Legesverordening 2025

De raad van de gemeente Dronten;

 

Overwegende dat het met het oog op een correcte heffing van leges in het belastingjaar 2025 noodzakelijk is dat de Legesverordening 2025 wordt vastgesteld;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 15 oktober 2024 met document nummer 644408;

 

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet, de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet en artikel 13.1a van de Omgevingswet;

 

BESLUIT:

 

vast te stellen de volgende Verordening op de heffing en invordering van leges gemeente Dronten 2025 (Legesverordening Dronten 2025):

 

Artikel 1 Definities

Deze verordening verstaat onder:

  • dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • jaar: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december;

  • maand: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;

  • week: een aaneengesloten periode van zeven dagen.

Artikel 2. Belastbaar feit

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

  • a.

    het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit;

  • b.

    het verlenen van een dienst op aanvraag; of

  • c.

    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een document;

  • een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3. Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager of degene voor wie de aanvraag is gedaan.

Artikel 4. Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • a.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 13.6 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald;

  • b.

    diensten die ingevolge een wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend;

  • c.

    het in behandeling nemen van aanvragen van verklaringen omtrent inkomen en vermogen;

  • d.

    het in behandeling nemen van een aanvraag voor een vergunning voor een openbare inzameling van geld of goederen van:

    • een organisatie die is opgenomen in de actuele lijst van erkende goede doelen met CBF-keur, zoals die jaarlijks wordt gepubliceerd door het Centraal Bureau Fondsenwerving;

    • een organisatie die is opgenomen op de actuele lijst van Algemeen Nut Beogende Instellingen zoals die door de rijksbelastingdienst wordt vastgesteld;

    • een plaatselijke non-profit instelling die blijkens haar statuten, of een andere organisatie waarbij uit de aanvraag blijkt, dat zij activiteiten organiseert waarmee geld of goederen worden ingezameld dan wel kosteloos diensten worden verricht ten behoeve van een goed doel. De activiteiten worden hoofdzakelijk door vrijwilligers verricht en de opbrengst komt geheel ten goede aan het goede doel.

  • e.

    Het in behandeling nemen van een aanvraag voor een vergunning voor een evenement door organisaties zonder winstoogmerk, gevestigd in de gemeente Dronten.

Artikel 5. Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1.

    De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6. Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, een zegel, een nota of andere schriftuur, of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7. Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving;

    • c.

      langs elektronische weg in het aanvraagproces wordt gedaan onverwijld, dan wel als die mogelijkheid wordt geboden binnen 30 dagen na het indienen van de aanvraag langs elektronische weg;

    • d.

      langs elektronische weg na indiening van de aanvraag wordt gedaan, binnen 30 dagen na dagtekening van kennisgeving.

  • 2.

    Bij betaling van leges, welke worden geheven bij wege van mondelinge kennisgeving, als bedoeld in artikel 6, wordt een gedagtekend bewijs van betaling uitgereikt.

  • 3.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8. Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst, besluit of handeling wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst, besluit of handeling in die tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 9. Overdracht van bevoegdheden

Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, als de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende paragrafen of artikelen van hoofdstuk 1 van de tarieventabel betreft:

    • 1.

      paragraaf 1.2 (reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart);

    • 2.

      paragraaf 1.3 (rijbewijzen);

    • 3.

      paragraaf 1.4 (papieren verstrekking uit de basisregistratie personen);

    • 4.

      artikel 1.30 (kansspelen);

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 10. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.

Artikel 11. Overgangsrecht

  • 1.

    De Verordening op de heffing en invordering van leges 2024 laatstelijk gewijzigd bij besluit van 19 december 2023, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 12, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 12. Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2025.

Artikel 13. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Legesverordening Dronten 2025.

 

Dronten, 28 november 2024

de raad van Dronten,

drs. M. van Bergen

griffier

drs. J.P. Gebben

voorzitter

Tarieventabel, behorende bij de Legesverordening Dronten 2025

Tarieven gemerkt met een * : dit betreft tarieven die door het Rijk zijn vastgesteld

Tarieven gemerkt met een ** : dit betreft tarieven waarvoor het Rijk een maximum tarief heeft vastgesteld

 

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE DIENSTVERLENING

 

Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand

Artikel 1.1 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap of omzetting in het Huis van de Gemeente

 

1.

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap of het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk in de trouwzaal in het Huis van de Gemeente, De Rede 1 te Dronten op dag(en) en tijdstip(pen) als genoemd in de Regeling burgerlijke stand van de gemeente Dronten, zoals deze geldt op het moment van de bevestiging van de afspraak voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap of het omzetten van een geregistreerd partnerschap:

 

 

a.

in zaal De Abbert, zonder ceremonie:

kosteloos

 

b.

in de trouwzaal van het Huis van de Gemeente met een verkorte ceremonie:

€ 226,35

 

c.

in de trouwzaal van het Huis van de Gemeente met een reguliere ceremonie:

€ 599,55

2.

Het tarief bedraagt voor de administratieve omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk (= zonder plechtigheid aan de burgerzakenbalie):

€ 88,85

Artikel 1.2 Huwelijksvoltrekking, registratie partnerschap of omzetting op locatie

 

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk, registratie van een partnerschap of het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk, indien daarbij op verzoek van aanstaande paren/partners gebruik wordt gemaakt van een andere door de gemeente hiertoe aangewezen locatie op:

 

a.

maandag tot en met vrijdag vanaf 07.00 tot 22.00 uur:

€ 465,45

b.

maandag tot en met vrijdag vanaf 22.00 tot 07.00 uur:

€ 505,00

c.

zaterdag en zondag vanaf 00.00 tot 24.00 uur:

€ 526,70

Artikel 1.3 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap in bijzonder huis

 

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een betaald huwelijk of registratie van een partnerschap of het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk welke plaats vindt in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek op:

 

a.

maandag tot en met vrijdag vanaf 07.00 tot 22.00 uur:

€ 465,45

b.

maandag tot en met vrijdag vanaf 22.00 tot 07.00 uur:

€ 505,00

c.

zaterdag en zondag vanaf 00.00 tot 24.00 uur:

€ 526,70

Artikel 1.4 Niet aangewezen trouwlocaties

 

Het tarief bedraagt:

 

a.

voor het eenmalig aanwijzen van een huwelijkslocatie:

€ 29,65

b.

voor de fysieke beoordeling van de geschiktheid van de externe locatie:

€ 88,85

Artikel 1. 5 Beschikbaar stellen getuige door gemeente

 

