Gemeenteblad van Venlo
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Venlo | Gemeenteblad 2024, 515514 | overige overheidsinformatie |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Venlo | Gemeenteblad 2024, 515514 | overige overheidsinformatie |
Toetsingskader Wmo Toezicht Wmo/Jeugdwet september 2024
Gemeenten zijn sinds 1 januari 2015 verantwoordelijk voor de organisatie van maatschappelijke ondersteuning van personen met een beperking en personen met psychische of psychosociale problemen. Dat staat in de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015). Dit betekent dat de gemeente ook verantwoordelijk is voor de kwaliteit en de continuïteit van voorzieningen voor personen met een beperking en personen met psychische of psychosociale problemen en het toezicht op de voorzieningen. Elke gemeente moet daarvoor een toezichthouder aanstellen. De toezichthouder heeft de bevoegdheden zoals bepaald in de Algemene Wet Bestuursrecht.
Rol toezichthouder en toetsingskader
De toezichthouders toetsen of voorzieningen voldoen aan de wettelijke en gemeentelijke kwaliteitseisen. Om transparant te zijn over wat de toezichthouder toetst, hanteert het Wmo-toezicht een toetsingskader. Dit is het uitgangspunt voor het toetsen van aanbieders die maatschappelijke ondersteuning bieden aan cliënten. Het toetsingskader is gebaseerd op de wet- en regelgeving, de kwaliteitskaders uit het veld, en op de richtlijnen van professionals voor verantwoorde ondersteuning.
Het toetsingskader bestaat uit drie thema’s:
Elk thema is uitgewerkt in een aantal normen. Bij elke norm staat waar de toezichthouder onder andere naar kijkt om te toetsen of aan deze norm wordt voldaan. Daarbij staat ook een verwijzing naar de wettekst en een korte toelichtende tekst. Om aan een norm te voldoen, moet dit door een aanbieder aangetoond worden. Voor de leesbaarheid wordt niet bij elke norm apart opgenomen dat dit aantoonbaar moet zijn.
De toezichthouders hanteren verschillende onderzoeksmethoden om informatie te verzamelen. Onderzoeksmethoden zijn bijvoorbeeld documentenonderzoek, observaties, interviews met cliënten en medewerkers, en inzage in personeels- en cliëntdossiers. De toezichthouders vormen op basis van de verzamelde informatie een oordeel. Zij leggen de beoordeling vast in een rapportage. Zo nodig wordt samengewerkt met de toezichthouder rechtmatigheid, toezichthouders van andere regio’s en/of de Inspectie Gezondheidszorg Jeugd (IGJ).
Toezicht kwaliteit Wmo Noord- en Midden Limburg houden toezicht op: de kwaliteit van de Wmo-voorzieningen. Voor de zeven Noord- Limburgse gemeenten (Beesel, Bergen, Gennep, Horst aan de Maas, Peel en Maas, Venlo en Venray) voor alle Wmo voorzieningen. Daarnaast ook voor de zeven Midden- Limburgse gemeenten (Echt-Susteren, Leudal, Maasgouw, Nederweert, Roerdalen, Roermond en Weert) voor beschermd wonen en maatschappelijke opvang.
Betrokkenen bij totstandkoming van dit toetsingskader zijn GGD GHOR Nederland, Regio Gooi en Vechtstreek, GGD Hart voor Brabant, GGD Gelderland-Zuid, GGD IJsselland, GGD Flevoland, GGD Rotterdam Rijnmond, Zorgregio Midden-IJssel/Oost-Veluwe, Zorgregio Noord- en Midden-Limburg, de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ),Toezicht Sociaal Domein (TSD) en de Vereniging van Nederlandse gemeenten (VNG).
De ondersteuning sluit aan bij de behoeften en ontwikkelmogelijkheden van de cliënt en is planmatig en gestructureerd. De aanbieder bespreekt, evalueert en stelt de ondersteuning regelmatig bij. De aanbieder stemt de ondersteuning af met het (in)formele netwerk van de cliënt. De cliënt heeft inspraak en kan indien nodig laagdrempelig en onafhankelijk een klacht indienen.
1.3 Ondersteuning in de praktijk
De cliënt ontvangt ondersteuning die aansluit bij wensen, mogelijkheden en ondersteuningsbehoefte. |
|
1.4 Afstemming met (in)formele netwerk
Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling (artikel 3.3 Wmo2015)
lid 1: De aanbieder, niet zijnde een aanbieder die hulpmiddelen of woningaanpassingen levert, stelt een meldcode vast waarin stapsgewijs wordt aangegeven hoe met signalen van huiselijk geweld of kindermishandeling wordt omgegaan en die er redelijkerwijs aan bijdraagt dat zo snel en adequaat mogelijk hulp kan worden geboden.
