Gemeenteblad van Zutphen
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Zutphen | Gemeenteblad 2024, 513527 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Zutphen | Gemeenteblad 2024, 513527 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Verordening precariobelasting gemeente Zutphen 2025
De raad van de gemeente Zutphen,
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 november 2024 met nummer 800079;
gelet op artikel 228 van de Gemeentewet;
vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting gemeente Zutphen 2025.
Onder de naam ‘precariobelasting’ wordt een directe belasting geheven ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, bedoeld of vermeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
De precariobelasting wordt geheven van de persoon die het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft, dan wel van de persoon voor wie dat voorwerp of die voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond aanwezig zijn.
In afwijking in zoverre van het eerste lid wordt, als van gemeentewege een vergunning is verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, de persoon aan wie de vergunning is verleend of diens rechtsopvolger aangemerkt als de persoon bedoeld in het eerste lid, tenzij blijkt dat hij niet het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft.
De precariobelasting wordt niet geheven voor het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond door de gemeente Zutphen of door haar diensten.
Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief
De precariobelasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van hetgeen verder in deze verordening is bepaald.
Artikel 6 Berekening van de precariobelasting
Als van gemeentewege een vergunning is verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, wordt voor de berekening van de precariobelasting aangesloten bij de geldigheidsduur van die vergunning, tenzij blijkt dat het belastbaar feit zich gedurende een kortere periode heeft voorgedaan. In dat geval bestaat aanspraak op ontheffing, waarbij het vijfde lid van overeenkomstige toepassing is.
In de gevallen waarin van gemeentewege een vergunning is verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, is het belastingtijdvak de periode waarvoor de vergunning is verleend, met dien verstande dat bij een kalenderjaar overschrijdende geldigheidsduur van de vergunning het belastingtijdvak gelijk is aan het kalenderjaar.
In afwijking van het eerste lid wordt de voor een dag verschuldigde precariobelasting geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, dan wel gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Als de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt is de naar jaartarieven geheven precariobelasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde belasting als er in dat tijdvak, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Als de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de naar jaartarieven geheven precariobelasting voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde precariobelasting als er in dat tijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 10 Termijnen van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet een aanslag worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de eerste maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.
In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moet de precariobelasting worden betaald, als de kennisgeving bedoeld in artikel 8, tweede lid:
De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.
In afwijking van artikel 237, eerste lid van de Gemeentewet geschiedt het uitnodigen tot het doen van aangifte door het uitreiken of toezenden van een aangiftebrief waaruit blijkt de wijze van het doen van aangifte, een omschrijving van de geen gevolg zijn van vraagde gegevens of bescheiden en de termijn waarbinnen aangifte moet worden gedaan.
In afwijking van artikel 237, tweede lid van de Gemeentewet wordt aangifte gedaan door het op de in de aangiftebrief aangegeven wijze, inleveren of toezenden van de gevraagde gegevens of bescheiden.
Artikel 12 Overdracht van bevoegdheden, wijziging verordening
Het college van burgemeester en wethouders kan deze verordening wijzigen als de wijzigingen:
een en ander voor zover met deze wijzigingen niet al bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.
Artikel 14 Intrekking oude regeling
De Verordening precariobelasting gemeente Zutphen 2024, van 11 december 2023, wordt ingetrokken op 1 januari 2025, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Aldus besloten in de openbare vergadering van
de raad van de gemeente Zutphen,
gehouden op: 16 december 2024
De voorzitter, de griffier,
Tarieventabel 2025 behorende bij de Verordening precariobelasting gemeente Zutphen 2025.
|
Het tarief bedraagt voor het innemen van een commerciële standplaats voor de verkoop van waren, anders dan op markten gedurende de aangewezen marktdagen, per locatie, per dag van de week |
|
Het tarief bedraagt voor het plaatsen van bouwmaterialen, zoals een loods, een keet, een container, een steiger of een stelling, een heikar of een heistelling, een kraan, een betonmolen, een asfaltketel, trechter, of enig ander werktuig ten dienste van bouwwerken, andere dan die genoemd onder 2.2 en 2.3, indien plaatsing langer is dan 2 weken of niet wordt voldaan aan de voorwaarden uit de Regeling vergunningvrije voorwerpen op openbare plaatsen: |
|||||
|
Het tarief bedraagt voor een stut, schoor of paal, per voorwerp |
Hoofdstuk 3 Installaties voor het al dan niet automatisch aftappen van motorbrandstoffen, olie, lucht of water
|
Het tarief bedraagt voor een automatisch weeg- of verkooptoestel, een automatische verrekijker of ander dergelijk toestel, over de frontoppervlakte, per m2 |
|
Het tarief bedraagt voor voorwerpen waarvoor in dit hoofdstuk en de voorgaande hoofdstukken geen afzonderlijk tarief is opgenomen: |
|||||
Behoort bij besluit van de gemeenteraad van Zutphen van 16 december 2024.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-513527.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.