Het tarief bedraagt voor het door de gemeente beschikbaar stellen van een getuige voor de huwelijksvoltrekking of de registratie van een partnerschap, per getuige:

€ 31,30

Artikel 1. 6 Annuleren of wijzigen huwelijksvoltrekking of partnerschapsregistratie

 

Het tarief bedraagt:

 

a.

voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een gereserveerde datum, een administratief gegeven, een (buitengewoon) ambtenaar burgerlijke stand of locatie voor de (kosteloze) huwelijksvoltrekking, registratie van het partnerschap of omzetting van het geregistreerd partnerschap in een huwelijk te wijzigen, nadat deze definitief is bevestigd:

€ 45,05

b.

voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een gereserveerde datum voor de (kosteloze) huwelijksvoltrekking, registratie van het partnerschap of omzetting van het geregistreerd partnerschap in een huwelijk te annuleren;

 

 

1.

voordat het gesprek met de trouwambtenaar heeft plaats gevonden:

€ 88,85

 

2.

nadat het gesprek met de trouwambtenaar heeft plaatsgevonden:

€ 207,35

Artikel 1. 7 Trouwboekje of partnerschapsboekje

 

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van:

 

a.

een trouwboekje of partnerschapsboekje in een normale uitvoering of een duplicaat daarvan:

€ 26,40

b.

een trouwboekje of partnerschapsboekje in een luxe uitvoering of een duplicaat daarvan:

€ 43,35

Artikel 1.8 Diversen

 

1.

Het tarief bedraagt:

 

 

a.

voor een verlof tot het uitstellen van de termijn voor de uitvaart overeenkomstig artikel 17 van de wet op de lijkbezorging:

€ 26,75

 

b.

voor een verlof tot het bespoedigen van de termijn voor de uitvaart overeenkomstig artikel 17 van de Wet op de lijkbezorging:

€ 26,75

2.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand.

 

 

Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

 

Artikel 1.9 Paspoorten of andere reisdocumenten

 

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van:

 

a.

een nationaal paspoort:

 

 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

€ 77,85*

 

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

€ 58,85*

b.

een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel a (zakenpaspoort):

 

 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

€ 77,85*

 

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

€ 58,85*

c.

een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):

 

 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

€ 77,85*

 

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

€ 58,85;*

d.

een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen:

€ 58,85*

Artikel 1.10 Nederlandse identiteitskaart

 

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van:

 

a.

een Nederlandse identiteitskaart:

 

 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

€ 70,35*

 

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

€ 37,95*

b.

een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon:

€ 34,25*

Artikel 1.11 Modaliteiten

 

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag voor de versnelde uitreiking van een in de artikelen 1.9 en 1.10genoemd document, wordt bij een spoedlevering vermeerderd met:

€ 53,00*

Paragraaf 1.3 Rijbewijzen

 

Artikel 1.12 Rijbewijzen

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs:

€ 48,15.*

Artikel 1.13 Modaliteiten

 

1.

Het tarief genoemd in artikel 1.12 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met het rijkskostendeel:

€ 34,10**

2.

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven van een gezondheidsverklaring geldt het tarief zoals dat is vastgesteld door het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen.

 

Paragraaf 1.4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens

 

Artikel 1.14 Definities

 

1.

Voor de toepassing van artikel 1.15 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.

 

2.

Voor de toepassing van artikel 1.16 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon die niet zijn opgenomen in de basisregistratie personen.

 

Artikel 1.15 Verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

a.

tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking:

 

 

1.

per uittreksel:

€ 13,15

 

2.

per uittreksel internationaal:

€ 13,15

 

3.

per inlichting;

€ 13,15

 

4.

betrekking hebbend op een persoonslijst per verstrekking;

€ 17,35

b.

tot het verstrekken van een meertalig modelformulier woon- en/of verblijfplaats als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van verordening (EU) nr. 2016/1191 van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 2016 betreffende de bevordering van het vrije verkeer van burgers door vereenvoudigde overlegging van bepaalde openbare documenten in de Europese Unie en tot wijziging van Verordening nr. 1024/2012 (PbEU 2016, L 200):

€ 13,15

Artikel 1.16 Schriftelijke verstrekking

 

In afwijking van artikel 1.15, onder a, bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen:

€ 7,50*

Artikel 1.17 Op aanvraag doornemen basisregistratie personen

 

1.

Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doornemen van de basisregistratie personen, voor ieder daaraan te besteden kwartier:

€ 19,45

 

a.

voor het vervaardigen van een bevolkingsstatistiek, voor ieder daaraan besteed kwartier:

€ 19,45

 

b.

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag massaal geselecteerde inlichtingen met behulp van het geautomatiseerde bestand: voor het maken van selecties uit het geautomatiseerde bevolkingsbestand, inclusief de levering daarvan, per besteed kwartier:

€ 46,80

  •  

Paragraaf 1.5 Bestuursstukken

 

Artikel 1.18 Afschriften van bestuursstukken (gereserveerd)

 

Artikel 1.19 Abonnement op bestuursstukken (gereserveerd)

 

Paragraaf 1.6 Vastgoedinformatie

 

Artikel 1.20 Plan- of kaartinformatie

 

Artikel 1.21 Informatie uit registers

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of een uittreksel uit:

 

a.

de Wet Basisregistraties Adressen en Gebouwen, per adres of object:

€ 12,35

b.

de legger bedoeld in artikel 27 van de Wegenwet:

€ 12,35

c.

een inschrijving in het rijksmonumentenregister die aan de gemeente verzonden is, als bedoeld in artikel 3.3, vijfde lid, van de Erfgoedwet:

€ 8,00

d.

het gemeentelijk erfgoedregister, bedoeld in artikel 3.16 van de Erfgoedwet, per aangewezen cultureel erfgoed:

€ 8,00

Artikel 1.22 Informatie uit adressenbestanden (vervallen)

 

Paragraaf 1.7 Overige publiekszaken

 

Artikel 1.23 Gemeentegarantie (gereserveerd)

 

Artikel 1.24 Overige publiekszaken

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

a.

tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag (VOG) geldt het tarief zoals dat is vastgesteld door Justis.

 

b.

tot het legaliseren van een handtekening:

€ 12,35

c.

tot het waarmerken van kopieën:

€ 12,35

d.

voor het in behandeling nemen van een verzoek als bedoeld in artikel 13 van de Rijkswet op het Nederlanderschap geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Besluit optie- en naturalisatiegelden.