Meldplicht calamiteiten en geweldsincidenten (artikel 3.4 Wmo2015)
Lid 2: De aanbieder en de beroepskrachten die voor hem werkzaam zijn, verstrekken bij en naar aanleiding van een melding als bedoeld in het eerste lid aan de toezichthoudende ambtenaar de gegevens, daaronder begrepen persoonsgegevens, gegevens over gezondheid en andere bijzondere categorieën van persoonsgegevens en persoonsgegevens van strafrechtelijke aard, voor zover deze voor het onderzoeken van de melding noodzakelijk zijn.
De aanbieder zorgt ervoor dat de ondersteuning veilig is. De aanbieder brengt veiligheidsrisico’s samen met de cliënt in kaart en neemt maatregelen om de risico’s te beperken. De aanbieder leert van incidenten en meldt calamiteiten- en geweldsincidenten bij de toezichthouder. De aanbieder stelt beleid over veiligheid vast en voert dit uit in de praktijk.
De begrippen “calamiteit” en “geweld bij de verstrekking van een voorziening” zijn gedefinieerd in artikel 1.1.1 lid 1 Wmo 2015.
De cliënt ontvangt ondersteuning van gekwalificeerde beroepskrachten die in bezit zijn van een Verklaring Omtrent het Gedrag. De beroepskrachten ontvangen bijscholing gericht op het werk dat zij uitvoeren. De aanbieder stelt kwaliteitsbeleid vast, houdt dit actueel en faciliteert beroepskrachten bij de uitvoering hiervan.
|
||
De aanbieder stimuleert en ondersteunt de beroepskrachten en bevordert hun ontwikkeling. |
|
|
Beroepskrachten en vrijwilligers beschikken over een passende VOG. |
|
In deze verklarende woordenlijst staan woorden opgenomen omdat het basistoetsingskader specifieke termen gebruikt die belangrijk zijn om goed te begrijpen.
Deze uitleg zorgt ervoor dat iedereen die betrokken is bij het toetsingskader, dezelfde betekenis begrijpt. Dit helpt bij een duidelijke communicatie en een goede uitvoering van het basistoetsingskader. De definitie uit de Wmo2015 is gevolgd. Daar waar nodig is er een aanvulling op gegeven.
Natuurlijke persoon of rechtspersoon die jegens het college gehouden is een algemene voorziening of een maatwerkvoorziening te leveren.
Activiteiten gericht op het bevorderen van zelfredzaamheid en participatie van de cliënt opdat hij zo lang mogelijk in zijn eigen leefomgeving kan blijven.
Ook zijn dit activiteiten gericht op het bieden van beschermd wonen en opvang.
Zorg die geleverd wordt door behandelaren (zoals fysiotherapeut, psycholoog, gedragstherapeut, gedragswetenschapper). Meestal wordt deze zorg gefinancierd via de Zorgverzekeringswet of de Wet langdurige zorg. De behandeling hangt samen met een aandoening, beperking, stoornis of handicap. Hulp vanuit de Wmo is nooit behandeling, maar alleen begeleiding/ondersteuning/een dienst.
Natuurlijke persoon die in persoon beroepsmatig werkzaam is voor een aanbieder.
Niet-beoogde of onverwachte gebeurtenis, die betrekking heeft op de kwaliteit van een Wmo-voorziening en die tot een ernstig schadelijk gevolg voor of de dood van een cliënt heeft geleid.
Persoon die gebruik maakt van een algemene voorziening of aan wie een maatwerkvoorziening of persoonsgebonden budget is verstrekt.
Het kan per gemeente en/of zorgaanbieder verschillen of het woord cliënt wordt gebruikt of dat een andere benaming wordt gebruikt. Waar cliënt staat wordt ook een deelnemer, klant of inwoner met een zorgvraag en zijn/haar/hen eventuele wettelijke vertegenwoordiger bedoeld.
Dit is een medewerker die in opdracht van een gemeente werkzaam is. De consulent van de (woon)gemeente kan in overeenstemming met de cliënt toe leiden naar Wmo zorg.
De cliënt of groep cliënten aan wie de aanbieder de begeleiding of de dienst verleent. Dit zijn vaak mensen met een aantal dezelfde kenmerken. Voorbeelden hiervan zijn mensen met dementie, ouderen, cliënten met psychiatrische problematiek.
