Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2025

De raad van de gemeente Tholen;

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 8 oktober 2024, nummer 983600;

 

gelet op artikel 224 van de Gemeentewet;

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen de volgende verordening: Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2025 (Verordening toeristenbelasting 2025).

Artikel 1 - Belastbaar feit

Onder de naam 'toeristenbelasting' wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding, in welke vorm dan ook, door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen zijn ingeschreven.

Artikel 2 - Belastingplicht

  • 1.

    Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 1.

  • 2.

    De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene die verblijf houdt als bedoeld in artikel 1.

  • 3.

    Als er geen persoon is aan te wijzen die gelegenheid biedt tot verblijf, is degene belastingplichtig die verblijf houdt als bedoeld in artikel 1.

Artikel 3 - Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven voor het verblijf:

  • 1.

    Van degene die verblijft in een instelling als bedoeld in artikel 4 van de Wet toetreding zorgaanbieders.

  • 2.

    Van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt als bedoeld in artikel 1 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het centraal Orgaan opvang Asielzoekers.

  • 3.

    Van scouts en hun begeleiders in scoutinggebouwen of -terreinen in het kader van scoutingactiviteiten.

Artikel 4 - Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen in het belastingjaar. Het aantal overnachtingen wordt gesteld op het aantal overnachtende personen vermenigvuldigd met het aantal nachten dat zij verblijf houden.

Artikel 5 - Forfaitaire berekeningswijze van de maatstaf van heffing

  • 1.

    Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder:

    • a.

      kampeermiddel: tent, tentwagen, kampeerauto, caravan of een soortgelijk onderkomen of ander voertuig of gewezen voertuig of een gedeelte daarvan, een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht of worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.

    • b.

      kampeerterrein: terrein of plaats, geheel of gedeeltelijk ingericht, en volgens die inrichting bestemd, om daarop gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen geheel of nagenoeg geheel ten behoeve van recreatief nachtverblijf.

    • c.

      vaste standplaats: terrein of terreingedeelte dat deel uitmaakt van een kampeerterrein en dat ter beschikking wordt gesteld voor de plaatsing van hetzelfde kampeermiddel gedurende een seizoen of een jaar.

  • 2.

    Voor kampeermiddelen op vaste standplaatsen kan het aantal overnachtingen bedoeld in artikel 4, op een bij de aangifte gedaan verzoek van de belastingplichtige, forfaitair worden vastgesteld. Bij de forfaitaire vaststelling wordt het aantal overnachtingen gesteld op het aantal overnachtende personen vermenigvuldigd met het aantal nachten, overeenkomstig het bepaalde in het derde en vierde lid.

  • 3.

    Het aantal personen dat heeft overnacht, wordt bepaald op 2,5 personen.

  • 4.

    Het aantal malen dat door de in het tweede lid bedoelde personen is overnacht wordt bepaald op 60.

Artikel 6 - Belastingtarief

  • 1.

    Het tarief bedraagt per persoon per overnachting € 1,40.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid bedraagt het tarief voor het verblijf in een kampeermiddel, die in bezit is van een particuliere eigenaar en die uitsluitend bedoeld is voor eigen gebruik van de particuliere eigenaar op een kampeerterrein, per persoon per overnachting € 1,20.

  • 3.

    In afwijking van het eerste lid bedraagt het tarief voor het verblijf in huisvesting, waarvan de huisvester gecertificeerd is door en ingeschreven is in het register van de Stichting Normering Flexwonen of het Agrarisch Keurmerk Flexwonen, per persoon per overnachting € 1,20.

Artikel 7 - Belastingtijdvak

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 8 - Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 9 - Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen. De eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld, en de tweede termijn twee maanden later.

  • 2.

    De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 10 - Aanmeldingsplicht

De belastingplichtige bedoeld in artikel 2, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het inwerkingtreden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeente-ambtenaren, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdelen b en d, van de Gemeentewet.

Artikel 11 - Overgangsrecht

De Verordening toeristenbelasting 2024 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, eerste lid, genoemde datum, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 12 - Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2025.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2025.

Artikel 13 - Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening toeristenbelasting 2025.

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Tholen in zijn openbare vergadering van 7 november 2024.

M.L.P. Sijbers, voorzitter

L. Vermeij, griffier

Naar boven