 

Paragraaf 1.8 Gemeentearchief

 

Artikel 1.25 Naspeuringen in gemeentearchief

 

1.

Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken:

 

kosteloos

2.

Het tarief bedraagt voor inzien van archiefstukken in het Huis van de Gemeente, mits deze openbaar zijn:.

kosteloos

Artikel 1.26 Afschrift of uittreksel uit gemeentearchief

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van digitale scans van bouwdossiers, mits deze openbaar zijn, per dossier:

€ 30,00

2.

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van afschriften of uittreksels uit het gemeentearchief gelden de tarieven en voorwaarden als genoemd in artikel 1.34 sub c van deze tabel.

 

Artikel 1.27 Uitlenen archiefbescheiden (gereserveerd)

 

Paragraaf 1.9 Bijzondere wetten

 

Artikel 1.28 Vervallen

 

Artikel 1.29 Leegstand swet

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

 

a.

een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet:

€ 141,70

 

b.

verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, negende lid, van de Leegstandwet:

€ 70,80

2.

Als aanvragen als bedoeld in het eerste lid, onderdelen a en b, gelijktijdig worden ingediend en woonruimten in hetzelfde gebouw, zoals een flat, een school of een kantoor betreffen, worden de in die onderdelen bedoelde leges slechts eenmaal geheven. (Dit geldt ook als het gaat om een geheel van huurwoningen bestemd voor sloop of renovatie waarvoor gelijktijdig aanvragen worden ingediend.)

 

Artikel 1.30 Kansspelen

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:

 

a.

een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen voor het exploiteren van één of twee kansspelautomaten (voor de duur van één jaar):

€ 56,50*

b.

een vergunning als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning)

€ 185,60

c.

een vergunning voor het exploiteren van een speelautomatenhal als bedoeld in artikel 2:39 van de Algemene plaatselijke verordening:

€141,70

Artikel 1.31 Kabels en leidingen & Telecommunicatiewet

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met werkzaamheden van minder ingrijpende aard of voor spoedeisende werkzaamheden, als bedoeld in de Algemene verordening ondergrondse infrastructuren (AVOI), omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden voor tracés tot 25 strekkende meter sleuf:

€ 87,60

2.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van een instemmingsbesluit als bedoeld in de Algemene verordening ondergrondse infrastructuren (AVOI), omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden:

 

 

a.

als het tracés betreft in of op openbare gemeentegrond, vanaf 25 tot 10.000 strekkende meter sleuf:

€ 361,10

 

b.

voor het vastgestelde tracé tussen de 25 en 10.000 meter in door de gemeente beheerde of in eigendom zijnde grond , wordt het tarief onder a per strekkende meter sleuf verhoogd met:

€ 1,00

 

c.

voor het vastgestelde tracé vanaf 10.000 meter en meer in door de gemeente beheerde of in eigendom zijnde grond, wordt het tarief onder a. per strekkende meter sleuf verhoogd met:

€ 0,11

 

d.

als met betrekking tot een aanvraag overleg moet plaatsvinden tussen gemeente, andere beheerders van openbare grond en de netbeheerder van het netwerk, en/of andere netbeheerders of belanghebbenden, wordt het tarief onder a verhoogd met:

€ 435,40

 

e.

als de melder verzoekt om een nadere inhoudelijke afstemming bij de beoordeling van wordt het tarief onder a verhoogd met:

€ 206,80

3.

Het tarief bedraagt voor het op aanvraag houden van vooroverleg, eventueel gecombineerd met de afhandeling van een verzoek tot bezichtiging, om een indicatie te krijgen van de mogelijkheden voor medegebruik van publieke infrastructuur van de gemeente voor de plaatsing van small cells als bedoeld in artikel 5c.2, eerste lid, van de Telecommunicatiewet:

75 %

 

van de leges zoals deze bij een daadwerkelijke verzoek tot medegebruik overeenkomstig het vierde lid zouden worden vastgesteld.

 

4.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek tot medegebruik van publieke infrastructuur van de gemeente voor de plaatsing van small cells als bedoeld in artikel 5c.2, eerste lid, van de Telecommunicatiewet:

 

 

a.

voor medegebruik van 1 tot en met 20 gemeentelijke objecten:

€ 850,85

 

b.

voor medegebruik van 21 tot en met 40 gemeentelijke objecten:

€ 1.616,55

 

c.

voor medegebruik van 41 tot en met 60 gemeentelijke objecten:

€ 2.297,25

 

d.

voor medegebruik van 61 tot en met 80 gemeentelijke objecten:

€ 2.892,80

 

e.

voor medegebruik van 81 tot en met 100 gemeentelijke objecten:

€ 3.403,30

 

f.

voor medegebruik van 101 tot en met 120 gemeentelijke objecten:

€ 3.828,70

 

g.

voor medegebruik van 121 tot en met 140 gemeentelijke objecten:

€ 4.169,05

 

h.

voor medegebruik van 141 tot en met 160 gemeentelijke objecten:

€ 4.424,30

 

i.

voor medegebruik van 161 tot en met 180 gemeentelijke objecten:

€ 4.594,45

 

j.

voor medegebruik van 181 of meer gemeentelijke objecten:

€ 4.679,55

5.

Als het verzoek bedoeld in het vierde lid is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg als bedoeld in het derde lid, bestaat aanspraak op teruggaaf van

25 %

 

van de voor het vooroverleg geheven leges als het verzoek:

hetzelfde medegebruik betreft als waarop het vooroverleg betrekking had;

in overeenstemming is met de uitkomsten van het vooroverleg; en

is gedaan binnen twaalf weken na het laatste vooroverleg.

 

Artikel 1.32 Tijdelijke verkeersmaatregelen

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

a.

om een ontheffing, als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 en/of als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen (voor één voertuig):

€ 52,50

b.

voor het toevoegen van een extra voertuig in dezelfde aanvraag als bedoeld onder a: voor ieder extra voertuig:

€ 12,25

c.

tot het wijzigen van het kenteken in de ontheffing als bedoeld onder a

€ 12,25

d.

Hulpdiensten, gemeentelijke voertuigen, artsen, geld- en waardetransporten en taxi’s zijn vrijgesteld van de verplichting tot het aanvragen van een ontheffing.

