digitale subsidieportaal op www.rotterdam.nl/subsidies en onder gebruikmaking van het daar beschikbare aanvraagformulier.
Artikel 13 Verantwoording subsidies
De inhoudelijke subsidieverantwoording bevat een eindrapportage met een overzicht van de gerealiseerde resultaten ten opzichte van de met de activiteiten begrote resultaten, waarin wordt beschreven in hoeverre de resultaten:
Aldus vastgesteld in de vergadering van 3 december 2024.
De secretaris,
G.J.D. Wigmans
De burgemeester,
C.J. Schouten
Dit gemeenteblad ligt ook ter inzage bij het Concern Informatiecentrum Rotterdam (CIC): 010-267 2514 of bir@rotterdam.nl
Bijlage als bedoeld in artikel 8, tweede lid, van de Subsidieregeling samenwerking onderwijs, preventie en jeugdhulp 2025
Elke leerling is uniek, verdient aandacht en heeft leerrecht. Voor sommigen is er alleen net iets meer nodig. Dit kan variëren van ondersteuning vanuit school of het samenwerkingsverband passend onderwijs, tot ondersteuning door een schoolmaatschappelijk werker of een jeugdhulpverlener. De tekorten aan zorg- en onderwijsprofessionals nemen echter toe en de zorgvragen verlangen steeds meer maatwerk. Door- en uitstroom tussen onderwijs en zorgplekken lopen vast, verwijzingen naar het (voortgezet) speciaal onderwijs nemen toe en het aantal thuiszitters en vrijstellingen van de leerplicht ook. Terwijl het uitgangspunt in het funderend onderwijs is om toe te werken naar inclusiever onderwijs, waarbij kinderen en jongeren met en zonder extra ondersteuning samen met elkaar in de buurt naar school gaan. En om, waar mogelijk, in alle onderwijssectoren meer preventie in te zetten in plaats van zwaardere jeugdhulp.
Om deze problemen op te lossen, zijn drie domeinen betrokken bij het creëren van oplossingen: onderwijs, preventie en jeugdhulp. De samenwerking tussen deze domeinen blijft in de praktijk lastig door verschillende wet- en regelgeving, financieringsstromen en bekostigingskaders. Volgens het college zijn daarom innovatieve oplossingen nodig: meer inzet voor groepen leerlingen in plaats van individuele (zorg)trajecten, een sterke preventieve en pedagogische basis stimuleren in het onderwijs en onderwijs op zorgplekken realiseren en vice versa. De oplossingen die bedacht worden, vallen vaak tussen verschillende wet- en regelgeving en gemeentelijke kaders in.
Deze subsidieregeling stimuleert innovatieve activiteiten die tussen reeds bestaande wet- en regelgeving in vallen. Met als doel dat deze activiteiten bijdragen aan beter en passender ondersteuningsaanbod voor kinderen en jongeren met een ondersteuningsbehoefte op het snijvlak van onderwijs, preventie, jeugdhulp en zorg. De activiteiten bieden een collectieve ondersteuning in het onderwijs, waardoor minder kinderen uitvallen en meer kinderen behouden worden in het reguliere onderwijs.
Artikel 3 Subsidiabele activiteiten
De subsidieregeling probeert de samenwerking tussen onderwijs, preventie, jeugdhulp en zorg te stimuleren zodat kinderen/jongeren zoveel mogelijk op het regulier onderwijs terecht kunnen of kunnen blijven. Of om te voorkomen dat kinderen/jongeren worden doorverwezen naar het speciaal basisonderwijs, het (voortgezet) speciaal onderwijs of jeugdhulp. Vanwege de druk op het onderwijs, de jeugdhulp en de zorg, is er behoefte aan innovatieve activiteiten om doorbraken te forceren.
Met innovatief wordt bedoeld dat de activiteiten iets oplossen waar het nu knelt en waar bestaande structuren en wetgeving geen oplossing bieden. Daarbij richten de activiteiten zich niet op een individuele leerling, maar op de context en een groep leerlingen. Het centraal stellen van de individuele ondersteuningsbehoefte en het inrichten van zorgstructuren die vertrekken vanuit het individu versterken namelijk de medicalisering. Hulp is daarbij steeds gericht op de situatie en het gedrag van het individu, omdat deze ‘afwijken’ van het normaal en er daarom een ondersteuningsbehoefte ontstaat. De context wordt als onveranderbaar beschouwd of wordt buiten beschouwing gelaten. Voor inclusief onderwijs is het belangrijk om juist bij die context te starten. Uitgangspunt vanuit deze theorie is: wat kunnen we in de context veranderen zodat ondersteuningsbehoeften niet meer aan het individu toegeschreven hoeven te worden?
