Gemeenteblad van Waalwijk
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Waalwijk | Gemeenteblad 2024, 51245 | ander besluit van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Waalwijk | Gemeenteblad 2024, 51245 | ander besluit van algemene strekking |
Regeling peuteropvang en voorschoolse educatie gemeente Waalwijk 2024
Besluit van het College van Waalwijk tot vaststelling van de nadere regeling betreffende de subsidieverstrekking peuteropvang en voorschoolse educatie gemeente Waalwijk 2024
Het college van de gemeente Waalwijk;
gelet op de Wet kinderopvang, de Wet harmonisatie kinderopvang en peuterspeelzaalwerk en de Algemene Subsidieverordening gemeente Waalwijk 2015;
Besluit van het College van Waalwijk tot vaststelling van de nadere regeling betreffende de subsidieverstrekking peuteropvang en voorschoolse educatie gemeente Waalwijk 2024 (Regeling peuteropvang en voorschoolse educatie gemeente Waalwijk 2024)
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
VVE (voor- en vroegschoolse educatie): voorschoolse educatie (VE) vindt plaats in kinderopvang (kortdurende peuteropvang, hele- halve dagopvang) en is bedoeld voor peuters van 2 tot 4 jaar. Vroegschoolse educatie vindt plaats in groep 1 en 2 van het basisonderwijs. Er wordt gewerkt met een educatie-programma volgens Artikel 5 Besluit Basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie (Staatsblad 298) waarmee op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling van peuters en kleuters wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en sociaal- emotionele vaardigheden;
Het doel van deze regeling is het bieden van gelijke en optimale ontwikkelkansen voor alle kinderen in de leeftijd van 2 tot 4 jaar door het subsidiëren van een kwalitatief hoogwaardig aanbod van peuteropvang en voorschoolse educatie.
Voor deze subsidieregeling worden de volgende doelgroepen gehanteerd:
a. peuters uit de gemeente Waalwijk met VE-indicatie die naar de peuteropvang gaan waarvan de ouders geen recht hebben op kinderopvangtoeslag;
b. peuters uit de gemeente Waalwijk met VE-indicatie die naar de peuteropvang gaan, waarvan de ouders wel recht hebben op kinderopvangtoeslag;
c. peuters uit de gemeente Waalwijk zonder VE indicatie die naar de peuteropvang gaan en waarvan de ouders geen recht hebben op kinderopvangtoeslag;
d. peuters uit de gemeente Waalwijk zonder VE indicatie die naar de peuteropvang gaan en waarvan de ouders wel recht hebben op kinderopvangtoeslag;
e. peuters uit de gemeente Waalwijk met VE-indicatie die naar VVE gecertificeerde dagopvang gaan.
Subsidie wordt verleend aan een kindercentrum die peuteropvang aanbiedt in de gemeente Waalwijk:
a. ten behoeve van een VE-peuter woonachtig in gemeente Waalwijk, voor 16 uur per week verdeeld over 4 of 5 dagdelen per week (16 uur per week*40 schoolweken). Hierbij geldt een maximum van 6 uur per dag. Vanaf 1 augustus 2020 geldt de wettelijk te behalen urennorm van 960 uur voor VE-peuters van 2,5 jaar tot 4 jaar oud;
b. ten behoeve van een reguliere peuter woonachtig in gemeente Waalwijk voor tenminste 200 uur per jaar (5 uur per week*40 schoolweken) en maximaal 320 uur per jaar (8 uur per week*40 schoolweken) verdeeld over 2 dagdelen per week.
Subsidie wordt verleend aan een kindercentrum die dagopvang aanbiedt in gemeente Waalwijk:
Waar VE wordt geboden aan een VE-peuter in de dagopvang, waarvan de ouders in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag en die omwille van de combinatie arbeid en zorg hun kind naar de dagopvang brengen. Hier moet worden voldaan aan de wettelijke vereiste urennorm volgens artikel 4 lid 1.
Het college subsidieert per uur per bezette peuterplek. Voor de in artikel 4 lid 1 genoemde doelgroepen gelden de volgende maximale subsidiebedragen:
a. voor de in artikel 3 lid 1 sub a en b genoemde doelgroep bedraagt de maximale subsidie per bezette peuterplek per jaar: 16 uren per week* € 14,30 per uur*40 schoolweken minus de geldende ouderbijdrage;
b. voor de in artikel 3 lid 1 sub c genoemde doelgroep bedraagt de maximale subsidie per bezette peuterplek per jaar: 5 tot maximaal 8 uren per week*€11,70*40 schoolweken minus de geldende ouderbijdrage;
c. Voor de in artikel 3 lid 1 sub d genoemde doelgroep bedraagt de maximale subsidie per bezette peuterplek per jaar: 5 tot maximaal 8 uren per week* €1,45*40 schoolweken.
Voor de in artikel 3 lid 1 e genoemde doelgroep subsidieert het college een vast bedrag per VVE-peuter per kalenderjaar aan het VVE kindcentrum. Het subsidiebedrag per VE-peuter bedraagt € 2.592. Dit bedrag is gebaseerd op 640 VVE-uren peuteropvang (16 uur VE per week * 40 schoolweken) * € 4,05 (het verschil tussen het bedrag VVE-peuter per uur van € 14,30 en het bedrag fiscaal maximum kinderopvangtoeslag 2024 van € 10.25). Hierbij geldt een maximum van 6 uur per dag. Vanaf 1 augustus 2020 geldt de wettelijk te behalen urennorm van 960 uur voor peuters van 2,5 jaar tot 4 jaar oud. Deze subsidie kan tijdens maar niet na afloop van het kalenderjaar worden aangevraagd. 3. Deze regeling is een uitwerking van art. 3 van de Subsidieregeling maatschappelijke ontwikkeling 2024 en wordt jaarlijks door het college vastgesteld.