 

Artikel 1.33 Gehandicaptenparkeerkaart en – plaats

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

 

a.

tot het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer, dan wel een aanvraag tot het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerplaats bij het woon-, werk- of studieadres:

€ 102,75

 

b.

tot verlenging van de gehandicaptenparkeerkaart zonder gewijzigde omstandigheden:

kosteloos

 

c.

tot verlenging van de gehandicaptenparkeerkaart bij gewijzigde omstandigheden:

€ 102,75

 

d.

voor wijziging van het kenteken behorende bij de gehandicaptenparkeerplaats:

€ 102,75

 

e.

voor het aanbrengen van markering, paal en bebording ter aanduiding van een (nieuwe) gehandicaptenparkeerplaats:

€ 270,10

 

f.

voor het aanpassen of verplaatsen van het materiaal van een bestaande gehandicaptenparkeerplaats:

€ 97,40

 

g.

voor het aanpassen van het straatwerk van een gehandicaptenparkeerplaats (bestaande uit het langer of breder maken van de plaats)worden de kosten voor het aanleggen als genoemd onder e verhoogd met de daadwerkelijke kosten die de aanpassing met zich meebrengt, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld

kostprijs

2.

Het tarief voor de (fysieke) verstrekking van een gehandicaptenparkeerkaart bedraagt:

€ 13,15

 

Paragraaf 1.10 Diversen

 

Artikel 1.3 4 Gewaarmerkte afschriften, kopieën, stukken of uittreksels

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

a.

gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina:

€ 1,05

b.

stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina:

€ 1,05

c.

kopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

 

 

1.

in formaat A4 of kleiner, per bladzijde:

€ 1,05

 

2.

in formaat A3, per bladzijde:

€ 1,60

 

3.

in formaat A2 of groter, per bladzijde:

€ 2,75

 

4.

in digitale vorm:

kosteloos

Artikel 1.3 5 Diverse vergunningen , beschikkingen of ontheffingen

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 2:53 Verordening fysieke leefomgeving voor een openbare inzameling van geld of goederen:

 € 53,25

 

Paragraaf 1.11 In dit hoofdstuk niet benoemd besluit

 

Artikel 1.36 Niet benoemd besluit op aanvraag

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in dit hoofdstuk niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking:

€ 50,80

 

HOOFDSTUK 2 DIENSTVERLENING EN BESLUITEN IN HET KADER VAN DE OMGEVINGSWET

 

Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen

 

Artikel 2.1 Definities

 

1.

Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

 

2.

In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

 

3.

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

 

 

-

conceptverzoek: voortoetsing haalbaarheid en wenselijkheid op omgevingsplan en eerste toetsing welstand

 

 

-

principeverzoek: voortoetsing haalbaarheid en wenselijkheid op omgevingsplan die betrekking heeft op meerdere disciplines en/of ketenpartners en mogelijkheid tot collegebesluit

 

 

-

binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan;

 

 

-

binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet;

 

 

-

buitenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan;

 

4.

In aanvulling op de in bijlage I bij de Omgevingsregeling opgenomen omschrijving van het begrip ‘bouwkosten’ betreffen de in die omschrijving:

  • onder a genoemde Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 de voorwaarden die bekendgemaakt zijn in Staatscourant 2012, 1567;

  • onder b bedoelde bouwkosten de kosten voor de fysieke realisatie (het bouwen) van het bouwwerk;

  • onder c bedoelde prijs de prijs exclusief omzetbelasting.

De bouwkosten zijn niet lager dan het referentiebedrag dat voortvloeit uit een berekening aan de hand van de kengetallen voor soortgelijke bouwwerken in het Bouwkostenkompas, zoals deze ten tijde van het indienen van de aanvraag golden. De berekening wordt uitgevoerd aan de hand van de benchmark ‘basis’. Indien het in de aanvraag opgegeven bedrag lager is dan het referentiebedrag, wordt het bedrag aan bouwkosten vastgesteld op het referentiebedrag, tenzij de afwijking met de benchmark “basis” kleiner is dan 10%. In dat geval worden de door de aanvrager opgegeven bouwkosten vastgesteld. Indien het Bouwkostenkompas niet voorziet in kentallen voor de aangevraagde werkzaamheden, kan een onderbouwing worden opgevraagd die beoordeeld wordt op aannemelijkheid en worden de bouwkosten ambtshalve vastgesteld.

 

Artikel 2.2 Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven

 

Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

a.

een conceptverzoek of principeverzoek;

 

b.

een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit;

 

c.

een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet;

 

d.

toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet;

 

e.

een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning;

 

f.

intrekking van een omgevingsvergunning;

 

g.

wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d;

 

h.

een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g.

 

Artikel 2.3 Bepalen tarief

 

1.

De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk.

 

2.

Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten.

 

3.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12.

 

4.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13.

 

5.

Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.

 

6.

In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

 

Paragraaf 2.2 Voorfase

 

Artikel 2.4 Voorfase

 

Als de aanvraag betrekking heeft op het houden van omgevingsoverleg over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief:

 

a.

conceptverzoek:

€ 75,00

b.

principeverzoek zonder collegebesluit:

€ 500,00

c.

principeverzoek met collegebesluit:

€ 750,00

Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken

 

Artikel 2.5 Bouwactiviteit (bouwtechnische deel )

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

indien de bouwkosten minder dan € 200.000 bedragen:

2%

 

van de bouwkosten

 

b.

indien de bouwkosten € 200.000 tot € 500.000 bedragen

1,9%

 

van de bouwkosten

 

c.

indien de bouwkosten € 500.000 tot € 1.000.000 bedragen:

1,8%

 

van de bouwkosten

 

d.

indien de bouwkosten € 1.000.000 tot € 5.000.000 bedragen:

1,7%

 

van de bouwkosten

 

e.

indien de bouwkosten meer dan € 5.000.000 bedragen:

1,6%

 

van de bouwkosten.

 

Artikel 2.6 Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, het in stand houden of gebruiken van het te bouwen bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit (bouwen):

 

 

1.

indien de bouwkosten minder dan € 200.000 bedragen:

€ 250,00

 

2.

indien de bouwkosten € 200.000 tot € 500.000 bedragen:

€ 400,00

 

3.

Indien de bouwkosten € 500.000 tot € 1.000.000 bedragen:

€ 750,00

 

4.

Indien de bouwkosten € 1.000.000 tot € 5.000.000 bedragen:

€ 1.000,00

 

5.