De penvoerder is het bevoegd gezag met wie het college de subsidierelatie aangaat, deze is volledig verantwoordelijk voor de naleving van alle subsidieverplichtingen en voor de subsidieverantwoording. Dit betekent dat het aan de penvoerder is om ervoor te zorgen dat de andere deelnemer(s) de penvoerder hiertoe van de juiste informatie voorziet (voorzien).
Artikel 5 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen
Kosten die voorafgaand aan de indiening van de aanvraag zijn gemaakt komen niet voor subsidie in aanmerking. Voorbeelden van materiële activa die niet voor subsidie in aanmerking komen zijn beeld- en geluidsapparatuur, laptops/computers, digiboards, software, installaties, meubilair e.d.
Het college hanteert een tender om te bepalen welke aanvragen in aanmerking komen voor subsidie. De aanvragen worden beoordeeld aan de hand van de systematiek in de bijlage. De beoordelingscriteria richten zich op een aantal doelstellingen van de regeling:
Het college wil stimuleren dat zoveel mogelijk verschillende partijen initiatieven ondernemen die bijdragen aan de doelstellingen van deze subsidieregeling. Door meer verschillende partijen en type aanvragen te hebben, is de kans groter dat er een ‘olievlek’ effect ontstaat waarbij onderwijs, zorg, preventie en welzijn meer met elkaar gaan samenwerken. Het college vindt het belangrijk dat vanuit verschillende perspectieven (onderwijs, zorg, preventie en welzijn) gewerkt wordt. Daarnaast heeft deze subsidieregeling een innovatief karakter. Door verschillende activiteiten en verschillende samenstellingen, kan het college beter onderzoeken wat in de praktijk nu het meest effectief en efficiënt is. De subsidieregeling sluit niet uit dat dezelfde penvoerder meerdere aanvragen doet of dat dezelfde aanbieder met meerdere penvoerders een aanvraag doet.
Doel is om zoveel mogelijk leerlingen te bereiken, aansluitend bij de behoefte van de leerlingen. De aanvraag die de hoogste totaalbeoordeling heeft (na toekenning punten en weging) wordt als eerste gehonoreerd. Daarna volgt de aanvraag met de op een na hoogste totaalbeoordeling, en zo verder, totdat het subsidieplafond is bereikt.
In het geval dat meerdere aanvragen een gelijke score behalen en het subsidieplafond zou worden overschreden door inwilliging van deze aanvragen, wordt de rangschikking tussen deze aanvragen bepaald door middel van loting.
Initiatieven waarbij geen sprake is van een eigen bijdrage of cofinanciering komen niet in aanmerking voor subsidie. De eigen bijdrage kan ook bestaan uit inzet in natura, zoals de inzet van eigen medewerkers.
Het projectplan moet een plan bevatten, op welke manier het bevoegd gezag samen met de aanbieder(s) kan zorgen voor continuering van de activiteiten zonder deze subsidie. Daarmee wil het college stimuleren dat de initiatieven levensvatbaar zijn en een structurele oplossing bieden om kinderen en jongeren met een extra ondersteuningsbehoefte in het regulier onderwijs te behouden.
Artikel 11 Aanvullende weigeringsgronden
Het college vindt het belangrijk dat de basisondersteuning op school op orde is. Hierbij gaat het in elk geval om de volgende zaken: de basiskwaliteit is volgens de onderwijsinspectie voldoende, de onderwijsondersteuning op school is goed georganiseerd en de school kan preventieve en licht curatieve interventies aanbieden. Omdat het moeilijk is vast te stellen wanneer de basis op orde is, is de eis dat de Inspectie de school niet heeft beoordeeld als prioriteitsschool. De subsidie is namelijk een aanvulling op de ondersteuning die er al op de school hoort te zijn en is niet bedoeld ter vervanging hiervan of om de basisondersteuning op orde te krijgen.
Activiteiten die al volledig gefinancierd worden door het Rijk, omdat de activiteiten onder de taken vallen van het onderwijs op basis van de Wet op het primair onderwijs, Wet voortgezet onderwijs 2020 of de Wet op de expertisecentra, komen niet in aanmerking voor deze subsidie. Dit betekent dat wettelijke (ondersteunende) onderwijstaken niet gesubsidieerd worden op grond van deze regeling, omdat dit niet onder de verantwoordelijkheid van de gemeente valt en deze activiteiten zich niet op het snijvlak van onderwijs, zorg en welzijn bevinden waarvoor de subsidie bedoeld is. Activiteiten waarvoor subsidie geweigerd zal worden betreffen bijvoorbeeld: remedial teaching of onderwijsbegeleiding bij leerachterstanden of bij lezen, taal of rekenen als gevolg van dyslexie of dyscalculie. Maar ook: activiteiten ten behoeve van de schoolorganisatie of onderwijsondersteunende werkzaamheden die rechtstreeks verband houden met het onderwijsleerproces en die enkel gericht zijn op het bevorderen van een optimale schoolloopbaan van leerlingen.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-516493.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.