Verordening marktgeld 2025 gemeente Dronten  

 

De raad van de gemeente Dronten, 

 

gelezen het voorstel het college van Dronten d.d. 15 oktober 2024, No. 639466. 

 

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a en b van de Gemeentewet; 

 

BESLUIT:  

 

vast te stellen de volgende verordening op de heffing en invordering van marktgeld 2025 (Verordening marktgeld 2025). 

Artikel 1 Begripsomschrijving

Deze verordening verstaat onder:  

  • a.

    kwartaal: drie achtereenvolgende kalendermaanden, respectievelijk beginnende op 1 januari, 1 april, 1 juli en 1 oktober; 

  • b.

    dag: 00.00 uur tot 24.00 uur; 

  • c.

    meter: strekkende meter (m¹); 

  • d.

    markt: de door het college ingestelde warenmarkt, op grond van de Marktverordening Dronten 2013; 

  • e.

    vergunninghouder: degene aan wie door het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Dronten een vergunning is verleend voor het innemen van een standplaats; 

  • f.

    standplaats: de ruimte die voor de duur van de markt is aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel; 

  • g.

    vaste standplaats: de standplaats die voor onbepaalde tijd ter beschikking is gesteld aan een vergunninghouder; 

  • h.

    losse standplaats: de standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld omdat deze niet als vaste standplaats is toegewezen dan wel ingenomen; 

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam marktgelden worden rechten geheven ter zake van het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten, bestaande uit het ter beschikking stellen van een standplaats voor het uitoefenen van de markthandel en daarmee verband houdende handelingen en/of gebruik van verstrekte hulpmiddelen. 

Artikel 3 Belastingplicht

Het marktgeld wordt geheven van degene, die op een markt in de gemeente Dronten een standplaats inneemt.  

Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1.

    De marktgelden worden geheven naar de frontbreedte per meter van de standplaats. 

  • 2.

    Voor de markt gehouden in de kern Dronten bedragen de marktgelden: 

    • a.

      voor vaste standplaatshouders € 116,83 per m¹, doch ten minste € 466,40; 

    • b.

      voor losse standplaatshouders per dag of een gedeelte daarvan € 3,45 per m¹, doch ten minste € 11,00; 

  • 3.

    Voor een markt gehouden in de kernen Biddinghuizen of Swifterbant bedragen de marktgelden: 

    • a.

      voor vaste standplaatshouders € 96,92 per m¹, doch ten minste € 387,00; 

    • b.

      voor losse standplaatshouders per dag of een gedeelte daarvan € 2,31 per m¹, doch ten minste € 8,76; 

  • 4.

    De in de voorgaande leden genoemde rechten worden verhoogd bij gebruik van een elektriciteitsaansluiting: 

    • a.

      voor vaste standplaatshouders: 

      • met € 100,03 indien gebruik uitsluitend dient voor verlichting; 

      • met € 176,38 in alle andere gevallen; 

    • b.

      voor losse standplaatshouders: 

      • met € 2,31 indien gebruik uitsluitend dient voor verlichting; 

      • met € 3,45 in alle andere gevallen; 

  • 5.

    Voor de berekening van de marktgelden wordt een gedeelte van een meter als een volle meter aangemerkt.  

Artikel 5 Wijze van heffing

  • 1.

    De marktgelden als bedoeld in artikel 4 van deze verordening, die geheven worden van vaste standplaatshouders, worden geheven bij wege van aanslag. 

  • 2.

    De marktgelden als bedoeld in artikel 4 van deze verordening, die geheven worden van losse standplaatshouders, worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. 

Artikel 6 Heffingstijdvakken

  • 1.

    De marktgelden, als bedoeld in artikel 4 van deze verordening, die geheven worden van vaste standplaatshouders worden geheven over een heffingstijdvak van een jaar. 

  • 2.

    De marktgelden, als bedoeld in artikel 4 van deze verordening, die geheven worden van losse standplaatshouders worden geheven over een heffingstijdvak van een dag. 

Artikel 7 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar. 

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    Het marktgeld voor losse standplaatsen is verschuldigd bij het innemen van een standplaats. 

  • 2.

    Het marktgeld voor vaste standplaatsen is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar, of zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht. 

  • 3.

    Indien de belastingplicht van het marktgeld voor vaste standplaatsen in de loop van het belastingjaar aanvangt zijn de rechten verschuldigd voor zoveel kwartalen van de voor dat belastingjaar verschuldigde rechten als er in dat belastingjaar nog volle of gedeeltelijke kwartalen resteren, na de aanvang van de belastingplicht zijn, waarbij een gedeelte van een kwartaal als geheel kwartaal wordt berekend.  

  • 4.

    Indien de belastingplicht van het marktgeld voor vaste standplaatsen in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel volle of gedeeltelijke kwartalen van de voor dat belastingjaar verschuldigde rechten als er in dat belastingjaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kwartalen overblijven, tenzij blijkt dat het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 5,00. 

  • 5.

    Indien de belastingplicht van het marktgeld voor vaste standplaatsen is beëindigd na dagtekening van het aanslagbiljet, kan de belastingplichtige een aanvraag tot ontheffing indienen bij de ambtenaar belast met de heffing.  

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, lid 1 van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen voor vaste standplaatshouders, dan wel op één aanslagbiljet verenigde aanslagen worden betaald in één termijn, die vervalt twee maanden na dagtekening van het aanslagbiljet. 

  • 2.

    In afwijking van lid 1 van dit artikel worden belastingaanslagen waarvoor de belastingschuldige een machtiging heeft afgegeven om deze af te schrijven door middel van automatische incasso, betaald in tien maandelijkse termijnen. Als de dagtekening van het aanslagbiljet is gelegen voor of op de 15de van een kalendermaand, vervalt de eerste incassotermijn nog in diezelfde kalendermaand. In alle andere gevallen vervalt de eerste incassotermijn aan het einde van de kalendermaand volgend op de kalendermaand waarin de dagtekening van het aanslagbiljet is gelegen.  

  • 3.

    Indien het totaal te betalen bedrag zoals vermeld op het aanslagbiljet € 10,00 of minder bedraagt, wordt dit bedrag in afwijking van lid 2 van dit artikel in één termijn afgeschreven twee maanden na dagtekening van het aanslagbiljet. 

  • 4.

    In afwijking van artikel 9, lid 1 van de Invorderingswet 1990 moeten de marktgelden, die worden geheven van losse standplaatshouders, worden betaald op het moment van het uitreiken van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving. 

  • 5.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in dit artikel gestelde termijnen.   

Artikel 11 Nadere regels

  • 1.

    Het dagelijks bestuur van GBLT kan met betrekking tot de heffing en de invordering van de marktgelden, die wordt geheven en ingevorderd van vaste standplaatshouders, nadere regels geven. 

  • 2.

    Het college van Burgemeester en Wethouders kan met betrekking tot de heffing en de invordering van de marktgelden, die wordt geheven en ingevorderd van losse standplaatshouders, nadere regels geven. 

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De ‘Marktgeldverordening 2024’ van 30 november 2023, wordt ingetrokken met ingang van de het derde lid van dit artikel genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan. 

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking. 

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2025.  

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening marktgeld 2025’. 

 

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Dronten, gehouden op 28 november 2024. 

 

 

De griffier,

drs. M. van Bergen

De voorzitter, 

drs J.P Gebben 

Naar boven