Indien de bouwkosten meer dan € 5.000.000 bedragen:

€ 1.500,00

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

€ 250,00

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit (bouwen):

 

 

1.

indien de bouwkosten minder dan € 200.000 bedragen:

€ 500,00

 

2.

indien de bouwkosten € 200.000 tot € 500.000 bedragen:

€ 800,00

 

3.

indien de bouwkosten € 500.000 tot € 1.000.000 bedragen:

€ 1.500,00

 

4.

indien de bouwkosten € 1.000.000 tot € 5.000.000 bedragen:

€ 2.000,00

 

5.

indien de bouwkosten meer dan € 5.000.000 bedragen:

€ 3.000,00

Artikel 2.6a Omgevingsplanactiviteit: wijzigen gebruik van gronden en/of bouwwerk(en) (ruimtelijke deel)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het wijzigen van het gebruik van gronden en/of bouwwerken (conform NEN2580), bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit (gebruik) indien het gebruik van een bestaand of nieuw bouwwerk wordt gewijzigd:

€ 250,00

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

€ 250,00

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit (gebruik):

 

 

1.

indien het gebruik van de oppervlakte voor minder dan 25 m2 wijzigt:

€ 500,00

 

2.

indien het gebruik van de oppervlakte tussen 25 m2 en 100 m2 wijzigt:

€ 800,00

 

3.

indien het gebruik van de oppervlakte tussen 100 m2 en 250 m2 wijzigt:

€ 1.500,00

 

4.

indien het gebruik van de oppervlakte tussen 250 m2 en 500 m2 wijzigt:

€ 2.000,00

 

5.

indien het gebruik van de oppervlakte meer dan 500 m2 wijzigt:

€ 3.000,00

Artikel 2.7 Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

€ 250,00

b.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 400,00

Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed

 

Artikel 2.8 Omgevingsplanactiviteit: monumenten

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, voorbeschermd gemeentelijk monument of voorbeschermd provinciaal monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

kosteloos

Artikel 2.9 Rijksmonumentenactiviteit (gereserveerd)

 

Artikel 2.10 Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht (gereserveerd)

 

Artikel 2.11 Omgevingsplanactiviteit: overig cultureel erfgoed en werelderfgoed (gereserveerd)

 

Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten

 

Artikel 2.12 Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten die bedrijfstakken overstijgen als bedoeld in de paragrafen 3.2.1, 3.2.3 tot en met 3.2.15, 3.2.17 tot en met 3.2.19 en 3.2.24 van afdeling 3.2 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor één tot vijf milieubelastende activiteiten:

€ 3.683,05

b.

voor vijf tot tien milieubelastende activiteiten:

€ 9.693,65

c.

voor tien tot vijftien milieubelastende activiteiten:

€ 19.786,65

d.

voor vijftien of meer milieubelastende activiteiten:

€ 20.587,80

Artikel 2.13 Activiteiten die bedrijfstakken overstijgen (afdeling 3.2 Besluit activiteiten leefomgeving) (gereserveerd)

 

Artikel 2.14 Nutssector en industrie (afdeling 3.4 Besluit activiteiten leefomgeving) (gereserveerd)

 

Artikel 2.15 Afvalbeheer (afdeling 3.5 Besluit activiteiten leefomgeving) (gereserveerd)

 

Artikel 2.16 Agrarische sector (afdeling 3.6 Besluit activiteiten leefomgeving) (gereserveerd)

 

Artikel 2.17 Dienstverlening, onderwijs en zorg (afdeling 3.7 Besluit activiteiten leefomgeving) (gereserveerd)

 

Artikel 2.18 Transport, logistiek en ondersteuning daarvan (afdeling 3.8 Besluit activiteiten leefomgeving) (gereserveerd)

 

Artikel 2.19 Sport en recreatie (afdeling 3.9 Besluit activiteiten leefomgeving) (gereserveerd)

 

Artikel 2.20 Samenloop van milieubelastende activiteit en (gereserveerd)

 

Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten

 

Artikel 2.21 Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit

(gereserveerd)

 

Artikel 2. 22 Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit

(gereserveerd)

 

Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten

 

Artikel 2.23 Omgevingsplanactiviteit: opbreken en graven

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het opbreken van de verharding in openbaar gebied of het graven in openbaar gebied, anders dan voor het aanleggen, in stand houden of verwijderen van een kabel of leiding, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 231,65

2.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen, in stand houden of verwijderen van een kabel of leiding in openbaar gebied wordt verwezen naar artikel 1.31.:

 

3.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet bestaande uit het graven in het gebied met archeologische verwachtingen, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 341,10

4.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het graven in het beperkingengebied leidingen, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 341,10

5.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het graven in een bijzonder landschapselement of gebied met aardkundige waarde, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 341,10

6.

De in het eerste tot en met vijfde lid genoemde tarieven zijn van toepassing als de aanvraag een binnenplanse omgevingsplanactiviteit betreft. Deze zijn van overeenkomstige toepassing als de aanvraag een buitenplanse omgevingsplanactiviteit betreft en worden in dat geval verhoogd met:

€ 109,15

Artikel 2.24 Omgevingsplanactiviteit: overige activiteiten beperkingengebied leidingen, landschapselement en aardkundige waarde

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, in het beperkingengebied leidingen, in een bijzonder landschapselement of in een gebied met aardkundige waarde, bestaande uit het:

  • a.

    aanbrengen of verwijderen van diepwortelende beplanting,

  • b.

    indrijven van voorwerpen,

  • c.

    ophogen van de grond, of

  • d.

    verharden van de grond,

bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 170,25

b.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 279,10

Artikel 2.25 Omgevingsplanactiviteit: geluid weg

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen of wijzigen van een weg als op grond van het omgevingsplan of bij omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit een geluidgevoelig gebouw is toegelaten binnen het aandachtsgebied van die weg, als bedoeld in artikel 22.272 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 417,50

b.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 626,20

Artikel 2.26 Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 2:8 van de Verordening Fysieke Leefomgeving in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 359,20

Artikel 2.27 Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld artikel 2:9 van de Verordening Fysieke Leefomgeving in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 330,15

Artikel 2.28 Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

Voor het in behandeling nemen van zowel een binnenplanse als buitenplanse omgevingsplanactiviteit geldt het samengestelde of afgeleide tarief.

