Artikel I
Het Besluit mandaat, volmacht en machtiging Rotterdam 2021 wordt als volgt gewijzigd:
A.
Artikel 2.13 komt te luiden:
Artikel 2.13 Collegemachtigingen aan de Wethouder met Wonen in de portefeuille
Aan de wethouder met Wonen in de portefeuille wordt door het college machtiging verleend tot het vragen van advies aan gedeputeerde staten, bedoeld in artikel 6, derde lid, van de Huisvestingswet 2014.
B.
Artikel 3.1 wordt als volgt gewijzigd:
- 1.
In onderdeel b wordt ‘burgerlid als bedoeld in artikel 4 van de Commissieverordening 2018’ vervangen door ‘burgercommissielid als bedoeld in artikel 4 van de Commissieverordening 2022’.
- 2.
In onderdeel c wordt na ‘besluiten tot het verrichten van de rechtshandelingen’ een komma ingevoegd en wordt ‘onderdelen j tot en met m en w tot en met y’ vervangen door ‘onderdelen i tot en met k en u tot en met w’.
- 3.
In onderdeel e wordt ‘artikel 51a van het Wetboek van Strafvordering’ vervangen door ‘artikel 51f van het Wetboek van Strafvordering’.
C.
Aan artikel 4.1, eerste lid, onderdeel o, wordt toegevoegd ‘, bedoeld in artikel 51f van het Wetboek van Strafvordering’.
D.
Aan artikel 4.3, onderdeel f, wordt toegevoegd ‘, bedoeld in artikel 51f van het Wetboek van Strafvordering’.
E.
Artikel 4.5 wordt als volgt gewijzigd:
- 1.
Onderdeel i komt te luiden:
- i.
het verstrekken van de investeringslening, bedoeld in hoofdstuk 3 van de Subsidieregeling investeringssubsidies breedtesport-, scouting- en speeltuinverenigingen 2024;
- 2.
In onderdeel j wordt ‘artikel 15, eerste lid, onderdeel b, van de Regeling investeringssubsidies breedtesport-, scouting- en speeltuinverenigingen’ vervangen door ‘artikel 3.8, tweede lid, onderdeel b, subonderdeel 1°, van de Subsidieregeling investeringssubsidies breedtesport-, scouting- en speeltuinverenigingen 2024’.
F.
Aan artikel 4.17, tweede lid, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
- j.
het indienen van een zienswijze als bedoeld in artikel 23, eerste lid, aanhef en onderdeel d, van het Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015.
G.
In artikel 4.19 wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel d door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:
- e.
het uitoefenen van zeggenschap die de gemeente heeft in de Regionale Ontwikkelingsmaatschappij Innovation Quarter B.V.
H.
Artikel 5.6 komt te luiden:
Artikel 5.6 Collegemandaten aan de havenmeester van Rotterdam
- 1.
Aan de havenmeester van Rotterdam, werkzaam bij Havenbedrijf Rotterdam N.V., wordt door het college mandaat verleend tot:
- a.
het uitoefenen van de bevoegdheden, bedoeld in de artikelen 5, eerste lid, 6, eerste lid, 7, eerste lid, en 8 van de Scheepvaartverkeerswet, waarbij de kennisgeving, bedoeld in artikel 11 van het Besluit administratieve bepalingen scheepvaartverkeer voor wat betreft het voornemen tot tijdelijke aanbrenging van verkeerstekens of de daadwerkelijke tijdelijke aanbrenging van verkeerstekens, achterwege blijft;
- b.
het uitoefenen van de bevoegdheden, bedoeld in de Wrakkenwet;
- c.
het uitoefenen van de bevoegdheden, bedoeld in de Waterstaatswet 1900;
- d.
het uitoefenen van de bevoegdheden bedoeld in de artikelen 1.4, 1.5, 1.6, 1.7, 1.9, 3.1, 3.2, 3.3, 3.5, 3.7, 3.10, 3.11, 3.12, 4.2, 4.3, 4.5, 4.6, 4.7, 4.8, 4.9, 4.10, 4.11, 4.13, 5.1, 8.1, 8.2, 8.3, 8.4, 8.5, 8.6, 8.7, 8.8, 8.9, 11.1.3, 11.2.1, 11.2.3, 11.3.2, 11.4.2 en 13.2 van de Havenverordening Rotterdam 2020;
- e.
het aanwijzen van nautisch verkeersregelaars als bedoeld in artikel 5.1 van het Besluit opleidingen en bevoegdheden nautische beroepsbeoefenaren.
- 2.
De bevoegdheden zijn verleend onder de verplichting dat de havenmeester zich door middel van het jaarverslag van Havenbedrijf Rotterdam N.V. verantwoordt over het gebruik van deze bevoegdheden in het jaar waarop het jaarverslag ziet.