Iemand die kundig is geworden op een bepaald terrein doordat diegene het zelf heeft meegemaakt. Deze persoon is in staat om de kennis die niet door studie of onderwijs, maar die door ervaring is opgedaan, te gebruiken.
Personen die beroepshalve betrokken zijn bij een inwoner of cliënt.
Seksueel binnendringen van het lichaam van of ontucht met een cliënt, alsmede lichamelijk en geestelijk geweld jegens een cliënt, door een beroepskracht dan wel door een andere cliënt met wie de cliënt gedurende het etmaal of een dagdeel in een accommodatie van een aanbieder verblijft.
Personen uit de huiselijke kring of andere personen met wie de cliënt een sociale relatie onderhoudt. Dit kunnen zijn (doch niet enkel): de mantelzorgers, familie, vrienden, kennissen en buren van de cliënt.
Een uiting van ontevredenheid over bijvoorbeeld de begeleiding, de dienst of de aanbieder.
Een persoon die de cliënt kan informeren over de klachtenregeling en bij een klacht kan bemiddelen tussen cliënt en aanbieder.
Hierin staat beschreven hoe een klager zijn ontevredenheid kan uiten en hoe de aanbieder deze behandelt en registreert.
Beleid waarin de algemene richtlijnen en stappen voor het omgaan met klachten binnen een organisatie staan beschreven.
De kennis en vaardigheden en wettelijke eisen die nodig zijn om een beroep uit te mogen oefenen.
Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling
Een stappenplan waarin staat hoe omgegaan moet worden met het signaleren en melden van (vermoedens van) huiselijk geweld en kindermishandeling.
De mogelijkheid voor cliënten om invloed uit te oefenen op besluitvorming van een aanbieder.
Een onderaannemer is een individu of organisatie die door een hoofdaannemer wordt ingehuurd bij de uitvoering van de ondersteuning.
Deelnemen aan het maatschappelijke verkeer.
Persoonsgebonden budget. Zorg kan met een pgb (gefinancierd vanuit de Wmo ) ingekocht worden bij een aanbieder. Een pgb kan aangevraagd worden bij de gemeente. De Sociale Verzekeringsbank (SVB) ziet toe op het budget.
Een weergave van de afspraken tussen cliënt en zorgaanbieder over de doelen van de ondersteuning en de wijze waarop deze worden bereikt. Het plan kan ook genoemd worden (doch niet enkel): zorg(leef)plan, ondersteuningsplan of begeleidingsplan.
Privacy verwijst naar het recht en de mogelijkheid van individuen om controle te hebben over hun persoonlijke informatie en om te bepalen hoe, wanneer en aan wie deze informatie wordt bekendgemaakt. Het omvat het recht op bescherming tegen ongeoorloofde toegang, gebruik, verwerking of openbaarmaking van persoonlijke gegevens.
Hierin staat beschreven hoe iemand moet handelen in bepaalde situaties.
De cliënt heeft sturing over zijn/haar/hen eigen leven en maakt hierin keuzes.
Persoon die als onderdeel van zijn/haar/hen opleiding ervaring komt op doen op de werkvloer bij een aanbieder.
Dit zijn risico’s die van invloed zijn op de cliënt en die gevaarlijk kunnen zijn voor de cliënt en/of diens omgeving. Deze risico’s kunnen zowel in de cliënt aanwezig zijn maar ook vanuit extern aanwezig zijn.
Verklaring Omtrent het Gedrag. Een officiële verklaring waaruit blijkt dat het gedrag in het verleden geen bezwaar vormt voor het vervullen van een specifieke taak of functie in de samenleving.
Algemene voorziening of maatwerkvoorziening.
In dit toetsingskader wordt daarmee bedoeld: alle soorten hulp die vanuit de Wmo betaald kunnen worden zoals, maar niet beperkt tot, individuele/ambulante begeleiding, dagbesteding, beschermd wonen, hulp bij het huishouden.
Persoon die onbetaald of tegen een onkostenvergoeding werkt bij de aanbieder.
In staat zijn tot het uitvoeren van de noodzakelijke algemene dagelijkse levensverrichtingen en het voeren van een gestructureerd huishouden.
Zorg in Natura. Gemeente of samenwerkende gemeenten sluiten contracten met aanbieders voor het leveren van Wmo-hulp. Zorg in Natura kan aangevraagd worden bij de gemeente.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-515514.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.