€ 789,15

Paragraaf 2.8 Overige activiteiten

 

Artikel 2.29 Omgevingsplanactiviteit: alarminstallatie (gereserveerd)

 

Artikel 2.30 Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in artikel 2:35 van de Verordening fysieke leefomgeving in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 272,15

Artikel 2.31 Omgevingsplanactiviteit: reclame (gereserveerd )

 

Artikel 2.32 Omgevingsplanactiviteit: opslag van roerende zaken of objecten plaatsen op de weg (gereserveerd)

 

Artikel 2.33 Omgevingsplanactiviteit: standplaatsen (vervallen)

 

Artikel 2.34 Andere activiteiten

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit:

 

a.

betreft een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen vergunningplichtige activiteit, uitgezonderd de activiteit bedoeld in onderdeel b, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 250,00

b.

betreft een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

 

1.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 250,00

 

2.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 500,00

Artikel 2.34a Archeologie

 

De leges bedragen voor:

 

a.

de beoordeling van een omgevingsplanactiviteit grondwerk aan de bescherming van archeologische waarden en het schriftelijk verstrekken van besluiten inzake archeologische waarden en verwachtingen:

€ 615,95

b.

de beoordeling, namens het bevoegd gezag, van Plannen van Aanpak inzake archeologisch (voor)onderzoek:

€ 307,30

c.

de beoordeling, namens het bevoegd gezag, van Programma's van Eisen inzake archeologisch (voor)onderzoek:

€ 893,30

d.

de beoordeling en goedkeuring, namens het bevoegd gezag, van evaluatierapporten die voortvloeien uit archeologisch (voor)onderzoek:

€ 615,95

e.

de beoordeling, namens het bevoegd gezag, van rapportages die voortvloeien uit archeologisch (voor)onderzoek:

 

 

1.

bureauonderzoek:

€ 615,95

 

2.

IVO/O en IVO/P inclusief opstellen selectiebesluit:

€ 768,95

 

3.

opgraving/AB

€ 850,40

f.

het controleren en in het gemeentelijk archeologisch depot opnemen van de archeologische documentatie en archeologische vondsten:

€ 768,95

g.

het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een omgevingsvergunning activiteit grondwerk in verband met archeologische waarden:

€ 850,40

Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschriften

 

Artikel 2.35 Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten

 

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouw- of sloopactiviteit, bedraagt het tarief voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeft op:

 

a.

het in stand houden van een bestaand bouwwerk, bedoeld in artikel 3.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

 

b.

bouwactiviteiten die het bouwen van nieuwe bouwwerken betreffen als bedoeld in artikel 4.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving

 

c.

het gebruik van een bouwwerk, bedoeld in artikel 6.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

 

d.

het verrichten van bouw- of sloopwerkzaamheden als bedoeld in artikel 7.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

 

per maatwerkvoorschrift:

€ 250,00

Artikel 2.36 Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten

 

Het tarief voor het in behandeling nemen van een of meerdere maatwerkvoorschriften als bedoeld in hoofdstuk 3 van het besluit activiteiten leefomgeving bedraagt:

€ 3.665,45

Artikel 2.37 Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten

 

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikel 2.36, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:

€ 250,00

Paragraaf 2.10 Gelijkwaardigheid

 

Artikel 2.38 Gelijkwaardige maatregel

 

1.

Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op:

 

 

a.

een bouwactiviteit, bedraagt het tarief, per uur:

€ 110,10

 

b.

een activiteit met betrekking tot cultureel erfgoed, bedraagt het tarief, per uur:

kosteloos

 

c.

een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief, per uur:

€ 110,10

 

d.

een andere activiteit dan bedoeld in de onderdelen a, b of c, bedraagt het tarief, per uur:

€ 110,10

2.

wanneer er naar het oordeel van het bevoegd gezag aanvullend advies nodig is om tot een beoordeling van gelijkwaardigheid te komen, worden op grond van lid 1 in rekening gebrachte leges verhoogd met:

€ 1.597,50

3.

Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Paragraaf 2.11 Overige tarieven

 

Artikel 2.39 Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit

 

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlengen van een tijdelijke omgevingsvergunning is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot verlenging van de tijdelijke omgevingsvergunning betrekking heeft.

 

Artikel 2.40 Wijzigen omgevingsvergunning

 

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft.

 

Artikel 2.41 Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning:

€ 220,25

Artikel 2.42 Intrekken omgevingsvergunning

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning, tenzij artikel 2.58 van toepassing is:

€ 309,90

Artikel 2.43 Beoordeling aanvullende gegevens (gereserveerd)

 

Artikel 2.44 Beoordeling onderzoeksrapporten

 

De in artikel 2.49 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ander besluit.

 

Artikel 2.45 Wijzigen van het omgevingsplan

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan:

€ 6.000,00

Artikel 2.46 Niet genoemd besluit op aanvraag

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan:

€ 230,65

Paragraaf 2.12 Modaliteiten

 

Artikel 2.47 Achteraf ingediende aanvraag (gereserveerd)

 

Artikel 2.48 Uitgebreide voorbereidingsprocedure

 

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit:

 

a.

als sprake is van een milieubelastende activiteit:

€ 2.662,50

b.

als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 888,60

c.

als sprake is van andere activiteiten dan bedoeld in de onderdelen a en b:

€ 888,60

Artikel 2.49 Beoordeling onderzoeksrapporten

 

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld, voor de beoordeling van onderzoeksrapporten, per rapport:

€ 232,05

Artikel 2.50 Advies

 

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet:

 

 

a.

voor een advies van de gemeenteraad:

€ 3.195,00

 

b.

voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel a: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

kostprijs

2.

Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Artikel 2.51 Instemming

 

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan, het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn.

 

2.

Het bedrag bedoeld in het eerste lid wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Paragraaf 2.13 Vermindering

 

Artikel 2.52 Vermindering na voorfase (gereserveerd)

 

Artikel 2.53 Vermindering bij meervoudige aanvraag

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op vijf of meer activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van leges voor de milieubelastende activiteiten als bedoeld in paragraaf 2.5 en het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12. De vermindering bedraagt:

 

a.

bij 5 tot 10 activiteiten:

2 %

 

van de voor die activiteiten verschuldigde leges;

 

b.

bij 10 tot 15 activiteiten:

3 %

 

van de voor die activiteiten verschuldigde leges;

 

c.

bij 15 of meer activiteiten:

4 %

 

van de voor die activiteiten verschuldigde leges.

 

Paragraaf 2.14 Teruggaaf

 

Artikel 2.54 Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig

 

Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

90 %

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges, met dien verstande dat minimaal verschuldigd blijft:.