Ouders die geen recht op kinderopvangtoeslag hebben vragen hiervoor de verklaring aan bij de belastingdienst en leveren deze verklaring samen met het gemeentelijk formulier ‘Verklaring geen recht op kinderopvangtoeslag voor peuteropvang’ in bij de houder zodat deze kan vaststellen dat de ouders geen recht hebben op kinderopvangtoeslag.
Subsidie voor voorschoolse educatie kan alleen aangevraagd worden door de houder van een kindercentrum dat is gevestigd in gemeente Waalwijk en dat werkt met een programma volgens artikel 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie en is geregistreerd in het Landelijk Register Kinderopvang met Voorschoolse Educatie.
Als een aanvraag wordt gehonoreerd dan betreft het een budgetsubsidie volgens artikel 7 van de ASV 2015. Een aanvraag moet voor 1 mei voorafgaand aan het jaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd, worden ingediend op het hiervoor bestemde aanvraagformulier. Op het moment dat gedurende het subsidiejaar blijkt dat er meer bezette peuterplekken zijn en dus meer subsidie nodig is, kan de houder een aanvraag doen voor een aanvullende subsidie.
De vaststelling vindt plaats op basis van het werkelijke aantal bezette peuterplekken (daaronder wordt verstaan het aantal afgenomen uren per werkelijk bezette peuterplek (regulier en VE), het werkelijk gehanteerde uurtarief zoals in deze regeling is opgenomen, het aantal doelgroep peuters waarvoor (naar rato) het VE-jaarbedrag wordt ontvangen en de totaal in rekening gebrachte ouderbijdragen). Uit de aangeleverde gegevens moet dus blijken hoeveel kinderen in de leeftijd van 2 tot 2,5 en van 2,5 tot 4 jaar per jaar werkelijk peuteropvang en/of voorschoolse educatie heeft afgenomen en voor hoeveel uren. Indien bij vaststelling blijkt dat er sprake is van minder bezette peuterplekken (het aantal afgenomen uren per werkelijke bezette peuterplek regulier en VE) dan wordt het te veel aan verleende subsidie teruggevorderd.
In aanvulling op de verplichtingen als genoemd in het eerste lid, zijn aan de subsidie voor het aanbieden van peuteropvang, bedoeld in artikel 3 lid 1 sub c en d, verplichtingen verbonden dat de aanbieder werkt op vve-niveau. Hieronder wordt verstaan:
a. aanbieder werkt met een programma volgens artikel 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie dat is gericht op het gestructureerd en samenhangend stimuleren van de ontwikkeling op het gebied van taal, rekenen, sociaal-emotionele en motorische vaardigheden;
b. aanbieder werkt aantoonbaar samen met basisscholen, gericht op het realiseren van een doorgaande leer- en ontwikkelingslijn; dit blijkt uit afstemming van activiteiten en afspraken over zorg voor kinderen, overdracht, ouderbetrokkenheid en dragen iedere peuter over naar het basisonderwijs via het gemeentelijk overdrachtsformulier;
c. aanbieder is deelnemer aan door de gemeente geïnitieerde overleggen;
d. aanbieder werkt mee aan de resultaatafspraken VVE en Waalwijk Taalrijk en levert gegevens aan voor de monitor.
In aanvulling op de verplichtingen als genoemd in artikel 9 het eerste en tweede lid, zijn aan de subsidie voor het aanbieden van voorschoolse educatie, bedoeld in artikel 3 lid 1 sub a en b, de volgende verplichtingen verbonden:
a. een VE-peuter van 2 tot 2,5 jaar gaat 8 uur naar een peuteropvang met een VVE-aanbod verdeeld over minimaal 2 dagdelen per week;
b. een VE-peuter van 2,5 tot 4 jaar gaat 16 uur naar een peuteropvang met een VVE-aanbod, verdeeld over 4 of 5 dagdelen per week. Hierbij geldt een maximum van 6 uur per dag. Vanaf 1 augustus 2020 geldt de wettelijk te behalen urennorm van 960 uur voor peuters van 2,5 tot 4 jaar.
c. iedere VE-peuter wordt warm overgedragen via gemeentelijk overdrachtsformulier naar het basisonderwijs en iedere (VE)zorg-peuter wordt warm overgedragen in een gesprek met ouder- medewerker kindercentrum-medewerker basisschool en jeugdverpleegkundige;
d. VE wordt uitgevoerd in gemengde groepen met maximaal 50% VE-peuters per groep. Alleen met schriftelijke toestemming kan hier van worden afgeweken;
e. aanbieder VVE heeft doorgaande lijn VVE-afspraken gemaakt met scholen waar een substantieel aantal peuters heengaan;
f. aanbieder is deelnemer aan door de gemeente geïnitieerde overleggen, neemt deel aan relevante overleggen over zorg VVE-kinderen;
g. aanbieder werkt mee aan de resultaatafspraken VVE en Waalwijk Taalrijk en levert gegevens aan voor de (landelijke) monitor.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-51245.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.