€ 75,00

Artikel 2.55 Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten

 

Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt:

60 %

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges, met dien verstande dat minimaal verschuldigd blijft:

€ 75,00

Artikel 2.56 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure

 

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

 

a.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen vier weken na de indiening van de aanvraag:

90 %

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges, met dien verstande dat minimaal verschuldigd blijft:

 € 75,00

b.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf vier weken tot zes weken na de indiening van de aanvraag:

60 %

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges, met dien verstande dat minimaal verschuldigd blijft:

 € 75,00

c.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken na de indiening van de aanvraag:

30 %

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges, met dien verstande dat minimaal verschuldigd blijft:

 € 75,00

Artikel 2.57 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure

 

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

 

a.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen zes weken na de indiening van de aanvraag:

90 %

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges, met dien verstande dat minimaal verschuldigd blijft:

€ 75,00

b.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken tot achttien weken na de indiening van de aanvraag:

60 %

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges, met dien verstande dat minimaal verschuldigd blijft:

€ 75,00

c.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf achttien weken na de indiening van de aanvraag:

30 %

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges, met dien verstande dat minimaal verschuldigd blijft:

€ 75,00

Artikel 2.58 Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten

 

Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen zes maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:

30 %

Van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges, met dien verstande dat minimaal verschuldigd blijft:

€ 75,00

Artikel 2.59 Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten

 

1.

Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

40 %

 

van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges, met dien verstande dat minimaal verschuldigd blijft:

€ 75,00

2.

Onder een weigering bedoeld in het eerste lid wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

 

Artikel 2.60 Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten

 

In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12.

 

Artikel 2.61 Minimumbedrag voor teruggaaf

 

Een bedrag minder dan € 75,00 wordt niet teruggegeven.

 

Paragraaf 2.15 In dit hoofdstuk niet benoemd besluit

Artikel 2.62 Niet benoemd besluit op aanvraag

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in dit hoofdstuk niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking:

€ 50,80

 

HOOFDSTUK 3 DIENSTVERLENING VALLEND ONDER DE DIENSTENRICHTLIJN EN NIET VALLEND ONDER HOOFDSTUK 2

 

Paragraaf 3.1 Horeca

 

Artikel 3.1 Uitoefening horeca- of slijtersbedrijf

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:

 

a.

een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 2:28, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening:

 

 

1.

met terras (op gemeentegrond):

€ 760,45

 

2.

zonder terras:

€ 708,05

 

3.

een vergunning als bedoeld onder sub 1 als de aanvrager op 1 januari 2023 in het bezit is van een geldige vergunning als bedoeld onder b ten behoeve van hetzelfde horecabedrijf in de gemeente Dronten:

€ 516,70

 

4.

een vergunning als bedoeld onder sub 2 als de aanvrager op 1 januari 2023 in het bezit is van een geldige vergunning als bedoeld onder b ten behoeve van hetzelfde horecabedrijf in de gemeente Dronten:

€ 464,70

 

5.

het aanbrengen van een wijziging in de exploitatievergunning als bedoeld onder a bestaande uit: een aanpassing van een terras - met uitzondering van een verkleining van het terrasoppervlak binnen de vergunde contouren

€ 21,30

 

6.

het aanbrengen van een wijziging in de exploitatievergunning als bedoeld onder a bestaande uit: het wijzigen van de persoon van één leidinggevende (door het wisselen of toevoegen van een leidinggevende).

€ 159,75

 

7.

het aanbrengen van een wijziging in de exploitatievergunning als bedoeld onder a bestaande uit: het wijzigen van de persoon van iedere volgende leidinggevende (door het wisselen of toevoegen van een leidinggevende) in dezelfde aanvraag als bedoeld onder sub 4:

€ 21,30

 

8.

het aanbrengen van een wijziging in de exploitatievergunning als bedoeld onder a bestaande uit: het aanbrengen van overige wijziging(en) dan bedoeld onder sub 3 en sub 4:

€ 84,95

b.

1.

een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet:

€ 708,05

 

2.

het aanbrengen van een wijziging in de vergunning als bedoeld onder sub 1

bestaande uit het wijzigen van de persoon van één leidinggevende

(door het wisselen of toevoegen van een leidinggevende):

€ 159,75

 

3.

het aanbrengen van een wijziging in de vergunning als bedoeld onder sub 1

bestaande uit het wijzigen van de persoon van iedere volgende

leidinggevende (door het wisselen of toevoegen van een

leidinggevende) in dezelfde aanvraag als bedoeld onder sub 2:

€ 21,30

 

4.

het aanbrengen van een wijziging in de vergunning als bedoeld onder sub b1 bestaande uit: het aanbrengen van overige wijziging(en) dan bedoeld onder sub 2 en sub 3.

€ 84,95

c.

een gecombineerde aanvraag tot het verlenen van vergunningen als bedoeld onder a sub 1 of sub 2 en onder b sub 1:

€ 1.172,80

d.

een vergunning als bedoeld onder a als de aanvrager op 1 januari 2023 in het bezit is van een geldige vergunning als bedoeld onder b ten behoeve van hetzelfde horecabedrijf in de gemeente Dronten:

€ 464,70

e.

een ontheffing op grond van artikel 35 van de Alcoholwet:

€ 139,80

f.

een ontheffing op grond van artikel 4, vierde lid, van de Alcoholwet:

€ 50,80

g.

een ontheffing van de sluitingstijd als bedoeld in artikel 2:29, tweede lid, van de Algemene plaatselijke verordening

€ 98,75

h.

een ontheffing beperking sterke drank als bedoeld in artikel 2:34g, van de Algemene plaatselijke verordening

€ 98,75

i.

tot het verlenen (dan wel wijzigen) van een vergunning als bedoeld in artikel 2:7, derde lid, van de verordening Fysieke Leefomgeving voor het exploiteren van een terras

€ 52,40

Paragraaf 3.2 Seksbedrijven

 

Artikel 3.2 Vergunning seksbedrijf

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning of om de verlenging van een vergunning als bedoeld in artikel 3:4 van de Algemene plaatselijke verordening:

 

 

a.

voor een escortbedrijf:

€ 213,05

 

b.

voor andere prostitutiebedrijven dan bedoeld in onderdeel a:

€ 213,05

 

c.

voor andere seksbedrijven dan bedoeld in de onderdelen a en b:

€ 849,10

2.

Het bedrag dat op grond van het eerste lid verschuldigd is wordt:

 

 

a.

voor iedere beheerder die zal worden aangesteld bij het seksbedrijf vermeerderd met:

€ 139,80

 

b.

als de aanvraag tot het verlenen van de vergunning mede ziet op een seksinrichting vermeerderd met:

€ 636,05

3.

Als meerdere aanvragen als bedoeld in het eerste lid gelijktijdig worden ingediend en betrekking hebben op hetzelfde seksbedrijf en dezelfde exploitant, worden de op grond van dat lid verschuldigde leges voor iedere tweede en volgende van die aanvragen verminderd met:

20 %

4.

Als een vergunning als bedoeld in de het eerste lid, onderdelen a of b, is verleend onder de voorwaarde dat er ten hoogste één prostituee voor of bij het prostitutiebedrijf mag werken, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

25 %

 

van de op grond van die onderdelen voor het betreffende prostitutiebedrijf verschuldigde leges.

 

Artikel 3.3 Wijzigen vergunning seksbedrijf

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een in artikel 3.3 bedoelde vergunning in verband met een wijziging van:

 

a.

de exploitant aan wie de vergunning is verleend:

€ 139,80

b.

de op de vergunning vermelde of te vermelden beheerder of beheerders:

€ 139,80

c.

de activiteit waarvoor de vergunning is verleend:

€ 139,80

d.

het vaste telefoonnummer dat in advertenties voor het seksbedrijf zal worden gebruikt:

€ 139,80

e.

het adres waar het seksbedrijf wordt uitgeoefend:

€ 139,80

f.

het adres van de onder dat seksbedrijf vallende seksinrichting waarvoor de vergunning mede is verleend:

€ 139,80

g.

het aantal prostituees dat ten hoogste voor of bij het seksbedrijf mag werken:

€ 139,80

Paragraaf 3.3 Winkel s

 

Artikel 3.4 Winkels

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

a.

een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet:

€ 185,60

b.

wijziging van een in onderdeel a bedoelde ontheffing:

€ 139,80

Paragraaf 3.4 Evenementen

 

Artikel 3.5 Evenementen

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2.25, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening (evenementenvergunning), als het betreft een:

 

a.

categorie A evenement (regulier evenement)

€ 230,65

b.

categorie B evenement (evenement met verhoogde aandacht)

€ 593,00

c.

categorie C evenement (risico-evenement)

€ 7.798,70

Paragraaf 3.5 Ambulante handel

 

Artikel 3.6 Marktplaats

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:

 

 

a.

een vergunning voor het innemen van een marktplaats als bedoeld in artikel 3:4, eerste lid, van de Verordening fysieke leefomgeving:

€ 140,00

 

b.

het overschrijven van een standplaatsvergunning op naam van een ander als bedoeld in artikel 4 van het Marktreglement Dronten 2013

€ 140,00

 

c.

een incidentele standplaats als bedoeld in artikel 5 van het Marktreglement Dronten 2013

 

€ 140,00

 

d.

een tijdelijke ontheffing als bedoeld in artikel 9 van het Marktreglement Dronten 2013

€ 70,00

Artikel 3.7 Standplaats

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:

 

a.

een vergunning voor het innemen van een standplaats als bedoeld in artikel 2:54 van de Verordening fysieke leefomgeving:

€ 140,00

b.

een standplaats voor het verkopen van seizoensgebonden producten

€ 140,00

c.

een incidentele standplaats

€ 70,00

d.

voor het overdragen van een standplaatsvergunning als bedoeld in het Gewijzigde Uitvoeringsbesluit Verordening Fysieke Leefomgeving Dronten; Standplaatsen 2024

€ 70.00

Paragraaf 3.6 Huisvestingswet 2014 (en Wet goed verhuurderschap)

 

Artikel 3.8 Vergunning (of ontheffing) onttrekken woonruimte

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning [of ontheffing van het verbod] om woonruimte aan de bestemming tot bewoning te onttrekken of onttrokken te houden, als bedoeld in artikel 21, eerste lid, aanhef en onder a, (respectievelijk tweede lid,) van de Huisvestingswet 2014:

€ 141,70

Artikel 3.9 Vergunning (of ontheffing) samenvoegen woonruimte

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning (of ontheffing van het verbod) om woonruimte met andere woonruimte samen te voegen of samengevoegd te houden, als bedoeld in artikel 21, eerste lid, aanhef en onder b, (respectievelijk tweede lid,) van de Huisvestingswet 2014:

€ 141,70

Artikel 3.10 Vergunning (of ontheffing) omzetten zelfstandige in onzelfstandige woonruimte

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning ([of ontheffing van het verbod) om zelfstandige woonruimte in onzelfstandige woonruimte om te zetten of omgezet te houden, als bedoeld in artikel 21, eerste lid, aanhef en onder c, (respectievelijk tweede lid,) van de Huisvestingswet 2014:

€ 141,70

Artikel 3.11 Vergunning (of ontheffing ) verbouwen woonruimte tot meer woonruimten

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning (of ontheffing van het verbod) om woonruimte tot twee of meer woonruimten te verbouwen of in die verbouwde staat te houden, als bedoeld in artikel 21, eerste lid, aanhef en onder d, (respectievelijk tweede lid,) van de Huisvestingswet 2014:

€ 283,40

Artikel 3.12 Splitsingsvergunning (of -ontheffing)

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning (of ontheffing van het verbod) om een recht op een gebouw te splitsen in appartementsrechten, als bedoeld in artikel 22, eerste (, respectievelijk tweede lid,) van de Huisvestingswet 2014:

€ 283,40

Artikel 3.13 Vergunning of ontheffing toeristische verhuur

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning of ontheffing van het verbod om woonruimte voor toeristische verhuur in gebruik te geven als bedoeld in artikel 23c, eerste, respectievelijk tweede lid, van de Huisvestingswet 2014:

€ 283,40

Artikel 3.14 Verhuurvergunning opkoopbescherming

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning om een woonruimte in gebruik te geven binnen een periode van vier jaar na de datum van inschrijving in de openbare registers van de akte van levering van die woonruimte aan de nieuwe eigenaar, als bedoeld in artikel 41, eerste lid, van de Huisvestingswet 2014:

€ 141,70

Artikel 3.15 Verhuurvergunning woon- of verblijfsruimte

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet goed verhuurderschap:

 

a.

voor een verhuurvergunning woonruimte:

€ 283,40

b.

voor een verhuurvergunning verblijfsruimte:

€ 141,70

Paragraaf 3.7 In dit hoofdstuk niet benoemd besluit

 

Artikel 3.16 Niet benoemd besluit op aanvraag

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in dit hoofdstuk niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking:

€ 50,80

 

Behorende bij raadsbesluit van 28 november 2024,

 

De griffier van de gemeente Dronten,

 

drs. M. van Bergen

Griffier

Naar boven